Planningsbrief
gemeentebegroting 2000- 2003 en
werkbegrotingen voor de nieuwe
organisatie
1. Inleiding
Context organisatie-ontwikkelingsproces
Het begrotingsontwikkelingsproces
2. Opzet
begroting nieuwe organisatie
Gemeentebegroting 2000-2003
Werkbegrotingen voor de
(sectoren/vakteams) van de clusters
Subcircuits
Aanvullende informatie vanuit de clusters
3. Financiële
kaders en uitgangspunten voor de omzetting van de begroting
4. Het
begrotingsproces
5. voorstel
aan het college
1. Inleiding
De planningsbrief is bedoeld als
startsignaal voor:
- De transformatie van de Zomernota/
Meerjarenbegroting 2000-2003 naar de Gemeentebegroting voor de nieuwe
organisatie.
- De opstelling van de werkbegrotingen van
de clusters op sector-/ vakteamniveau.
De basis voor de werkbegrotingen alsmede de
Gemeentebegroting 2000-2003 vormen de Zomernota en de overdrachtsdossiers.
1.1. De context van het
organisatie-ontwikkelingsproces
Het organisatie-ontwikkelingsproces komt in
een nieuwe fase. Het organistierapport NEON is vastgesteld door de Raad,
de ontwerpteams hebben overdrachtsdossiers samengesteld. De
overdrachtsdossiers zijn tot in september nog intensief gescreend op
juistheid/ volledigheid, ook in de zin van de organisatorische
taakverdeling, de taakafbakening en de bijbehorende personele organisatie.
Vanaf september gaan de clusters verder met
de inrichting van hun organisatie. Bij het cluster Facilitaire
Dienstverlening moet het administratiekantoor ingericht gaan worden.
Onder auspiciën van de stuurgroep NEON
vormen de directeur Centrale Staf alsmede de manager Facilitair de
regiegroep voor een viertal hoofdprojecten (zie ook Transformatieplan
Financiën). Onderdeel van de Financieel Technische Transformatie is het
opwerken van werkbegrotingen voor de sectoren/ vakteams van de clusters en
de daarbij behorende Gemeentebegroting.
Een belangrijk aspect voor het komend half
jaar, waarin de begroting wordt omgezet, is de betrokkenheid van de nieuwe
organisatie alsmede de bestuurlijke besluitvorming.
De opvulling van de laag van het nieuwe
management zal mogelijk pas vanaf eind september (met de benoeming van de
directeuren van de primaire clusters) en vanaf oktober (voor het 2e
echelon) plaatsvinden. Effectief functioneren van het nieuwe management is
niet eerder dan eind 1999/ begin 2000 te verwachten. Dit is met name van
belang om scherp te krijgen wat voor een soort begroting begin 2000 voor
de nieuwe organisatie opgesteld zou kunnen worden.
Het nieuwe management zal zich in 1e
instantie met name richten op het opstellen van een bedrijfsplan voor het
cluster.
- Gelet op wat er dit 2e
halfjaar nog allemaal op stapel staat mag hooguit verwacht worden, dat
het gezamenlijk management zich
begin 2000 een goed beeld vormt van de concernagenda;
- het clustermanagement eind 1999/ begin
2000 een strategische verkenning verricht;
- waarna1e kwartaal 2000 een
bedrijfsplan (evt. met nader uit te werken afdelingsplannen/
werkplannen) opgesteld kan worden.
Voor het transformatieproces van de
begroting wordt in 1e aanleg dan ook geen aandacht aan deze
planvorming besteed, de technische omzetting van de begroting heeft
prioriteit, overigens zal daarbij wel aanvullende, kwantitatieve
informatie nodig zijn m.b.t. de sectoren/ vakteams. Via de stuurgroep
NEON/ B&W moeten in het najaar 1999 nog nadere afspraken over de
concernagenda en de verdere planvorming gemaakt worden. De Centrale Staf
in oprichting kan dit opstarten.
