Raadsvoorstel stuk 50 (S99001075) | ||
Stuk 50 Dienst Stadsontwikkeling S99001075 Delft, 16 november 1999. onderwerp: Beschikbaar stellen van kredieten ad 1.528.000,-- en f. 135.000,- voor het opbouwen en onderhouden van de Basisregistratie Gebouwen Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren, Reeds een jaar wordt koortsachtig gewerkt aan de implementatie van de Basisregistratie Gebouwen. Hierin worden de belangrijkste objectkenmerken van het Delftse vastgoed vastgelegd. Deze basisregistratie gaat een onderdeel vormen van de totale vastgoed-registratie in Delft. Op 1 januari 1999 waren ongeveer 20.000 van de in totaal 50.000 objecten in de daarvoor aangeschafte database verwerkt. Doordat het opzoeken en verwerken van de gegevens veel meer tijd en inspanning vergt dan verwacht, is voor het voltooien van deze Basisregistratie Gebouwen aanzienlijk meer geld nodig dan oorspron-kelijk gedacht. Het nut en de noodzaak van een Basisregistratie gebouwen zijn vooral gelegen op een tweetal beleidsvlakken. Ten eerste de binnen Delft gewenste kennisorganisatie en de informatieverstrekking aan zowel de burgers als binnen het eigen apparaat. Delft wil de komende periode immers uitgroeien tot een kennisorganisatie. Daartoe wordt binnen het project KIS gewerkt aan meer standaardisatie, meer structuur en versimpeling als een aanzet om kennisdeling mogelijk te maken. Onderdeel daarvan zijn de basisregistraties. Zoals uit het ter inzage liggende advies van de projectleider van KIS mag blijken is de Basisregistratie Gebouwen een onderdeel van een heel scala van informatiebronnen die gezamenlijk de informatie aan beide groeperingen moeten gaan verzorgen. Als we daar een schakel uithalen functioneert het geheel niet naar behoren. Ten tweede het opbouwen van een stuk gegevensbeheer dat als basis kan gaan dienen voor de in de komende jaren uit te voeren taxaties van de onroerendzaakbelasting. Het gaat hier dan om zowel de hertaxaties als de tussentijdse taxaties als gevolg van aanpassingen (nieuwbouw en ingrijpende verbouw). Om een onroerende zaak te kunnen waarderen is kennis van het onroerend goed noodzakelijk. De Basisregistratie Gebouwen voegt daar zijn steentje aan bij. Naast de gegevens vanuit het Kadaster en de GBA zal deze registratie de basis gaan vormen van waaruit taxateurs de onroerende zaak gaan taxeren. Ook aanpassingen in het kader van de WVG, die in de basisregistratie worden opgenomen, zijn daarbij van belang. Oorspronkelijk is in het kader van de beleidsnota WOZ ("Implementatie Wet Waardering Onroerende Zaken" uit 1996) rekening gehouden met een eenmalig bedrag van 375.000,--Inclusief beheersbudgetten voor 1996 t/m1998 is dat totaal 685.000,--. De dekking van de 685.000,-- zou komen vanuit de Onroerend Zaak Belasting, waarvan een deel (te weten 60%) door externe partners (Rijksbelastingdienst en het Hoogheemraad-schap) zou worden bijgedragen. Deze laatste dekking is weggevallen, waardoor door exo-gene invloeden bovendien een tekort ontstaat van 60% (= 411.000,--). Daarnaast is het werkelijk uitgavenniveau tot en met 1998 213.000,-- hoger, dus totaal 898.000,--. In de begroting was nog geen rekening gehouden met alle bruto kosten. Tot en met 1998 is een bedrag van 170.000,- boekhoudkundig verwerkt, zodat formeel nog een krediet nodig is van 728.000,--. Voor het voltooien van de Basisregistratie Gebouwen is bovendien nog een incidenteel bedrag nodig van 800.000,--. Het totaal benodigd krediet wordt dan 1.528.000,--. Het beheer van de gegevens kost 135.000,-- per jaar. Nu stoppen met de implementatie van de registratie heeft tot gevolg dat we blijven zitten met een registratie die voor ongeveer 40 % is gevuld. Hier hebben we niets aan, want alleen een volledige registratie kan zijn vruchten afwerpen. In feite blijven we dan met lege handen achter. Inmiddels is aan hard- en software een bedrag van ruim fl. 898.000,- uitgegeven. Op dit moment worden, in afwachting van een besluit, bijna geen kosten meer gemaakt. Als besloten wordt om te stoppen dan is dit geld voor niets uitgegeven. Als daarentegen besloten wordt om nog eens bijna zon zelfde bedrag uit te geven dan heeft Delft een vastgoedregistratie die past in de opbouw van de informatiebronnen gebaseerd op de KIS-filosofie en die als basis kan dienen voor vele bestuurlijke en beleidsmatige afwegingen, waaronder de WOZ en de WVG. De (incidentele) meeropbrengst van de leges bouwvergunningen 1998 komt uit op ongeveer 1.400.000,--. Deze meeropbrengst wordt in de rekening 1998 toegevoegd aan de alge-mene reserve. De algemene reserve kan - naast een eventuele meeropbrengst leges 1999 - in 1999 worden gebruikt als dekking voor de kosten van de basisregistratie gebouwen. Voorgesteld wordt om voor de structurele kosten van 135.000,-- de leges bouwvergun-ningen te verhogen. Gelet op het feit dat de legesverordening 1999 reeds is vastgesteld kan dat niet eerder dan in 2000 zijn beslag vinden. Indien de opbrengst 1999 niet hoger uitvalt dan geraamd, zal dat bedrag ook éénmalig uit de algemene reserve moeten worden geput. Zoals besproken in de commissie Middelen en Bestuur stellen wij voor een krediet van 1.528.000,-- beschikbaar te stellen voor het dekken van de reeds gemaakte kosten en het voltooien en een bedrag van 135.000,-- voor het beheren van de Basisregistratie Gebouwen en hiertoe vast te stellen de 18e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1999.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Delft, .M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
|
||
![]() |
![]() |