EZH-campagne

 

 

Centrale Staf d.d.4 oktober 2000      


REG.NR. 00/024324

 

 

Inhoudsopgave

 

1.    Inleiding tot de evaluatie

2.    Conclusies en aanbevelingen

- 2.1 conclusies

- 2.2 aanbevelingen

3.    Doel en aanpak van de evaluatie

4.    Het verloop van de EZH-campagne

5.    Meningen van burgers en projectindieners

5.1 Resultaten Stadspanel

5.2 Resultaten schriftelijke enquête projectindieners

6.    Meningen van raadsleden, portefeuillehouders en fracties

6.1 Resultaten enquête onder de (plv.)raadsleden

6.2 Resultaten interviews met portefeuillehouders

6.3 Resultaten interviews met enkele fractievertegenwoordigers

7.    De bevindingen van de projectorganisatie

8.    Het mediabereik gedurende de campagne

8.1 Communicatiestrategie

8.2 Doelgroepen

8.3 Omgang met de media

8.4 Resultaat

9.    De kosten van de EZH-campagne

 

 

 

 

Bijlagen:

 

I.      Vragenlijsten voor stadspanel, projectindieners en voor (evt. plaatsvervangend) raadsleden

II.    Overzicht perscontacten en publikaties

III.  Overzicht geïnterviewde fracties en portefeuillehouders

IV. Overzicht intermediaire organisaties

V.   Bloemlezing van ervaren kritiekpunten

 

 

 

Colofon

De evaluatie is opgesteld door B. den Uijl, Centrale Staf/ vakteam Projecten tel.015-2602539,

i.s.m. M. van Rhee, Facilitaire Dienstverlening/ vakteam ICT/ Onderzoek en Statistiek tel. 015-2602504.

 

 

            INleiding tot de evaluatie

 

 

De EZH-campagne is voor de stad succesvol verlopen. Projectindieners, bestuurders, vertegenwoordigers vanuit de media, mensen vanuit de gemeentelijke organisatie, allen zijn deze mening zonder terughouding toegedaan. Wel heeft menigeen natuurlijk zijn/ haar eigen visie op hoe het proces verlopen is, en hoe dit een volgende keer op de verschillende onderdelen van de totale aanpak beter zou kunnen verlopen De evaluatie van de EZH-campagne heeft aan de vele deelnemers van deze Delftse campagne de mogelijkheid gegeven om de eigen ervaringen alsmede inzichten in mogelijke verbeteringen naar voren te brengen. Daarbij is tevens verkend of men deze vorm van burgerparticipatie ook in de toekomst vaker toegepast zou willen zien. De in de periode mei t/m juli 2000 uitgevoerde evaluatie heeft onder verschillende doelgroepen zowel binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten plaatsgevonden, t.w. bij burgers, organisaties, de media, het gemeentebestuur (college en raad), en bij de projectorganisatie.

 

 

Het evaluatierapport is als volgt samengesteld:

Hoofdstuk 1: Inleiding

Hoofdstuk 2: Conclusies en aanbevelingen.

Hoofdstuk 3: Doel en aanpak van de evaluatie; ingegaan wordt op de te onderscheiden doelgroepen bij de evaluatie, de toepaste werkwijze door middel van enquêtes, interviews en bronnenonderzoek.

Hoofdstuk 4: Het verloop van de EZH-campagne; omvat in hoofdlijnen de beschrijving in een 5-tal fasen van de totale campagne. De laatste fase (fase 5) is thans gaande: in overleg met betrokken projectindieners worden de projecten verder uitgewerkt (leidend tot bestedingsvoorstellen aan de raad) en vervolgens verder uitgevoerd.

Hoofdstukken 5, 6 en 7: resp. Meningen van burgers en projectindieners, Meningen van raadsleden, portefeuillehouders en fracties, De bevindingen van de projectorganisatie;
met deze hoofdstukken wordt vanuit het perspectief van de betrokken doelgroepen beschreven hoe men het verloop van de EZH-campagne ervaren heeft. Daarbij wordt tevens uitgebreid aandacht besteed aan leer- en verbeterpunten en suggesties voor het vervolg.

Hoofdstuk 8: Het mediabereik gedurende de campagne; ingegaan wordt op de communicatiestrategie en de in de pers en media soms gezochte en soms vanzelf verkregen aandacht voor de EZH-campagne.

Hoofdstuk 9: De kosten van de EZH-campagne.

 

 


2.         Conclusies en aanbevelingen

 

 

2.1       Conclusies

 

De EZH-campagne is voor de stad succesvol verlopen. Velen zijn daarbij betrokken geweest. De burgerparticipatie heeft een grote rol gespeeld, zowel in de fase van meedenken (met het zelf kunnen indienen van projecten) als in de besluitvormingsfase (de resultaten van de meningspeiling zijn voor de definitieve uitkomst bepalend geweest).

 

De deelnemers aan de campagne hebben vanuit hun specifieke rol en betrokkenheid hun eigen mening over hoe het proces verlopen is, zowel als het er om gaat over wat de campagne als geheel nu zo succesvol deed verlopen, alsook welke leerpunten daarin te onderkennen zijn geweest, en welke suggesties voor het vervolg gedaan kunnen worden. De belangrijkste bevindingen per groep zijn:

 

De burgers

Vanuit het stadspanelonderzoek blijkt dat de bevraagde burgers redelijk tevreden zijn over hoe bij de verdeling van het geld rekening is gehouden met de wensen van de burgers. Het merendeel van de burgers is van mening dat zij bij belangrijke beslissingen vaker geraadpleegd moeten worden.

 

Projectindieners (burgers en organisaties)

De projectindieners (burgers en organisaties) zijn over het algemeen tevreden over de mogelijkheden die er geweest zijn om projecten in te dienen. Een kritische noot wordt geplaatst bij de informatievoorziening m.n. via de brochure en de Stadskrant. Ook de projectindieners zijn van mening dat het gemeentebestuur haar burgers voor belangrijke beslissingen vaker zou moeten raadplegen.

 

Het gemeentebestuur

-      raadsleden

De raad spreekt zich - over het algemeen - positief uit over alle aspecten van de EZH-campagne en de daarin genomen stappen. Een aantal raadsleden geeft daarbij aan dat al hoewel het proces in zijn algemeenheid goed verlopen is zij daar wel enige kanttekeningen bij plaatsen:

a)    het basisidee voor deze burgerparticipatie via de EZH-campagne stond vast, mogelijk had bij het begin al scherper bediscussieerd moeten worden hoe met de uitslag van de EZH-campagne omgegaan zou moeten worden;

b)    de bestuurlijke uitgangspunten hadden scherper kunnen zijn, het samenvoegen van projecten tot één cluster had soms ook beter gekund;

c)    de informatievoorziening via de brochure (en eventuele achtergrond informatie) was summier van opzet;

d)    aanpassingen op het bestedingsvoorstel van het college bleken niet of nauwelijks mogelijk;

e)    voor het vervolgtraject is er nog veel werk aan de winkel om duidelijkheid te geven aan projectindieners (en de raad) wat nu precies uitgevoerd gaat worden.

Daarnaast doen verscheidene raadsleden suggesties voor het vervolgtraject:

a.    blijf aandacht besteden aan het managen van verwachtingen van de projectindieners;

b.    monitor de resultaten van de besteding van de EZH-gelden;

c.    betrek de raad bij de nadere besteding;

d.    experimenteer vaker met vormen van interactief beleidmaken.


 

-      (aanvullingen) portefeuillehouders

De totale aanpak van de EZH-campagne is geslaagd. Er is sprake geweest van een sterke betrokkenheid en deelname van burgers en organisaties. Ook was sprake van een goede vereniging van deze aanpak met de rol van de gemeenteraad. De EZH-campagne is een succes voor de gehele politiek, en voor de hele stad. Leerpunten uit deze campagne hebben m.n. betrekking op:

a)    meer helderheid vooraf aangaande de bestuurlijke uitgangspunten;

b)    een beter bereik van specifieke doelgroepen (m.n. de allochtonen);

c)    en grotere betrokkenheid van de interne gemeentelijke organisatie;

d)    een consistenter toegepaste selectie bij het opstellen van de projectenlijst.

-      (aanvullingen door een aantal) fractie-vertegenwoordigers

De EZH-campagne is een succes geweest. Een dergelijke campagne kan ook een volgende keer weer een goede aanpak zijn, mits voldaan wordt aan een aantal condities (uitgangspunten, rollen etc.). Nadrukkelijk aandacht vraagt men voor de verdere uitwerking en uitvoering van de EZH-projecten. Het is belangrijk - met de nodige zorgvuldigheid naar de projectindieners - om daarin tempo te houden. Als leerpunten geeft men aan:

a)    meer/ beter inzicht in de te onderscheiden rollen burgers, met heldere afspraken, en een beschrijving van de procesgang;

b)    duidelijkere uitgangspunten/ randvoorwaarden, ook met betrekking tot het verdelen van het geld.

-      De projectorganisatie

Ook de projectorganisatie kan niet anders dan tevreden zijn over de kwaliteit en het resultaat van de EZH-campagne. Ingebouwde vangnetten en zekerheden voor zo’n bijzonder project zijn essentieel, en hebben goed gewerkt. De vooral in het begin gericht gezochte maar op een bepaald moment spontane media-belangstelling was indrukwekkend. Ook de campagne-spirit van de projectindieners zelf was aanstekelijk, veel indieners werden op die manier ambassadeur voor de totale EZH-campagne. In de uitvoering zijn er ook onvolkomenheden geweest. Zowel bij Van Sluis als bij de projectorganisatie was de druk hoog.

Als leerpunten zijn genoemd:

a.    duidelijkere rollen, ook in de uitvoering van het project (projectorganisatie, communicatie-adviseurs, en uitvoerders/ onderaannemers);

b.    in de totale planning meer tijd/ aandacht voor het logistiek proces i.v.m. zorgvuldigheid van de interne en externe informatievoorziening;

c.    beter bereik doelgroep ‘anderstaligen’;

d.    meer aandacht voor verzameling, analyse en interpretatie (beleids-)informatie;

e.    een grotere betrokkenheid van de lijnorganisatie.

 

 

2.2       Aanbevelingen

 

Aanbevelingen met betrekking tot het EZH-project (met onderliggende projecten) - in de lijn van de door de raad gedane suggesties - zijn:

1.    blijf aandacht besteden aan het managen van verwachtingen van de projectindieners. Voor een aantal projecten zijn inmiddels bestedingsvoorstellen gedaan, waarvoor in het voortraject overleg met betrokken projectindieners heeft plaatsgevonden. Voor overige bestedingsvoorstellen zal dit in de tweede helft van 2000 zijn beslag krijgen. Ook wordt daarbij aandacht besteed aan algemene berichtgeving via de media;

2.    monitor de resultaten van de besteding van de EZH-projecten. De werkwijze m.b.t. de verdere uitwerking van de EZH-gelden is in juni door de raad vastgesteld. Per peildatum 1 juli 2000 is het eerste voortgangsbericht voor alle projecten opgesteld, waarin de stand van zaken en de uitwerkingsrichting (inhoud/ tijd) beschreven is. Eind 2000 verschijnt een tweede voortgangsbericht. Ook in 2001 zullen afzonderlijke voortgangsberichten m.b.t. de uitwerking van EZH-projecten verschijnen. Dit laat onverlet dat in de gemeentelijke beleidscyclusdocumenten de ‘EZH’-projecten op hoofdlijnen gevolgd kunnen worden;

3.    betrek de raad bij de verdere besteding.
Dit is onderdeel van de afgesproken werkwijze.

 

Aanbevelingen m.b.t. deze vorm van burgerparticipatie zijn:

1.    deel de opgedane kennis intern en extern. Gedacht kan worden aan gebruik van de opgedane kennis en ervaring in interne leergangen voor projectmanagement. Extern bij gemeenten, en bij opleidingsinstellingen (bestuursacademies en faculteiten Bestuurskunde) bestaat belangstelling voor de ins en outs van dit proces van interactieve beleidsvorming. Het EZH-verhaal is inmiddels opgetekend op CD-Rom. Daarnaast kan gedacht worden aan Delftse Inleidingen voor specifieke studiebijeenkomsten/ seminars, publicaties in vakbladen e.d.;

2.    experimenteer meer met vormen van interactief beleidmaken.
Hoort ook bij de verdere uitwerking van de voorstellen van ‘Nota Bestuur 2’ met betrekking tot de externe oriëntatie. Van belang bij het verder experimenteren met instrumenten als workshops, werkteams, publieke debatten, conferenties, stadsgesprekken en structureel overleg is dat de ervaringen hiermee gedeeld worden; allengs kan er dan een soort gereedschapskist ontstaan met toe te passen werkvormen voor interactief beleidmaken.

 

 

 


3.         Doel en Aanpak van de Evaluatie

 

 

Aanpak evaluatie EZH-campagne

De EZH-campagne heeft zich afgespeeld in de periode september 1999 tot en met maart 2000. Een korte beschrijving hiervan is opgenomen in hoofdstuk 3 ‘Het verloop van de EZH-campagne’. De EZH-campagne heeft een aantal fasen gekend vanaf de voorbereiding (met de bestuurlijke kaderstelling) tot en met de bestuurlijke besluitvorming op basis van de meningspeiling onder de Delftse bevolking. Velen binnen danwel buiten de gemeentelijke organisatie hebben daaraan deelgenomen. De evaluatie van een dergelijk bijzondere gebeurtenis geeft een beeld van de opgedane ervaringen, zowel ten aanzien van activiteiten die goed zijn verlopen, als activiteiten waarvan de uitvoering mogelijk beter had kunnen zijn. De opgedane ervaringen en verkregen inzichten zijn daarmee te gebruiken voor andere, toekomstige onderwerpen waarbij interactieve beleidsvoering toegepast wordt. Resultaat van de evaluatie is dat het ‘verhaal’ over de EZH-campagne vanuit de waarneming van verschillende deelnemers met hun eigen visie op het verloop van de campagne opgetekend is. Het ‘EZH-verhaal’ wordt daarmee een medium om de Delftse kennis over dit omvangrijke project met burgerparticipatie te kunnen delen (zowel intern als extern).

