Bijlage 1 - Oplegnotitie bij Concernbericht 1999 | ||
d.d. 22 september 1999 De diensten hebben onlangs hun Marap per 1 september 1999 aangeleverd. Daarmee bieden zij inzicht in de voortgang van het werk binnen hun dienst zowel in beleids- als beheersmatig opzicht. De door de diensten aangegeven punten voor het Concernbericht zijn in bijgaand concept-concernbericht verwerkt. Daarin is ook de financiële stand van zaken opgenomen, waarbij mee- en tegenvallers boven de f. 30.000,- zijn meegenomen. Een aantal diensten vraagt in hun Marap een uitspraak van uw college. Ook hebben er diensten deze gelegenheid aangegrepen om claims in te dienen. Dat laatste is echter niet de bedoeling van de Marap, en strijdt ook met het principe "Eén integraal afweegmoment" in het jaar. Het zou geen recht doen aan de diensten als u wij u deze specifieke punten niet afzonderlijk onder uw aandacht brengen. In onze reactie daarop houden we vast aan het principe, dat de Marap geen besluitvormingsronde vormt voor de honorering van claims.
DMZ DMZ-1: Specialistenteam. Voorstel dienst: Bij de start van de herinrichting van het Specialistenteam is gebleken dat er problemen bestaan in de bedrijfsvoering. Deze zijn deels veroorzaakt door de perikelen rondom de invoering van de ketenkaart, deels door de overgang naar een ander automatiseringssysteem. Ook was er al langere tijd sprake van organisatorische problemen die echter vanwege de herstructurering van de rest van de sector nog niet waren opgelost. Ten aanzien van de bijzondere bijstand is bovendien sprake van langdurige ziekte van een full-time medewerker. Bovendien zal een andere medewerker binnenkort vertrekken. Er is sprake van aanzienlijke achterstanden op de volgende terreinen: bijzondere bijstand 120 aanvragen en indicaties aanleunwoningen: 210 aanvragen. Bij de WVG is de werkvoorraad in het afgelopen jaar eveneens aanzienlijk gestegen. Eventuele achterstanden worden nog in kaart gebracht. De achterstand bijzondere bijstand zal met inzet van de overige teams van de sector worden opgelost. Teneinde de overige problemen te kunnen aanpakken is tijdelijke uitbreiding van capaciteit noodzakelijk op de volgende onderwerpen:
Constatering BFB: De dienst heeft een eigen verantwoordelijkheid om haar taak binnen de toegestane budgetten uit te voeren. Is dit door exogene oorzaken niet mogelijk, dan wordt verwacht, dat de dienst zelf dekking zoekt voor de overschrijding. Is ook deze dekking niet aanwezig (en daar is in dit geval sprake van), dan zal de dienst bij de BAR 1999 de overschrijding moeten toelichten en verantwoorden. Efficiënte en goede klantgerichte dienstverlening dienen daarbij het uitgangspunt te zijn. Te allen tijde moet voorkomen worden dat de dienst in nieuwe achterstand situaties geraakt. (Dat kost per saldo alleen maar meer). De melding door de dienst met gezien worden als een melding van een capaciteitsprobleem, waarbij het diensthoofd aangeeft hoe hij dit op gaat lossen. Advies: Claim afwijzen
DMZ-2: Bezwaarschriften. Voorstel dienst: Tegen de beleidswijzigingen in de WVG zijn begin 1999 265 extra bezwaarschriften binnengekomen. Deze zijn ook grotendeels afgehandeld. Geleidelijk is echter een grote achterstand ontstaan in bezwaarschriften ABW. De huidige capaciteit bij de afdeling JZ is onvoldoende. Ten einde de achterstand geleidelijk terug te brengen, dient zo snel mogelijk een tijdelijke extra medewerker te worden ingezet. Financiële ruimte op de begroting 1999 is er niet. Wij stellen derhalve voor om een bedrag van 45.000 over te hevelen van de begroting voor 2000 Constatering BFB. Budgetoverhevelingen van een af te sluiten dienstjaar naar het volgende dienstjaar vindt jaarlijks onder strakke richtlijnen plaats. Andersom (van een volgend naar een voorgaand dienstjaar) kennen we niet. Voorziet de dienst nu al een meevaller in het jaar 2000, die zij in 1999 wil inzetten? In feite komt het probleem hier op neer, dat er voor 1999 een overschrijding dreigt vanwege de afhandeling van ABW-bezwaarschriften. Ook voor deze taak geldt dat efficiënte en goede dienstverlening aan de klanten uitgangspunt moet zijn, dat het diensthoofd passende maatregelen moet treffen en dat een eventuele overschrijding bij de BAR 1999 moet worden toegelicht en verantwoord. Advies: Claim afwijzen
Stadsontwikkeling SO-1: Intensivering wijkbeheer: o.a. opstellen van wijkplannen Voorstel dienst: De opzet van het wijkgericht werken kost veel tijd en geld. De hoofdafspraak kan worden gehaald. De kosten zullen echter per eind 1999 hoger zijn dan geraamd. De incidentele meerkosten, o.a. door externe inhuur en tijdelijke urenuitbreidingen zullen circa 125.000 bedragen. Constatering BFB: De dienst heeft een eigen verantwoordelijkheid om haar taak binnen de toegestane budgetten uit te voeren. Is dit door exogene oorzaken niet mogelijk, (wat hier niet aan de orde lijkt te zijn), dan wordt verwacht, dat de dienst zelf dekking zoekt voor de overschrijding. Is ook deze dekking niet aanwezig, dan zal de dienst bij de BAR 1999 de overschrijding moeten toelichten en verantwoorden. Advies: Claim afwijzen
SO-2: Plantsoenpost Lipkensstraat Voorstel dienst: Binnen de dienst Stadsontwikkeling wordt ter vervanging van het huidige onderkomen van AOG-medewerkers aan de Lipkensstraat (onder gelijktijdige opheffing van Everslaan en Lindelaan) gewerkt aan een nieuwe voorziening op de Staal. Dit is noodzakelijk in verband met zowel Milieu- als Arbo-eisen. Mede gezien de reorganisatie is het waarschijnlijk niet mogelijk deze verhuizing nog in 1999 te realiseren. Voorgesteld wordt om in 1999 ten laste van de DBR van de dienst Stadsontwikkeling hiervoor een reservering ad 200.000 op te nemen ter dekking van de kosten die de bouw en verhuizing in het jaar 2000 met zich meebrengen. Dit bovenop de reeds voor dit doel in de begroting van AOG opgenomen jaarlijkse middelen. Advies BFB: Aangezien het hier om bedrijfsvoeringskosten gaat ten laste van eigen DBR, stellen wij voor hier mee in te stemmen.
Samenvattend stellen wij u voor:
|
||
![]() |
![]() |