Burgemeester en wethouders van Delft;
gelezen de circulaire van het
Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten van 17 november 2000, nummer CvA/2000004799, inzake gemeentelijke
salarisbedragen in verband met het arbeidsvoorwaardenakkoord 2000-2002;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet, van de
Ambtenarenwet en van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;
gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 27
mei 1999 (Stuk 89) waarin hij het vaststellen van (wijzigingen van) de
Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsregeling rechtspositie
heeft gedelegeerd aan ons college;
gelet op het advies van de commissie middelen en
bestuur;
b e s l u i t e n :
I. vast te
stellen de 18e wijziging van de
COLLECTIEVE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING
Artikel 1
Het eerste lid van artikel 3.6
wordt gewijzigd en luidt als volgt:
1.
De
ambtenaar heeft recht op een eindejaarsuitkering ten bedrage van 1,75% van het
voor hem in een kalenderjaar geldende salaris op jaarbasis vermeerderd met de
vakantietoelage over dat salaris. De uitkering bedraagt bij een volledige
betrekking minimaal ƒ 1.125,--. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit
bedrag naar rato vastgesteld.
Artikel 2
Het vierde lid van artikel
3:6 wordt gewijzigd en luidt als volgt:
4a
In 2000 wordt de
eindejaarsuitkering voor de ambtenaar die op 1 december 2000 in dienst is van
de gemeente eenmalig verhoogd met 0,5% onder een gelijktijdige eenmalige
verhoging van het minimale bedrag met ƒ 250,--. Dit resulteert voor 2000
in een eindejaarsuitkering van 1,3% met een minimaal bedrag van ƒ 650,--.
b In 2001 wordt het minimale bedrag van de
eindejaarsuitkering eenmalig verhoogd met ƒ 50,--.
II.
te bepalen:
dat de onder I vermelde
wijzigingen in werking treden per 1 januari 2001; de in artikel 2 genoemde
wijziging heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2000.
Delft,
Burgemeester en wethouders
voornoemd,
, burgemeester.
, secretaris.