Id.S
De raad der gemeente Delft;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2000;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
in te trekken de volgende
VERORDENING op de heffing en invordering van een schutgeld in de gemeente
Delft
Aldus vastgesteld
in de openbare raadsvergadering van 21 december 2000.
H.M.C.M. van
Oorschot ,burgemeester.
N. Roos
,secretaris.
Bijlage
De raad der gemeente Delft;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 juli 1974;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de
Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende
VERORDENING op de heffing en invordering van een schutgeld in de gemeente
Delft.
Artikel
1.
Voor het gebruik van het schutverlaat in de Tweemolentjesvaart wordt van
alle vaartuigen, ongeacht hun aard, grootte of diepte, een schutgeld geheven.
Artikel
2.
1. Het schutgeld bedraagt voor
elke doorvaart f 3,--.
2. Indien de doorvaart of het
schutten buiten de in artikel 4 vastgestelde tijden geschiedt, wordt het
tarief met 100% verhoogd.
3. De belasting wordt geheven
van de geleider van het vaartuig.
Artikel
3.
1. Geen schutgeld wordt geheven
voor vaartuigen, varende in dienst of voor rekening van de gemeente.
2. De in lid 1 bedoelde vaartuigen hebben bij het schutten
voorrang.
Artikel
4.
De tijd voor het doorvaren of schutten is voor het tijdvak van 1 maart tot
1 november vastgesteld van 04.00 uur tot 22.00 uur en voor het tijdvak van 1
november tot 1 maart van 06.00 uur tot 20.00 uur.
Artikel
5.
Het schutgeld moet bij vooruitbetaling worden voldaan op het tijdstip,
waarop van het schutverlaat gebruik wordt gemaakt, tot het bedrag, dat blijkens
een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur verschuldigd is.
Artikel
6.
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren
aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige
wettelijke bepaling betreffende de heffing en invordering van de belasting.
Artikel
7.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1974, op welk
tijdstip vervalt de Verordening op de heffing en invordering van een schutgeld
te Delft, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 maart 1973.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 augustus 1974.
A.P. Oele ,burgemeester.
H. de Haas ,secretaris.
Goedgekeurd bij koninklijk besluit van 26 september 1974, nr. 7. Hiervan is
afkondiging geschied, waar het behoort, de 9e oktober 1974.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 25 januari 1996. Goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland op 7 juni 1996, nr. 286364.
Bekendgemaakt 27 juni 1996.
TOELICHTING OP DE VERORDENING SCHUTGELD
I INHOUD
II TARIEVEN
III ALGEMEEN
I INHOUD
geen
II TARIEVEN
geen
III ALGEMEEN
De afgelopen 25 jaar is geen schutgeld geïnd door de gemeente Delft.
Slechts 3 à 4 keer per jaar worden enkele bootjes van de Zeeverkenners geschut.
Dit gebeurt altijd gratis. Dit betekent dat de verordening op de heffing en
invordering van schutgeld ingetrokken moet worden.