Geachte heer Groesz,
Hierbij melden wij de gemeente Delft definitief aan
als deelnemer aan het project Duale gemeenten.
Op 2 oktober 2000 stemt de raad van de gemeente
Delft naar verwachting in met de Nota
Bestuur 2: Bestuurlijke vernieuwing in Delft. Aan deze nota is ruim een
jaar lang gewerkt door een werkgroep bestaande uit leden
van de raad. De raad streeft ernaar te komen tot een toegankelijk, herkenbaar
en effectief lokaal bestuur. Om dit te realiseren heeft de werkgroep de wijze
van de beleidsontwikkeling en besluitvorming van de raad beschouwd en voorstellen
gedaan voor de gewenste verbeteringen. De doelstellingen die in dit proces
gesteld zijn luiden als volgt:
·
het herdefiniëren van de bestuurlijke rol van de raad in relatie tot de
rol van het college, met een grotere nadruk op het bestuur in de volle breedte;
·
het versterken van de volksvertegenwoordigende rol van de raad;
·
het duidelijker onderscheiden en stroomlijnen van de controlerende rol
van de raad;
·
het meer ruimte inbouwen voor groepen burgers om het beleid mede vorm te
geven en het duidelijk inkaderen van die ruimte.
In de nota worden verschillende voorstellen gedaan
die in het bijbehorende plan van aanpak zijn verwerkt en in de tijd zijn
geplaatst.
De mogelijkheid die het project Duale gemeenten
biedt om gebruik te maken van inhoudelijke, wetenschappelijke en
procesondersteuning bij het nemen van maatregelen ter bevordering van een meer
dualistische cultuur in Delft spreekt ons zeer aan.
Met een aantal maatregelen dat wordt genoemd in de
omschrijving van het project Duale gemeenten heeft de gemeente Delft in de
afgelopen jaren reeds ervaring opgedaan.
Hieronder volgen een aantal maatregelen die wij
reeds genomen hebben of die wij van plan zijn op korte termijn te
implementeren. In het geval dat er een overeenkomst is met een maatregel
genoemd in uw projectomschrijving is dit tussen haakjes aangegeven.
reeds
ingevoerde maatregelen
De maatregel die de gemeente Delft reeds heeft
ingevoerd zijn:
·
niet-raadsleden kunnen lid zijn van de commissies van advies (A1);
·
burgers hebben spreekrecht in de vergaderingen van de raad en in de
commissies (A3);
·
de raad wordt op een actieve manier geïnformeerd door het college (A6);
·
leden van de raad en niet-raadsleden/commissieleden hebben het schriftelijk
vragenrecht zonder vereisten inzake drempelsteun (A8);
·
de raad heeft het recht van interpellatie zonder vereisten inzake
drempelsteun (A9);
·
de gemeente heeft een lokale rekenkamer ingesteld (A16), de
mogelijkheden tot verbetering van de functie van de rekenkamer worden bekeken;
·
het raadsinformatiesysteem is te raadplegen via internet (B4);
·
de gemeente heeft een ombudscommissie ingesteld (B5).
nog in te
voeren maatregelen
De in de Nota Bestuur 2 genoemde maatregelen die
binnenkort uitgevoerd zullen worden zijn:
·
Het aanbrengen van meer transparantie en inzicht in informatiestromen,
beleidsprocessen, de voortgang en effecten van beleid met behulp van ICT.
Voorbeelden hiervan zijn digitalisering van de besluitvorming en het benutten
van de mogelijkheden van interactieve meningspeiling.
·
De kwaliteit van de raad verbeteren door het opstellen van een
inwerkprogramma voor nieuwe raadsleden en een programma voor huidige raadsleden
om de omslag die de Nota Bestuur 2 voorstaat te bereiken. Tevens wenst de raad een
verhoging van de vergoeding aan fracties zodat zij zelf scholing en opleiding
kunnen volgen op basis van de eigen prioriteiten (A15).
·
In het Najaar 2000 wordt gestart met het aanbieden van opleidingen voor
het schrijven van heldere stukken aan beleidsmedewerkers. Ook een checklist
voor het opstellen van beleidsnota’s wordt gemaakt. Het doel hiervan is te
komen tot kortere, duidelijkere nota’s met een goede samenvatting, consistent,
met verwijzingen naar eerdere besluitvorming, een weergave van de standpunten
van maatschappelijke organisaties en een goede inkadering van de
besluitvorming. Meerdere beleidsvarianten worden voorgelegd bij inhoudelijke
startnotities en informatieve besprekingen (A11)
·
De bekendheid en de bereikbaarheid van raadsleden wordt vergroot door de
leden voor te stellen in de Stadskrant en een homepage voor elk raadslid
creëren.