 

Het doel van de evaluatie

Het doel is tweeledig:

a.   Verkrijgen van inzicht in hoe het proces van de EZH-campagne, onderverdeeld in een aantal fasen, voor de verschillende deelnemers hieraan verlopen is. Vasthouden van ervaringen en inzichten voor toekomstige onderwerpen waarbij interactieve beleidsvoering toegepast wordt.

b.   Peilen van de meningen over de waarde van deze vorm van burgerparticipatie in de gevoerde EZH-campagne.

Een afgeleid resultaat is de beschikbaarheid van een ‘verhaal’ om intern en extern te ‘vertellen’.

 

Doelgroepen

Zowel binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten zijn velen bij de EZH-campagne betrokken geweest. De burgers/ organisaties om eigen projecten te promoten, met daarbij de mogelijkheid voor de Delftse bevolking om hun mening over alle projecten aan te geven. De media om dit samenspel, waarbij het gemeentebestuur in direct contact komt met de bevolking, te volgen. Het gemeentebestuur voor de kaderstelling, de sturing van het proces en uiteindelijk de te nemen besluiten. En de (project-)organisatie als schakelclub om intern en extern alles op de rails te houden. De ambtelijke organisatie is ingeschakeld voor een eerste - globale - advisering met betrekking tot de ingediende projecten aan projectorganisatie en collegeleden. Daarnaast hebben de projectindieners ook wel rechtstreeks contact gezocht met gemeentelijke ambtenaren. De te onderscheiden deelnemers zijn dan:

1.   Burgers

2.   Organisaties

3.   Media

4.   College

5.   Raad

6.   Projectorganisatie

7.   De ambtelijke organisatie

 

 

 

 

 

 

 


 


De gevolgde werkwijze

De aan de verschillende doelgroepen gestelde hoofdvragen voor de evaluatie zijn:
a. Hoe vindt u dat het proces verlopen is?
b. Wat is voor u de waarde van deze vorm van burgerparticipatie?

 

Deze vragen zijn nader uitgewerkt in deelvragen voor de verschillende deelnemers aan de EZH-campagne, ook gelet op hun specifieke rollen in de afzonderlijke fasen van de campagne.

Als werkvorm is gebruik gemaakt van gerichte en open vraagstellingen voor:
1.&2. Burgers/ organisaties

-      een enquête onder de projectindieners;

-      stadspanelonderzoek.

3.   Media

-      een telefonisch rondje met enkele contactpersonen.

4.&5. College en raad

-      een enquête onder raadsleden en plaatsvervangende raadsleden;

-      interview - rondje langs een aantal fractievertegenwoordigers en portefeuillehouders.

6.&7. Projectorganisatie/ ambtelijke organisatie

-      een brainstorm van de projectleiding met het ingezette communicatieadviesbureau (Van Sluis Consultants)

 

In aanvulling hierop is gebruik gemaakt van het vele beschikbare informatiemateriaal zoals de Delftse publikaties gedurende de EZH-campagne, de handelingen van de gemeenteraad op de verschillende besluitvormingsmomenten, een interne registratie van perscontacten en -publikaties, en berichtgeving in pers en media.

De evaluatie is uitgevoerd in de periode mei tot medio juli 2000.


4.         HET VERLOOP VAN DE EZH-CAMPAGNE

 

 

Fase 1: begin september - half november 1999

De EZH-campagne wordt op de rails gezet.

 

September 1999

Het college beraadt zich intern op de wijze waarop de EZH-gelden die vrijkomen bij verkoop van het aandelenkapitaal bestemd kunnen gaan worden. Aan de raad is in het verlengde van de discussie over de verkoop toegezegd dat het college een procedurevoorstel zal doen voor de besteding; de raad heeft aangegeven behoefte te hebben aan een brede discussie.

Aan de raad wordt via de Startnota voorgesteld om de bestuurlijke uitgangspunten voor de bestemming - en het tijdelijk - beheer van de EZH-gelden vast te stellen en akkoord te gaan met het wegzetten van een gedeelte van het totale bedrag i.v.m. het wegvallend dividend en budgetruimte incidenteel nieuw beleid. Ook de procedure voor het vervolgtraject wordt voorgelegd; de raad besluit dat het communicatietraject nog nader uitgewerkt dient te worden en ook dat de projectenlijst, die inzet zou zijn voor de meningspeiling, door de raad vastgesteld zal moeten worden.

 

Eind september 1999

Inmiddels worden van een tweetal bureaus offertes ingewonnen voor de ontwikkeling en uitvoering van de campagne om de Delftse bevolking te raadplegen over de besteding van de EZH-gelden.

 

Oktober 1999

Het campagneplan voor de ‘Duitenactie’ wordt mede op basis van de ingewonnen offertes verder uitgewerkt. Het proces wordt scherper uitgelijnd. Daarbij wordt rekening gehouden met de behoefte in de raad om zowel voor het proces als in het bepalen van de projecten t.b.v. de meningspeiling gehoord te worden. De oorspronkelijke planning van de Startnota, waarbij definitieve besluitvorming in december 1999 voorzien werd, kan doordat nu een aantal extra stappen ingebouwd moesten worden, niet vastgehouden worden.

Voor het totale traject worden nu de volgende stappen voorzien:

a.   de raad stelt 25/11 de inrichting van het totale proces (het campagneplan) vast;

b.   het college doet een 1e aanzet voor de projectenlijst, die op basis van de bespreking in de commissie Middelen en Bestuur van 18 november 1999 aangepast wordt;

c.   raadsfracties, burgers en organisaties kunnen tot eind december 1999 eigen projecten indienen;

d.   op basis van een voorstel hiertoe stelt de raad 27/1/2000 de definitieve projectenlijst t.b.v. de meningspeiling vast;

e.   de meningspeiling vindt plaats, februari/begin maart;

f.     het college doet een bestedingsvoorstel en de raad beslist over de uiteindelijke verdeling, 30/3/2000.

Het college doet een eerste aanzet voor de projectenlijst, deze wordt na bespreking in de commissie Middelen en Bestuur van 18 november op onderdelen aangepast en gepubliceerd. De raad stelt op 25 november het campagneplan vast.

 

Begin oktober 1999

De regiegroep EZH met wethouder Oosten, burgemeester van Oorschot, hoofd CFB B. den Uijl, CCO communicatie-adviseurs B. Raymakers/I. de Greef wordt ingesteld. Dit ten behoeve van korte besluitvormingslijnen t.a.v. de voorbereiding en uitvoering van de afzonderlijke stappen in de EZH-campagne. Gekozen wordt voor het communicatie-adviesbureau Van Sluis Consultants, voor de ontwikkeling en uitvoering van de EZH-campagne (onder regie van Delft), afstemming met Van Sluis vindt plaats via de Delftse projectorganisatie B. Raymakers/ I. de Greef/B. den Uijl. De offerte wordt overigens, na aanpassing op wederzijds te verrichten activiteiten, definitief geaccepteerd op 12 november 1999.

 

 

Fase 2: half november - eind december 1999

Projecten worden ingediend, ook vinden stadsbijeenkomsten plaats

 

Met name partijen vanuit de oppositie maken van de gelegenheid gebruik om eigen projecten in te dienen, totaal ca. 30, door VVD, SP-Delft, Stadsbelangen, RPF/GPV/SGP. Deze fracties hebben daarbij gebruik gemaakt van ambtelijke ondersteuning. Via burgers en organisaties worden totaal ca. 240 ideeën voor projecten ingediend; inclusief de projecten van het college komt het totale aantal op circa 285 projecten.

Ten behoeve van de transparantie van de “papiermassa” aan projecten worden samengesteld:

-      het projectenboek EZH met korte samenvattingen van de afzonderlijke projecten (volgens een vaste structuur binnen de clusters kansen voor mensen, ruimte, kennis en economie, sport en cultuur)

-      brievenbundels volgens dezelfde opzet van deze structuur.

Het projectenboek komt ook op Internet en wordt ter inzage gelegd bij het Informatiecentrum en de bibliotheek. Begin januari 2000 is dit documentatiemateriaal definitief.

 

Om de EZH-campagne nog meer voor het voetlicht te krijgen is o.m.:

a.   gelegenheid gecreëerd voor het bijwonen van Stadsbijeenkomsten:

*      8 december in het bejaardencentrum Buitenweye

*      op 13 december in het buurthuis van Buurtraad ‘75

*      en de - druk bezochte - bijeenkomst in het Stadhuis op 22 december 1999

b.   actief continue aandacht gevraagd van lokale/regionale/landelijke media.

 

 

Fase 3: januari - 16 maart 2000

De projectenlijst wordt vastgesteld, de meningspeiling onder de Delftse bevolking vindt plaats.

 

Het college selecteert begin januari (4/1, 11/1) op wel of niet opname op de projectenlijst t.b.v. de meningspeiling. Het college clustert de projectenlijst tot 37 projecten.

Via de “Algemene Commissie” van 24 januari 2000 wordt de door het college opgesteld projectenlijst t.b.v. de meningspeiling besproken. In de raad van 27 januari wordt de lijst op onderdelen geamendeerd. De “39” projecten waarop “gestemd” kan worden staan vast. De indieners van projecten krijgen een brief of hun project wel/niet meegaat op de definitieve projectenlijst;

 

De samenstelling van de projectenlijst was tot het laatste moment (raad 27/1), aan verandering onderhevig. Op de vervolgstappen, zoals het maken van de brochure, kan wel geanticipeerd worden, echter de definitieve vormgeving moet in een relatief korte periode plaatsvinden (2 à 3 weken) om de meningspeiling, 2e helft februari/begin maart, te kunnen laten plaatsvinden.

 

Sleutelelementen in de communicatie zijn geweest de startbijeenkomst op 14 februari, waarbij de brochure werd gepresenteerd, alsmede de feestelijke slotbijeenkomst op 16 maart waarbij de uitslag van de meningspeiling openbaar werd gemaakt.

 


 

Fase 4: 16 maart - 30 maart 2000

Het gemeentebestuur wijst op basis van de resultaten van de meningspeiling definitief budgetten aan projecten toe.

 

Het college doet zijn bestedingsvoorstel aan de raad volgens een strakke formule, in groepen van 10 projecten worden percentages voor toekenning van gelden toegepast (100/50/25 en 0%). Er vallen daarmee ook projecten af. Er moet immers gekozen worden, maximale toekenning van de geclaimde bedragen zou op circa ƒ 300 mln. uitkomen, er is niet meer beschikbaar dan ƒ 115 mln.

Op een drietal onderwerpen doet het college, op basis van specifieke overwegingen, een aanvullend voorstel. Kenmerk van het totale voorstel is dat de meningspeiling daarin zwaar meeweegt en de politieke (bij-)sturing zich tot onderdelen beperkt. Het bestedingsvoorstel wordt besproken in de - inmiddels geformaliseerde - Algemene Commissie van 28/3 alsmede de raad van 30/3. De planning van het totale traject wordt daarmee nog steeds gestand gedaan.

 

 

Fase 5: na 30 maart 2000

In overleg met betrokken indieners van projecten worden de projecten verder uitgewerkt en vervolgens uitgevoerd.

 

De projectindieners worden nog één keer vanuit de gemeentelijke projectorganisatie per brief geïnformeerd over de besluitvorming door de gemeenteraad. Tevens wordt daarbij aangegeven of de ingediende projecten bij de verdere uitwerking door de gemeente nog betrokken danwel nu definitief afgevallen zijn.

 

Het is nu verder een taak van de lijnorganisatie om in overleg met de betrokken projectindieners elk van de 29 projecten verder uit te werken. Voor deze verdere uitwerking wordt een aantal inhoudelijke, financiële en procedurele richtlijnen vastgesteld (raad, juni).

Uitgangspunt is dat in principe voor elk project nog een specifiek bestedingsvoorstel aan de raad voorgelegd moet worden, voordat een project uitgevoerd kan worden. Inmiddels is dit voor het zomerreces met een aantal projecten geschied, dit zal naar verwachting in het 4e kwartaal 2000 afgerond kunnen worden, zodat de uitvoering van de projecten omstreeks vanaf 1 januari 2000 over de gehele linie ter hand genomen kan worden.

 

Per 1 juli 2000 verschijnt het 1e voortgangsbericht over de stand van zaken bij de uitwerking van EZH-projecten, eind 2000 zal een tweede voortgangsbericht volgen. Ook in 2001 zal de uitvoering van EZH-projecten via afzonderlijke rapportages nauwgezet gevolgd worden.

 


5.         meningen van burgers en projectindieners

 

 

5.1       Resultaten Stadspanel

 

In de Stadspanel meting (mei 2000) zijn enkele vragen over de EZH-campagne opgenomen (zie bijlage Ia ‘Vragenlijst Stadspanel’). Voor de schriftelijke enquête onder de burgers zijn in totaal 2021 vragenlijsten verstuurd. Hiervan zijn er 1054 terugontvangen.

Een aantal stellingen die ook aan de projectindieners zijn voorgelegd zijn ook door burgers beantwoord. De resultaten hiervan staan weergegeven in figuur 1.

Figuur 1


 

Uit figuur 1 blijkt dat ook het merendeel van de burgers van mening is dat zij vaker geraadpleegd moeten worden bij belangrijke beslissingen. Wat er met de uitslag zou gaan gebeuren was voor ruim eenderde duidelijk, voor bijna eenderde was dit zeker niet het geval.

Bijna de helft van de burgers is van mening dat er teveel projecten op de lijst stonden waar maar een kleine groep burgers baat bij heeft. Over de mate waarin bij de uiteindelijke verdeling van het geld rekening is gehouden met de wensen van de burgers is men over het algemeen wel tevreden.

Figuur 2


De media waarin de burgers iets over de EZH-campagne hebben vernomen staan in figuur 2


 

Uit figuur 2 blijkt dat in de Delftse Post door meer burgers iets over de EZH-campagne is gelezen dan in de andere media. Aandacht op de landelijke televisie is door bijna 20% opgemerkt.

