Centrale Staf/ Vakteam
Strategie en Control
Gemeentebericht
2000
I.
Inleiding
VI. Vooruitblik op de Gemeenterekening 2000.
I. Inleiding
Dit
jaar verschijnt er slechts één Gemeentebericht. De inhoud beperkt zich
voornamelijk tot een rapportage over majeure risico’s en over de projecten. Het
Gemeentebericht vervangt het Concernbericht, waarvan er in voorgaande jaren
meestal twee verschenen. In verband met de reorganisatie per 1 maart 2000 en de
samenvoeging van administraties is er dit jaar gekozen voor slechts één
tussentijdse rapportage in de vorm van dit Gemeentebericht, met als peilmoment
de maand september. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de door de
clusters aangegeven stand van zaken.
Voor
dit gemeentebericht is de volgende hoofdstukindeling gehanteerd:
·
Algemeen beeld
·
Tussentijdse Financiële Ontwikkelingen.
·
Risico’s
·
Projecten
·
Vooruitblik op de Gemeenterekening 2000.
Per hoofdstuk is de volgorde aangehouden van de
beleidsthema’s, zoals die zijn gehanteerd in de Zomernota 2000-2003. In het
hoofdstuk over de risico’s ligt een lijn naar de laatst vastgestelde Zomernota
2001-2004. Op de in dat hoofdstuk vermelde risico’s wordt ingegaan, voorzover
actuele ontwikkelingen daar aanleiding toe geven. Een aantal risico’s hebben
wellicht pas vanaf het jaar 2001 financiële gevolgen. Indien het gaat om
activiteiten waarvan de voorbereidingen dit jaar getroffen worden, worden de
hiermee samenhangende risico’s ook in dit Gemeentebericht meegenomen. Over de
voortgang van de EZH - projecten bent u via een afzonderlijk voortgangsbericht
geïnformeerd.
II. Algemeen Beeld
Door de gemeentelijke organisatie is in de
achterliggende periode veel tot stand gebracht. Zoals uit dit Gemeentebericht
blijkt wordt er met voortvarendheid aan de vele lopende projecten gewerkt. Er
bestaat een goed overzicht van het werk en de lopende en geplande projecten.
Ten aanzien van veel projecten, waaronder het omvangrijke Spoortunnelproject en
de invoering van de euro, is er de verwachting dat deze leiden tot een goed
resultaat. Met enige trots vermelden we hier ook dat de gemeente Delft de 3e
prijs behaalde in de wedstrijd om de titel om de “Groenste stad van Nederland”.
Omdat dit gemeentebericht zich beperkt tot een
rapportage over majeure risico’s zouden alle positieve ontwikkelingen in onze
gemeentelijke organisatie uit het oog verloren kunnen worden. Dat is zeker niet
de bedoeling. Daarom benadrukken we dat er veel werk wordt verzet, er veel werk
in voorbereiding is en veel werkzaamheden worden uitgevoerd.
Het bovenstaande neemt niet weg, dat de
implementatie van de reorganisatie een moeilijke operatie is. De zwaarte
hiervan wordt met name in die clusters ervaren, waar de veranderingen het ingrijpendst
zijn. Zo blijkt de hele omzetting van de oude naar de nieuwe
organisatiestructuur, inclusief de vorming van facilitaire dienstverlening, een
ingewikkeld groeiproces, waarvan kinderziektes een onvermijdelijk onderdeel
uitmaken. De omzetting van de financiële- en personeelsadministratie vragen
veel inzet en capaciteit.
Gemeentebreed wordt de krapte op de arbeidsmarkt
‘aan den lijve’ ervaren. Het vormt een handicap in het streven om onderdelen,
die kampen met vacatures, op sterkte te krijgen. En dat is basisvoorwaarde voor
het goed laten functioneren van de organisatie. Afdelingen als ICT en Financiën
(van het cluster Facilitaire Dienstverlening) hebben bijvoorbeeld 20 tot 30
procent vacatures. Maar ook andere vakteams kampen met dit probleem. Daarnaast
zijn nog niet alle personeelsleden op het kwalitatieve niveau dat men beoogt.
Hiervoor wordt, zo veel mogelijk, een vormings- en opleidingstraject ingezet.
De problemen op de arbeidsmarkt betekenen een operationeel risico, hetgeen zich
ook vertaalt in risico’s ten gevolge van uitval en uitdiensttreding van
medewerkers en inhuur van extern personeel.
Het ontbreken van inzicht in de stand van de
budgetten vormde voor vakafdelingen gedurende een lange tijd een handicap.
Inmiddels is er op dit punt een belangrijke stap voorwaarts gemaakt, in de vorm
van tussentijdse overzichten. Er volgen nog verdere verbeteringen. Ook de
gevolgen van de nieuwe begrotingssystematiek (budgettering en normering) en de
invloed daarvan op de bedrijfsvoering, vragen de komende tijd nog aandacht en
geduld.
Uit de hoofdstukken over de risico’s en stand van
de projecten blijkt, dat ook daar de krapte op de arbeidsmarkt tot vertragingen
kan leiden. Anderzijds zijn projecten dermate complex, dat alleen daardoor al
vertragingen ontstaan.
Financieel gezien levert het Gemeentefonds dit jaar
incidenteel extra bestedingsruimte op, maar aan de andere kant staan daar extra
noodzakelijke reserveringen (G.R.P. en Reiniging) tegenover. Ook pakt de
loonkosten - ontwikkeling dit jaar iets ongunstiger uit dan in de laatste
Zomernota geraamd. In het hoofdstuk over de risico’s worden veel risico’s niet
in geld gewaardeerd, waardoor o.a. een echte prognose van het rekeningresultaat
2000 niet mogelijk is.
III. Tussentijdse Financiële Ontwikkelingen
Gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds geeft
voor 2000 voor de gemeente een positief beeld. De stijging van de algemene
uitkering heeft zowel een structurele als een incidentele component. Van de
incidentele toevoeging maken ook verrekeningen over 1999 deel uit. In de
Zomernota 2001 - 2004 is reeds voor ƒ 2 mln met deze positieve
ontwikkeling van het gemeentefonds rekening gehouden. In de nota’s over de
meicirculaire en de septembercirculaire 2000 is de ontwikkeling in de algemene
uitkering uit het gemeentefonds nader toegelicht. De verhoging uit de
meicirculaire 2000, voor zover nog niet meegenomen in de laatste Zomernota,
(ƒ3,3 miljoen) is toegevoegd aan de stelpost voor nominale ontwikkelingen.
