nr.
00/029003
Burgemeester en wethouders van Delft;
gelezen de circulaire
van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten van 10 november 2000, nummer CvA/2000004977493,
inzake invoering Werkloosheidswet en Ziektewet;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet, van de
Ambtenarenwet en van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 27
mei 1999 (Stuk 89) waarin hij het vaststellen van (wijzigingen van) de
Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsregeling rechtspositie
heeft gedelegeerd aan ons college;
gelet op de resultaten van het overleg in de
commissie voor het georganiseerd overleg en het advies van de commissie
middelen en bestuur;
b e s
l u i t e n :
I. vast te stellen de 22e wijziging van de
UITWERKINGSREGELING RECHTSPOSITIE
artikel
1
Aan
het einde van artikel 2:5:6, vierde lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
Artikel
7:3a en 7:3b zijn daarbij van overeenkomstige toepassing.
artikel
2
In
artikel 2:5:11, derde lid, worden de woorden “of hoofdstuk 11 (uitkering)”
geschrapt.
artikel
3
Aan
artikel 3:5:1 wordt een vierde lid toegevoegd, luidend als volgt:
4. Bij
gedeeltelijk ontslag wordt de ambtsjubileumgratificatie berekend naar rato van
het aantal uren waarvoor ontslag wordt verleend.
artikel
4
Aan
artikel 4:3:2 wordt een nieuw zesde lid toegevoegd, luidend als volgt.
6. Ingeval
het ontslag als bedoeld in de voorgaande leden een gedeeltelijk ontslag
betreft, worden tussen de ambtenaar en het bevoegd gezag nadere afspraken
gemaakt over de opname van de reeds gespaarde roostervrije tijd. Na het
gedeeltelijke ontslag wordt het aantal spaaruren aangepast aan de nieuwe
arbeidsduur.
artikel
5
Artikel
6:3:1, derde lid, wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:
3. Bij de
toepassing van dit artikel wordt in acht genomen dat de tijd gedurende welke
bij wijze van disciplinaire straf of uit hoofde van schorsing een gedeelte van
de bezoldiging wordt ingehouden buiten beschouwing wordt gelaten, indien en
voor zover dat bij de strafoplegging of schorsing is bepaald. Artikel 8:15:2,
vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
artikel
6
In
artikel 6:5:6, tweede lid, worden de woorden “en evenmin indien de betrokkene
aanspraak heeft op een uitkering op grond van artikel 11:1, tweede lid”
vervangen door: “en evenmin indien de betrokkene aanspraak heeft op een
uitkering krachtens de Werkloosheidswet, vanwege werkloosheid, die is ontstaan
doordat de ambtenaar ontslag heeft gevraagd omdat hij de echtgenoot of
geregistreerde partner volgt, die door geheel buiten hem liggende oorzaken
noodzakelijk van standplaats moet wijzigen.”
artikel
7
Artikel
7:10:1 vervalt.
artikel
8
Artikel
7:10:2 vervalt.
artikel
9
Artikel
7:10:3 vervalt.
artikel
10
Artikel
7:10:4 vervalt.
artikel
11
Artikel
7:16:9 vervalt.
artikel
12
Artikel
7:22: vervalt.
artikel
13
In
artikel 8:4:1 wordt het vijfde lid geschrapt. Het zesde lid wordt vernummerd
tot lid 5. In dit nieuwe lid 5 worden de woorden “het eerste lid van artikel
8:4” vervangen door “het eerste en tweede lid van artikel 8:4”.
artikel
14
Het
tweede lid van artikel 8:7:1 vervalt. Voor de tekst van het huidige eerste lid
vervalt de lidaanduiding.
artikel
15
Hoofdstuk 10a wordt
vernummerd tot hoofdstuk 11b.
De artikelen 10a:1:1 tot en
met 10a 1:7 worden vernummerd tot 11b:1:1 tot en met 11b:1:7.
artikel 16
Na artikel 11b:1:7 wordt
toegevoegd een nieuw artikel 11b:1:8, luidend als volgt:
Artikel 11b:1:8 Slotbepaling
1. Dit
hoofdstuk is niet van toepassing op de ambtenaar die is ontslagen met ingang
van 1 januari 2001 of later.
2. Bij de
verwijzingen in dit hoofdstuk naar artikelen elders uit de CAR en/of UWO moet,
voor zover niet anders is bepaald, worden uitgegaan van de tekst van deze
artikelen zoals die luidde op 31 december 2000.
artikel 17
Artikel 18:1:1, onderdeel
f. sub a., wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
a.
genoten wachtgeld of uitkering krachtens hoofdstuk 10 of 11 of een
genoten werkloosheidsuitkering krachtens de WW en eventueel hoofdstuk 10a.
II. te bepalen:
dat de
onder I vermelde wijzigingen in werking treden per 1 januari 2001.
Delft,
Burgemeester
en wethouders voornoemd,
,
burgemeester.
, secretaris.