 

Aan de burgers is gevraagd of men zijn of haar kaart heeft ingestuurd. Aan degenen die aangeven de kaart niet te hebben in gestuurd is gevraagd naar de reden. De resultaten hiervan staan weergegeven in figuur 3.

Figuur 3


Uit figuur 3 blijkt dat bijna de helft van degenen die de kaart niet hebben ingestuurd zegt dit vergeten te zijn. De andere redenen worden door slechts ongeveer 10% genoemd (per reden).

 

 

 

 

5.2       Resultaten schriftelijke enquête projectindieners

 

Figuur 4


Aan alle projectindieners is een schriftelijke vragenlijst toegestuurd. In totaal zijn er 77 vragenlijsten ingevuld en teruggestuurd. Aan de projectindieners is gevraagd een oordeel te geven over een aantal aspecten van het EZH-traject (zie bijlage Ib. ‘Vragenlijst evaluatie EZH-campagne projectindieners’). Hierbij kon men voor elk aspect aangeven of men dit goed, voldoende, onvoldoende of slecht vond. In figuur 4 staan de resultaten van deze vragen.

 

Uit figuur 4 blijkt dat het merendeel van de projectindieners over ‘de bekendmaking van de mogelijkheid tot het indienen van voorstellen’ tevreden (score goed en voldoende) is. Dit geldt ook voor de duidelijkheid van de projectenlijst, de mate waarin de mening van de burgers is meegewogen in het besluit en de tijd die men had voor het indienen van de voorstellen.

Over de volledigheid van de informatie in de brochure is men minder te spreken, evenals de informatie in de Stadskrant over hun project. De informatie vooraf over de eisen waaraan de voorstellen moesten voldoen wordt door ruim eenderde onvoldoende tot slecht gevonden. De informatie over de consequenties die het uiteindelijke besluit van de raad heeft voor hun project wordt door ruim de helft als onvoldoende (tot slecht) gevonden.

 

Aan de projectindieners is tevens een aantal stellingen voorgelegd. Hierbij kon men steeds aangeven in welke mate men het met de stelling eens is. De stellingen gingen zowel over de interactief beleid c.q. burgerraadpleging in het algemeen als de EZH-campagne in het bijzonder. Figuur 5 geeft de resultaten van deze stellingen.

Figuur 5


 

Uit figuur 5 blijkt dat de projectindieners van mening zijn dat het gemeentebestuur vaker voor belangrijke beslissingen haar burgers zou moeten raadplegen.

Over de stelling ‘door de EZH-campagne is er meer aandacht ontstaan bij de burgers voor ons probleem/project’ zijn de meningen van de projectindieners verdeeld. Bijna de helft is het hiermee eens terwijl ruim een kwart het hier niet mee eens is. Met de stelling ‘aan het begin van de EZH-campagne was het geheel duidelijk wat er met de uitslag ging gebeuren’ is ruim 70% van de indieners het niet eens. Daar staat tegenover dat bijna de helft wel vindt dat er bij de uiteindelijke verdeling van de EZH gelden voldoende rekening is gehouden met de wensen van de burgers (bijna een kwart vindt van niet).

 

Aan de projectindieners is tevens gevraagd welke media aandacht hebben besteed aan hun project. Figuur 6 geeft hiervan de resultaten.

 

Figuur 6


Uit figuur 6 blijkt dat de gedrukte lokale media de meeste aandacht hebben besteed aan de projecten. De Stadskrant aan zelfs bijna de helft van de projecten. Aan iets meer dan 10% van de projecten is door de landelijke televisie aandacht besteed.

 

De informatiekanalen die door de projectindieners zelf (actief) zijn gebruikt staan in figuur 7.

 

Figuur 7

 

Uit figuur 7 blijkt dat meer dan de helft van de projectindieners zelf rechtstreeks contact met de burgers hebben gezocht. Ruim een derde heeft contact gezocht met gemeentelijke politici en bijna een derde met gemeentelijke ambtenaren.
6.         Meningen van raadsleden, portefeuillehouders en fracties

 

 

6.1       Resultaten enquête onder (plv.) raadsleden

 

6.1.1     Het ‘cijfermateriaal’ van de enquête

Aan alle raadsleden is een schriftelijke vragenlijst (zie bijlage Ic.) gestuurd met daarin een aantal onderwerpen. In totaal zijn 19 vragenlijsten ingevuld teruggestuurd.

Als eerste is gevraagd een oordeel te geven over een aantal aspecten van het traject van de EZH campagne. De resultaten hiervan staan in figuur 8.

Figuur 8


 

 

Uit figuur 8 blijkt dat de raadsleden het meest positief zijn over het idee als zodanig. Over het algemeen is de raad over alle aspecten van het traject positief. Het minst positief is men over de mogelijkheid die zij als raad hadden om invloed uit te oefenen op het basisidee. Ook was niet iedereen helemaal tevreden over de informatie over de projecten in de brochure.

 

Aan de raad is gevraagd wat men vindt van de ‘opbrengsten’ van de EZH campagne. Hierbij is onderscheid gemaakt in de financiële waarde die deze opbrengsten vertegenwoordigen en in welke volgorde men deze opbrengsten van belang vindt. In figuur 9 staat weergegeven wat men - gelet op het feit dat de EZH-campagne ca. ƒ 4 ton gekost heeft - gemiddeld de opbrengsten waard vindt.

 

Figuur 9


Uit figuur 9 blijkt dat het feit dat iedereen een kaart in kon sturen het meeste waard is geweest. De positieve landelijke publiciteit vindt men duidelijk van minder waarde.

 

Figuur 10


 

Indien we kijken naar de volgorde waarin men de opbrengsten van belang vindt, blijkt wederom de landelijke publiciteit van ondergeschikt belang.

Over de ƒ 115 miljoen gulden rechtstreeks op democratische wijze verdelen zijn de meningen sterk verdeeld. Voor velen is dit de belangrijkste opbrengst terwijl tevens voor velen dit het minst belangrijk is.

 

De EZH-campagne was in feite een vorm van interactief beleidmaken. Om enig idee te krijgen welke randvoorwaarden van belang zijn voor eventueel toekomstige inzet van interactief beleid is daar een aantal vragen over gesteld.

Figuur 11


Uit figuur 11 blijkt dat de meeste genoemde  randvoorwaarden belangrijk zijn. Relatief onbelangrijk is ‘voldoende zicht op meerwaarde van interactief beleidsproces’.

Voldoende tijd en geld worden door bijna iedereen belangrijk gevonden.

 

De mate waarin aan de randvoorwaarden is voldaan in het EZH-traject staat weergegeven in figuur 12.

Uit figuur 12 blijkt dat de raadsleden vinden dat er wel voldoende geld en tijd was. Het toetsingskader voor het bestuur daarentegen was vooraf niet voldoende duidelijk.

 

Figuur 12



 

6.1.2     Toelichting op door raadsleden aangegeven kritiekpunten

Als aanvulling op de beoordeling van de raadsleden van de EZH-campagne (zie figuur 8 met de daarbij behorende toelichting) is door een aantal raadsleden gebruik gemaakt van de mogelijkheid om aan te geven op welke aspecten van de EZH-campagne zij nog wel enige kritiek hebben. In bijlage V “Bloemlezing ervaren kritiekpunten” wordt daar een totaaloverzicht van gegeven.

De rode draad in deze kritiek is:

a)    het basisidee voor deze burgerparticipatie via de EZH-campagne stond vast, mogelijk had bij het begin al scherper bediscussieerd moeten worden hoe met de uitslag van de EZH-campagne omgegaan zou moeten worden;

b)    de bestuurlijke uitgangspunten hadden scherper kunnen zijn, het samenvoegen van projecten tot één cluster had soms ook beter gekund;

c)    de informatievoorziening via de brochure (en eventuele achtergrond informatie) was summier van opzet;

d)    aanpassingen op het bestedingsvoorstel van het college bleken niet of nauwelijks mogelijk;

e)    voor het vervolgtraject is er nog veel werk aan de winkel om duidelijkheid te geven aan projectindieners (en de raad) wat nu precies uitgevoerd gaat worden.

 

 

6.1.3     Suggesties voor het vervolgtraject

Verscheidene raadsleden hebben ook suggesties gedaan voor het vervolgtraject:

a.   blijf aandacht besteden aan het managen van de verwachtingen van de projectindieners. Iedere participant dient een helder beeld te hebben ten aanzien van het project en de verder uitvoering daarvan. Maak daarbij ook duidelijk welke randvoorwaarden daarvoor gelden en onderbouw keuzes in relatie tot het wel of niet voldoen aan de randvoorwaarden;

b.   monitor de resultaten van de besteding van de EZH-gelden.
Gemaakte opmerkingen in dit verband zijn:

·       in de loop van de tijd zal publiekelijk gemaakt moeten worden wat er uiteindelijk met het EZH-geld gedaan wordt. Dit kan onder meer via de Stadskrant, ook voor wat betreft de geldverdeling binnen een cluster van projecten;

·       na 1, 2 of 3 jaar nagaan of de toebedeelde gelden echt zijn uitgegeven voor de beoogde doeleinden en wat hiervan is terecht gekomen. Als het resultaat voor bepaalde posten erg tegenvalt, moet een herallocatie worden overwogen;

·       na een jaar of twee hoeven de projecten niet meer apart gevolgd te worden. Er is wel behoefte in de eerste jaren aan een regelmatige rapportage over de besteding van het geld, in elk geval als aparte rubriek in de jaarrekening; wellicht vaker. Dit ook om de controle van de raad in de toekomst te kunnen waarborgen;

·       transparantie moet voorop staan. Als er gelden niet effectief en vervolgens efficiënt kunnen worden besteed, dan moet op het voorgenomen project teruggekomen kunnen worden.

c. betrek de raad bij de nadere besteding:

·       van belang is een goede bestuurlijke/ maatschappelijke afweging, niet alles kan worden gehonoreerd;

·       er zal een duidelijke verdeelsleutel vooraf voorgesteld moeten worden aan de betreffende raadscommissie;

·       ook de mogelijkheden van realisatie op een later moment van de nu niet gehonoreerde projecten zouden in de gaten gehouden moeten worden.

d. Experimenteer vaker met vormen van interactief beleidmaken.
 
Werk dan wel de randvoorwaarden voor interactieve beleidsvorming verder uit. Er moeten duidelijke bestuurlijke afspraken vooraf gesteld worden met betrekking tot deze randvoorwaarden, en de invloed van burgerraadpleging op het resultaat.


 

6.2       Resultaten interviews met portefeuillehouders

 

Burgerparticipatie en de rol van het gemeentebestuur

·       De totale aanpak is geslaagd te noemen:

a)    er is sprake geweest van een sterke betrokkenheid en deelname van burgers en organisaties. Er zijn veel projecten ingediend en veel antwoordkaarten geretourneerd. Het ging duidelijk ergens over, de mensen wilden er voor gaan en hebben daarvoor de kans gekregen.
Het bijzondere van dit proces was de brede raadpleging van de samenleving, dit kreeg ook een vliegwieleffect, eigen campagnes van burgers en organisaties, en veel free publicity. Dit schept verwachtingen en verplichtingen voor het vervolg; via o.m. de stadskrant moet het verdere verloop van de projecten geregeld (bijv. eens per half jaar) terugkomen.
De EZH-campagne heeft een positieve impact gehad hoe de burgers naar de stad kijken. Het heeft zeker waarde om dit soort peilingen (of onderdelen van de totale methodiek) te blijven doen.

b)    er was een goede vereniging van deze aanpak met de rol van de raad. Dit proces vergde in de verschillen de fasen een bestuurlijke toets (voor het opstellen van de regels en het uitdenken van het proces, het toetsen van wensen op realiteitsgehalte, selectie op m.n. technische gronden, de meningspeiling en de uiteindelijke politiek- bestuurlijke afweging). Het is voor het gemeentebestuur een sprong in het diepe geweest. Elke fase was nuttig en zonder overbodige stappen. Uiteindelijk heeft dit soort ontwikkelingen grote gevolgen voor de profilering/positie van raadsleden, de tijd zal dat leren.

·       Deze campagne is bijzonder geweest, en moet ook niet elk jaar herhaald worden. In een iets andere schaal/vorm is dit mogelijk wel verder te gebruiken voor bijv. wijkgericht werken. Het is ook belangrijk om de resultaten zichtbaar te houden. Er is nu ook zoveel losgemaakt dat bij wijze van spreken een voorraadagenda is ontstaan. Bij extra sommen gelds zou op en in de geest van deze uitslag kunnen worden voortgeborduurd. Voor toepassing van een dergelijk middel moet dan goed gekeken worden naar de soort gelegenheid en het moment.

·       Er is van te voren goed nagedacht over welke manier de samenleving bij de bestemming van EZH-gelden betrokken kon worden. Er was een helder plan. De door de raad gewenste aanscherping van de communicatie is ten goede gekomen van de zorgvuldigheid. De weerslag op papier in de vervolgfasen had soms scherper kunnen zijn. Daar is ook deels de discussie met de raad op gestuit.

·       Ook de gevolgde werkwijze met de pendel in de vorm van de bijeenkomsten, het zelf indienen van projecten en de meningspeiling dragen bij aan een klimaat van overleg met burgers en organisaties. De gehouden bijeenkomsten waren constructief, in de hele periode zijn er weinig tot geen wanklanken geweest. De mediabelangstelling was overweldigend.

·       Er is door het gemeentebestuur veel geluisterd, men is veel aangesproken. De EZH-campagne is een succes voor de hele politiek, dit is niet aan 1 partij of aan het college verbonden. Dit straalt op alle partijen af.
Zo’n campagne kan ook alleen maar slagen als raadsleden gemotiveerd zijn. Te constateren is dat laatste ronde in de raad eigenlijk een hoog ritueel gehalte had, kennelijk waren het reële voorstellen (er was ook geen “verzet” uit de stad vanuit  vermeende onrechtvaardigheid). In de uiteindelijke verdeling van de gelden was het onafwendbaar dat de meningspeiling zo goed mogelijk gevolgd zou worden; met beperkte politieke/bestuurlijke accenten. Geen uitzonderingen toepassen was volgens enkele collegeleden nog sterker geweest (zie Internetproject). De meningspeiling moest bepalend zijn.
Voor de raad was het een heel intensief proces, de EZH stond hoog op de agenda. Ondanks deze intensiteit is het nooit echt kritisch geworden, het is ook een feest geweest.

