Stuk 223 I
Bestuursdienst B99006029
Delft, 7 december 1999.
Onderwerp: wijziging Verordening gemeentelijke ombudscommissie
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
In het beleidsadvies bij de jaarverslagen van de Gemeentelijke Ombudscommissie (GOC) wordt ook aandacht besteed aan de vraag of er aanleiding bestaat om de verordening op onderdelen aan te passen. Gebleken is, dat de verordening een aantal wijzigingen behoeft.
Op 1 juli 1999 is hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in werking getreden. Hierin wordt de interne klachtbehandeling geregeld. Deze interne klachtbehandeling behoeft geen nadere uitwerking in een verordening. Volstaan kan worden met aanpassing van interne richtlijnen hieromtrent. Wel heeft de wet gevolgen voor met name de gehanteerde begrippen en definities in de bestaande gemeentelijke regeling voor de externe klachtbehandeling, de Verordening gemeentelijke ombudscommissie. Deze dienen te worden aangepast aan de nieuwe wet.
Allereerst kan ingevolge hoofdstuk 9 van de Awb worden geklaagd over gedragingen van een ‘bestuursorgaan’, terwijl in de verordening wordt gerept van gedragingen van een ‘gemeentelijk orgaan’. De definities van beide begrippen stroken niet met elkaar. Voorgesteld wordt derhalve om ‘gemeentelijk orgaan’ overal in de verordening te vervangen door ‘bestuursorgaan’, en de verordening van toepassing te verklaren op de bestuursorganen van de gemeente. Dit zijn: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, met bestuursbevoegdheden uitgeruste commissies, en sommige ambtenaren, zoals de leerplichtambtenaar, de lijkschouwer, de ambtenaar van bouw- en woningtoezicht, en in beperkte zin de ambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen. Geklaagd kan worden over de wijze waarop genoemde bestuursorganen zich hebben gedragen, en over de wijze waarop personen, werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, zich hebben gedragen. Dit betekent dat wel kan worden geklaagd over bijvoorbeeld een gedraging van een wethouder. Die gedraging wordt toegerekend aan het college. Niet kan worden geklaagd over individuele raadsleden, aangezien die niet onder verantwoordelijkheid van de raad handelen, maar slechts over de raad.
Voorts dienen de vereisten aan een klacht (ondertekening, dagtekening, naam en adres, omschrijving klacht) en de van klachten uitgezonderde onderwerpen (artikel 9:8 Awb) voor interne en externe klachtbehandeling met elkaar overeen te stemmen. Tot slot dient de schakelbepaling in de verordening, waarin wordt aangehaakt aan de interne klachtbehandeling te worden aangepast aan het nieuwe hoofdstuk in de Awb.
Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie middelen stellen wij u voor akkoord te gaan met het door ons voorgestelde en daartoe de in concept bijgevoegde wijziging van de Verordening gemeentelijke ombudscommissie vast te stellen.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 223 II
Bestuursdienst B99006029
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 1999;
gelet op het bepaalde in artikel 82 e.v. van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de navolgende 4e wijziging van de Verordening gemeentelijke ombudscommissie, zoals deze werd vastgesteld op 29 april 1992:
In artikel 1 lid 1 onder d en lid 2, artikel 2 lid 2, artikel 6, artikel 7 lid 1 en lid 2 onder e, artikel 11 lid 1, 4, 5, 7 en 8, artikel 12 lid 2, artikel 13 lid 2 en 3, wordt het begrip ‘gemeentelijk orgaan’ vervangen door ‘bestuursorgaan’;
In artikel 1 vervalt lid 1 onder b en lid 2; wordt lid 1 onder b: ‘bestuursorgaan: een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.’
In artikel 1 lid 1 onder c vervalt de definitie van ambtenaar, daarvoor in de plaats komt de definitie van ‘functionaris’: ‘een ambtenaar, een gewezen ambtenaar, een persoon met wie door een bestuursorgaan een arbeidsovereenkomst is gesloten naar burgerlijk recht, ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, alsmede ieder ander persoon werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan, met uitzondering van degene die in dienst is van de politie.’
Na artikel 1 wordt toegevoegd artikel 1a:
Deze verordening is van toepassing op de gedragingen van de bestuursorganen van de gemeente, met uitzondering van de burgemeester in zijn hoedanigheid van hoofd van politie, alsmede op gedragingen van bestuursorganen die onder verantwoordelijkheid van de gemeente werkzaam zijn
Een gedraging van een functionaris, verricht in de uitoefening van zijn functie, wordt aangemerkt als een gedraging van het bestuursorgaan onder wiens verantwoordelijkheid hij werkzaam is.
In artikel 7 lid 2 onder e de zinsnede ‘alsmede wat de zienswijze is van het gemeentelijk orgaan’ vervangen door ‘ alsmede wat het resultaat is van de klachtbehandeling door het bestuursorgaan’.
Aan artikel 7 lid 2 wordt toegevoegd onderdeel f ‘te zijn gedagtekend’.
In artikel 8 lid 1 onder b wordt ‘artikel 10 lid 4’ gewijzigd in ‘artikel 10 lid 3 of 4’.
Aan artikel 8 lid 1 wordt toegevoegd onderdeel g ‘indien de klacht betrekking heeft op een gedraging waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van artikel 9:4 e.v. Awb is behandeld.’;
alsmede onderdeel h ‘ zolang terzake van de gedraging waarover wordt geklaagd een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.’
Artikel 10 vervalt en wordt vervangen door:
-
Alvorens een klacht aan de commissie kan worden voorgelegd, dient de klacht te zijn ingediend bij het betrokken bestuursorgaan.
-
Het bestuursorgaan dient bij de behandeling van de klacht het bepaalde in de artikelen 9:4 e.v. Awb in acht te nemen.
-
Indien de klager zich niet kan vinden in de afhandeling van de klacht door het bestuursorgaan, kan hij zich, binnen een termijn van zes weken, tot de commissie wenden.
-
Indien de klacht door het bestuursorgaan niet binnen de in art. 9:11 Awb gestelde termijn is afgehandeld, kan klager zich binnen een redelijke termijn tot de commissie wenden.
X. Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2000.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 december 1999.
,burgemeester.
,secretaris.
