Id.R       

 

 

                                                                                                             

De raad van de gemeente Delft;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2000;

 

gelet op artikel 229, eer­ste lid, aan­hef en onderdeel a, van de Ge­meente­wet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende:

 

Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2001.

 

artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.  Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);

b.  Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

c.  Algemene termijnenwet: de Algemene termijnenwet (Stb. 1964, 314);

d.  afvalwater: water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeen­telijke riole­ring;

e.  gemeentelijke riolering; hieronder wordt mede begrepen het voor de openbare dienst    bestemde gemeentewater;

f.   eigendom: een roerende of een onroerende zaak.

 

artikel 2 BELASTBAAR FEIT EN BELASTINGPLICHT

 

1.   Onder de naam "rioolrechten" worden geheven:

a.   een recht van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indi­rect is aangesloten op de ge­meentelijke rio­lering, en

b.   een recht van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

2.  Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

3.  Met betrekking tot het  recht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt als         gebrui­ker aange­merkt:

     a.    degene die - naar de omstan­digheden beoordeeld - het ei­gen­dom al dan niet krachtens eigendom, bezit, be­perkt recht of per­soon­lijk recht ge­bruikt;

     b.    ingeval een gedeelte van een eigendom - niet een gedeel­te als be­doeld in artikel 3 -ten gebruike is afge­staan: de­gene die dat gedeelte in gebruik heeft afge­staan.

 

artikel 3 ZELFSTANDIGE GEDEELTEN

Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling zijn bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd ge­deel­te, met dien ver­stande dat indien twee of meer van die gedeel­ten te zamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom wor­den aangemerkt.


artikel 4 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING

 

1.   Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt geheven per eigendom.

2.   Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, wordt geheven naar het aan­tal kubieke meters afvalwa­ter, dat vanuit het eigendom wordt afge­voerd, met dien verstande dat voor de eerste 500 kubieke meters een vast tarief van toepassing is.

3.  Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubie­ke meters water, dat in het belasting­jaar naar het eigendom is toege­voerd of is opge­pompt.

4.  Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompin­stalla­tie zijn voorzien van een:

     a.     geijkte watermeter, waarvan de hoeveelheid opge­pompt water kan worden afgele­zen,                    of;

     b.    geijkte bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren, dat een pomp­in­stalla­tie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest, kan wor­den afge­le­zen.

            De eerste volzin is niet van toepassing indien vast­stelling van de hoe­veel­heid opge­pompt water geschiedt op grond van eni­ge andere wet­te­lijke be­paling.

5.  Indien de registratie van het afvalwater voor lozing op het gemeentelijk riool­stelsel plaatsvindt met behulp van een geijkte debietmeter of een geijk­te be­drijfsurentel­ler, vindt de verrekening plaats naar het aantal kubieke meters die op de de­bietmeter of bedrijfsurentel­ler worden afgele­zen.

6.  De op grond van het derde lid berekende hoeveelheid toege­voerd of opge­pompt water wordt verminderd met de hoe­veelheid water die niet als afval­water is afgevoerd.

 

artikel 5 TARIEVEN

 

De rioolrechten worden geheven naar de tarie­ven, opgenomen in de bij deze ver­ordening behorende tarieventabel.

 

artikel 6 BELASTINGJAAR

 

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

artikel 7 WIJZE VAN HEFFING

 

1.  De rioolrechten worden geheven bij wege van aan­slag.

2.  Belastingaanslagen van minder dan f 20,-- worden niet opge­legd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aan­slag­biljet verenigde be­las­ting­aanslagen aangemerkt als één belasting­aan­slag.

 

artikel 8 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD

 

1.   De rechten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

2.   Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden of gedeelten van kalendermaanden overblijven.

3.   Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden of gedeelten van kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat deze teruggave minder bedraagt dan f 20,--.

4.   Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander eigendom in gebruik neemt.

 

artikel 9 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN

 

1.   De rioolrechten moeten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2.   In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan f 200,00, doch minder is dan f 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijn telkens een maand later.

 

artikel 10   NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

 

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolrechten.

 

artikel 11 CITEERTITEL

 

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening riool­rechten Delft 2001".

 

artikel 12 INWERKINGTREDING

 

1.  De Verordening rioolrechten Delft 2000, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 november 1999,  wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepas­sing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorge­daan.

2.  Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

3.  De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2001.

4.  In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum waarop deze verorde­ning in werking treedt ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaats­vindende belast­bare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rioolrech­ten in die periode plaatsvindt.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2000.

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot  ,burgemeester.

 

 

 

N.  Roos                                   ,secretaris.

 

 

 


 

INHOUD TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE

VERORDENING RIOOLRECHTEN DELFT 2001

 

 

Hoofdstuk 1

 

 

 

1.1.

Het tarief voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a bedraagt per eigendom

 

f

 

193,26

1.2.

Het tarief voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt ter zake van

een hoeveelheid m3 in een jaar afgevoerd afvalwater 

 

 

1.2.1.

tot en met 500 m3 per jaar

per eigendom

 

f

 

55,48

1.2.2.

boven 500 m3 tot en met 500.000 m3

per m3

 

f

 

0,40

1.2.3.

alle m3 boven 500.000 m3

per m3

 

f

 

0,23

 

Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 21 december 2000 tot vaststelling van de Verordening rioolrechten Delft 2001.