 

Bestuurlijke uitgangspunten

·       Het was goed deze bestuurlijke uitgangspunten vast te stellen, maar in het vervolg van het proces niet al te eng te interpreteren.

·       De bestuurlijke uitgangspunten waren niet helder, niet richtinggevend, en stuurden niet op vitale onderdelen. De politiek inhoudelijke uitgangspunten waren een extra sturingsmechanisme, dat in wezen niet nodig was. Achteraf gezien had meer gedaan kunnen worden met de technische uitgangspunten, en de criteria om de projecten te beoordelen. Vooral om te bevorderen dat er een scherpere selectie had kunnen plaatsvinden.

 

Methodiek clustering van en toedeling gelden

·       Toepassing selectiecriteria, het selecteren en het verwerken was redelijk complex; op onderdelen zijn daar onnauwkeurigheden in geslopen. Het clusteren was enerzijds nodig, maar daarbij had echter wel scherper omschreven moeten worden wat dat inhoudt, m.n. om geen verkeerde verwachtingen te scheppen.

·       Dè beste manier om de beschikbare gelden toe te delen is niet aan te geven. De uitslag was een sterk ongewisse factor, bovendien waren alle projecten wel heel verschillende van aard. Andere scenario’s waren geweest projecten in volgorde van de ranglijst te honoreren, of juist over alle 39 projecten het beschikbare geld naar rato van het aantal stemmen te verdelen, bijv. de eerste 10 projecten zoveel mogelijk overnemen, en het restbedrag op basis van politieke prioriteiten.

·       Het geld is nu over een groot aantal projecten verdeeld. Dit geeft het risico dat voor een aantal projecten de besteding van het geld onzichtbaar wordt; beperking in het aantal projecten had betere kansen gegeven om in de samenleving symbolen “neer te zetten” voor deze bijzondere situatie.

·       Vele projecten moeten nog afgepeld worden naar wijkniveau. De gevolgde aanpak zal van betekenis zijn voor de verdere aanpak van de wijken.
Een directe benadering van de mensen zoals bij de EZH-campagne is essentieel, mensen moeten opgezocht worden. Daarnaast kunnen onderdelen van de methodiek (zoals het stickeren of aankruisen op antwoordkaarten) mogelijk gebruikt worden om de burger een rol te laten vervullen bij de “zeggenschap” over de wijk. Overigens is het jammer dat er nu geen statistische informatie geordend naar leeftijd beschikbaar is, dit had aanvullende beleidsinformatie kunnen geven.

 

Cruciale momenten en waarborgen voor het proces

·       Vooral de momenten van bestuurlijke besluitvorming waren cruciaal voor het proces; m.n. bij:

°       het vaststellen van de spelregels

°       het bepalen van de inzet voor de meningspeiling (de projectenlijst)

°       de definitieve vaststelling van toe te kennen budgetten.

Al stond de voorbereiding van deze besluitvormingsmomenten telkens onder grote tijdsdruk, telkens verliep dit toch vrij soepel.
In proceszin is de raad volledig aan zijn trekken gekomen. Ten opzichte van de in eerste instantie door het college voorgestelde werkwijze heeft de raad meer verantwoordelijkheid genomen. De raad had relatief veel bemoeienis met het proces. Een leerpunt is een helderder afbakening van de te onderscheiden rollen voorafgaand aan een dergelijk proces.

·       Waarborgen in het proces zijn ondermeer geweest

°       de startlijst van projecten van het college en in het verlengde daarvan de “coalitie-eenheid” (het effect daarvan was overigens wel dat het college zich zelf beperkingen oplegde - max. ƒ 115 mln - terwijl later de raad en de burgers de volle vrijheid voor aanvullende voorstellen kreeg);

°       de gebleken betrouwbaarheid van de PTT-bezorging (in navolging van de suggestie van de raad om op naam/adres te laten bezorgen).

°       Er waren nog wel denkbare worst-case scenario’s geweest; een project als deze EZH-campagne vergt een voortdurend bewustzijn voor mogelijke risico’s en waarborgen/vangnetten om hier adequaat op in te kunnen spelen. De regiegroep heeft daar een belangrijke rol in vervuld.

 

Het vervolg van de EZH-projecten

·       Voor het vervolg is de spanning van de campagne er nu af, een logisch vervolg is nu dat de lijnorganisatie de draad oppakt, maar niets gaat vanzelf. Er is nog veel inzet voor nodig om de projecten waar te maken en de motivatie vast te houden.

·       Het is de moeite waarde om het verhaal van de Delftse EZH-campagne te gebruiken voor beschikbaarstelling aan andere gemeenten, eventueel voor opleidingsleergangen en voor publikatie in vakbladen.

 

Leerpunten

a)    Meer helderheid vooraf aangaande de (toepassing van) bestuurlijke uitgangspunten.

b)    Een beter bereik van allochtonen is wenselijk. Nu zijn m.n. de professionele organisaties aangesproken. Via de zelforganisaties zou de allochtone achterban wellicht beter tot zijn recht gekomen zijn.

c)    De betrokkenheid van de interne organisatie had groter kunnen zijn, bij de overgang naar de slotfase (het uitwerken en waarmaken van den projecten) blijkt dat de interne organisatie informatie-achterstand heeft voor de verdere uitwerking van de projecten en het doen van bestedingsvoorstellen.

d)    Het proces van selectie van projecten (en toekennen van bedragen) eerst door het college en later de selectie en clustering van projecten nadat de aanvullende voorstellen waren ingediend is op onderdelen over de verschillende portefeuilles bezien niet geheel evenwichtig gegaan. De volledige bedragen nemen en dan later via het verdeelvoorstel een bepaald percentage toegewezen krijgen was achteraf gezien beter geweest.

 

 

6.3       Resultaten interviews met enkele fractievertegenwoordigers

 

Burgerparticipatie

·       De EZH-campagne is een succes geweest. Heeft sterk geleefd onder de Delftse bevolking. Een dergelijke campagne kan ook een volgende keer (bijv. in het kader van de wijkaanpak) weer een goede aanpak zijn, mits wel voldaan wordt aan een aantal condities (uitgangspunten, rollen etc.).
Een toekomstige ‘campagne’ hangt wel af van de dan bestaande financiële en politieke situatie. De betrokkenheid was groot. De raad moet dan voor een belangrijk deel ook ‘los’ durven te laten waar het geld uiteindelijk naar toe gaat. De betrokkenheid, medezeggenschap van de burger is dan belangrijker dan regisseren waar het geld naar toe gaat.
Het is overigens de moeite waard om te onderzoeken in hoeverre de gevolgde methodiek om de burgers te consulteren ook op onderdelen weer toepasbaar is bijv. in de wijkaanpak.

·       De EZH-campagne kan als voorbeeld dienen. Als voorbeeld hoe inzicht verkregen wordt in hoe de burger denkt over de besteding van zoiets onvoorziens en met zulke grote bedragen. Het is belangrijk om de politiek dichterbij de burger te krijgen; dit vergt goed overleg, opinie vragen en besluiten nemen. Dat kan binnen het huidige systeem, ongeacht de precieze invulling monoisme/ dualisme.
Deze campagne past goed in het beeld van bestuurlijke vernieuwing. Het is belangrijk om met de bevolking in gesprek te blijven. Bijvoorbeeld door geregeld te peilen hoe de verdere uitwerking gaat. Ook de raadsleden zouden bij hun wijkbezoeken daar naar moeten vragen. Eventueel ook via commissie extern kunnen burgers en organisaties uitgenodigd worden om de verdere uitwerking goed te kunnen blijven volgen.

·       De opkomst was hoog, ook al zal de post niet overal goed ontvangen zijn en zal niet iedereen goed begrepen hebben hoe dat nu precies werkte met 10 kruisjes of minder. De gevolgde werkwijze heeft ongetwijfeld ook tot veel gezinsdiscussies geleid.
In de gebruikte ‘kopjes’ op de projectenlijst had bij sommige projecten duidelijker de projectinhoud aangegeven kunnen worden. Het is immers de eerste blikvanger van een project (bijv. versterking Delft Kennisstad zal relatief weinig mensen wat zeggen). De voorstellen van de burgers/ organisaties waren serieus; de meningspeiling gaf de richting aan activiteiten die dichtbij de burger staan.
De raad heeft de uitkomst van de meningspeiling serieus genomen. De bevolking had hier ook recht op, het geld is door de burger zelf opgebracht, en zou nu weer ten goede moeten komen van de gemeenschap.
Het benaderen van de bevolking voor Delftenaren vanaf 12 jaar en ouder is een goede keus geweest.

 

De rol van het gemeentebestuur

·       De raad c.q. raadsfracties moeten ook duidelijk aangeven waar men grenzen trekt, welke onderwerpen/ projecten niet bespreekbaar zijn, en wat de prioriteiten/ postprioriteiten zijn. Dit had mogelijk m.n. in de bijeenkomst van januari 2000 over het geheel genomen sterker gekund. De gevoerde campagne zal voor de Delftse bevolking iets zijn van het totale gemeentebestuur en niet alleen iets van het college (resp. de collegepartijen).

·       De rol van de raad was op zich helder. Het was natuurlijk voor het eerst dat een project met een dergelijke omvang is uitgevoerd; dat heeft wel wat onvolkomenheden gegeven, maar dat zijn dan weer leerpunten. Er is sprake geweest van een zoekproces. Ook in de relatie college/ raad. Aanvankelijk hectisch, met B&W in de doen-stand, terwijl de raad daar meer aarzelend tegenover stond. Het idee was wel goed, maar de uitwerking van het proces nog niet. De te volgen methodiek is toen ook in een kort tijdsbestek uitgewerkt. Daarna begon de trein toch te rijden; en was het ook goed mogelijk om te anticiperen op de besluitvorming. Voor de projectenlijst was het wel een dilemma om als collegepartij nu wel of niet eigen projecten in te dienen. De aanvankelijke scepsis bij de pers draaide ook om.
De raad staat op enige achterstand ten opzichte van het college en de organisatie, de besluitvorming in de afzonderlijke fases stond onder hoge tijdsdruk, de raad moet dan kunnen vertrouwen op een consequent toepassing van de uitgangspunten. Meer tijd krijgen om alles goed te kunnen beoordelen is ook geen oplossing. Het is voor de raad ook niet goed doenlijk om voor elk project te bekijken of de criteria goed zijn toegepast.
De campagne als geheel wordt wel als resultaat van de gehele gemeenteraad gezien, al zouden enkele partijen op onderdelen graag een andere uitkomst gehad willen hebben. De raad had meer vrijheid moeten nemen in keuzes voor projecten; daar had ook wel meer politieke discussie over kunnen plaatsvinden.

·       Te constateren is dat de coalitie elkaar heeft vastgehouden, en dat de oppositie niet een vuist heeft gemaakt. Gelet op de politieke verhoudingen niet onlogisch. Bovendien waren het ook collegevoorstellen waar de oppositie het niet zo zeer grondig mee oneens kon zijn. Er wordt gesproken vanuit de luxe positie dat er veel geld beschikbaar is.


 

Interactieve beleidsvorming

·       Kan bij deze campagne met tevredenheid op teruggeblikt worden. De meeste partijen geven aan dat dit ook een volgende keer weer gedaan zou kunnen worden. Er moet dan weer goed gekeken worden naar welke bestuurstijl (participatief, consulterend, ...) toegepast gaat worden. De gevolgde aanpak geeft ook lessen voor de reguliere besluitvorming, deze lijn kan verder doorgetrokken worden. Er ontstaat dan een soort gereedschapskist met werkvormen als workshops, enquêtes etc. die vrij toepasbaar zijn (bijv. in de wijkaanpak, het duurzaamheidsplan etc.).

·       Twee nuances daarbij nog van CDA en Stadsbelangen:

1.   De campagne als geheel was een groot succes. De publiciteit was enorm. Toch zou Stadsbelangen een dergelijke actie niet meer doen. Nu is de inzet van EZH-geld in wezen dekking voor het collegeprogramma; de methode die gevolgd is maakte op voorhand redelijk zeker waarop gestemd ging worden.

2.   Het CDA kijkt genuanceerd naar het gekozen model voor de burgerparticipatie. Alles is behoorlijk goed verlopen, met een grote betrokkenheid van de burgers. Op zich is dat wel voor herhaling vatbaar. Maar een dergelijke werkwijze betekent toch enige inperking van de bevoegdheden van de raad. Dat zou het beeld kunnen geven dat de raad het “probleem” niet kan hanteren en vrij spel geeft aan de burgers. Overigens is de methodiek zeer wel bruikbaar om over projecten meningen te peilen; maar de raad zou dan wel meer eigen accenten moeten kunnen zetten.

 

Bestuurlijke uitgangspunten

·       Bij zoveel geld hoort een bijzonder proces. Dat is deze campagne ook geweest. Wel moet dan van te voren duidelijker zijn:

°       wat de randvoorwaarden/spelregels zijn

°       wat de betekenis is van de bestuurlijke uitgangspunten (de technische uitgangspunten lagen er opeens en waren aan het begin niet zo afgesproken)

°       hoe met de uitslag omgegaan wordt.

·       Het was niet altijd helder of het nu ging om extra zaken of oude bezuinigingen terugdraaien of  intensivering bestaand beleid.

·       Eigen accenten zetten door de raad had eigenlijk al in het begin van het proces (meer) moeten gebeuren. De kaders en de criteria voor de geldverdeling hadden helderder kunnen zijn. De stellingname dat een project 200% kan krijgen had van tevoren helder moeten zijn. Nu gaven de uitzonderingen op het verdeelmodel extra discussie, dit had dan voorkomen kunnen worden.
Ook bij de samenstelling van de projectenlijst hadden de criteria helderder en ook scherper kunnen zijn. Criteria als wel/niet in strijd met bestaand beleid zijn niet altijd duidelijk c.q. consequent toegepast. Eigenlijk had in deze fase (eind januari) de beoordeling van de raad ook een slag dieper moeten gaan. De inhoudelijke bestuurlijke uitgangspunten en de inhoudelijke discussie hadden scherper gekund. Dan waren de prioriteiten er ook beter uitgekomen en was de projectenlijst naar verwachting korter geweest.