·
Jaarlijk wordt een raadsprogramma opgesteld. Dit vormt een totaal
jaarprogramma waar alle politiek-strategische onderwerpen op staan waarover de
raad wil praten over waarover de raad moet beslissen. Hierin staat ook
aangegeven welke onderwerpen interactief vormgegeven zullen worden.
·
Het raadsprogramma wordt vertaald naar commissieprogramma’s. Elke
commissie krijgt een eigen jaarprogramma met alle bespreekonderwerpen voor de
betreffende commissie.
·
De vergaderagenda van de commissie wijzigt. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen een bespreekagenda, een besluitagenda, presentaties en overige
onderwerpen. Insprekers wordt een tweede inspraaktermijn geboden om te kunnen
reageren op het antwoord van de voorzitter (C3). Verder wordt de informatieve
vragenronde afgeschaft. De informatieve vragen kunnen voorafgaand aan de
vergadering afgehandeld worden, hiertoe wordt naast het vermelden van naam en
telefoonnummer van de betreffende beleidsmedewerker, nu ook het email-adres
vermeld. (A12)
·
Vanaf maart 2001 worden gekozen raadsleden (in plaats van leden van het
college) benoemd tot voorzitters van de raadscommissies, voorlopig voor de
periode van één jaar, waarna een evaluatie volgt. (A1)
·
De controlerende taak van gemeenteraad wordt beter onderscheiden en
gestroomlijnd door middel van een controleprogramma. Een produktbegroting wordt
ingevoerd. Ook tijdig beschikbare jaarrekeningen en beleidsafrekeningen
vergroten de controlerende mogelijkheid van de raad. Verder worden per
beleidsveld de beleidscycli geïnventariseerd en in een jaarplanning opgenomen.
Ook wordt aan het begin van een beleidscyclus de controle-instrumenten en
-criteria benoemd en gerelateerd aan
gemaakte prestatie-afspraken. (B1)
·
Een lijst van aandachtspunten voor interactieve processen wordt
opgesteld, aan de hand waarvan gewogen kan worden in hoeverre een bepaald
interactief proces succesvol kan verlopen. De raad ziet bij interactieve
beleidsvorming voor zichzelf een rol weggelegd als procesbegeleider,
inhoudelijke partner en participant (C1, C3).
·
De mogelijkheden van ICT worden ingezet bij interactieve beleidsvorming.
Voor projecten van een groot maatschappelijk belang moet het mogelijk worden
dat burgers op plannen reageren en over de uitvoering meedenken. Ook moet het
mogelijk worden dat burgers kunnen reageren op nota’s die nog in ontwikkeling
zijn. (C4, C3)
·
Een participatieverordening voor interactieve beleidsvorming wordt
opgesteld. Deze verordening kan de afspraken die gemaakt worden formaliseren en
daarmee bijdragen aan de gewenste duidelijkheid en helderheid verschaffen over
rechten en plichten van alle betrokken partijen. Vooruitlopend hierop heeft de
raad met de notitie Interactieve beleidsvorming van een deel van de werkgroep
bestuurlijke vernieuwing ingestemd. Deze wordt betrokken bij de
participatieverordening en geldt voorlopig als leidraad voor interactieve
beleidsvorming. (C3)
·
De wijkverkenning wordt ingevoerd.Dit is een georganiseerd
wijkbezoek door de raad, dat afgesloten
wordt met een openbare informele ontmoeting met wijkbewoners. De daadwerkelijke
invulling hiervan wordt nog nader bekeken.
Een uitgebreider overzicht van onze activiteiten
ten aanzien van bestuurlijke vernieuwing vindt u in de Nota Bestuur 2 en het
bijbehorende Plan van aanpak, die u beide bijgaand aantreft.
De uitvoering van de Nota bestuur 2 is een
omvangrijke operatie die veel verschillende onderdelen omvat. De kans op een
succesvolle implementatie van de door ons voorgenomen maatregelen wordt vergoot
wanneer gebruik gemaakt kan worden van de deskundigheid en de ervaring van
anderen.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Delft,
,
burgemeester
,
secretaris