Het Raadsprogramma 2001

-      een eerste proeve

 

voorwoord

 

In de maand mei zijn fracties en commissievoorzitters in de gelegenheid geweest om feed-back te geven op een 1e concept van het Raadsprogramma. De beleidsnota over de opzet en werkwijze van het Raadsprogramma is op de verkregen reacties aangepast. (De belangrijkste wijzigingen zijn onderstreept) Het Raadsprogramma wordt  thans ter vaststelling voorgelegd. De verkregen schriftelijke reacties treft u als afzonderlijke bijlage aan. De rode draad in deze reacties is:

a)       opzet en uitwerking van het Raadsprogramma worden akkoord bevonden, passend    binnen de randvoorwaarden van Nota ‘Bestuur 2’ met een helder onderscheid naar de Beleids- en Controle-agenda

b)       over onderwerpen met betrekking tot het plenaire Raadsdebat wordt verschillend gedacht. “Er is wel behoefte aan een levendiger raadsdebat, levert het echter wel voordeel om een aantal grote onderwerpen vooral in de raad te bespreken?’ (Groen Links)”. “Het zou niet moeten leiden tot extra vergaderingen (STIP).”  “De setting zal het dan mogelijk moeten maken, dat alle raadsleden en mogelijk ook niet-raadsleden kunnen deelnemen voor het stimuleren van het debat; waarbij ook met andere vormen geëxperimenteerd kan worden als decision room technieken. Een goede onderwerpkeus (actueel, voorkant besluitvormingsproces, geen technocratisch onderwerp) is essentieel  (D’66)”. “Het is zeker de moeite waard, maar dit moet dan wel zorgvuldig voorbereid worden (PvdA)”. In reactie hierop kan opgemerkt worden, dat het zeker niet de bedoeling van het plenaire raadsdebat is om de commissiediscussie over te slaan; de commissiediscussie dient ook ter voorbereiding van het plenaire debat. Hoe het totale voorbereidingsproces dan precies gaat verlopen, met eventuele betrokkenheid van burgers en maatschappelijke organisaties, en welke werkvormen (zoals de ‘decision room techniek’) daarbij toegepast worden zal maatwerk zijn. In § 6 van de beleidsnota wordt nu voorgesteld om op beperkte schaal (2 onderwerpen) met een dergelijk raadsdebat te gaan experimenteren.

c)       Ook zijn suggesties gedaan voor onderwerpen die geschikt kunnen zijn voor een Maatschappelijke Verkenning. Deze worden weergegeven in § 5. Zodra de Commissie Middelen en Bestuur advies heeft uitgebracht m.b.t. het Raadsprogramma kan het onderwerp waarvoor een Maatschappelijke Verkenning wordt uitgevoerd opgenomen worden in het raadsvoorstel.

 

 

1.    Inleiding

 

Deze aanzet voor het Raadsprogramma is een eerste proeve (een vingeroefening), die na bespreking van college met de raad:

a)    voor 2001 door commissies en raad in de praktijk toegepast kan worden;

b)    tot afspraken zal leiden voor het bij de Zomernota 2002 horende Raadsprogramma 2002.

 

In de nog plaats te vinden besprekingen zal verduidelijkt moeten worden, wat een Raadsprogramma nu wel is (en wat niet!), welke selectiecriteria daarvoor van toepassing zijn, en wat de relatie tot de beleidsvoorbereiding van het college en de ambtelijke organisatie is.

 

In nota ‘Bestuur 2’ wordt een veelheid van aan het Raadsprogramma verbonden begrippen gehanteerd. In deze notitie wordt daar structuur in aangebracht volgens onderstaand schema. Basis voor het Raadsprogramma is de Zomernota. De onderwerpen die in de Zomernota benoemd zijn komen in dit Raadsprogramma terug. Daarbij is voor dit programma – het bestuursjaar is inmiddels flink gevorderd - enigszins geselecteerd: zaken die inmiddels achterhaald zijn of relatief weinig om het lijf hebben zijn niet opgenomen.