1.2. Het begrotingsontwikkelingsproces
In de Zomernota (meerjarenbegroting
2000-2003) wordt nader ingegaan hoe dit in jaar van de kanteling van de
organisatie, de begrotingscyclus in een 2-tal stappen geschiedt, te weten:
Opstelling van de Zomernota inclusief
Concernbegroting 2000-2003, inmiddels afgerond.
De opstelling van de Gemeentebegroting voor
de nieuwe organisatie, zie citaat Zomernota:
"De opstelling van de
Gemeentebegroting1 2000-2003 voor de nieuwe organisatie
- In de tweede helft van dit jaar wordt de
vertaalslag gemaakt naar een begrotingsopzet die aansluit bij de
nieuwe organisatie. De basis voor de Gemeentebegroting voor de nieuwe
organisatie en de daarbij behorende begrotingscijfers op cluster-/sectorniveau
vormen de Zomernota en de overdrachtsdossiers/ organisatierapporten
van de verschillende ontwerp-teams. In de begrotingsramingen op
cluster-/sectorniveau worden de globale beleidslijnen van de Zomernota
gedetailleerd en meetbaar gemaakt. Ook financieel vindt een
vertaalslag plaats.
- Bijzondere vernieuwingsaspecten van de
nieuwe begrotingsopzet zullen liggen in een gelijkvormige opzet voor
de organisatie als geheel. Langs de lijn van normkosten voor personele
en materiële middelen wordt in de komende jaren transparant gemaakt
hoe de integrale kosten per subfunctie c.q. productgroep zijn
samengesteld.
- De Gemeentebegroting voor de nieuwe
organisatie wordt zo snel mogelijk in het jaar 2000 in de Raad
behandeld."
Een andere lijn in de Zomernota is om de
nieuwe organisatie zoveel als mogelijk is te laten starten met een schone
lei (zie hiervoor de teksten in de Zomernota m.b.t. de
reorganisatie-voorziening en de voorziening bedrijfsvoering).
Duidelijk moge zijn dat de omzetting van de
begroting een belangrijke stap voor de nieuwe organisatie is. Het
opstellen van de werkbegrotingen voor de sectoren/ vakteams van de
clusters is onderdeel van het kritieke pad van het Transformatieplan
Financiën. In hoofdstuk 2 wordt geschetst hoe de begrotingsdocumenten
voor het jaar 2000 ingericht worden, het gaat daarbij concreet om de
Gemeentebegroting 2000-2003 inclusief Memorie van Toelichting en de
werkbegrotingen van de clusters. Met deze begrotingsdocumenten, die
volgens de nieuwe begrotingsstructuur zijn ingericht, wordt een basis
neergezet waarmee in 2001/ 2002 vervolgstappen te zetten zijn zoals met
name de invoering van de productbegroting.

2.
Opzet begroting nieuwe organisatie
Gemeentebegroting 2000-2003
Aan het eind van het totale
begrotingsproces zal aan de Raad ter vaststelling voorgelegd worden:
- De memorie van toelichting.
In deze memorie van toelichting wordt nader ingegaan op de
nieuwe opzet van de Gemeentebegroting (incl. ontwikkelingstraject);
- de verwerking van bezuinigingen;
- toepassing van de normeringssystematiek;
- het traject voor de kwaliteitsimpuls
bedrijfsvoering;
- beleidsontwikkelingen sinds de Zomernota
(bijv. museumbeleid, sportbeleid, actieplan Delft Kennisstad in
hoofdlijnen);
- financiële ontwikkelingen
gemeentefonds;
- de risico paragraaf.
De meerjarenbegroting 2000-2003
- deze meerjarenbegroting is te beschouwen
als één grote begrotingswijziging op de bij de Zomernota
gepresenteerde Beheersbegroting (boekwerk II). Deze begroting is
praktisch geheel cijfermatig van opzet, begrotingsposten op
subfunctieniveau met bijbehorende meerjarenramingen;
- de meerjarenbegroting is afgestemd en
sluit aan op de werkbegrotingen van de (sectoren/ vakteams van de)
clusters.
Bijlagen vanuit de clusters geconsolideerde
cijfermateriaal met betrekking tot reserves en voorzieningen;
nog te bepalen.