Daarmee zullen onvoorziene kostenontwikkelingen kunnen of moeten worden
opgevangen. In het bijzonder moet gedacht worden aan de noodzakelijke
aanvulling van enkele reserves (zie hierna) en de extra lasten als gevolg van
de loon- en prijsontwikkeling in 2000. Het voordeel op grond van de septembercirculaire
2000 bedraagt ƒ 2 miljoen en zal in het rekeningresultaat over 2000 worden
verwerkt.
Stortingen in reserves en voorzieningen
De reserve tot dekking van hogere
vuilverwerkingskosten en de reserve egalisatie gemeentelijk rioleringsplan
vertonen beide per ultimo 1999 een negatieve stand van in totaal
ƒ 3 mln. De oorzaak ligt voornamelijk in de rekeningresultaten van de
afgelopen jaren van beide onderdelen. Ook dit lopende jaar dreigt een negatief
resultaat voor de uitvoeringskosten voor riolering en reiniging. Een extra
risico met betrekking tot de rioolrechten is bovendien, dat de gevoerde
juridische procedures over enkele grote vorderingen ongunstig dreigen uit te
pakken. Vanwege het feit dat de oorzaken van deze financiële knelpunten
voornamelijk in het verleden liggen en nauwelijks te beïnvloeden zijn, is het,
terwille van een verantwoord tariefbeleid, voor de toekomst zaak de tekorten
aan te zuiveren om zodoende vanaf 2001 met een schone lei te kunnen beginnen.
De benodigde extra stortingen zullen worden meegenomen in het rekeningresultaat
2000.
Nominale ontwikkelingen
De werkelijke loonontwikkeling ligt dit jaar iets
boven de geraamde loonkostenstijging, namelijk 4,75% werkelijk en 4,35%
geraamd.
De consequenties van de nieuwe CAO, die per 1
oktober 2000 moet ingaan, is in de raming voor 0,5% meegenomen. De huidige
afspraken behelzen onder meer een salarisverhoging per 1 oktober 2000 van 1,5%
en een verhoging van de eindejaarsuitkering van 0,5% met een bodemaanpassing.
Per saldo resulteren deze maatregelen in een stijging op jaarbasis van 0,9%.
Ten opzichte van het begrote percentage van 0,5% levert dit een extra stijging
op van 0,4% hetgeen voor de gemeente dit jaar een tegenvaller van ruim
ƒ 0,4 mln betekent. In totaliteit passen de loonstijgingen binnen de
hiervoor opgenomen stelpost.
Renteresultaat en Kapitaallasten
Het renteresultaat over het eigen vermogen
(reserves en voorzieningen) levert vermoedelijk een voordeel op van
ƒ 2,5 mln. Het gaat hier om het verschil van de doorberekende
financieringsvergoeding over het eigen vermogen en de werkelijk bijgeschreven
vergoeding. Dat verschil wordt als algemeen dekkingsmiddel ingezet.
Een deel van dit positieve resultaat wordt
veroorzaakt doordat de werkelijke stand op 1 januari 2000 hoger lag dan
geraamd. In de Zomernota 2001 is deze meevaller nog niet meegenomen.
Wat het financieringsresultaat van de exploitatie
algemeen betreft is een voordeel van ruim ƒ 4 mln geraamd. Er bestaat
nog geen inzicht in de vermoedelijke uitkomst. Wel ontstaat er daarboven een
aanmerkelijk voordeel dit jaar doordat de verkoopopbrengst van de aandelen EZH
en BNG extra rentebaten opleveren. Deze gaan in de richting van een bedrag van
ƒ 5,5 mln. Dit bedrag is gelijk aan de verwerkte rentemeevallers in
de Zomernota 2001-2004 (ƒ 4 mln voor rentevoordelen EZH en
ƒ 1,5 mln in verband met de rente-ontwikkeling).
De uitputting van de stelpost kapitaallasten van
investeringscategorie 1 is afhankelijk van het tempo van realisatie van deze
investeringen. Verwacht kan worden dat deze post evenals vorige jaren een
overschot laat zien. Op dit moment bestaat hierin echter nog geen inzicht.
IV. Risico´s
IV.1. Leefbaarheid
De voorbereiding voor de nieuwe stedelijke organisatie voor welzijnswerk
Deze voorbereiding loopt op schema. Per 1 januari
2001 zal het jongerenwerk zijn ondergebracht in de Stichting Breed Welzijn
Delft. De rest van het welzijnswerk volgt maximaal een jaar later en blijft
zolang bij de SWD. Hierdoor kunnen mogelijk frictiekosten ontstaan, in de sfeer
van personeelskosten.
Poptahof
De ontwikkeling rond de Poptahof vertragen, wij
zullen bij de corporatie aandringen op spoed voor wat betreft hun inzet bij de
herstructurering.
Sportbedrijf
Voorbereiding van het bedrijfsplan wordt meegenomen
in het traject van de sector Stadsbeheer. De uitvoering van fase 2 en 3 van de
aanpassingen in het gebouw Zwembad Kerkpolder is één jaar vertraagd. De hieraan
gekoppelde besparing van ƒ 75.000 wordt hierdoor niet gerealiseerd.
Overigens is er dan ook geen sprake van kapitaallasten. Het bestrijden van de
legionella bacterie heeft tot een tegenvaller geleid van ƒ 25.000.
De pacht van de horecagelegenheid in Kerkpolder is
opgezegd.
Stadsbeheer
De nieuwe organisatiestructuur van de sector is
recent vastgesteld. Inmiddels zijn voorbereidingen gestart voor de
totstandkoming van het bedrijfsplan. De relatie opdrachtgever/nemer met het
ingenieursbureau is nog in ontwikkeling. Gesprekken verlopen positief, maar
toedeling van de budgetten zal mogelijk tot problemen kunnen leiden.
Er zijn geen directe knelpunten op dit moment.
Risico’s zitten in de sfeer van beheersplannen en de dekking hiervoor. Dit
speelt met name bij rioleringen en bij baggeren. Bij de reiniging speelt de
overschrijding van het krediet voor het nieuwe overlaadstation met ca
ƒ 2 mln, onder meer als gevolg van extra baggerwerk, meerwerk aan de
kraan, arbo-maatregelen. Deze
kredietoverschrijding op zich zal naar verwachting geen consequenties hebben
voor de reinigingsrechten en de tarieven voor buurgemeenten.