 

De onderwerpen van het Raadsprogramma zijn toebedeeld aan de werkgebieden van de diverse raadscommissies. In het vervolg van deze notitie wordt dit nader toegelicht en uitgewerkt. In paragraaf 6 van de beleidsnota wordt een eerste opsomming gegeven van onderwerpen die geschikt zouden kunnen zijn voor het plenaire debat. In onderstaand schema wordt aangegeven hoe beleids-items van de Zomernota hun weg vinden via Commissie en Raad.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Het Raadsprogramma is in deze opzet dekkend voor de Commissieprogramma’s, daar hoeft dan geen afzonderlijk document meer voor te verschijnen.

 

 

2.    Nota ‘Bestuur 2”: definitie Raadsprogramma

 

In de nota ‘Bestuur 2’ en bijbehorend plan van aanpak wordt het Raadsprogramma als volgt getypeerd:

·       het Raadsprogramma is een totaalprogramma, waar alle onderwerpen op staan die de raad in het komende bestuursjaar wil bespreken of waarover de raad wil c.q. moet beslissen;

·       het Raadsprogramma biedt een totaal-overzicht van de belangrijkste politiek strategische onderwerpen, wanneer en door wie deze worden besproken, of ze onderwerp zijn van interactieve besluitvorming, wanneer ze voor finale besluitvorming in de plenaire zittingen aan de orde komen, en welke control-items van toepassing zijn;

·       het Raadsprogramma wordt gebaseerd op:

I.      selectie onderwerpen uit het Meerjarig Beleidsprogramma (beleid Zomernota)

II.     aan B&W gedelegeerde onderwerpen waar de raad controle op uitoefent (in de vorm van een Controleprogramma op basis van de beleidscycli per beleidsveld)

III.   onderwerpen op verzoek van een fractie

IV.  bestuurlijke opdrachten van de raad aan het college

V.   overige wettelijk verplichte en niet-gedelegeerde onderwerpen;

·       Commissieprogramma’s zijn directe afgeleiden van het allesomvattende Raadsprogramma;

·       het bestuursjaar is hierbij een periode van 12 maanden.

Nota Bene: In de nota “bestuur 2’ wordt aangegeven dat het bestuursjaar van zomer tot zomer loopt; meer voor de hand ligt echter om het bestuursjaar gelijk te stellen aan het begrotingsjaar waar de Zomernota betrekking op heeft.

 

3.    Opzet Raadsprogramma

 

Bijgevoegde uitwerking van het Raadsprogramma is gebaseerd op de indeling van de beleidsthema’s van de Zomernota.

Het Raadsprogramma is als volgt tot stand gekomen:

·       basis is de Zomernota 2001-2004. Op onderdelen is de informatie uit de Zomernota aangevuld met inmiddels beschikbare informatie over het beleidsproces. Omdat deze eerste proeve van het Raadsprogramma 2001 relatief laat in de tijd is gemaakt is tevens op consistentie (naar inhoud en tijd) gecheckt met inmiddels opgestelde commissieplanningen.

·       het Beleidsprogramma van de Zomernota is basis voor de Bespreekagenda van de raadscommissies gesplitst naar onderwerpen die geëigend zijn voor de Beleidsagenda en onderwerpen waarvan de uitvoering bij het college en de ambtelijke organisatie ligt en waar de raad(scommissie) vervolgens op kan monitoren via de Controle-agenda.

·       de splitsing Beleidsagenda/Controle-agenda komt overeen met het karakter van de Zomernota, een strategisch document waarbij enerzijds aanzetten gedaan worden tot verdere beleidsontwikkeling en anderzijds plannen en activiteiten gepresenteerd worden, die na de vaststelling in de raad van september 2000 tot verdere uitwerking moeten komen (‘de uitvoering telt’). Deze uitvoering kan dan door de raad gemonitord worden door middel van het Controleprogramma. Dit is in deze eerste proeve van het Raadsprogramma slechts globaal getypeerd. Onderdeel van het plan van aanpak ‘Bestuur 2’ is dat op basis van een inventarisatie van de beleidscycli per beleidsveld het Controleprogramma nog ontworpen zal worden

