01/004689
Burgemeester en wethouders van
Delft;
gelet op de resultaten van het
arbeidsvoorwaardenoverleg 2000-2002;
gelezen de circulaires
van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten van
· 20 december 2000, nummer
CvA/2000005855, inzake tijdelijke toeslag FPU-gemeenten,
· 2 februari 2001, nummer
CvA/2001000557, inzake aanpassing arbeidsduur,
· 2 februari 2001, nummer
CvA/2001000558, inzake tijdelijke uitbreiding formele arbeidsduur,
· 2 februari 2001, nummer
CvA/2001000559, inzake vrijstellingsbepaling,
· 2 februari 2001, nummer
CvA/2001000560, inzake werken na 65 jaar,
· 2 februari 2001, nummer
CvA/2001000561, inzake arbeid en zorg;
gelet op de bepalingen van de
Gemeentewet, van de Ambtenarenwet en van de Collectieve
arbeidsvoorwaardenregeling;
gelet op het besluit van de
gemeenteraad d.d. 27 mei 1999 (Stuk 89) waarin hij het vaststellen van
(wijzigingen van) de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de
Uitwerkingsregeling rechtspositie heeft gedelegeerd aan ons college;
gelet op het advies van de
commissie middelen en bestuur;
b e s l u i t e n :
I. vast
te stellen de 19e wijziging van de
COLLECTIEVE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING
Artikel 1
Het opschrift boven
artikel 1:6 wordt vervangen door: Vrijstelling
De bestaande tekst van
artikel 1:6 wordt genummerd: 1
In het eerste lid van
artikel 1:6 wordt de zinsnede “hoofdstuk 10a” vervangen door “de hoofstukken 8
en 10a”.
Aan artikel 1:6 wordt een
nieuw tweede lid toegevoegd, luidend als volgt:
2.
De in het vorige lid bedoelde regeling kan overeenkomstig van toepassing
worden verklaard op ambtenaren in tijdelijke dienst die projecten of functies
van tijdelijke aard uitoefenen waarbij de te bereiken resultaten in een
bepaalde tijdsperiode tevoren kunnen worden vastgesteld en de betrokken
ambtenaar in verregaande mate zelfstandig verantwoordelijkheid draagt voor de
inrichting van de werkzaamheden.
Artikel 2
Artikel 2:6 wordt
vervangen door:
Recht op aanpassing formele arbeidsduur
Artikel 2:6
1. Overeenkomstig de Wet aanpassing arbeidsduur heeft een persoon
die is aangesteld als ambtenaar of met wie een arbeidsovereenkomst is
aangegaan, het recht om de aanstellingsomvang te verminderen, tenzij
zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich hiertegen verzetten.
2. Overeenkomstig de Wet aanpassing arbeidsduur heeft een persoon
die is aangesteld als ambtenaar of met wie een arbeidsovereenkomst is aangegaan
het recht om de aanstellingsomvang uit te breiden tot het aantal uren van een
volledige betrekking, tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich
hiertegen verzetten.
3. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het gestelde in
het tweede lid ten aanzien van personen die werkzaam zijn in het kader van het
Besluit in- en doorstroombanen, indien dit zou leiden tot een verlies van
subsidie.
4a Burgemeester en wethouders kunnen in een nadere regeling functies
aanwijzen waarvoor met de betrokken ambtenaar een tijdelijke uitbreiding van
gemiddeld 4 uur per week van de formele arbeidsduur kan worden overeen gekomen,
met dien verstande dat:
_ de
overeenkomst steeds maximaal een jaar kan gelden;
_ de
bezoldiging evenredig wordt verhoogd;
_ hoofdstuk
4a en artikel 6:2 tweede lid gedurende de overeengekomen periode geen
toepassing kunnen krijgen;
_ geen
functies kunnen worden aangewezen waarin de betrokken ambtenaren in het
voorafgaande jaar regelmatig overwerkvergoeding als bedoeld in artikel 3:2
hebben genoten.
b In
de commissie voor georganiseerd overleg moet overeenstemming zijn bereikt over
de aanwijzing van de (groepen) functies.