·       Gaandeweg de rit zijn de spelregels aangepast. Was eerst sprake van een opiniepeiling, steeds meer werd gesproken van een echte stemming/verkiezing, en het college gaf ook aan dat het resultaat van de meningspeiling voor het gemeentebestuur niet vrijblijvend kon zijn. De verwachtingen van de burgers waren daardoor hoog.

·       De toepassing van de bestuurlijke uitgangspunten was in de praktijk onhelder, met name het uiteindelijk laten vallen van het Internetproject verdiende geen schoonheidsprijs. De argumenten die in januari gebruikt waren voor de splitsing van het project ‘stimulering van gebruik computer en Internet’ in twee afzonderlijke projecten hadden beter via een amendement om dit onderdeel te laten vallen in stemming gebracht kunnen worden.

Methodiek clustering projecten en toedeling gelden

·       Voor de politiek was de haalbaarheid van de afzonderlijke projecten moeilijk te beoordelen. De clustering in projecten was voor de meeste partijen noodzakelijk en op zich acceptabel. Bij de nadere uitwerking wordt de uitvoerbaarheid van de per project onderliggende voorstellen wel weer lastig, zeker als het project niet volledig gehonoreerd is.

·       Het was wellicht beter geweest om van te voren al eens te discussiëren over mogelijke scenario’s hoe met de uitslagen omgegaan zou kunnen worden. Dan had er van te voren ook al meer helderheid kunnen zijn over het wel/niet zeker honoreren van een aantal projecten.

·       Verdeling van het geld over 29 projecten wordt door enkele partijen als een versnipperd resultaat gezien, ook al zal geen sprake zijn van “weggegooid geld”. Het politiek bestuur moet hier duidelijker keuzes in maken.

·       Twee accenten daarbij van D’66 en VVD:

°       D’66: Het is niet doenlijk om van te voren precies af te spreken hoe de toedeling van het geld plaatsvindt. Dat was ook sterk verbonden aan de uitslag en het patroon (gelijkmatig dan wel met sprongen) daarin. Daar moet geen wiskundig model op losgelaten worden. Uiteindelijk heeft de raad het laatste woord. Wat wel zou kunnen is van te voren een aantal noties mee te geven, bijvoorbeeld

-      niet versplinteren

-      de eerste 5 projecten worden sowieso gehonoreerd

-      e.a.

En dat in combinatie met eventuele voorbehouden bij de projectenlijst (prioriteiten, wel/ niet bespreekbare onderwerpen).

°       VVD: De gemeenteraad had wel strategischer met het verdeelvraagstuk om kunnen gaan; en meer de eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Er is nu te weinig gekeken naar het gewenste en lange termijn effect voor de Delftse samenleving. In de uiteindelijke toedeling van het geld was het best mogelijk geweest om meer af te wijken van de meningspeiling. Het college had zelf wel enkele accenten gelegd, maar het 1e amendement van de VVD had toch tot minder versnippering geleid. Overall kritiek op de toedeling: de verdubbeling van het bedrag voor investeren in de wijken is niet goed verdedigbaar, het is ook slecht dat het internetproject is geschrapt. Dat had dan in januari al gemoeten. De gebruikte argumentatie nu ook toepassen op andere projecten had ook consequenties gehad.

 

Het vervolg van de EZH-projecten

·       Het is belangrijk om tempo in de verdere uitwerking te houden, maar dan wel met de nodige zorgvuldigheid richting projectindieners. Dingen die snel kunnen ook snel doen.

·       De verder uitvoering gaat nu via de lijnorganisatie. De betrokkenheid van de bevolking verschilt per project. Er moet op gelet worden dat gemarkeerd wordt als iets afgerond is, met terugkoppeling naar de stad (o.m. via Stadskrant).

 

Leerpunten

a)    Het is belangrijk om van te voren al de rollen te onderscheiden (raad, college, ambtenaren, burgers), met heldere afspraken, en een beschrijving van de procesgang.

b)    Uitgangspunten/randvoorwaarden met betrekking tot de verdeling van het geld moeten van te voren (met enige ruimte voor voortschrijdend inzicht) duidelijk zijn.

 


7.         De bevindingen van de projectorganisatie

-           op basis van een brainstorm projectleiding Delft met het communicatieadviesbureau Van Sluis Consultants

 

 

Kwaliteit en resultaat van het totale product

De respons was goed, de burgerparticipatie is geslaagd. Het aantal klachten van burgers en organisaties is minimaal geweest. Uiteindelijk is nog ca. 2/3 van het totaal van de afzonderlijke voorstellen (soms deels) gehonoreerd.

 

Het proces

-      De houding van het gemeentebestuur was naar de samenleving toe duidelijk. In het begin wel wat scepsis van de gemeenteraad, maar dat is gaandeweg het proces bijgedraaid. Via de burgemeester en de eerst verantwoordelijke wethouder werd steeds duidelijker neergezet dat de meningspeiling zeer serieus genomen zou worden. Steeds vaker werd ook gesproken over stemmen. Al heeft het gemeentebestuur voortdurend een slag om de arm genomen voor de eigen verantwoordelijkheid, en is wat dat betreft tot aan midden maart 2000 onduidelijk geweest hoe de besluitvorming uit zou vallen, de uitslag is wel geaccepteerd.

-      De totale campagne was sober, maar doelmatig en voldoende creatief. De wijze waarop het geheel is uitgevoerd was uitnodigend voor de burgers en organisaties. Er was voldoende ruimte voor eigen ideeën. Veel indieners werden ook ambassadeurs voor de campagne.

-      Er is goed gebruik gemaakt van de media, tijdige verstrekking van informatie via Stadskrant, internet en brieven. De combinatie brochure (soms te beknopt), en de Stadskrant met uitgebreidere toelichtingen werkte goed. In het begin was ook de houding van de media kritisch/ sceptisch, dit is omgeslagen naar een uiterst positieve berichtgeving. De mediamix landelijk/ regionaal/ lokaal, tv./ radio/ schrijvende pers was indrukwekkend.

-      Er was sprake van korte lijnen vanuit de project-uitvoeringsorganisatie naar de Regiegroep met nodige flexibiliteit in de aanpak.

-      Ingebouwde vangnetten/ zekerheden waren belangrijk, zoals de pretest op de brochure, de beperking van het aantal projecten, het coalitieoverleg t.b.v. draagvlak in de raad, de second-opinion van het communicatie-adviesbureau Awareness voor het campagneplan en de afstemming vooraf met een aantal raadsleden voor wat betreft het campagneplan.

-      Een aandachtspunt is de rol van de portefeuillehouder, bij dit soort grote campagnes gaat het in wezen om alle portefeuilles, er moet dan ook op gelet worden dat het succes “gedeeld” wordt.

 

De uitvoeringsorganisatie

Er was een strakke planning toegepast. De regiegroep1) startte snel. Intern lag het zwaartepunt bij Delft, ook voor wat betreft de te maken inhoudelijke keuzes. Extern lag het zwaartepunt bij Van Sluis voor de uitvoering van de campagne. Ook anderen als Klats/ Fabrique hadden hier een rol in.

*      In de onderlinge afspraken met de ‘onderaannemers’ was het verwarrend dat er verschillende contactpersonen waren. Ook door ziekte bij Van Sluis. Van Sluis had, zeker in de beginperiode beter overleg met Delft moeten hebben (meer op de werkvloer van Delft), met een intern strakkere projectleiding. Voor Van Sluis was onze interne kant te weinig zichtbaar, geen betrokkenheid bij de regiegroep.. Planning en afspraken moesten soms wachten op bestuurlijke beslissingen. Van Sluis had daarop misschien ook vaker ‘nee’ moeten zeggen. Zeker bij die onderwerpen, waar tijdrovende discussies mee gemoeid waren (bijv. wel/ geen stickers op de antwoordkaarten). In principe waren Fabrique en Klats onderaannemers van Van Sluis. De samenwerking met Klats ging goed (pragmatisch); met Fabrique is de samenwerking stroef verlopen.

*      De hele opzet was sober, het besteedbare bedrag voor de communicatie heeft een flinke rol gespeeld in de totale opzet van de campagne.

*      De PTT-postbezorging verliep goed.

*      Naar het oordeel van de Delftse projectleiding was Van Sluis zeker

-      actie-/ resultaatgericht;

-      gaf goed invulling aan de opzet om de campagne sober en doelmatig te houden; de Delftse maat;

-      al was het soms hectisch, Van Sluis ving dat goed op;

-      het was ook in de samenwerking met Delft een goed team, de klus moest geklaard worden.

*      Leerpunten voor het communicatie-adviesbureau Van Sluis zijn geweest:

-      klein vrij te spelen team;

-      meer aanwezig in de interne kant van Delft;

-      strikter in de aanpak.

 

Leerpunten

a)    In de toekomst zou bij dit soort van projecten nog helderder gemaakt kunnen worden wie welke rollen heeft (‘bevelslijn‘, ‘communicatielijn’) bij wijze van spreken volgens de rollen2) bij het maken van een film: producent - regisseur - scenarioschrijver - spelers - publiek. Ook afspraken in een situatie van hoofd- c.q. onderaannemers moten explicieter gemaakt worden.

b)    Interactieve beleidsvorming kost per definitie tijd. Inhoudelijke beoordeling van ingediende projecten/ voorstellen konden slecht marginaal plaatsvinden; het besluitvormingsproces - qua voorbereiding - stond voortdurend onder hoge tijdsdruk. Maar ook de uitvoering was strak (en krap) gepland. Beheersing van het lokale logistiek proces is cruciaal.

c)    Aan het bereik van een aantal specifieke doelgroepen is op zich wel aandacht (brieven/ telefonisch) besteed, had mogelijk sterker dan aan de doelgroep ‘anderstaligen’ gekund.

d)    Vanuit de regiegroep zijn de verschillende acties voor de EZH-campagne aangestuurd, relatief onderbelicht was daarin het werkveld van O&S. Bij een directe betrokkenheid van O&S bij de regiegroep had meer gedaan kunnen worden op het vlak van (beleids-) informatieverzameling, analyse en vraagstellingen.

e)    De lijnorganisatie gedurende het verloop van een dergelijke campagne meer informeren en betrekken, waardoor er een betere wisselwerking tussen lijn- en projectorganisatie ontstaat, en de lijnorganisatie zich allengs ook beter kan voorbereiden op de fase waarin de afzonderlijke projecten door hen nader uitgewerkt en uitgevoerd moeten worden.


8.         Het Mediabereik gedurende de campagne

 

 

8.1       Communicatiestrategie

 

Vanaf het begin heeft het gemeentebestuur een duidelijke lijn gevolgd in het interactieve proces met de stad Delft. Het gemeentebestuur nodigde de Delftenaren uit om mee te denken, een advies te geven over de verdeling van de EZH-gelden en om suggesties aan te reiken. Het ging dus niet om een stemming, waarbij als vanzelfsprekend de meeste stemmen gelden, maar om een meningspeiling. Op basis van de ideeën en adviezen van de Delftse bevolking én op basis van het politieke debat is het uiteindelijk de gemeenteraad die afweegt welke projecten daadwerkelijk worden gehonoreerd. Dit uitgangspunt is bij voortduring naar de Delftse bevolking gecommuniceerd om te voorkomen dat er verkeerde verwachtingen werden gewekt.

 

Om de effectiviteit van de actie te vergroten, werd besloten de intermediaire organisaties zoveel mogelijk te stimuleren om mee te doen aan de campagne door:

1.    aan te sluiten bij het eigenbelang van deze organisaties

2.    expliciet te vragen om suggesties en ideeën

3.    de groepen een platform te geven met de bijeenkomsten voor het indienen van voorstellen

4.    duidelijk aan te geven dat zij ook zelf het heft in handen moesten nemen om geld voor projecten te vergaren door lobby en actie voeren.

 

Het proces vroeg om een omvangrijker communicatietraject dan gebruikelijk. Alle Delftenaren moesten immers kennis maken met de projecten en hierover mee kunnen denken. Er is hiervoor een uitgebreide, doch sobere, bij Delft passende, middelenmix van brieven, bijeenkomsten en blikvangers ingezet.

 

Middelen

·       Intermediaire organisaties/ netwerken in Delft

·       Internetsite

·       Informatiecentrum van de gemeente

·       Informatiebijeenkomsten

·       Stadskrant

·       Stadsbijeenkomsten en uitslagenbijeenkomst

·       Folder/brochure

·       Free publicity in de media

·       Publiciteit op straat : zoals publexborden, lichtbak stationsplein, posters in bushokjes en openbare ruimten, flyers en ballonnen uitgedeeld door studenten in de stad, steltlopers, tentoonstelling in het stadskantoor, de multimediamuur in de TU.

 

 

 

 


 

8.2       Doelgroepen

 

De actie richtte zich op alle Delftenaren. Dit betekent dat de procedure begrijpelijk en toegankelijk moet zijn voor zoveel mogelijk inwoners van de stad. Dit kan door onder meer:

·       helder taalgebruik, zonder omhaal van woorden

·       het gebruik van veel beelden om projecten te verduidelijken

 

Specifieke aandacht is besteed aan een aantal doelgroepen:

·       ouderen

De te kiezen communicatiemiddelen moeten ook voor hen toegankelijk zijn. Een heldere folder/brochure en een heldere bijlage van de Stadskrant maken de procedure inzichtelijk. Voor informatie kan men terecht in het informatiecentrum, dat goed bereikbaar is en ook overdag en op vrijdagavond is geopend.

De keuze voor een antwoordkaart, die per post kan worden verstuurd, verlaagt de drempel om te reageren.

Organisaties voor ouderen en centra voor ouderenhuisvesting krijgen het aanbod voor een mondelinge toelichting op de procedure en de projecten.