·       onderdeel van de Controle-agenda kunnen drie soorten controle-instrumenten zijn:

a)    reguliere rapportages als het Gemeentebericht, en het Jaarverslag;

b)    afhankelijk van het beleidsveld aan te vullen met daarvoor van toepassing zijnde vaste rapportages zoals tussentijdse rapportages, jaarverslagen, en rapportages CBB en vanuit de ombudsfunctie. Zo zou bij het beleidsveld ‘sociale zaken’ de beleidscyclus kunnen bestaan uit het beleidsplan ABW, kwartaalrapportages ABW, actualisering planning en normering, jaarverslag ABW, jaarverslag ISR/ombudscommissie/kamer 2.

c)    incidentele instrumenten zoals specifieke evaluaties en een eventueel rekenkameronderzoek. Overigens is in de commissie Middelen en Bestuur geconcludeerd dat er in 2001 geen rekenkameronderzoek uitgevoerd zal worden. Dit in afwachting van de definitieve vormgeving van de bestuursvorm van de Delftse Rekenkamer. Een nieuw rekenkameronderzoek kan dan een plek krijgen in het Raadsprogramma 2002.

 

4.    Het beleidsproces in relatie tot het Raadsprogramma

 

Zoals nota ‘Bestuur 2’ aangeeft wordt het Raadsprogramma samengesteld uit politiek strategische onderwerpen. Dit spitst zich in eerste instantie toe op de samenstelling van de Beleidsagenda en de inrichting van het Controle-agenda, waar nog een nadere uitwerking van moet komen.

 

Kenmerk van het soort onderwerpen op de Beleidsagenda is, dat er (gelet op zich voordoende danwel gewenste veranderingen in de samenleving) voor de stad en zijn inwoners - belangrijke - keuzen gemaakt moeten worden. Keuzen in

a)    wat er inhoudelijk bereikt moet worden, te bereiken doelstellingen, effecten en de uit te zetten koers

b)    alternatieve beleidsscenario’s

c)    nieuwe producten, diensten en/of voorzieningen (en welke producten etc. niet meer geleverd gaan worden)

d)    of de gemeente daar zelf in beslist of anderen (burgers/organisaties) daarbij wil betrekken

e)    te stellen prioriteiten, en toe te passen fasering

f)      beschikbaar te stellen middelen

g)    de uiteindelijk vormgeving (zelf en/of door anderen).

 

Als werkwijzen voor beleidsontwikkeling wordt in deze eerste proeve van het Raadsprogramma uitgegaan van een drietal hoofdvarianten:

1.    startnotitie

2.    discussienota

3.    beleidsvoorstel.

 

De startnotitie vervult een goede functie als in de te volgen strategie om een beleidsvraagstuk aan te pakken belangrijke keuzen te maken zijn, en het  belangrijk is om aan betrokken c.q. belanghebbende derden aan te geven welke positie de gemeente in neemt en welke randvoorwaarden daarvoor gelden. Op basis van deze startnotie zal tevens de rol van de raad (procesbegeleider, partner of participant) bepaald kunnen worden (procesarchitectuur). Redenen voor een startnotitie zijn dan gelegen in:

a)    bepalen van inhoudelijke randvoorwaarden voor het beleidsproces

b)    bepalen van de positie van de raad

c)    bepalen van de positie van externen.

Toelichting: Interactief beleidmaken doet zich in velerlei gedaantes voor, de tijd van ‘reactief’ beleidmaken is wel voorbij. Per thema en per beleidsproces zal de te volgen ‘bestuursstijl’ afgesproken moeten worden. Als de raad rondom een bepaald thema een interactief proces

wil inrichten leidt dit altijd tot een startnotitie. Op basis hiervan is te bepalen welke werkvorm

voor het interactieve proces gevolgd gaat worden, bijv. via de commissie Extern of wijkgesprekken, enquêtes, stadspanelonderzoek, hoorzittingen, workshops e.d.