De groei van de hoeveelheid afval en de kosten van
verwerking zullen wel invloed hebben op de reinigingsrechten.
Brandweer
De wettelijke veiligheidseisen voor de uitoefening
van brandweertaken worden steeds hoger. Dit leidt tot verplichte keuringen van
praktisch al het materiaal. Regelgevingen, waaronder het Besluit
Brandweerpersoneel en de Wegenverkeerswet, leiden tot het toenemen van
(herhalings-) opleidingen en oefeningen. Dit zal op termijn leiden tot een
(structureel) nog niet te kwantificeren tekort op het budget. In volgende
beleidscyclusdocumenten wordt hier nader op terug gekomen.
De in het samenwerkingsverband Delftse bedrijven
gemaakte afspraken door de Brandweer kunnen worden nagekomen.
Het aantrekken van 27 parttimers (streefgetal)
verloopt moeizaam. De werving van parttime brandweerlieden is in de maand juni
2000 gestart. Tot op heden kan gesteld worden dat het aantal reacties niet
voldoet aan de verwachtingen. Naar verwachting zullen hooguit 10 parttimers op
korte termijn aangesteld kunnen worden.
In de afgelopen periode zijn twee
rampbestrijdingsplannen gereed gekomen. De plannen betreffen Asepta B.V. en van
der Helm, Op - en Overslag B.V..
Op korte termijn wordt gestart met IRI en daarna
DSM/Gist. Tevens vindt op verzoek van het college, provincie en de regio een
onderzoek plaats naar de risico opleverende objecten.
Er wordt op korte termijn een voorziening getroffen
voor onderhoudskosten bluswatervoorziening, in overleg met Waterleidingsbedrijf
Europoort.
IV.2. Sociale Structuur
Kinderopvang
Vanaf 1 juli 1996 voert de gemeente Delft de
rijkssubsidieregeling kinderopvang en buitenschoolse opvang voor alleenstaande
ouders (KAO) uit. Deze regeling heeft als doel de deelname van alleenstaande
ouders op de arbeidsmarkt te bevorderen.
De maximale subsidie voor 1999 is voor Delft
vastgesteld op ƒ 635.507. Hiervan heeft de gemeente ƒ 508.406 (80 %)
als voorschot ontvangen. Bij de berekening van de jaaropgave is gebleken dat de
gemeente slechts ƒ 466.110 kan declareren. Voor de gemeente betekent dit
een nadeel van ƒ 62.296. Dit nadeel is ontstaan omdat een aanvraag is
ingediend voor ruim 32 plaatsen, terwijl er iets minder dan 23 plaatsen
gerealiseerd zijn.
Ook over het jaar 2000 is een nadeel te verwachten.
Voor dit jaar is de regeling zodanig uitgebreid dat ook deelnemers aan
trajecten in het kader van sociale activering en minderjarige alleenstaande
ouders voor de regeling in aanmerking kunnen komen. Voor het jaar 2000 heeft de
gemeente subsidie aangevraagd voor ruim 45 plaatsen, waarvoor het ministerie
een subsidiebedrag van ƒ 904.310 heeft vastgesteld. Deze plaatsen zijn nu
(september 2000) reeds opgevuld. Omdat dit jaar zeker nog meer aanvragen zullen
volgen, wordt op dit moment bekeken of ook andere budgetten, zoals bijvoorbeeld
het scholings- en activeringsbudget van de WIW, voor de kinderopvang van
alleenstaande ouders kunnen worden aangesproken. Naar het zich nu laat aanzien
zal dit inderdaad mogelijk zijn.
In het jaar 2000 zal desalniettemin een nadeel
ontstaan. Het ministerie verleent subsidie op basis van het aantal
gerealiseerde kinderopvangplaatsen. Per plaats wordt een bedrag van
ƒ 19.900 vergoed. De Stichting Octopus, die de kinderopvang in veruit de
meeste gevallen verzorgt, hanteert vanaf 1 januari 2000 echter een tarief van
ƒ 22.000 per opvangplaats per jaar. Uitgaande van 45 kinderopvangplaatsen
levert dit een verschil op van bijna ƒ 95.000. Het is duidelijk dat in
deze situatie verandering moet worden gebracht. Nog dit jaar zal de gemeente
een gesprek aangaan met de Stichting Octopus met als inzet het subsidiebedrag
van het ministerie en de door de Stichting gehanteerde tarieven op één lijn te
brengen.
Regionaal Indicatie Orgaan
(RIO).
Het Regionaal Indicatie Orgaan
Delft Westland Oostland (RIO DWO) heeft voor het jaar 2001 een concept
productbegroting opgesteld. Hoewel deze productbegroting nog vastgesteld moet
worden door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling GGD
Delfland, is het verstandig om rekening te houden met de gepresenteerde cijfers
in de concept productbegroting. Verwacht wordt namelijk dat de bijdrage van de
gemeente Delft voor het jaar 2001 aan het RIO DWO fors verhoogd zal moeten
worden. In het jaar 2001 wordt de gemeentelijke bijdrage namelijk vastgesteld
op basis van het aantal indicaties dat door het RIO voor de gemeente is
verricht. Het RIO heeft op basis van een geschat aantal indicaties per
gemeente, de Delftse bijdrage voor 2001 voorlopig vastgesteld op
ƒ 1.328.400. Dit zou een verhoging van ƒ 291.465 van de Delftse
bijdrage aan het RIO betekenen vanaf het jaar 2001. Momenteel wordt bezien in
hoeverre het Delftse aandeel in de kosten van het RIO kan worden verlaagd.
Niettemin moet in 2001 rekening worden gehouden met een stijging. Een
definitief voorstel zal in de loop van het najaar aan het gemeentebestuur
worden voorgelegd.
GGD Delfland
Bij de GGD Delfland zijn er de volgende
ontwikkelingen:
Tekort
begroting 2000: De cijfers over het eerste half jaar geven een tekort. Het tekort zal
dit jaar nog verder oplopen. Voor een groot deel zijn dit incidentele kosten;
voor een kleiner deel werken die structureel door naar 2002 en verder.