 

·       anderstaligen

Ook allochtonenverenigingen krijgen het aanbod voor een toelichting. De verenigingen kunnen vervolgens de informatie in eigen kring in de eigen taal verspreiden.

De publicaties zijn in begrijpelijk Nederlands geschreven en hierop getest. De procedure wordt in de folder/brochure en in de Stadskrant vertaald in het Engels, Turks en Arabisch.

 

·       kinderen/jongeren

De schoolgaande jeugd krijgt de gelegenheid zelf projecten die zij belangrijk vindt in te dienen en te beoordelen. Voor de uitvoering van deze projecten wordt 100.000 gulden gereserveerd voor de basisscholen en eenzelfde bedrag voor de middelbare scholen.

Dit onderdeel van de campagne wordt nader uitgewerkt met het programmateam jongeren. (De uitvoering van het scholenproject zal in de 2e helft 2000 plaatsvinden.)

 

 

8.3       Omgang met media

 

De belangstelling van zowel lokale als regionale media voor de verdeling van de EZH-gelden is groot geweest en heeft geleid tot vele publikaties in de lokale bladen (Delft Op Zondag, Delftse Courant, Delftse Post, Postiljon), items op radio West en TV West, een duitenjournaal op Stad FM. Ook landelijk is de belangstelling groot geweest. Zo leidden persberichten over de actie tot berichten onder meer op het ANP, in Algemeen Dagblad, RTL 5 en NCRV-radio. Interesse was er van bijvoorbeeld NOS Journaal, Netwerk en Metro.

 

Lokale en regionale media

De lokale media zijn ingezet voor het informeren van de Delftenaren, naast de ‘eigen’ communicatiemiddelen, zoals Stadskrant, internet, bijeenkomsten, advertenties en de brochure. De lokale media toonden van vanaf het begin belangstelling. Hierdoor werden bijvoorbeeld de netwerken gestimuleerd voorstellen in te dienen. Daarnaast werden de  Delftenaren zo op de hoogte gesteld van de campagne en werden gestimuleerd in actie komen als de brochure in de bus zou vallen.

 

In het communicatietraject lag de nadruk daarom met name op de media die in Delft een goed bereik hebben. In de lokale media is geregeld aandacht gevraagd voor de sleutelmomenten in de campagne, door middel van persbriefings en persberichten. Hierin ligt telkens de nadruk op de procedure en de rol van Delftenaren (indienen van voorstellen, insturen van de kaart).

 

Landelijke media

Ook de landelijke media (krant, radio, tv, (vak)bladen) konden helpen bij het informeren van Delftenaren. Daarnaast zijn deze media interessant om Delft en het stadsbestuur positief te profileren. De voornaamste nieuwsleveranciers voor de landelijke media zijn direct geïnformeerd (ANP, kranten met regionale correspondenten). Naar aanleiding van deze berichtgeving hebben ook andere media belangstelling getoond of aandacht besteed aan het onderwerp.

 

Bij de start van de campagne werd besloten dat het onderwerp concreet en actueel genoeg was om op grote schaal aan de ‘man’ te brengen. Vooruitlopend op de start van de campagne werden de media direct en actief benaderd en geïnformeerd, daarna was dat gekoppeld aan sleutelmomenten. Te denken valt aan de landelijke kranten (AD, Volkskrant, NRC, Telegraaf), de nieuwsrubrieken (NOS Journaal, Netwerk, 2 Vandaag, Nova, Radio 1 Journaal) en de vakbladen (Binnenlands Bestuur, NG Magazine).

 

Sleutelmomenten

okt./nov.

Raadsvoorstel voor campagne

lokaal en landelijk

nov./dec.

Raadsbesluit 115 miljoen

lokaal en landelijk

8-12 t/m22-12

Planning campagne met stadsbijeenkomsten

van lokaal naar landelijk

24-1

Vergadering Algemene Commissie

lokaal

27-1

Raadsvergadering - vasstellen van de projectenlijst voor de brochure

lokaal en landelijk (persbericht)

14-2

Bijeenkomst in stadhuis t.b.v. presentatie brochure

lokaal en landelijk (met persconferentie)

21-2

Verspreiden brochure

lokaal

16-3

Slotbijeenkomst in het stadhuis m.b.t. uitslag meningspeiling

lokaal en landelijk (met persconferentie)

23-3

Vergadering Algemene Commissie

lokaal

30-3     

Raadsvergadering voor vaststelling besteding EZH-gelden

lokaal

 

 

8.4       Het resultaat

 

·       De EZH-campagne heeft opvallend veel aandacht gekregen in de media. Dit gebeurde met name rond de ‘sleutelmomenten’ van de campagne. Deze vrije publiciteit versterkte de overige middelen die zijn ingezet om Delftenaren te informeren over de actie en aan te sporen om deel te nemen.

·       De campagne haalde aanvankelijk vooral de lokale en regionale media. De landelijke media pikten het onderwerp op het moment dat de campagne daadwerkelijk van start ging. Die brede aandacht duurde tot en met de bekendmaking van de uitslag, in theater De Veste.

·       Door de aandacht in de media heeft de actie ook buiten Delft bekendheid gekregen. Publicaties waren voor diverse andere gemeenten aanleiding om meer informatie in te winnen, om te bezien of zij (delen van) de Delftse aanpak kunnen overnemen.

·       De berichtgeving leverde over het algemeen een positief beeld op van de campagne, de gemeente en de overige betrokkenen.


9.         De kosten van de EZH-campagne

 

 

Bedragen x ƒ 1.000

Activiteiten

Begroting

Rekening

Resultaat

I.      Kosten activiteiten communicatie-adviesbureau

230

266

36 N

A. Informatiemateriaal

97

121

24 N

°       brochure huis aan huis

 

 

 

°       bijlage Stadskrant

 

 

 

°       informatiecentrum

 

 

 

°       internetsite

 

 

 

°       persberichten

 

 

 

°       (vertalingen in de) Stadskrant

 

 

 

B. Informatiebijeenkomsten

72

42

30 N

C. Overige publiciteit (opgenomen in ‘Delftse begroting’)

(in II)

31

31 N

°       activiteiten gericht op zichtbaarheid op straat (steltlopers, flyers etc.)

 

 

 

D. Overige activiteiten

61

72

11 N

°       illustraties/ beeldmateriaal

 

 

 

°       briefings/ afstemming en projectmanagement Van Sluis

 

 

 

II. Kosten Delftse organisatie

145

154

9 N

E. Kantoorkosten, inclusief publiciteitskosten advertenties, fotomateriaal, reproduktie

79

62

17 V

F. Frankeerkosten

50

62

12 N

G. Kosten t.b.v. statistische verwerking resultaten

16

30

14 N

Totaal

375

420

45 N

 

 

De totale kosten voor het gehele project in verband met de inschakeling van het communicatie-adviesbureau Van Sluis Consultants bedragen ƒ 266.000 (incl. BTW). Dit is ruimt ƒ 35.000 hoger dan begroot. Deze kosten overschrijding is het gevolg van extra werkzaamheden:

Bedragen x ƒ 1.000

Activiteiten Van Sluis                                                                       

36 N

Voor- en nadeel

a)    Extra kosten voor het maken van de brochure (uitvoering van een pretest, de oplage was verhoogd tot 85.000, de toepassing van sticker-vellen e.d.)

 

24 N

b)    Verzamelen van fotomateriaal e.d. ten behoeve van de tentoonstelling in het Informatiecentrum

 

in a)

c)    Extra projectbegeleidingskosten

 

11 N

d)    Kostenbesparing bewonersavonden (stadsbijeenkomsten)

 

30 V

e)    Overige activiteiten gericht op de algemene publiciteit/ zichtbaarheid campagne (opgenomen in ‘Delftse begroting’)

 

31 N

 

 

Daarnaast is een aantal activiteiten direct door of in opdracht van de Delftse organisatie uitgevoerd. De belangrijkste tegenvallers zijn geweest:

Bedragen x ƒ 1.000

Activiteiten Delft                                                                              

9 N

Voor- en nadeel

a)    Een hogere oplage van het aantal brochures waardoor op de totale frankeerkosten een nadeel is ontstaan.

 

12 N

b)    Ingelaste extra scan op postcode van de resultaten van de meningspeiling.

 

14 N

c)    Overige afwijkingen mede door verschuiving in door Van Sluis uit te voeren activiteiten.

 

17 V


 

Bijlagen:

 

 

I.      Vragenlijsten voor stadspanel, projectindieners en voor
(evt. plaatsvervangend) raadsleden

II.    Overzicht perscontacten en publikaties

III.  Overzicht geïnterviewde fracties en portefeuillehouders

IV. Overzicht intermediaire organisaties

V.    Bloemlezing van ervaren kritiekpunten

 

 

 


Bijlage i:       Vragenlijsten voor stadspanel, projectindieners en voor (evt. plaatsvervangend) raadsleden

 

 

 

 

Ia. Vragenlijst Stadspanel

 

 

ezh.        DE VOLGENDE VRAGEN GAAN OVER DE EZH-CAMPAGNE

 

 

 

              In 1999 verkocht de Gemeente Delft haar aandelen in de Energiemaatschappij Zuid-Holland (EZH). Dit leverde een bedrag op van 115 miljoen gulden. Om tot een verdeling van dit bedrag te komen is aan alle inwoners van 12 jaar en ouder een lijst met 39 projecten voorgelegd. Door middel van een antwoordkaart kon men de voorkeur voor bepaalde projecten aangeven.

 

ezh.1      Heeft u  een antwoordkaart ingestuurd?

              1             ja à naar vraag ezh.3

              2             nee                                                                                                                

 

 

ezh.2      Waarom heeft u geen antwoordkaart ingestuurd?

              (U KUNT MEER DAN EEN ANTWOORD GEVEN)                                                                              

              1   ik heb er niets van gehoord

              1   ik ben het vergeten

              1   ik vond het te veel (lees)werk

              1   mijn stem heeft toch geen invloed

              1   ik vond het niet duidelijk wat de politiek er mee ging doen

              1   anders, namelijk

 

 

 


 

ezh.3      Via welke van de onderstaande media heeft u iets vernomen over de EZH-campagne?

 

              S.V.P. altijd ja of nee aankruisen                                                                           

 

iets vernomen over de EZH-campagne?

 

media:

ja

(1)

nee

(2)

 

Stadskrant Delft

 

Delftse Post

 

Delftsche Courant

 

Delft op Zondag

 

TV-West

 

Radio West

 

radio Stad FM

 

Kabelkrant ‘Info Thuis’

 

landelijke televisie

 

landelijke krant

 

 

 

 

ezh.4      In welke mate bent u het eens met de onderstaande stellingen?

             

 

STELLINGEN:

helemaal

mee eens

(1)

 

mee eens

(2)

 

 

neutraal

(3)

 

mee

oneens

(4)

helemaal

mee

 oneens

(5)

 

 

weet

niet

(6)

 

Aan het begin van de EZH-campagne was het geheel duidelijk wat er met de uitslag ging gebeuren.

 

 

Op de lijst stonden teveel projecten waar maar een kleine groep Delftenaren baat bij heeft.

 

 

Bij de uiteindelijke verdeling van de EZH-gelden is voldoende rekening gehouden met de wensen van de burgers.

 

 

Het gemeentebestuur zou voor belangrijke beslissingen vaker haar burgers moeten raadplegen.

 

 

 


Ib. Vragenlijst projectindieners

 

Vragenlijst Evaluatie EZH campagne                                                                                    Projectindieners

 

DELFT 2000                                                                                                                                                     

Wilt u zo vriendelijk zijn de hierna volgende vragen te beantwoorden door het plaatsen van een kruisje in het vakje voor het antwoord van uw keuze en wel op deze wijze:   

 

Volgt u steeds nauwkeurig de instructies, zoals die in de vragenlijst zijn opgenomen. Het is namelijk mogelijk dat niet alle vragen door u beantwoord hoeven te worden. Als u vragen kunt overslaan, dan blijkt dit uit aanwijzingen als

NAAR VRAAG .. of ANDERS KUNT U VERDER GAAN MET VRAAG ..

 

Wij verzoeken u de vragenlijst vóór 23 mei a.s. in de bijgesloten retourenveloppe aan ons te retourneren.

 

Vraag1. De EZH-campagne kende een viertal fases. Deze fases waren achtereenvolgens:

·                          oproep tot indienen van projectvoorstellen (eind november 1999)

·                          bekendmaking vastgestelde projectenlijst (eind januari 2000)

·                          inzenden van antwoordkaarten door burgers (februari/ maart 2000)

·                          bekendmaking besluit verdeling van 115 miljoen over de projecten (30 maart 2000)

 

kunt een oordeel geven over de onderstaande aspecten die betrekking hebben op deze fases?

U kunt steeds kiezen uit: slecht, onvoldoende, voldoende of goed.

                                                                                                           Slecht  onvol-    vol-       goed

                                                                                                                      doende doende

                                                                                                           1           2           3         4

t.a.v. oproep Indienen projectvoorstellen:

          bekendmaking mogelijkheid tot indienen voorstel                                                     

 

          hoeveelheid tijd die u had om voorstel in te dienen                                                   

 

          informatie omtrent eisen waaraan
voorstellen moesten voldoen                                                        
                         

 

t.a.v. bekendmaking projectlijst

          duidelijkheid over wel of niet opgenomen in projectlijst                                              

 

t.a.v. inzenden antwoordkaarten

          volledigheid informatie in brochure over uw project                                                    

 

          volledigheid informatie in Stadskrant over uw project                                                

 

t.a.v. besluit verdeling 115 miljoen

          mate waarin mening van burgers is meegewogen in besluit                                       

 

          informatie over consequenties voor uw project                                                         

 


 

Vraag 2.  Heeft u suggesties voor het vervolg traject?

 

1             nee        

2             ja, namelijk:

 

 

 

 

Vraag 3.  Is uw project opgenomen in de lijst met 39 projecten (eventueel in combinatie met anderen)?

 

1             ja

2             nee -> vraag 5

 

 

Vraag 4.  Welk nummer had uw project op de antwoordkaart?