Werkbegrotingen voor de (sectoren/ vakteams van de)clusters
De werkbegrotingen van de sectoren/
vakteams van de clusters worden per sector/ vakteam/ proces opgesteld. Op
basis van kwantitatieve uitgangspunten (personele formatie per sector/
vakteam, het aantal werkplekken, de toe te passen normen voor de
apparaatskosten) wordt het benodigd budget per sector/ (vak-)team
berekend.
Naast de interne kosten kan ook sprake zijn
van extern gerichte kosten, de zogenaamde werkbudgetten. De werkbudgetten2
komen direct tot uitdrukking op de kostendragers (subfuncties).
De werkbegrotingen op sector-/
vakteamniveau per cluster verzameld kunnen er dan als volgt uitzien:
- De toelichting op de begroting
- de nieuwe opzet van de werkbegrotingen;
- beleidsontwikkelingen;
- het ontwikkeltraject van de
bedrijfsvoering (in hoofdlijnen).
- Sector-/ vakteam-overzichten met
kwantitatieve uitgangspunten, begrotingsbedragen verdeeld in
apparaatskosten, werkbudgetten en dekkingsbronnen.
- Het rekeningsschema van begrotingsposten
met bijbehorende ramingen.
Tot deze werkbegrotingen worden ook
gerekend de afzonderlijke begrotingen voor CombiWerk en het Grondbedrijf.
2.3. Subcircuits
Door middel van de Zomernota 2000-2003 zijn
de beleids- en de financiële kaders voor de subcircuits vastgesteld.
Voor een aantal onderdelen geldt dat voor
het jaar 2000 nog een nadere uitwerking moet volgen. De subcircuits hebben
dit jaar hun eigen besluitvormingstraject. De beleidsontwikkelingen met
betrekking tot de subcircuits worden op hoofdlijnen meegenomen in de
Memorie van Toelichting bij de Gemeentebegroting.
- Voor de Meerjarenraming Stadsvernieuwing
geldt dat de huidige meerjarenraming (1999-2003) in het kader van
nader uitwerken van de vastgestelde beleidslijnen in de Zomernota niet
geactualiseerd behoeft te worden. Dit zal eerst gebeuren bij het
verschijnen van de Gemeentebegroting voor 2001.
- Voor Delft Kennisstad zal een Actieplan
Delft Kennisstad 2000 worden opgesteld die eind 1999 ter
besluitvorming aan de Raad zal worden voorgelegd.
- In het kader van de kanteling van de
organisatie zal in kaart moeten worden gebracht wat de kosten zijn
voor flankerende maatregelen voor de reorganisatie en hoe de dekking
plaats zal vinden, o.m. vanuit de reorganisatievoorziening.
- Gelet ook op de relatie naar de
bestuurlijke besluitvorming voor de te hanteren belastingtarieven en
belastingverordeningen worden nadere voorstellen verwacht in het 3e
kwartaal 1999, met betrekking tot:
- prognose reserveontwikkeling
Gemeentelijk Rioleringsplan;
- ontwikkeling tarieven
afvalstoffenheffing.
In het kader van de omzettingsoperatie van
de begroting zal alleen specifiek gelet worden op beleidsvoorstellen in
relatie tot de belastingstarieven. De belastingstarieven en ver-ordeningen
worden in oktober aan de Raad voorgelegd. De tarieven afvalstoffenheffing
worden in december aan de Raad voorgelegd. Dit in verband met de nog te
voeren discussie over een mogelijk afvlakking van de te verwachten
tarievenstijging afvalstoffen-heffing. De opbrengstramingen in de
gemeentebegroting voor de diverse belastingen-soorten moeten nog afgestemd
worden op de voor 2000 geldende belastingtarieven.
2.4 Aanvullende informatie vanuit de
clusters
De inrichters van de clusters zullen vanuit
hun kant ter aanvulling op de bekende was-/ wordt-lijsten op het vlak van
budgetten en formatie voor zover nodig, nadere informatie moeten
verstrekken met betrekking tot
- aantallen Ftes personeel per sector/
vakteam, incl. schaal;
- de werkbudgetten, investeringen,
reserves en voorzieningen;
- bezuinigingen;
zodat hier rekening mee gehouden kan worden
met de inrichting van de begroting.