Verbetertraject: De GGD verkeert in een
zeer kwetsbare situatie. Door de GGD is een verbetertraject voorgesteld dat
moet leiden tot tenminste het minimale niveau van verantwoorde zorg. Daartoe
zijn een aantal duurzame investeringen noodzakelijk. Voor 2000, 2001 en 2002
zullen voorstellen worden gedaan hierin te investeren.
Fusie met GGD
West-Holland:
In de intentie-overeenkomst, die in oktober 2000 wordt getekend, wordt een
fusie beoogd tussen de GGD West-Holland en GGD Delfland per 1 januari 2002. Ook
hiervoor is het verbetertraject essentieel. In de intentie-overeenkomst is
afgesproken dat beide organisaties zowel organisatorisch als financieel op orde
moeten zijn.
Eén en ander heeft voor Delft financiële
consequenties. Behoudens de fusiekosten die in de Zomernota 2001-2004 zijn
meegenomen, komen de overige punten in Delft aan de orde nadat het algemeen
bestuur van de GGD hierover in oktober a.s. heeft besloten.
Daling
bijstandsgerechtigden en instelling Fonds Werk & Inkomen
Op het onderdeel bijstand doen zich ontwikkelingen
voor die grote financiële consequenties hebben. Van ultimo 1997 tot ultimo 1999
is het aantal bijstandsontvangers met ruim 400 gedaald. Dat leidt tot een
daling van de inkomsten uit het gemeentefonds met ruim ƒ 1 mln in
zowel 2000 als 2001. Dit kan worden berekend aan de hand van de meicirculaire
2000. In de nota over deze circulaire wordt verondersteld dat deze daling
budgetneutraal is omdat zij moet worden gecompenseerd door een daling in de
bijstandskosten en de uitvoeringskosten. Nu dalen deze kosten ook aanzienlijk
maar niet evenredig. In 2000 blijft naar verwachting per saldo een tekort
bestaan van ƒ 250.000.
In 2001 wordt bovendien het Fonds Werk &
Inkomen (FWI) ingevoerd. Op basis van een eerste budgetindicatie van het Rijk
is voor Delft een berekening uitgevoerd van de consequenties. De eerste
berekening wijst uit dat het budget naar verwachting niet voldoende zal zijn om
het gemeentelijk aandeel in de bijstandskosten (25 %) op te vangen. Op basis
van de huidige prognose moet rekening worden gehouden met een tekort van
ƒ 3 ton in 2001. Daarnaast is er echter sprake van een uitname uit
het gemeentefonds van de vergoeding voor de gemeentelijke kosten van de
bijstand in verband met de instelling van het FWI. Deze operatie verloopt voor
Delft niet budgetneutraal en levert in 2001 een (incidenteel) nadeel op van
ruim ƒ 1 ton. Omdat de daling van het aantal bijstandsontvangers
uiteraard ook doorwerkt in 2001 bedraagt de totale tegenvaller in dat jaar naar
verwachting ruim ƒ 9 ton.
Als het definitieve budget voor Delft in het kader
van het FWI bekend is, zullen de berekeningen verder worden uitgewerkt in een
nota voor het gemeentebestuur. Daarin zullen ook dekkingsvoorstellen worden
gedaan om dit tekort geheel of gedeeltelijk op te vangen.
Belastingherziening 2001
De belastingherziening 2001 heeft consequenties
voor de bedrijfsvoering van de sector Werk, Inkomen en Zorg.
Uit de bestandsanalyse blijkt dat een derde van de
klanten direct te maken krijgt met de gevolgen van de belastingherziening. In
1999 en begin 2000 is sprake van extra incidentele kosten. Deze hebben te maken
met aanpassingen van de automatisering (ƒ 55.000), voorlichtingskosten (ƒ 5.000),
inzet tijdelijk personeel (ƒ 20.000) kosten aanpassen en herdrukken van
formulieren, beschikkingen en werkinstructies (ƒ 14.000), de kosten van
scholing van personeel (ƒ 13.500) en de kosten van de projectorganisatie
(geschat op ƒ 85.000).
De structurele kosten hebben betrekking op de extra
administratieve werkzaamheden als gevolg van de belastingherziening. Waar
mogelijk worden deze formatieve consequenties meegenomen met de herijking van
de normtijden de nota planning & normering 2001.
Op dit moment bestaat nog geen zekerheid over de
vergoeding vanuit het ministerie voor de uitvoeringskosten van de Gemeente.
Overdracht ambulancedienst
aan Den Haag.
Op 1 oktober 1999 is de ambulancedienst van de
gemeente Delft gefuseerd met de ambulancedienst van de gemeente Den Haag. In
het sociaal plan waarin de partijen de overgang van het betrokken personeel
hebben geregeld, was echter afgesproken dat er met terugwerkende kracht nog een
functiewaarderingstraject zou plaatsvinden. Inmiddels is de waardering van deze
functies vastgesteld door het college van B&W en heeft dit tot gevolg dat
de functie van ambulanceverpleegkundige een schaal hoger gewaardeerd is dan
voorheen. De kosten die hieruit voortvloeien zullen ongeveer ƒ 150.000
(incidenteel) bedragen.
Daarnaast zijn in het Sociaal Plan ook afspraken
gemaakt over de afbouw van salaristoelagen als overwerk, piket en
onregelmatigheidstoeslag. Ook hier moet een nacalculatie plaatsvinden op basis
van het werkelijke verrichte overwerk e.d. Dit leidt nu tot een nabetaling die
gaat plaatsvinden na 1 oktober 2000. De totale kosten die hiermee gemoeid zijn,
bedragen ongeveer ƒ 50.000 (incidenteel).
Met de Gemeente Den Haag zijn afspraken gemaakt
over de verdeling van bovengenoemde kosten. Deze komen er ruwweg op neer dat de
kosten voor de fusiedatum nog voor rekening van de gemeente Delft komen Op
basis van de eerste berekeningen mag worden verwacht dat de kosten voor Delft
ca. ƒ 90.000 (incidenteel) zullen bedragen. In oktober zal een en ander in
een nota aan het bestuur worden voorgelegd.