 

 

 

 

 


Vraag 5.  Er is veel aandacht in de media geweest voor de EZH campagne. Kunt u van onderstaande media aangegeven of zij aandacht aan uw project hebben besteed?

 

 

Aandacht voor uw project?

 

media:

ja

(1)

nee

(2)

 

Stadskrant Delft

 

Delftse Post

 

Delftsche Courant

 

Delft op Zondag

 

TV-West

 

Radio West

 

radio Stad FM

 

Kabelkrant ‘Info Thuis’

 

landelijke televisie

 

landelijke krant

 

 

 


 

Vraag 6.  Kunt u van onderstaande kanalen aangeven welke u heeft gebruikt om uw project onder de aandacht te brengen?

 

 

Kanaal gebruikt voor aandacht  voor uw project?

 

kanaal

ja

(1)

nee

(2)

 

Radio / TV

 

Krant / weekblad

 

gemeentelijke ambtenaren

 

gemeentelijke politici

 

Delftse Burgers zelf rechtstreeks benaderd

 

 

 

 

Vraag 7. In welke mate bent u het eens met de onderstaande stellingen?

             

 

STELLINGEN:

helemaal

mee eens

(1)

 

mee eens

(2)

 

 

neutraal

(3)

 

mee

oneens

(4)

helemaal

mee

 oneens

(5)

 

Door het geld van de EZH kunnen wij ons project uitvoeren

 

Door de EZH-campagne is er meer aandacht ontstaan bij de burgers voor ons probleem/project

 

Door de EZH-campagne is er meer aandacht ontstaan bij de media voor ons probleem/project

 

Door de EZH-campagne is er meer aandacht ontstaan bij de politiek voor ons probleem/project

 

Aan het begin van de EZH-campagne was het geheel duidelijk wat er met de uitslag ging gebeuren.

 

Op de lijst stonden teveel projecten waar maar een kleine groep Delftenaren baat bij heeft.

 

Bij de uiteindelijke verdeling van de EZH-gelden is voldoende rekening gehouden met de wensen van de burgers.

 

Het gemeentebestuur zou voor belangrijke beslissingen vaker haar burgers moeten raadplegen.

 

 

 

 

 

Hartelijk dank voor uw medewerking


Ic. Vragenlijst Raadsleden

 

Vragenlijst Evaluatie EZH campagne                                                                                   (Plv.) Raadsleden

 

DELFT 2000                                                                                                                                                     

Wilt u zo vriendelijk zijn de hierna volgende vragen te beantwoorden.

Wij verzoeken u de vragenlijst vóór 27 juni a.s. in de bijgesloten retourenveloppe aan ons te retourneren.

 

 

 

 

Vraag 1.  De EZH-campagne kende een aantal fases. Deze fases waren achtereenvolgens:

·                          idee college voor Delftse Duiten (burgerraadpleging)

·                          projectvoorstellen college

·                          projectvoorstellen raad

·                          oproep tot indienen van projectvoorstellen externen

·                          vaststellen projectlijst

·                          verzenden van brochures en antwoordkaarten

·                          college voorstel verdeling 115 miljoen

·                          raadsbesluit verdeling 115 miljoen

 

kunt een oordeel geven over de onderstaande aspecten die betrekking hebben op deze fases?

U kunt steeds kiezen uit: slecht, onvoldoende, voldoende of goed.

 

                                                                                                           Slecht  onvol-    vol-       goed

                                                                                                                      doende doende

                                                                                                           1           2           3         4

t.a.v. idee van college om burgers te raadplegen over verdeling 155 miljoen:

1.            het idee als zodanig                                                                                         

2.            bekendmaking hiervan door college aan raad                                                      

3.            bekendmaking hiervan door college aan burgers                                                 

4.            mogelijkheden beïnvloeding basis idee                                                               

t.a.v. projectvoorstellen raad:

5.            zorgvuldigheid afweging wel of niet opnemen voorstellen                                      

6.            bijsturingsmogelijkheden (door raad)
op definitieve projectlijst                                                          
                         

t.a.v. verzenden brochures en antwoordkaarten:

7.            zorgvuldigheid bij verzending (op naam)                                                              

8.            informatie in brochure over projecten                                                                  

9.            aantal ingezonden antwoordkaarten                                                                   

t.a.v. college voorstel verdeling 115 miljoen:

10.          mate waarin mening van burgers is meegewogen
in voorstel                                                                             
                         

t.a.v. raadsbesluit verdeling 115 miljoen:

11.          bijsturingsmogelijkheden (door raad) op
definitieve verdeling                                                                
                         


 

wilt u voor alle aspecten waar u van vindt dat deze slecht of onvoldoende zijn op de volgende pagina aangeven waarom u dit slecht of onvoldoende vindt. U kunt steeds het bijbehorende nummer aangeven.

 

Aanvulling op vraag 1.

 

In onderstaand schema gaarne voor ieder aspect dat u onvoldoende of slecht vindt aangeven waarom.

 

aspect

nummer

onvoldoende of slecht omdat:

 

 

 

 

 

 

Vraag 2.  Heeft u suggesties voor het vervolgtraject?

 

1             nee        

2             ja, namelijk:

 

 

 

 

Vraag 3.  De EZH-campagne heeft alles bij elkaar ongeveer ƒ 400.000 gekost. De campagne heeft ook een aantal zaken opgeleverd. Wilt u van onderstaande zaken aangeven wat ze (in guldens) voor u ongeveer waard zijn. Wilt u tevens de volgorde van belangrijkheid van deze ‘opbrengsten’ aangeven.

 

                                                                                                          Waarde           volgorde

 

             

Mogelijkheid voor iedereen om project voorstellen in te dienen

 

             

Mogelijkheid voor iedereen om kaart in te sturen

 

             

115 miljoen op rechtstreekse democratische wijze verdelen

 

             

Positieve landelijke publiciteit

 

             

anders, namelijk: .........................................................................

 

 


 

Vraag 4.  Bij de keuze om voor een bepaald project interactieve beleidsvorming in te zetten spelen een aantal randvoorwaarden een rol. Wilt u van onderstaande randvoorwaarden steeds aangeven hoe belangrijk deze voor u zijn. En wilt u tevens aangeven in welke mate bij het EZH project deze randvoorwaarden zijn vervuld.

Belang         1= onbelangrijk      realisatie       1= niet

2= beetje belangrijk                              2=enigszins

3= belangrijk                                        3=wel

4= zeer belangrijk

 

Randvoorwaarden

Belang van de randvoorwaarde

Realisatie van de randvoorwaarde

de inhoud van het beleid staat nog niet vast

 

 

 

het bestuur is bereid en in staat inzicht te geven in het beleidsproces en de afweging van de besluiten

 

 

het bestuur realiseert zich vooraf waaraan het de uitkomsten van het interactief traject wil toetsen

 

 

het is duidelijk welke rol het gemeentebestuur wil spelen

 

 

 

er is voldoende zicht op de meerwaarde van het proces

 

 

 

de problematiek laat voldoende tijd voor overleg, er is voldoende belangstelling en de problematiek is hanteerbaar

 

 

er zijn voldoende tijd, geld en andere middelen om het interactieve proces uit te voeren

 

 

er is een constructieve relatie tussen gemeentebestuur en overige participanten

 

 

 

 

 

Vraag 5.  Is uw partij vertegenwoordigd in het College?

 


1. ja                           2. nee

 

 

 

 

Hartelijk dank voor uw medewerking


Bijlage II:      Perscontacten en publicaties

 

 

 

 

1. Persvragen

 


datum

medium

naam

regio

journalist

tel.nr.

1-12-99

krant

DC

lokaal

Hans Verhagen

 

1-12-99

persdienst

ANP

landelijk

Fleur Halkema

 

2-12-99

radio

NCRV

landelijk

Anja Leegmaat

035-6719078

2-12-99

radio

West

regionaal

Michiel Steenwinkel

070-3078830

24-12-99

krant

Delftse Post

lokaal

 

 

3-1-00

tv

NOS-journaal

landelijk

Michel van de Geijn

035-6249342

3-1-00

tv

NOS-journaal

landelijk

Michel van de Geijn

035-6249342

6-1-00

tv

Avro’s Netwerk

landelijk

de heer Brouwer

035-6717402 fax:035-717517

6-1-00

krant

Algemeen Dagblad

landelijk

Bob van het Klooster

06-55163202

6-1-00

krant

Algemeen Dagblad

landelijk

Bob van het Klooster

 

10-1-00

tv

RTL 4-nieuws

landelijk

Irene Ras

035-6718620

13-1-00

radio

Stad FM

lokaal

Herman de Bruin

015-2142610

27-1-00

krant

Haagsche Courant

landelijk

Patrick Meershoek

070-3190743

27-1-00

krant

Haagsche Courant

regionaal

Patrick Meershoek

070-3190743

9-2-00

krant

Algemeen Dagblad

landelijk

dhr Akinzi

010-4067410

10-2-00

krant

DC

lokaal

Maarten Brakema

 

16-2-00

vakblad

NG-magazine

landelijk

Moniek Westenbroek

070-3738214

16-2-00

vakblad

Binnenlands Bestuur

landelijk

Otto van de Vijver

06-21848860

16-2-00

krant

Metro

landelijk

dhr. Bakker

06-23159125

17-2-00

tv

NOS-journaal

landelijk

Moniek Giesbers

035-6249342

17-2-00

krant

Het Parool

landelijk

Robert Jan Friele

020-5622383

17-2-00

krant

Trouw

landelijk

Jitske Drijfsma

020-5623226

17-2-00

radio

Wereldomroep

landelijk

Edwin van Laar

035-6724335

17-2-00

tv

SBS6 nieuws

landelijk

Marcel van Dun

020-5225688

17-2-00

krant

Financieel Dagblad

landelijk

dhr Hendriks

020-5928732

17-2-00

tv

NOS-journaal

landelijk

Moniek Giesbers

035-6249342

18-2-00

radio

NOS-journaal

landelijk

Koekoek

035-6240755

21-2-00

radio

Stad FM

lokaal

Dennis Kokkeling

06-54792222

21-feb

radio

Met het oog op morgen

landelijk

To van Muizenberg

035-6778022

21-feb

tv

Lopende Zaken / VPRO

landelijk

Marga Smit

035-6712188

21-2-00

tv

NOS-journaal

landelijk

Daphne Tweebeeke

 

21-2-00

radio

Stad FM

lokaal

Dennis Kokkeling

06-54792222

23-feb

krant

DC

lokaal

Hans Verhagen

015-2141200

1-3-00

tv

West

regionaal

Richard Hoogenkamp

070 - 3587777

1-3-00

tv

RTL-nieuws

landelijk

mevr. Steenhuizen

035-6718787


 


datum

medium

naam

regio

journalist

tel.nr.

1-3-00

krant

Financieel Dagblad

landelijk

Robin Emmott

020-5928768

2-3-00

tv

RTL-nieuws

landelijk

Tessa Dikker

035-6718997

3-3-00

tv

RTL-sport

landelijk

Pepijn Bolscher

035-6718793

7-3-00

tv

Lopende Zaken / VPRO

landelijk

Helen van Schelven

035-6712179

8-3-00

radio

Schagen

regionaal

Eugeen Hoekstra

0224-218218

10-3-00

tv

RTL-5 in het Land

landelijk

Mark Matisse

035-6718942

13-3-00

radio

Vara ontbijtradio

landelijk

Booy

035-6711266

14-3-00

krant

DC

lokaal

Hans Verhagen

 

15-3-00

radio

radio West

regionaal

rogier van Zanden

070-3078888/06-28489971

15-3-00

krant

Delftse Post

lokaal

 

 

15-3-00

radio

Stad FM

lokaal

Rik Rheinhardt

 

15-3-00

tv

SBS6 nieuws

landelijk

 

 

16-3-00

tv

Lopende Zaken / VPRO

landelijk

 

 

16-3-00

tv

RTL-nieuws

landelijk

 

 

16-3-00

krant

Algemeen Dagblad

landelijk

Marjolein Straatman

010-4067426

16-3-00

tv

RTL-nieuws

landelijk

Helma Huizing

035-6718837

 

 

 

 

2. Publicaties

 

datum

Krant

bereik

Soort

door

1-9-99

Delftse Courant

lokaal

artikel

Hans Verhagen

14-9-99

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

16-9-99

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

21-10-99

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

9-11-99

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

1-12-99

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

2-12-99

Delftse Courant

lokaal

artikel

Coen van Kranenburg

9-12-99

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

9-12-99

Delftse Courant

lokaal

artikel

Jeroen de Vreede

14-12-99

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

16-12-99

Delftse Courant

lokaal

artikel

Coen van Kranenburg

23-12-99

Stadskrant

lokaal

advertentie

gemeente

30-12-99

Stadskrant

lokaal

lobby-advertentie

 

6-1-00

Stadskrant

lokaal

advertentie

gemeente

7-1-00

Delftse Post

lokaal

advertentie

gemeente

14-1-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-artikel

Marcel de Wit

18-1-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-advertentie

 

19-1-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-artikel

Harry van den Aardweg

19-1-00

Delft op Zondag

lokaal

advertentie

gemeente


 

datum

Krant

bereik

Soort

door

20-1-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-artikel

 

20-1-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby advertentie

 

20-1-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

20-1-00

Delftse Courant

lokaal

oproep

 

21-1-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

23-1-00

Binnenlands Bestuur

landelijk

artikel

 

25-1-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

25-1-00

Delftse Courant

lokaal

karikatuur

 

27-1-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

27-1-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

28-1-00

Delftse Courant

lokaal

analyse

 

28-1-00

Algemeen Dagblad

landelijk

artikel

 

30-1-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

1-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

3-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

4-2-00

Financiële Dagblad

landelijk

artikel

 

5-2-00

VNG magazine

landelijk

artikel

Lucy Groen

7-2-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

Maarten Brakema/ Lex de Jonge en Hans Verhagen

10-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

12-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

13-2-00

Algemeen Dagblad

landelijk

artikel

 