 

Bij de discussienota gaat het al meer om een inhoudelijke discussie op basis van een eerste inventarisatie c.q. analyse van het beleidsvraagstuk, met aandacht voor alternatieve uitwerkingsrichtingen. De discussienota is gericht op meningsvorming.

 

Een regulier beleidsvoorstel is met name aangewezen:

a)  als de marges voor het te ontwikkelen beleid beperkt zijn, de politiek bestuurlijk te maken afwegingen vrij eenduidig zijn, en het beleidsvraagstuk op voorhand planmatig/gestructureerd kan verlopen;

b)  als eerdere fasen van het beleidsproces via startnotitie, discussienota en daarin meegenomen vormen van interactief beleidmaken zijn afgerond

 

In aanvulling op deze verschillende soorten van werkwijzen voor beleidsontwikkeling kan de raad ook besluiten om aan de voorkant van interactieve beleidsprocessen een Maatschappelijke Verkenning (Zie § 5) uit te voeren.

 

 

5.       de maatschappelijke verkenning

De gemeenteraad heeft bij het vaststellen van Nota ‘Bestuur 2’ (september 2000) besloten tot het invoeren van de Maatschappelijke Verkenning. 22 februari 2001 heeft de raad de verordening voor het houden van een Maatschappelijke Verkenning vastgesteld. Zoals de verordening aangeeft: “Een Maatschappelijke Verkenning is een activiteit waarbij door de raad informatie wordt verzameld over maatschappelijke ontwikkelingen. Het doel hiervan is de raad in staat te stellen zich een beeld te vormen van de aard en de omvang van bepaalde ontwikkelingen. Vervolgens kan beoordeeld worden of nieuw beleid moet worden ontwikkeld of bestaand beleid moet worden aangepast.

Kenmerkend voor een Maatschappelijke Verkenning zijn de volgende zaken:

·       de Maatschappelijke Verkenning is een kortdurende activiteit;

·       raadsleden zijn zelf actief bij de uitvoering van een verkenning;

·       de nadruk mag niet liggen op het laten verrichten van onderzoek door externen;

·       een Maatschappelijke Verkenning leidt tot een beknopte rapportage”

Een Maatschappelijke Verkenning wordt uitgevoerd door een commissie: de verkenningscommissie.

 

De verschillende fracties hebben de volgende suggesties gedaan voor het houden van een Maatschappelijke Verkenning;  er is kennelijk behoefte aan nader inzicht in:

 

1.

De kwaliteit van huisvesting van onderwijs en kinderopvang

2.

Ideeën in de stad over de invulling van de brede school

3.

De praktijk en de toekomst van democratie in de wijken (vormen van participatie en representativiteit daarvan).

4.

De waardering van allochtone ouderen van hun eigen situatie op terreinen als wonen, zorg en hun deelname aan het sociaal verkeer

5.

De vrije tijdsbesteding en dan in het bijzonder de cultuurdeelname van (groepen) Delftenaren. Zo'n verkenning zou eventueel in een of meerdere wijk(en) gedaan kunnen worden om zo een "wijkcultuurprofiel" te krijgen

6.

Herstructurering in bepaalde delen van wijken/buurten: hoe kijken bewoners, ondernemers, organisaties die een rol spelen in die buurt er tegen aan?

 

Voorgesteld wordt de commissie Middelen en Bestuur van 21 juni a.s advies te vragen naar welk onderwerp de voorkeur uit gaat. Op basis van het advies  van de Commissie Middelen en Bestuur kan vervolgens het onderwerp waarvoor een Maatschappelijke Verkenning wordt voorgesteld concreet in het (concept-)raadsvoorstel benoemd worden.