IV.3. Duurzaamheid
Stationsplein
Het project Stationsplein is met de ingebruikname
van het wachtgebouw halverwege het jaar 2000 gereedgekomen, later dan
oorspronkelijk gepland. Op dit moment wordt de financiële eindafrekening in
samenwerking met de subsidiegevers voorbereid. Zodra de aanvullende
subsidiebeschikking is ontvangen zal de aanvullende kredietaanvraag worden
ingediend; in de Kadernota 1999-2002 zijn hiertoe de nodige middelen opgenomen.
Op dit moment bestaat er een risico van circa ƒ 1,5 mln aan
ontbrekende dekking. De einddeclaratie zal in december 2000 gereed zijn.
Aanpak 30 km gebieden en
fietsactieplan
De invoering van 30 km zones loopt licht achter op
de oorspronkelijke planning. Er is meer overleg noodzakelijk om tot invoering
te komen. Veelal ligt de oorzaak hiervan in de vele details die bij het
opstellen van de plannen naar voren komen.
Invoering van het fietsactieplan loopt eveneens
achter op schema. Vertaling van het plan naar concrete projecten kost meer tijd
dan verwacht. Daarnaast doen zich drie elementen voor die extra kosten tot
gevolg hebben:
·
De invoering ‘Voorrang van rechts’ per 1 mei 2001. De kosten hiervan
worden geraamd op ongeveer ƒ 100.000.
·
Nieuwe inzichten rond de toepassing van rood asfalt. Uit het oogpunt van
onderhoud van toepassing van duurzame materialen (geen slemlaag maar enkele
centimeters dik rood asfalt). De extra kosten hiervan kunnen oplopen tot 2
miljoen gulden. Hierover wordt een apart voorstel opgesteld.
·
Prijsontwikkelingen.
Om de achterstand van deze twee projecten te
beperken en mogelijk in te lopen zijn inmiddels afspraken gemaakt.
IV.4. Cultuur
Archeologie
Voor een goede uitvoering van het beleidsveld
archeologie biedt de huidige begroting onvoldoende basis. Een bedrijfsplan, met
budgettaire consequenties, is in de maak. Daarbij zullen nadere voorstellen
gedaan. We streven ernaar binnen de gemeentebegroting 2001 een oplossing te
vinden.
IV.5. Bedrijfsvoering
Publieksbalie
Sinds eind mei 2000 is daadwerkelijk gestart met
het ontwerp voor de inrichting van de publieksbalie aan de Phoenixstraat. Na de
opening van de publieksbalie is de externe oriëntatie een forse stap
voorwaarts. De burger kan voor de meeste zaken op deze lokatie terecht, de
dienstverlening wordt meer geïntegreerd en de wachttijden worden korter.
Groeien naar externe oriëntatie kent nog een aantal
(financiële) risico’s.
Inrichting balies
Met de verbouwing komen er nieuwe balies. Over de
inrichting hiervan worden nog gesprekken gevoerd. De standaardcomputers zijn
niet geschikt voor het baliewerk, omdat de beeldschermen moeten worden
ingebouwd. De kosten van de benodigde apparatuur per balie is nog niet bekend.
Klantvolgsysteem
Door uitbreiding van het aantal balieproducten, dat
aan de Phoenixstraat geleverd gaat worden, en door de verbouwing van de begane
grond, is de huidige software voor de het klantvolgsysteem (Bavak-systeem) niet
langer toereikend. Met het Bavak bureau zijn gesprekken gaande om tot een
offerte te komen. Dat zal leiden tot een kwantitatieve en kwalitatieve
uitbreiding van het systeem. Op dit moment is nog niet duidelijk welke
investering en welke structurele kosten hiermee gemoeid zijn.
De uitbreiding is nodig vanwege de toename van
verschillende diensten en producten.
Met de kwalitatieve uitbreiding kan de
klantenstroom beter gestuurd worden door op afspraak te werken ( mensen kunnen
zelf op internet een afspraak vastleggen of telefonisch een afspraak maken).
Het systeem genereert managementinformatie waardoor de inzet van
baliemedewerkers efficiënter kan geschieden en kwaliteitsverbeteringen kunnen
worden aangebracht.
Verhuizing gemeentelijke
organisatie en herhuisvesting
Het cluster Facilitaire Dienstverlening is
intensief betrokken bij het proces van de herhuisvesting. De eerste fase is
nagenoeg afgerond. Momenteel wordt de besluitvorming voor de volgende fasen
voorbereid: de begane grond van het pand Phoenixstraat en de locaties van WIZ.
In financieel opzicht is er sprake van tegenvallers
ten opzichte van de eerder gestelde begroting, doordat deze op een moment is
gemaakt waarop minder zicht was op de logistieke, bouwkundige en
inrichtingsconsequenties van de verhuisoperatie. Hierover wordt aan het eind
van het jaar gerapporteerd.
Aan het vakteam Grond (sectie OGM) is gevraagd om
een exploitatie-opzet van de eindsituatie (inclusief het RIAGG-pand) te maken.
Daarna wordt duidelijk of de beschikbare exploitatiebudgetten toereikend zijn.
In de overgangssituatie zullen onvermijdelijk hier
en daar dubbele lasten gemaakt worden in de exploitatie van de huisvesting van
het gemeentelijk apparaat. Sommige locaties zijn nu nog in gebruik en zullen op
termijn worden verlaten, terwijl de nieuwe locaties ook al in gebruik zijn.
Werkplekkosten
Er is gekozen voor een systematiek waarbij het
cluster Facilitaire Dienstverlening de zorg op zich neemt voor de levering van
een (fysieke en geautomatiseerde) standaard werkplek aan een medewerker van het
vakteam. Daarom behoren alle daarvoor benodigde budgetten bij Facilitaire
Dienstverlening te worden ondergebracht. Deze methodiek is nog niet echt tot in
al zijn operationele consequenties uitgewerkt, waardoor nu (tijdelijk)
knelpunten ontstaan.
Vakteam ICT verzorgt de standaard
werkplekvoorziening op ICT-gebied binnen de gemeente. Het vakteam heeft daartoe
een budget beschikbaar gekregen. Dit budget gaat uit van een vastgesteld aantal
werkplekken binnen de gemeente.
Vastgesteld is de afgelopen periode dat het aantal
werkplekken binnen de gemeente is toegenomen. In lang niet al die gevallen is
er sprake van uitbreiding van functie, maar van mensen met meerdere werkplekken
en uitbreiding van wensen-pakketten tijdens het reorganisatieproces. Dit leidt
tot meerkosten, waarvan de wijze van afhandeling nog in discussie is.