Een apart vraagstuk is de wijze waarop de
bezuinigingen op de organisatie (en met name op de personele organisatie)
ingevuld moeten worden in de meerjarenbegroting voor de nieuwe
organisatie. Voor afwijkingen op de oorspronkelijke
bezuinigingstaakstelling zijn de nieuwe clusters verantwoordelijk.
Het is zaak om voor het monitoren op de
realisatie van de bezuinigingstaakstelling een aantal volgordelijk te
nemen stappen te onderscheiden,
te weten:
- Via het Vertaaldocument Personeel wordt
vastgesteld hoe de huidige formatie toegewezen kan worden aan de
clusters.
- Het personeelsbudget van de clusters
voor de oude formatie kan daarmee vastgesteld worden.
- De clusters geven aan op sector-/
vakteamniveau, het aantal benodigde Ftes, met de daarbij behorende
inschaling en functiesoort.
- Vastgesteld wordt welke kwantitatieve
afwijkingen (1/2) er zijn, en het daaraan te verbinden budget (de
bezuiniging).
- De clusters geven tevens aan hoe de
resterende bezuinigingstaakstelling meerjarig (op het personele budget
danwel op de werkbudgetten) verder ingevuld wordt.

3.
Financiële kaders en uitgangspunten voor de omzetting van de begroting
De omvorming van de begroting zal dienen te
geschieden binnen een aantal strikt te hanteren financiële kaders, t.w.
- De nieuwe begroting dient binnen het
budgettair kader van de bestaande begroting te blijven (Zomernota/
beheersbegroting 2000-2003, dienstbegrotingen 1999). Dat geldt ook
voor het bezuinigingstraject.
- Budgetten voor apparaatskosten van de
oude organisatie worden ook weer beschouwd als voedingsbron voor deze
apparaatskosten (verschuivingen zijn niet toegestaan).
- Ook verborgen budgetten voor
apparaatskosten zijn voedingsbron voor de nu door te voeren centrale
budgettering van deze apparaatskosten.
- De voorziening bedrijfsvoeringsrisicos
kan in een aantal strikt omschreven compartimenten ingezet worden:
- voor de personeelstekorten resp.
invoering van de normering 1.8 mln;
- voor bedrijven WOC (aan te vullen met
het te berekenen aandeel in c1) 0.5 mln.
- De nominale ontwikkelingen (lonen,
prijzen, subsidies, bijstand) worden gedekt uit de stelpost nominale
ontwikkelingen.
- Gesloten circuits, het grondbedrijf, de
kapitaaldienst en externen worden per saldo tot hetzelfde uitgaven
niveau belast als dat bij de huidige begroting het geval is.
- In de komende jaren worden verdere
stappen gezet in de verbetering van de financiële structuur van de
begroting.

4. Het
begrotingsproces
Randvoorwaarde voor de start van het
begrotingsproces is dat er richtinggevende kaders (zie hoofdstuk 3)
gesteld zijn, dat de te hanteren begrotingssystematiek helder, en last
but not least dat er eenduidige overdrachtsdossiers zijn zonder
grijsgebied.
Veel van het benodigde basismateriaal is
thans al beschikbaar, op onderdelen zal hier tot in september nog het
nodige werk aan verricht moeten worden.
Het overall-proces voor de totstandkoming
van werkbegrotingen op sector-/ vakteamniveau resp. de gemeentebegroting
2000 voor de nieuwe organisatie wordt uitgevoerd onder regie van de
Regiegroep Transformatie Financiën (bestaande uit de directeur Centrale
staf en de Manager Facilitair), als onderdeel van het totale
transformatieproces van de organisatie waar de stuurgroep NEON leiding aan
geeft.
Het is daarbij van belang hoe de
verankering bij de stuurgroep NEON en het gemeente-bestuur plaatsvindt.
