Stuk 141 I
00/021853 Delft, 12 september 2000.
Onderwerp: Samenwerkingsovereenkomst Delft-Schipluiden.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
1. Inleiding.
Schipluiden en Delft hebben zich de afgelopen periode druk bezig gehouden met hun toekomst. Schipluiden heeft de belangrijke bestemmingsplannen Harnasch-noord en Look-West in procedure gebracht en heeft energie gestopt in het nadenken over haar positiebepaling als landelijke gemeente ten opzichte van het Westland en Delft. Delft op haar beurt heeft bij provincie en rijk aandacht gevraagd voor de ingrijpende gevolgen van haar ruimtenood en heeft daar synchroon overleg over gepleegd met enkele buurgemeenten, voorzover die daar toe bereid waren. Wanneer niet tijdig de voor Delft dreigende neerwaartse spiraal wordt omgebogen dan heeft dat ingrijpende gevolgen op sociaal-economisch en financieel gebied, alsmede voor de missie van Delft: Delft Kennisstad. Beide gemeenten vervullen ieder vanuit hun eigen identiteit een belangrijke rol binnen de regio Haaglanden. Schipluiden als landelijke gemeente binnen een open Midden-Delfland dat rijk is aan groen en van cruciale betekenis binnen de regio als geheel, onder andere als recreatiegebied. Delft als compacte stad met belangrijke stedelijke functies, ook voor de regio, op het gebied van industrie, kantoren, werkgelegenheid, onderwijs, cultuur en voorzieningen alsmede op het gebied van gezondheid en zorg. Als buurgemeenten vertegenwoordigen zij ieder voor zich, maar met name complementair aan elkaar, belangrijke waarden tegen het klassieke decor van ‘de stad en het land’. Het belang van een open gebied rondom en tussen de steden, de zogeheten groene casco benadering, is daarbij voor zowel Schipluiden als Delft een belangrijk uitgangspunt in samenhang met de gedachte van de randstadmetropool. Een samenhang die bewerkstelligt dat functies op die plek ingevuld worden waar dat, gelet op de gegeven omstandigheden, zo optimaal mogelijk kan met het oog op de hiervoor genoemde waarden. De colleges van burgemeester en wethouders van Delft en Schipluiden hebben het afgelopen jaar in onderling overleg afgetast hoe beide gemeenten het realiseren van ieders doelstellingen en hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een leefbaar evenwicht zouden kunnen versterken door brede en intensieve samenwerking. Deze bestuurlijke inspanningen hebben geresulteerd in een samenwerkingsovereenkomst tussen Delft en Schipluiden die wij hierbij graag ter bekrachtiging aan uw raad voorleggen. De essentie van de overeenkomst zullen wij hierna beknopt weergeven met daarbij enkele toelichtende kanttekeningen.
Stuk 141 I pag. 2.
2. Inhoud samenwerkingsovereenkomst.
algemeen
De samenwerking krijgt vorm door middel van grondruil, gevolgd door grenscorrectie, het samen ontwikkelen en beheren van het bedrijfsterrein in de Harnaschpolder, het tot stand brengen van een gemeente Midden-Delfland en het instellen van een fonds voor Midden-Delfland. Delft en Schipluiden zullen zich, gelet op het voorgaande, de komende 25 jaar onthouden van verdere initiatieven tot grenswijziging of herindeling. Door middel van de samenwerkingsovereenkomst met Schipluiden is voor Delft aan de westzijde van de gemeente een belangrijke stap gezet om over enige tijd de gevolgen van de bestaande ruimtenood gedeeltelijk op te kunnen vangen. Wanneer de overeenkomst in optimale vorm geëffectueerd zal zijn betekent dat voor Delft onder andere de mogelijkheid om tussen de 2500 en 3000 woningen te realiseren. Dat is positief te noemen. Delft is daarmee overigens nog niet uit de problemen. Delft staat de komende decennia voor een totale opgave van tussen de 7500 en 10.000 te realiseren woningen, wil het de gevolgen van haar ruimtenood op adequate wijze opvangen en haar rol als draagkrachtige stad blijven vervullen. Een gedeelte kan opgevangen worden zoals aangegeven en een gedeelte kan binnenstedelijk een plek krijgen via herstructurering, maar het resterende gedeelte niet. Dat betekent dat ook aan de oostzijde van de stad geïnvesteerd moet blijven worden in bestuurlijke contacten met Nootdorp en Pijnacker, om gezamenlijk te trachten tot oplossingen te komen voor de Delftse problematiek. Dit ondanks het feit dat deze gemeenten gekozen hebben voor een fusie tussen beide en er blijk van hebben gegeven vooralsnog niet werkelijk te willen investeren in een vergaande bestuurlijke dialoog over het gezamenlijk vinden van territoriale oplossingen voor de Delftse problematiek.