Het vakteam HSM voorziet in een groot aantal
facilitaire voorzieningen voor de gemeentelijke organisatie. Bij het omzetten
van de begroting is gebleken dat veel zaken niet of gedeeltelijk waren gedekt.
Ook is er nog discussie over centrale of decentrale uitvoering van taken. Bij
het opwerken van de gedetailleerde vakteambegrotingen 2001 zullen deze
budgettaire problemen nader worden geïnventariseerd en tot besluitvorming
worden gebracht. Dit betekent dat in 2000 overschrijdingen kunnen worden
verwacht op posten als meubilair en kantoorartikelen en op de budgetten voor
bureaukosten bij de vakteams. Naar verwachting zal een en ander daarna
structureel binnen de bestaande budgetten worden opgelost.
Personeelsbudget:
privatisering wachtgeld per 1-1-2001
De rijksoverheid en de CAO-partners hebben besloten
de wachtgeldregeling af te schaffen. De WW-regeling voor ambtenaren wordt
volgens de wetgeving per 1-1-2001 toegepast en uitgevoerd door de USZO. Daar
bovenop komt een overgangsregeling waarbij voor een groot deel van de
medewerkers een bovenwettelijke WW-regeling door de USZO zal worden uitgevoerd.
Alle uitvoeringskosten, inclusief het aandeel in de overhead van de USZO, komen
voor rekening van de gemeente. Op grond van de ervaring met de privatisering
van de WAO is de verwachting dat de kosten van de USZO hoger zullen uitvallen
dan bij de uitvoering in eigen beheer (ƒ 300.000) en dat aan de kant van
de gemeente ook meer administratie verricht zal moeten worden (ca. 1 Fte =
ƒ 100.000). De structurele meerkosten van ƒ 300.000 passen binnen de
daarvoor geraamde ruimte op de stelpost loonontwikkeling.
Personeelsbudget: WW-premie
Voor de werkloosheidsregeling draagt het
bedrijfsleven premie af aan de bedrijfsverenigingen. De overheid is eigen
risicodrager en mag de ingehouden premie zelf houden ter dekking van de eigen
kosten. Bij teruglopende werkloosheid ligt het voor de hand dat de premie
verlaagd wordt. Hierover is nog geen besluit genomen op rijksniveau.
In Delft is de premie nooit gebruikt om de kosten
van de wachtgeldregeling af te dekken, maar gewoon ingezet als algemeen
dekkingsmiddel voor de formatie. Minder inhouding van premie leidt tot een
tekort in de dekking van naar verwachting ƒ 2.000.000. Verwacht wordt dar
er binnen de eerder genoemde stelpost dekking is.
ARBO
Alleen voor 2000 is incidenteel ƒ 232.000
beschikbaar gesteld voor de jaarlijkse risico-inventarisatie door een ARBO
gecertificeerde instelling. De investeringen die volgen uit deze inventarisatie
zijn niet gedekt (b.v. meubilair).
FUWA
Door de reorganisatie moet een groot deel van de
functies opnieuw beschreven en gewaardeerd worden. Het is niet de verwachting
dat dit voor het jaar 2001 kan plaatsvinden. Het werk zal moeten worden
uitbesteed.
Daarna moet structureel invulling gegeven worden
aan het beschrijven en waarderen van functies.
Voor de trajecten ARBO en FUWA zal in het traject
werkbegroting 2001 een oplossing gezocht worden.
Werving en selectie
Het bestaande budget van ƒ 143.000 is niet
toereikend. In het traject werkbegroting 2001 wordt hiervoor een
oplossingsvoorstel uitgewerkt. In 2000 wordt voorlopig de oude methodiek
gehanteerd (de vakteams betalen zelf de werving en selectie).
Onderhoudstoestand
gemeentelijke gebouwen
Het achterstallig onderhoud van gemeentelijke
panden is al jaren punt van discussie. Daarnaast worden regelmatig de eisen
aangescherpt op het gebied van veiligheid, milieu en ARBO.
Financieel heeft dat twee consequenties :
Allereerst moet voor een groot aantal panden het achterstallig onderhoud worden
ingelopen dan wel de maatregelen op het gebied van ARBO, milieu en veiligheid
worden uitgevoerd. Tevens moeten de onderhoudsbudgetten opgehoogd worden zodat
sprake kan zijn van een adequaat onderhoudsniveau.
Inspectie en inventarisatie kunnen uitsluitsel
geven over het noodzakelijk onderhoud.
In 2000/2001 zal hiervoor een inventarisatie
plaatsvinden.
V. Projecten
V.1. Leefbaarheid
Verbeteren en veilig maken
van speelplaatsen
Het verbeteren (herverdelen, renoveren) en veilig
maken van de speelplekken in Delft loopt achter op de oorspronkelijke planning
maar ligt wel vol op stoom. Een versnelde uitwerking is reeds in gang gezet. In
december 2000 zijn voor alle 6 wijken plus de binnenstad voor de speelplekken
de plannen op wijkniveau gereed (in nauwe samenwerking tussen gemeente en
klankbordgroepen uit de wijken). In 2001 zijn alle speelplekken veilig en/of
gerenoveerd etc. Daarmee wordt de oorspronkelijke planning (1999-2001) gehaald.
V.2. Sociale Structuur
Samen aan de Slag
De nota ‘Samen aan de Slag’ geeft invulling aan de
wensen van het college om een aanpak te formuleren voor het bestrijden van de
werkloosheid, armoede en sociaal isolement. In de nota wordt een brede visie op
deze onderdelen gepresenteerd. Belangrijk onderdeel van de nota zijn 6
deelprojecten/ pilots:
- de opzet van het Delfts
Uitkeringen Informatie Team (DUIT),
-
een verdere uitbouw van
het incentivebeleid,
- de ontwikkeling van een
meldpunt ter bestrijding van sociaal isolement,
- een activerende aanpak voor
éénoudergezinnen,
- projecten met werkgevers
t.b.v. de instroom van werkzoekenden,
- de opzet van een sociale
database.
De visies en ideeën van Samen aan de Slag zijn tot
stand gekomen in een interactie met een breed scala aan partners. De resultaten
van dat traject vinden hun weerslag in een eindnota. In een startconferentie is
de conceptversie van deze eindnota recentelijk aan de gesprekspartners en de
leden van de commissie WZO gepresenteerd. In het najaar zal een brochure
verschijnen die nog dieper zal ingaan op de uitkomsten van het interactieve
traject.