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

 

 

 

N.  Roos                                   ,secretaris.

 

 

 

 


 

TOELICHTING OP DE VERORDENING RIOOLRECHTEN DELFT 2001

 

I.  INHOUD

Door het invoeren van een aansluitrecht is de verordening redactioneel aangepast.

 

artikel 2  AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT

- lid 1 is gesplitst in onderdeel a en b zijnde een aansluitrecht en een afvoerrecht.

- de artikelen 2 en 3 zijn aangepast aan de modelverordening van de VNG en als zodanig   gecombineerd.

- Artikel 2 heeft als nieuwe naam BELASTBAAR FEIT EN BELASTINGPLICHT gekregen.

 

artikel 3 BELASTINGPLICHT (oud)

bij artikel 2 gevoegd

 

artikel 3 ZELFSTANDIGE GEDEELTEN (nieuw)

was lid 2 van artikel 2

Dit artikel is aangepast aan de modelverordening VNG en een op zichzelf staand artikel geworden.

 

artikel 4 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING

- lid 1 is toegevoegd vanwege het aansluitrecht

- lid 2 is aangevuld vanwege het afvoerrecht tot 500m3

De nummering van de andere leden is aangepast.

 

artikel 8 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD

- lid 4 is toegevoegd

Dit betreft een aanpassing aan de modelverordening van de VNG.

 

artikel 9 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN

Teneinde te voorkomen dat voor de verschillende belastingaanslagen een verschillend juridisch regime geldt, zijn de volgende wijzigingen tot stand gekomen:

- Het eerste lid

De wijziging van dit lid beoogt de bepalingen beter af te stemmen op artikel 9 van de Invorderingswet 1990 en de Algemene termijnenwet (ATW) buiten toepassing te verklaren.

- Het tweede lid

Dit lid is toegevoegd om de ATW buiten toepassing te laten verklaren (zie bovenstaande).

 

- Het tweede lid (oud) is vervallen.

Uit de landelijke praktijk blijkt dat het veelal niet zinvol is een termijn  voor het betalen van     een boete in de belastingverordening op te nemen. (Advies VNG)

 

De invoering van het aansluitrecht en het afvoerrecht tot 500 m3 brengt een aanpassing in de betalingstermijn met zich mee.

Deze aanpassingen houden in dat vanaf 2001 de aanslag aansluitrechten gecombineerd wordt met de OZB, precariobelasting, reclamebelasting, reinigingsheffingen en lijkbezorgingsrechten op één aanslag “Gemeentelijke belastingen”. Voor de rioolrechten bestaat dan de keuze òf betalen binnen  twee maanden na de dagtekening van de aanslag òf betalen in tien gelijke termijnen door middel van automatische incasso.

 

 

 

 

II. TARIEVEN

 

De tarieven zijn gesplitst in een eigenaren en gebruikersgedeelte, zijnde een aansluitrecht en een afvoerrecht.

Het tarief boven 3.500.000m3 is vervallen.

Toegevoegd is het tarief tot 500 m3.

 

Het dekkingspercentage, en dus de tarieven, zijn gebaseerd op het Gemeentelijke Rioleringsplan 2001-2005.

Een nieuw tarief voor afvoerrecht tot 500 m3 is vastgesteld op f 55,48 voor de gebruiker van een eigendom. Het afvoerrecht boven de 500 m3 tot en met 500.000 m3 is vastgesteld op

f 0,40 per m3 en het afvoerrecht boven 500.000 m3 is vastgesteld op f 0,23.

Een nieuw tarief voor aansluitrecht is conform het GRP 2001-2005 vastgesteld op f 193,26.

 

Opbouw kosten  

 

Opbouw variabele kosten

kosten

Inspectie riolering

ƒ     193.270,00

Reiniging riolering

ƒ     874.404,00

Reiniging schoonwaterriolen

ƒ     154.000,00

Klein onderhoud rioolstelsel

ƒ  1.146.643,00

Onderhoud vuilwatergemalen

ƒ  1.275.000,00

Totale variabele kosten

ƒ 3.643.317,00

 

Opbouw vaste kosten

kosten

Vernieuwen riolering

ƒ   4.843.289,00

Calamiteiten riolering

ƒ      250.000,00

Verlagen vuilemissie

ƒ   1.000.000,00

Infiltratie regenwater

ƒ      250.000,00

Aansluiten ‘vuil’ regenwater

ƒ      200.000,00

Afkoppelen ‘schoon’ water

ƒ      150.000,00

Schadeherstel riolering

ƒ   1.311.000,00

Renovatie vuilwatergemalen

ƒ      306.000,00

Totale variabele kosten

ƒ 8.310.289,00

 

 


Kosten/opbrengsten rioolrechten conform begroting 2000.

 

Rioolafvoerrecht 2001

 

dir. Kost.

X 1000

begr.

Post

indir.

Kost.

X 1000

begr.

Post

opbr.

X 1000

begr.

Post

dek.

Perc.

 

3.643

 

722.0

 

0,0

 

722.2

 

3.643

 

722.2

 

100%

 

Rioolaansluitrecht 2001

 

dir. Kost.

X 1000

begr.

Post

indir.

Kost.

X 1000

begr.

Post

opbr.

X 1000

begr.

Post

dek.

Perc.

 

8.310

 

722.0

 

0,0

 

722.2

 

8.310

 

722.2

 

100%