Artikel 3
Na artikel 2:6 wordt een
nieuw artikel toegevoegd, luidende:
Werken na 65 jarige leeftijd
Artikel 2:7
Aan een gewezen ambtenaar aan
wie op grond van artikel 8:2 ontslag is verleend, kan een aanstelling worden
verleend.
Artikel
4
Na artikel 5a:7 wordt een
nieuw artikel 5a:8 toegevoegd, luidende als volgt:
Tijdelijke toeslag in verband met afschaffing
overhevelingstoeslag
Artikel 5a:8
1. De ambtenaar met recht op een Aanvulling werkgever,
dat is ontstaan op of na 1 januari 2001, heeft zolang dat recht op een
Aanvulling werkgever bestaat doch uiterlijk tot 1 januari 2005, recht op een
toeslag ter grootte van 1,9% van die Aanvulling werkgever met een maximum van
ƒ 1.745,-- per jaar.
2. Indien de som van de toeslag als bedoeld in het eerste
lid, de toeslag als bedoeld in artikel 10.a van het Reglement flexibel pensioen
en uittreding en de toeslag als bedoeld in artikel 5a:8 van het
pensioenreglement, het in het eerst lid bedoelde maximum overschrijdt, wordt de
in het eerste lid bedoelde toeslag beperkt tot een zodanig deel van dat
maximum, dat overeenkomt met de verhouding tussen de Aanvulling werkgever
enerzijds en de som van de FPU-uitkering en de Aanvulling werkgever anderzijds.
Artikel
5
Na artikel 6:5 wordt een
nieuw artikel 6:5a toegevoegd, luidende als volgt:
Adoptieverlof
Artikel 6:5a
1. De ambtenaar heeft in verband met adoptie van een kind
recht op verlof met behoud van bezoldiging.
2. Het recht op verlof bestaat gedurende een tijdvak van
zestien weken en bedraagt drie weken. Het recht bestaat vanaf de eerste dag dat
de feitelijke opneming ter adoptie een aanvang heeft genomen of zal nemen,
zoals die dag is aangeduid in een door de ambtenaar aan burgemeester en
wethouders overgelegd document waaruit blijkt dat een kind ter adoptie is of
zal worden opgenomen.
3. Indien als gevolg van een adoptieverzoek
tegelijkertijd twee of meer kinderen worden opgenomen, bestaat het recht op
verlof slechts ten aanzien van één van die kinderen.
Artikel
6
Artikel 8:2 komt als volgt te
luiden:
Ontslag wegens ouderdomspensioen
Artikel 8:2
1. Aan de ambtenaar die de volgens artikel 6.1 van het
pensioenreglement voor het recht op ouderdomspensioen vereiste leeftijd heeft
bereikt, wordt met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin
de bedoelde leeftijd is bereikt eervol ontslag verleend.
2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere
gevallen, indien de ambtenaar hiermede instemt, van het bepaalde in het eerste
lid afwijken.
Artikel
7
Na artikel 8:2 wordt een
nieuw artikel 8:2a toegevoegd, luidend als volgt:
Artikel 8:2a
De aanstelling als bedoeld in
artikel 2:7 dan wel artikel 8:2, tweede lid, wordt beëindigd wanneer een der
partijen zulks wenselijk acht met een opzegtermijn van één maand.
II.
te bepalen:
dat de onder I vermelde
wijzigingen in werking treden acht dagen na bekendmaking, met dien verstande
dat:
· het bepaalde in het
vierde lid van artikel 2:6 eindigt per 1 februari 2002;
· het bepaalde in het
nieuwe artikel 5a:8 terugwerkende werking heeft tot 1 januari 2001.
Delft,
Burgemeester en
wethouders voornoemd,
, burgemeester.
, secretaris.