De definitieve versie zal in de
besluitvormingsronde van oktober aan het college worden voorgelegd. Het project
Samen aan de Slag komt daarmee aan de vooravond van de implementatiefase.
Daarin moeten zaken worden geregeld rond de benodigde capaciteit, de
organisatorische inbedding, de aansturing, de continuïteit, etc. Een aanzet tot
de ontwikkeling van deze fase wordt op 29 september met een breed
managementteam van WIZ besproken.
Invoering Euro
De uitvoering van de voorbereiding van de overgang
naar de euro en de communicatie met het publiek is ondergebracht in het project
Invoering Euro. Het project voorziet in coördinatie, begeleiding en bewaking
van de activiteiten ten behoeve van de invoering.
In de planning van de invoering van de euro worden
vier belangrijke perioden onderscheiden:
·
introductie van gewenningsinformatie in de loop van 2001;
·
voorbereiding van de introductie van de euro in 2001 en de feitelijke
omschakeling rond de jaarwisseling 2001/2002;
·
dubbele valuta tot 28 januari 2002: giraal in euro’s chartaal in euro’s
en guldens, wisselgeld in euro’s.
·
afbouwen van de guldensrestanten na 1 januari 2002.
Op dit moment ligt het project op schema. Rond
januari en augustus 2001 zullen tussenrapportages beschikbaar zijn omtrent de
voortgang.
V.3. Duurzaamheid
Grondexploitaties en
uitgifte
Ten opzichte van de laatste herziening van 1-1-2000
zijn er geen afwijkingen te verwachten met uitzondering van de exploitatie
Zuidpoort (zie ook onder “Zuidpoort”))
Naar verwachting zullen dit jaar de laatste twee
beschikbare kavels op het Defltechpark en de Ypenburgse Poort zijn uitgegeven.
Busverbinding Wateringseweg
Inmiddels is het overleg met Rijswijk hervat en is
het wachten op de subsidietoekenning. Er is vertraging opgetreden, die mogelijk
wel kan worden ingehaald.
Phoenixgarage
De planning loopt achter zoals gemeld in de
Zomernota 2001, de oplevering wordt nu verwacht medio februari 2001. De kosten
worden mogelijk hoger dan geraamd, afhankelijk van de afloop van een
arbritagezaak tussen gemeente en aannemer over de aansprakelijkheid inzake de
(voormalige) lekkage van de damwanden. Op basis van de stand van zaken rond de
bouw (begin oktober 2000) worden géén andere risico's voorzien. kredietaanvraag
volgt na uitspraak in arbitragezaak.
GRP
In het nog uit te brengen GRP 2001-2005 komt het
accent te liggen op de relatie tussen het rioolstelsel en de kwaliteit van het
oppervlaktewater. Daarnaast zal via invoering van het rioolrecht voor
huishoudens, gecombineerd met een verlaging van de OZB, dekking gevonden worden
voor:
-
de in het Waterplan vastgestelde ambities;
-
de kosten van het beheer van het rioolstelsel.
Zuidpoort
Bij
Zuidpoort is sprake van de volgende risico’s:
1. Prijsstijgingen en
gewijzigde marktomstandigheden kunnen tot een tegenvallend resultaat bij de
aanbesteding leiden.
2. Wijziging van wettelijke
voorschriften kunnen veelal tot prijsverhoging leiden.
3. Niet te voorziene
tegenvallers in de uitvoering (bodemgesteldheid, vervuiling, faillissementen
e.d.) kunnen tot aanzienlijke bouwkostenstijgingen leiden.
De
drie eerst genoemde risico’s zijn in zijn algemeenheid beperkt. Hiervoor is een
percentage van 10 % van de bouwsom aan te houden. De kans op het zich voordoen
van het laatst genoemde risico is bij een goede voorbereiding niet groot.
Als
hij zich onverhoopt toch voordoet, dan kunnen er grote bedragen mee gemoeid
zijn, zoals de Haagse tramtunnelaffaire heeft geleerd.
Door
de kosten van bodemsanering niet op te nemen in de exploitatie is het resultaat
minder negatief. De raad is hierover reeds geïnformeerd.
Buurthuis Westerkwartier
De
planning van de voorbereiding is
bijgesteld. In oktober 2000 is de aanbesteding te verwachten. Als die goed
verloopt kan nog in 2000 worden gestart met de bouw.
Autoluwe Binnenstad
De
uitwerking ligt op planning. Het is echter een project waarbij vele partijen
betrokken zijn, vele procedures op van toepassing zijn en de tijdsdruk hoog is.
Dit maakt het project ingewikkeld en ontstaat een kans op vertragingen.
Bestemmingsplan Binnenstad.
Ook
hier is sprake van een hoge tijdsdruk, veel belanghebbenden en zeer
ingewikkelde procedure-eisen. Hierdoor bestaat een kans op fouten met mogelijke
vertragingen.
V.4. Cultuur
Het Filmhuis
Op
dit moment is overleg gaande met het nieuwe bestuur van het Filmhuis over
invulling van de beschikbare EZH gelden. Het is bekend dat een eenmalige
bijdragen vanuit de EZH (ƒ 250.000) niet voldoende is om de exploitatie
van het Filmhuis bedrijfseconomische verantwoord sluitend te laten zijn. Naar
verwachting zal nog in 2000 het definitieve voorstel over de besteding van de
EZH gelden en de exploitatie van het Filmhuis ter besluitvorming worden
voorgelegd.
Uitvoering Meerjaren
Marketingplan Toerisme (MMT)
De
uitvoering van het MMT is gestart met de presentatie van het creatief concept
‘de andere kleuren van Delft’ op 21 september jl. Over de
uitvoeringsorganisatie bestaat overeenstemming, behoudens over de
subsidievoorwaarden en het subsidiebedrag voor de VVV. Op dit moment zijn
gemeente en VVV nog in overleg om overeenstemming te bereiken. Mogelijk zal in
december het definitieve voorstel voor de uitvoeringsorganisatie aan de raad
worden voorgelegd.