grondruil
De grondruil heeft concreet
betrekking op het zogeheten VDD-terrein, de Voordijkshoornse polder en op het
als zodanig aangeduide Midden-gebied (gelegen ten westen van de Dijkshoornse
weg) indien te zijner tijd besloten wordt dit gebied deels te bestemmen voor
woningbouw. Op de bij de samenwerkingsovereenkomst behorende kaartjes is één en
ander (indicatief) aangegeven. De eerste twee genoemde gebieden beslaan een
oppervlakte van ongeveer 40 ha. Wanneer het wat grondruil betreft hierbij zou
blijven dan staat Delft een stuk van haar grondgebied aan Schipluiden af ter
grootte van ongeveer 80 ha. Het betreft hier een nog nader te bepalen gedeelte
van Midden-Delfland (Abtswoude). In deze situatie is er sprake van een
verhouding 1:2. Deze verhouding is een billijke gelet op het feit dat Delft
grond verwerft met de mogelijkheid van woningbouw en Schipluiden weiland.
Wanneer in de meest optimale situatie ook het Midden-gebied te zijner tijd
overgaat naar Delft dan wijzigt genoemde verhouding zich in 1:3. Schipluiden
draagt dan in totaal zo’n 60 ha aan Delft over en Delft zal 180 ha van haar
grondgebied aan Schipluiden ter beschikking stellen. Vanzelfsprekend zal er
daarbij, territoriaal gezien, sprake zijn van een logisch en noodzakelijkerwijs
aaneengesloten Delfts grondgebied. Wat het moment van grondoverdracht betreft
ligt het in de bedoeling dat dit voor de Voordijkshoornse polder 2005
Stuk 141 I pag. 3.
is en voor het VDD-terrein eveneens. De mogelijkheid bestaat evenwel dat in het laatste geval grondoverdracht eerder plaats vindt. Dat hangt er met name van af wanneer het ter plaatse gevestigde bedrijf naar een andere locatie is vertrokken. De overdracht van het genoemde Midden-gebied is voorzien in 2010. Over de planologische inkleding van de gebieden die naar Delft overgaan en dan met name de Voordijkshoornsepolder en het Midden-gebied, zal nauw overleg tussen partijen plaatsvinden. Op dit punt vooral moet zorgvuldig omgegaan worden met de zichtbare overgang van de stad naar het land. Het uiterlijke karakter van de daar te realiseren woningbouw dient nauwkeurig geduid te worden.
bedrijvenschap
Een volgend belangrijk onderdeel
van de overeenkomst tussen Delft en Schipluiden betreft
de afspraak dat partijen samen gaan werken aan de ontwikkeling, acquisitie en het beheer van het bedrijfsterrein dat is voorzien in de bekende Harnaschpolder. Hierbij zal overigens geen sprake zijn van grondruil gevolgd door grenscorrectie. Gekozen wordt voor een gemeenschappelijke regeling in de vorm van een Bedrijvenschap. Het betreffende bedrijfsterrein blijft eigendom van Schipluiden. De zeggenschap in het Bedrijvenschap berust, op basis van gelijkwaardigheid, bij Delft en Schipluiden. Voorbeelden in de regio van een Bedrijvenschap als beoogd zijn het Forepark (samenwerking Leidschendam en Den Haag) en de Plaspoelpolder (samenwerking Rijswijk en Den Haag). Het ligt in de bedoeling dat partijen nader bezien hoe bijvoorbeeld via de naamgeving van het Bedrijvenschap optimaal gebruik gemaakt kan worden van de uitstraling van de aanwezigheid van de in de toekomst aan te trekken bedrijven. Zeker met het oog op Delft Kennisstad liggen hier interessante mogelijkheden.