- De planningsbrief voor de begroting
2000, (waarin ook de algemene procedure en de te hanteren financiële
uitgangspunten voor het begrotingsproces aangegeven worden) wordt
voorgelegd aan de stuurgroep NEON (om advies) en B&W (ter
besluitvorming).
- Medio oktober 1999 wordt voor raadsleden
een presentatie verzorgd over het begrotingsproces, dit om de
verwachtingen zo goed mogelijk te managen.
- De stapsgewijze aanpak van het ombouwen
van de begroting leidt op een aantal momenten tot helderheid op welke
aspecten verschillen gaan ontstaan. Op basis hiervan kan via
voortgangsrapportages op hoofdlijnen gerapporteerd worden aan de
stuurgroep NEON en aan het college.
- De wethouder financiën wordt gaandeweg
de rit frequent geïnformeerd, afhankelijk van ontwikkelingen zal hij
ook B&W informeren danwel raadplegen.
|
|
|
Omschrijving |
Wie |
Gereed |
|
|
|
Planningsbrief
begroting 2000
|
|
|
Vaststelling
planningsbrief (inclusief te hanteren financiële uitgangspunten
en schets van de algemene procedure)
|
Sg. NEON
B&W |
6/10/1999
12/10/1999 |
Presentatie voor
raadsleden
|
Raadsleden |
medio okt. 1999 |
2. Ombouw en
verschillenanalyse |
|
|
2.1 Apparaatskosten
|
|
|
Voortgangsrapportage
Prijsverschillen
|
Sg. NEON
Weth.Fin. |
27/10/1999
2/11/1999 |
2.2 Apparaatskosten
en sectoren/ vakteams
|
|
|
Voortgangsrapportage
Hoeveelheidsverschillen
|
Sg. NEON
Weth.Fin. |
16/11/1999
23/11/1999 |
2.3 Kostendragers
|
|
|
Voortgangsrapportage
Dekkingsbronnenverschillen in samenhang met de twee eerste
voortgangsrapportages
|
Sg. NEON
Weth.Fin. |
8/12/1999
20/12/1999 |
2.4 Verschillenanalyse
ombouw begroting
|
|
|
Totaalrapportage
Verschillenanalyse (§ 2.1 t/m § 2.3)
|
B&W |
20/12/1999 |
Gemeentebegroting
2000-2003 nieuwe organisatie |
|
|
Definitieve
toedeling van stelposten/ overhead
|
BFB |
20/12/1999 |
Memorie van Toelichting
Gemeentebegroting |
BFB |
20/12/1999 |
Besluitvorming
Gemeentebegroting 2000-2003 inclusief Memorie van Toelichting
|
B&W
Cie. M+B
Raad |
11/1/99
Jan. 99
Jan. 99 |

5.
VOORSTEL AAN HET COLLEGE
Kern van de notitie is om het proces zowel
voor wat betreft de financiële uitkomsten als voor wat betreft de
planning zo goed mogelijk te beheersen. Dit vergt strikte financiële
kaders, een nauwkeurig beeld van wat voor soort begroting begin 2000
beschikbaar moet zijn, en een strakke regie. Het voorstel aan het college
is:
- Vaststellen van financiële kaders bij
de opbouw van de begroting 2000 voor de nieuwe organisatie.
- Akkoord gaan met de geschetste opzet van
de begroting voor de nieuwe organisatie, door middel van:
- de gemeentebegroting 2000-2003
inclusief Memorie van Toelichting;
- de werkbegrotingen voor de sectoren/
vakteams van de clusters inclusief daarbij behorende toelichting.
- Akkoord gaan met de voorgestelde
procedure om het proces te monitoren
door middel van:
- voortgangsrapportages van de wethouder
Financiën de natuurlijke rol van de wethouder financiën om op
momenten dat het nodig is het college te informeren danwel te
raadplegen.
- een totaalrapportage aan het college
m.b.t. de verschillenanalyse na afloop van het proces.
Akkoord gaan met een algemene presentatie
voor leden van de gemeenteraad.
|