16-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

17-2-00

Delta TU Delft

lokaal

lobby-artikel

Melchior Zeeman

18-2-00

Delta Tu Delft

lokaal

lobby-artikel

Melchior Zeeman

19-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

19-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

20-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

22-2-00

Delftse Post

lokaal

artikel

 

22-2-00

Algemeen Dagblad

landelijk

artikel

 

23-2-00

Delftse Courant

lokaal

analyse

Maarten Brakema

23-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

24-2-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

24-2-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-artikel

 

24-2-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-advertentie

Musea

24-2-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-advertentie

Stad FM

25-2-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-artikel

studenten

25-2-00

Delft op Zondag

lokaal

advertentie

gemeente

25-2-00

Stadskrant

lokaal

advertentie

gemeente

25-2-00

De Postiljon

lokaal

lobby-artikel

 

25-2-00

Delftse Post

lokaal

artikel

 

25-2-00

Stadskrant

lokaal

EZH-krant

gemeente

26-2-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

26-2-00

Delftse Post

lokaal

oproep

 


 

datum

Krant

bereik

Soort

door

26-2-00

Binnenlands Bestuur

landelijk

artikel

 

27-2-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

27-2-00

Delft op Zondag

lokaal

artikel

 

27-2-00

Delft op Zondag

lokaal

advertentie

gemeente

27-2-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-advertentie

Stad FM

27-2-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-pagina´s

Sportraad

27-2-00

Haagsche Courant

regionaal

oproep

 

28-2-00

Delft op Zondag

lokaal

artikel

 

28-2-00

Stadskrant

lokaal

aankondiging

gemeente

29-2-00

Delftse Courant

lokaal

ingezonden

 

29-2-00

Delftse Post

lokaal

ingezonden

 

1-3-00

Stadskrant

lokaal

lobby-artikel

 

1-3-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-artikel

zwerfjongeren

2-3-00

Haagsche Courant

regionaal

artikel

Patrick van Meershoek

2-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

2-3-00

Stadskrant

lokaal

artikel

gemeente

3-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

3-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

4-3-00

Stadskrant

lokaal

artikel

gemeente

4-3-00

Delft op Zondag

lokaal

lobby-artikel

Stad FM

4-3-00

Delftse Post

lokaal

artikel

 

5-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

5-3-00

Delftse Post

lokaal

lobby-artikel

zwerfjongeren

5-3-00

Algemeen Dagblad

landelijk

artikel

Bob van´t Klooster

5-3-00

Stadskrant

lokaal

artikel

gemeente

6-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

6-3-00

Wijkkrant Tanthof

wijk

artikel

 

7-3-00

Stadskrant

lokaal

artikel

bibliotheek

7-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

8-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

8-3-00

Stadskrant

lokaal

artikel

gemeente

9-3-00

Stadskrant

lokaal

artikel

gemeente

10-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

11-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

14-3-00

Wijkkrant Tanthof

wijk

artikel

 

14-3-00

Stadskrant

lokaal

artikel

gemeente

15-3-00

Delft Direct

intern

artikel

gemeente

15-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

15-3-00

Haarlems Dagblad

regionaal

artikel

 

17-3-00

Utrechts Nieuwsblad

regionaal

artikel

 

17-3-00

Delftse Post

lokaal

artikel

 

17-3-00

Rijn en Gouwe

regionaal

artikel

 

17-3-00

Dagblad Rivierenland

regionaal

artikel

 


 

datum

Krant

bereik

Soort

door

17-3-00

Veluws Dagblad

regionaal

artikel

 

17-3-00

Apeldoornse Courant

regionaal

artikel

 

17-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

17-3-00

Delftse Courant

lokaal

paginagroot

 

22-3-00

Nu&Dan

intern

week van Bert den Uijl

gemeente

22-3-00

Nu&Dan

intern

artikel

gemeente

23-3-00

Stadskrant

lokaal

overzichtsartikel

gemeente

23-3-00

VanSluis Nieuwsbrief

landelijk

artikel

Van Sluis

23-3-00

Delft Magazine

lokaal

artikel

gemeente

23-3-00

Delftse Post

lokaal

artikel

 

23-3-00

Stadskrant

lokaal

artikel

gemeente

24-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

29-3-00

Delftse Courant

lokaal

analyse

 

29-3-00

Delftse Post

lokaal

artikel

 

30-3-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

1-4-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

 

4-4-00

Delftse Courant

lokaal

analyse

 

22-4-00

Nu&Dan

intern

artikel

gemeente

22-4-00

Delftse Courant

lokaal

artikel

Maarten Brakema

22-4-00

Delftse Courant

lokaal

ingezonden

 

22-4-00

Stadskrant

lokaal

artikel

gemeente

29-5-00

Delftse Courant

lokaal

serie

De duit van

31-5-00

Delftse Post

lokaal

artikel

 

 

Bijlage III:          Interviewrondje EZH-campagne Fracties, portefeuillehouders (namenlijst)

 

 

College

Burgemeester Hein van Oorschot

Wethouder Meine Oosten

Wethouder Rik Grashoff

Wethouder Jan Torenstra

Wethouder Dick Rensen

Wethouder Astrid Janssen

 

 

Fracties

Wim den Boef                           PvdA

Carla Lourens                           D’66

Wim Bot                                  Groen Links

Aad Meuleman              Stadsbelangen

Bouwdewijn Boelens                 VVD

Niek van Doeveren                     CDA

 

 

Bijlage IV:     Overzicht intermediaire organisaties

-      ingedeeld naar beleidsthema’s

 

 

Ruimtelijke ontwikkelingen/ Leefbaarheid

*      Centraal Overlegorgaan van woningbouwcorporaties

*      Stichting Woonkoepel Delft

*      Sportraad

 

Economie/ Delft Kennisstad

*      Ondernemersfederatie Delft

*      Kamer van Koophandel

*      Stichting Delft Kennisstad

*      Syntens Innovatienetwerk voor ondernemers

*      De Delftse Kring

*      Stichting kleinschalige bedrijven

*      Horeca Nederland

*      Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid - NVOB, afd. Delft e.o.

*      Stichting Markt Delft

*      Technet Delft

*      Stichting Technostart

*      Vakorganisaties:

-      Christelijk Nationaal Vakverbond - CNV

-      Federatie Nederlandse Vakbeweging - FNV

*      Werkgeversorganisatie:
Hollandse Werkgevers Vereniging

 

Duurzaamheid

*      Milieudefensie

 

Jongeren

*      Verenigingsraad (VeRa): overkoepelend orgaan studentenverenigingen

 

Cultuur

*      Evenementenbureau Delft

*      Stichting Cultuur-Dichterbij

*      Mooi Weer Spelen

*      Delft Chamber Music Festival

 

Lokaal sociaal beleid/ Werk, Zorg en Inkomen

*      Stichting Welzijn Delft

*      JOS

*      Bureau Halt

*      ISR (Instituut Sociale Raadslieden)

*      Stichting Werkplan

*      ANBO/ SBO-Delft (Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen/ Samenwerkende Bonden van Ouderen)

*      Bureau Nieuwkomers

*      Algemeen Maatschappelijk Werk (Maatzorg)

*      Stichting Ouderenwerk Delft

*      Stichting Vluchtelingenwerk Delft (SVD)

*      SSZD (Samenwerkingsverband Sociale Zekerheid Delft)

*      Kerken in Delft

 

Migranten/ Allochtonen

*      Regionale Steunfunctie Allochtonen

*      Stichting Welzijn Delft - Afd. Migrantenwerk

*      ISN Sultan Ahmet Moskee Delft

 

ICT

Stichting Digitale Stad Delft

 

Bijlage V:      Bloemlezing van ervaren kritiekpunten

 

 

Het volledige overzicht van ervaren kritiekpunten is als volgt:

a. Ten aanzien van het idee van het college om burgers te raadplegen over de verdeling van ƒ 115 miljoen

·       Er was geen of nauwelijks gelegenheid om het basisidee van het college om burgers te raadplegen over de verdeling van ƒ 115 miljoen te beïnvloeden. Geen inzage- en inspraaktermijnen.

·       Oppositiepartijen zijn niet betrokken in het voortraject bij de totstandkoming van het basisidee.

·       Er had gekozen moeten worden voor 3 tot maximaal 5 projecten waar substantieel in geïnvesteerd had kunnen worden gericht op blijvende (im-)materiële opbrengsten. B&W stond niet open voor beïnvloeding, de andere actoren (burgers, organisaties, politieke partijen) waren ook niet bij machte om dit basisidee (niet versnipperen) naar voren te brengen. De raad wist zich geen raad met deze substantiële meevaller en nam in dit geval zijn verantwoordelijkheid niet.

·       Van te voren had beter vastgesteld moeten worden hoe met de uitslag van de meningspeiling omgegaan zou worden.

b. Ten aanzien van de projectvoorstellen van de raad

·       Het dagelijks bestuur toetst op wenselijkheid van projecten van andere politici en toetst dus feitelijk op de uitgangspunten van het huidige college.

·       De afweging wel/ niet opnemen voorstellen was niet consistent, gezien de argumentatie bij het afvoeren van een aantal voorstellen was het ook logisch geweest om ook andere voorstellen af te voeren.

·       De bijsturingsmogelijkheden van de raad op definitieve projectenlijst waren beperkt, er was onduidelijkheid m.b.t. uitgangspunten en nadere criteria.

·       De bestuurlijke uitgangspunten zijn niet goed uitgelegd (2*).

·       Het onderscheid bestaand/ nieuw beleid was onhelder (2*). College voorstellen kregen per definitie prioriteit.

·       Er was enige onduidelijkheid/ onzorgvuldigheid in het samenvoegen van projecten tot 1 cluster; zo kwam bijv. het onderwerp geluidsschermen plots op de lijst terecht.

·       Projecten waren ongelijk van omvang, soms binnen de clusters ook te verschillende onderwerpen. Liever minder clustering, en bij grote projecten als de spoorzone een keuzemogelijkheid (x of y of z miljoen).

·       Het voorstel van het college als aanzet voor de projectenlijst was al een compromis, waardoor voor de raad weinig te beïnvloeden bleef. Voorkeur was geweest dat de Delftenaren eerst voorstellen konden indienen, alvorens het college zijn voorstel formuleert.

·       Vooral een afweging op toekomstig beleid is als middel gebruikt om voorstellen van de oppositie te weren.

·       Ideeën van de raad zijn afgewezen om soms onduidelijke redenen. Er was onduidelijkheid over criteria en ruimte in te besteden bedragen.

c. Ten aanzien van verzending brochures en antwoordkaarten

·       Er is sprake geweest van enkele incidentele/ individuele onjuistheden in verzending op naam van brochure en antwoordkaarten.

·       Het was onmogelijk om een gewogen stem uit te brengen.

·       De informatie in de brochure was zeer summier (7*).
In dit verband gemaakte opmerkingen zijn:

°       Er was geen overzicht van prioriteiten of volgorde van ingediende projecten.

°       Bij de burger is niet elk project goed overgekomen. Een aantal projecten was niet duidelijk omschreven, het stemgedrag is daardoor waarschijnlijk beïnvloed. De titel van het projectcluster was niet altijd adequaat; er was nauwelijks of geen uitgebreide achtergrondinformatie over de afzonderlijke projecten in een cluster beschikbaar. De omschrijvingen waren soms ook te eenzijdig.

·       De antwoordkaart voor de meningspeiling was niet duidelijk te onderscheiden van de brochure. Deze had apart opgestuurd moeten worden.

d. Ten aanzien van collegeverdeling ƒ 115 miljoen en het raadsbesluit verdeling ƒ 115 miljoen

·       Er is geen overleg van de oppositie als geheel vooraf gevoerd, de coalitie was een gesloten front, door het ontbreken van spelregels vooraf kon de raad geen vuist maken.

·       De uitslag van de meningspeiling was ineens de waarheid. Het collegevoorstel voor de verdeling (plan 1: 200%; plan2 e.v.: 100%) was onduidelijk. Er was eigenlijk geen politieke discussie.

·       Aan het verdelingsvoorstel van het college werd vastgehouden. Een andere inbreng was niet of nauwelijks mogelijk. Voor het vervolg is er grote onduidelijkheid voor de indieners van projecten die slechts deels worden gehonoreerd, er zijn nog onduidelijke afspraken over hoe te handelen met het resultaat. Het partieel financieren van projecten schept onduidelijkheid/ onzekerheid voor het bestuur en de indieners m.b.t. de realisatie.

·       Het uiteindelijke resultaat is te versnipperd.

·       Internet is ten onrechte afgevoerd (3*). De Wijkaanpak en spoorzone zijn onterecht beoordeeld. De systematiek 200%-25% is niet van te voeren afgesproken met de burgers. De toekenning had exact 1 op 1 moeten zijn, nu hebben 29 van de 39 projecten hebben geld gekregen en dat is geen echte keuze van de burger.

 



1) Oktober 1999 heeft het college de regiegroep ‘EZH-campagne’ ingesteld die als volgt was samengesteld: burgermeester Van Oorschot, wethouder Oosten, projectleider B. den Uijl, communicatieadviseurs B. Raymakers (na februari 2000 J. Habets), en I. de Greef.

2) Dr. Ir. W.M. de Jong en Drs. G.V.A. Mulder hebben jan.2000 in het tijdschrift Bestuurskunde een publikatie verzorgd over de rolverdeling bij de interactieve beleidsvorming waarbij gebruik is gemaakt van deze ‘filmproductiemetafoor’. Een afschrift hiervan kan bij de Delftse projectleiding opgevraagd worden. De auteurs geven onder meer het volgende aan: “Effectieve sturing van interactieve beleidsvorming vraagt een structuur van taken, bevoegdheden en interactiepatronen die aan alle betrokken duidelijk is. Het gaat daarbij net als in de filmindustrie om een relatief eenvoudig geraamte, dat echter noodzakelijk is om tot de vereiste dynamiek in de besturingsprocessen te komen. ... Educatie is zinvol om rollen en interactiepatronen te verduidelijken. Voor specifieke rollen kan gerichte opleiding plaatsvinden en kan gezocht worden naar een goede koppeling tussen de vaardigheden van personen en de uit te voeren rollen.”