gemeente Midden-Delfland
Delft en Schipluiden willen zich beide inzetten voor de totstandkoming van een Midden-Delfland gemeente. Deze nieuw te vormen gemeenten zou moeten bestaan uit de huidige gemeenten Schipluiden en Maasland. Delft en Schipluiden geven hiermee een belangrijk bestuurlijk signaal af. Beide gemeenten zijn van mening dat op de voorgestane wijze de beste waarborg te realiseren is voor het behoud en het op adequate wijze beheren van de belangrijke functies waar het Midden-Delfland gebied voor staat. Die functies zijn agrarisch-, natuur- en recreatiegebied. Partijen zijn van oordeel dat uitbreiding van de glastuinbouw vanuit het Westland richting Midden-Delfland niet wenselijk is. Er wordt in dit verband wel gesproken, redenerend vanaf de kust in oostelijke richting, van de elementen “zand, glas en gras”. Die benadering spreekt Delft en Schipluiden aan. Meer concreet geformuleerd gaat het dan om vijf glastuinbouwgemeenten in het Westland en twee grasgemeenten in het gebied van Midden-Delfland. De genoemde aanduiding doet recht aan het karakter en de functionaliteit van de bedoelde gemeenten en vormt - vanzelfsprekend in een grofmazige visie - een herkenbare en werkbare typologie.
Stuk 141 I pag. 4.
fonds Midden-Delfland
Om de verdere ontwikkeling en
bescherming van Midden-Delfland een financiële impuls te geven - immers de
beschermende werking van de Reconstructiewet Midden-Delfland loopt over enkele
jaren af - roepen partijen een fonds in het leven. In dat fonds wordt een
startkapitaal gestort. Delft stelt 10 miljoen gulden ter beschikking,
Schipluiden 1 miljoen. Het bedrag van 10 miljoen zal met name gegenereerd worden
vanuit opbrengsten uit de uitgifte van “Delftse” terreinen in de Harnaschpolder. Hierover zal bij de
verdere uitwerking van de overeenkomst een nader voorstel aan de raad worden
gedaan, onder meer afhankelijk van de ondersteuning van deze overeenkomst door
de provincie. Dit zal nog enige tijd vergen. Voorts is afgesproken, dat verdere
voeding van het fonds zal plaatsvinden uit de uitgifte van gronden met een
bedrijvenbestemming en uit het Midden-gebied.
Het dagelijks beheer van het fonds komt te berusten bij Schipluiden als de meest gerede partij. Het bestuur van het fonds wordt gevormd door een vertegenwoordiging uit beide gemeentebesturen. Overigens is het niet uitgesloten dat ook andere gemeenten zich op enig moment bij het fonds aansluiten. Gedacht kan daarbij worden aan Vlaardingen en Schiedam en wellicht zelfs Maassluis.
3. Voorstel.
Wij zijn van mening dat de gemeente Delft met het sluiten van de voorliggende samenwerkingsovereenkomst een belangrijke stap kan zetten om een gedeelte van de gevolgen van de bestaande ruimtenood de komende decennia op te lossen. De gevolgde methodiek - ook en vooral overleg voeren met de buurgemeenten die daartoe bereid zijn teneinde in gezamenlijkheid tot een positieve oplossing voor beide partijen te komen - past in de benadering van zowel provincie als minister en doet recht aan het aloude adagium van goed nabuurschap.
Samenvattend stellen wij u dan ook voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie middelen en bestuur, te besluiten als volgt:
1. in te stemmen met de voorliggende samenwerkingsovereenkomst tussen Delft en Schipluiden;
2. burgemeester en wethouders op te dragen de verdere uitwerking van de onder 1 genoemde overeenkomst ter hand te nemen en daartoe nadere voorstellen aan de raad uit te werken;
3. het bestaan van de samenwerkingsovereenkomst en het traject van de verdere uitwerking
op adequate wijze te communiceren met de daarvoor in aanmerking komende bestuurs-
organen alsmede burgers en bedrijven.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 141 II
00/021853
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2000;
b e s l u i t :
1. in te stemmen met de voorliggende samenwerkingsovereenkomst tussen Delft en Schipluiden;
2. burgemeester en wethouders op te dragen de verdere uitwerking van de onder 1 genoemde overeenkomst ter hand te nemen en daartoe nadere voorstellen aan de raad uit te werken;
3. het bestaan van de samenwerkingsovereenkomst en het traject van de verdere uitwerking op adequate wijze te communiceren met de daarvoor in aanmerking komende bestuursorganen alsmede burgers en bedrijven.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 september 2000.
,burgemeester.
,secretaris.