Spoorzone
In
de achterliggende periode is er met alle betrokken overheden op het bestuurlijk
vlak veel vooruitgang geboekt. Zo is in het kader van het
‘Bereikbaarheidsoffensief Randstad’ door het Rijk ƒ 280 mln
gereserveerd, naast de reeds in het MIT (voor 2005-2008) beschikbare bedrag van
ƒ 360 mln. In aanvulling hierop kan Delft rekenen op een bijdrage van
ƒ 50 mln. uit het Bereikbaarheidsoffensief Haaglanden voor het
inrichten van de OV-knoop Stationsgebied Delft ten behoeve van de
‘overstapmachine’. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft inmiddels
aangegeven, dat zij de spoortunnel zien als rijksinfrastructuur. Dat is een
uitspraak, die niet zonder betekenis is. Het rijk spreekt daarmee uit, dat zij
de spoortunnel wil en stelt zichzelf daarmee verantwoordelijk voor de
realisatie. Met de minister wordt een procesovereenkomst voor de spoortunnel
aangegaan. De betrokken partijen zijn: de gemeente Delft, het rijk
(V&W,VROM en Financiën) en het stadsgewest Haaglanden.
V.5. Bedrijfsvoering
Directie Programma’s en
Projecten (D.P.P.)
De
personele organisatie van de directie programma’s en projecten moet nog verder
ingevuld worden. Naar verwachting kan er binnenkort een
assistent-programmamanager voor Delfts sociaal beleid aangetrokken worden,
zodat ook de programmering en structurering van het Delfts sociaal beleid tot
verdere ontwikkeling kan komen. Een knelpunt is nog hoe de directie
gefaciliteerd gaat worden en welke dekking daarvoor voor handen is. Met het
vakteam Financiën wordt overlegd hoe het werkplan c.q. de werkbegroting 2001
voor het D.P.P. ingericht gaat worden.
ICT/ KIS
De
afgelopen periode is, mede ten gevolge van de reorganisatie, de sturing aan het
KIS-project niet op een optimaal niveau gehandhaafd kunnen worden. Hoewel aan
de ene kant door het samengaan van projectbureau KIS en I&A-onderdelen van
de gemeente lopende onderdelen van het project in het algemeen wel doorgang
vinden, is er vertraging ontstaan in het opstarten van nieuwe
projectonderdelen. Momenteel wordt getracht om binnen het vakteam ICT een
doorstart te maken. Ook de stuurgroep is weer bijeen gekomen in deels nieuwe
samenstelling. De komende maanden moet de doorstart vorm krijgen, waarbij ook
in meer extern georiënteerde richting stappen gemaakt moeten worden.
ICT
neemt een steeds grotere plek in onze maatschappij in. De toepasbaarheid binnen
de gemeente en haar dienstverlening neemt dus ook toe. Een deel hiervan wordt
uitgevoerd binnen het project KIS. Een ander deel betreft autonome
ontwikkelingen en wensen die op een bepaald moment de inbreng van vakteam ICT
vergen.
Binnen
het vakteam leidt dit tot een veelheid van nieuwe ontwikkelingen op een moment
dat (ook al door de centralisatie) nieuwe werkwijzen en procedures ontwikkeld
moeten worden en ook het basispakket op voldoende niveau beheerd dient te
worden. Om niet over een aantal jaren in de situatie van enige jaren geleden te
geraken (waarbij ICT achter de ontwikkelingen aan rende), moet ook aandacht
besteed worden aan technologiën die mogelijk over enige tijd van belang worden
(wireless, WAP, e.d.).
Het
bovenstaande leidt tot een werkdruk, die op sommige plaatsen binnen het vakteam
onacceptabele vormen aanneemt. Betere en realistischer planning (zowel binnen
ICT als binnen de clusters) en meer ter discussie stellen van uitvoering van
projecten moeten hier voor een deel verbetering in brengen. Tevens is het de
bedoeling om binnen ICT de mogelijkheden tot coördinatie van de diverse
vakgroepen te verruimen.
Documentaire
informatievoorziening
Het
vakteam DIV heeft, evenals ICT en Financiën, capaciteits- en
kwaliteitsproblemen.
Het
vakteam DIV is nieuw en moet zich nog positioneren binnen de gemeente; de meest
elementaire taken van DIV zijn binnen sommige onderdelen van de gemeente niet
uit te voeren door een te krappe formatie.
Naast
de uitvoerende taken van DIV (postregistratie en archiefbeheer) komt er vanuit
de gemeente steeds vaker een roep tot vergaande digitalisering. Niet alleen de
poststromen, maar ook het digitaal opslaan van tekeningen e.d., het beschikbaar
stellen van steeds meer informatie via intra- en internet.
Bij
al deze ontwikkelingen zal het vakteam DIV een grote (zo niet trekkende) rol
spelen. Dat is natuurlijk een enorme uitdaging. Maar indien de kwantitatieve en
kwalitatieve onderbezetting niet weggenomen kan worden, zal het vakteam DIV
niet in staat zijn om de gewenste veranderingen op het gebied van
informatiebeheer, snel te realiseren.
Het
dagelijkse werk moet immers door- c.q. voorgaan.
VI. Vooruitblik
op de Gemeenterekening 2000
Zoals
in hoofdstuk II van dit gemeentebericht is aangegeven, is een prognose van het
rekeningresultaat 2000 nu niet goed mogelijk. Dat neemt niet weg, dat dit
gemeentebericht een indruk geeft van de richting waarin het rekeningresultaat
zich over dit jaar ontwikkelt. Ook de signalen over de stand van zaken met
betrekking tot de budgetuitputtingen spelen daarbij een rol.
Zoals
uit dit gemeentebericht blijkt, zijn er zeker tegenvallers te verwachten, zoals
hogere verwerkingskosten huisvuil, een nadelig resultaat van de exploitatie
riolering, de budgettaire effecten als gevolg van de daling van het aantal
bijstandscliënten, enz.. In de kredietsfeer noemen we de investeringen in het
nieuwe Overlaadstation en de herinrichting van het Stationsplein. Daar
tegenover staan ook aanmerkelijke voordelen, zoals bijvoorbeeld de meevallers
uit het Gemeentefonds. Ook verwachten we o.a. tengevolge van de situatie op de
arbeidsmarkt diverse onderuitputtingen.
Dit alles in aanmerking nemende verwachten wij dat het jaar 2000 met een positief resultaat zal worden afgesloten.