 

 

6.       het plenaire raadsdebat

 

Het Raadsprogramma omvat een opsomming van de beleidsvoornemens uit de Zomernota. De discussie hierover speelt zich in eerste aanleg in de desbetreffende raadscommissies af. Daarbij is nog niet aangegeven of/hoe er nog een plenaire discussie van de raad op zou moeten volgen; een groot gedeelte (80%?) zal direct op de besluitagenda van de raad terecht komen. Wat wel een extra dimensie zou kunnen geven is om op voorhand een aantal onderwerpen te selecteren, waarvan iedereen vindt dat je met name over dit soort onderwerpen in de raad het politieke debat zou moeten voeren. Aan het raadsdebat kan een discussie in de commissie vooraf gaan, dit dient dan ter voorbereiding op het raadsdebat. Het criterium voor dit soort onderwerpen is gelegen in de omvang van de mogelijke/nodige veranderingen ten behoeve van de Delftse samenleving (de maatschappelijke impact), waarbij ook de - principiële - vraag aan de orde komt welke rol de gemeente daarin zou moeten en zou kunnen vervullen.

Het gaat hierbij dus om grote items, stedelijk beleid en stedelijke kaders, waar ook de startnotities een goede rol in kunnen vervullen. De raadsbehandeling van de Zomernota leent zich bij uitstek voor het raadsbreed bepalen welke grote onderwerpen men voor het komend bestuursjaar aan de orde wil hebben. (Noot: Zie ook het artikel van prof. Mr. D.J. Elzinga in Binnenlands Bestuur van 30 maart j.l. onder de kop “Pit in de lokale politiek’, waarin hij er onder meer voor pleit dat gemeenteraden het inhoudelijk politiek debat beter vorm geven door een politieke jaaragenda af te spreken.)

Onderstaand overzicht geeft de oorspronkelijke selectie van mogelijke onderwerpen aan:

 

Zomernota 2002-2006 als geheel

Gevolgen wetsvoorstel dualisering gemeentebestuur

Takendiscussie Haaglanden

Bestemmingsplan Binnenstad

Plan van aanpak, procesovereenkomst Spoorzone

Kinderopvang

VVP+

Volksgezondheids-/ en zorgbeleid 2001-2004

 

In het voorwoord van deze beleidsnota is al uitgebreid ingegaan op de verschillende reacties van enkele fracties op de opzet en werking van het plenaire raadsdebat, soms terughoudend en met enige twijfel over de toegevoegde waarde, maar ook wel met suggesties voor concrete onderwerpen die zich daarvoor lenen en suggesties m.b.t. de aan een dergelijk plenair debat te stellen randvoorwaarden. De invoering van een dergelijk raadsdebat op grote thema’s vergt per thema een uitgekiende aanpak. Hoe het totale voorbereidingsproces dan precies gaat verlopen, met eventuele betrokkenheid van burgers en maatschappelijke organisaties, en welke werkvormen daarbij toegepast worden zal maatwerk zijn.

Voorgesteld wordt nu om op beperkte schaal (zeg: 2 onderwerpen) met een dergelijk raadsdebat te gaan experimenteren en vervolgens op basis van opgedane ervaringen in 2002 te bezien hoe aan deze vernieuwende werkwijze een vervolg gegeven kan worden. Deze twee onderwerpen zouden bijv. kunnen zijn :

1.Discussie Haaglanden (Bestuur en Taken)

2.Ontwikkeling Spoorzone (Nota van Uitgangspunten met integrale randvoorwaarden) 

De andere onderwerpen lenen zich daar mogelijk op dit moment wat minder toe. De nu in juni te voeren discussie in college en raad zal helderheid moet leiden tot een definitieve keuze van onderwerpen.

 

 

7.       Gebruik en beheer van het Raadsprogramma

 

De door de raad vastgestelde Zomernota is basis voor het Raadsprogramma c.q. Commissieprogramma’s. Voor de raad en de raadscommissies zijn dit werkprogramma’s, door middel waarvan afspraken gemaakt worden met het college als het gaat om prioriteitsstelling en te volgen werkwijze (het beleidsproces). Het Raadsprogramma zal goed moeten blijven sporen (en omgekeerd) met de beleidsaanpak van college en ambtelijke organisatie.

 

Het is vanzelfsprekend dat  college en organisatie na het vaststellen van de Zomernota het nodige doen aan planvorming: de Zomernota wordt operationeel gemaakt in werkplannen, beleidsprocessen worden - in afstemming met de portefeuillehouder - in de tijd gezet. In de regel gebeurt dit in het 4e kwartaal. En het college baseert zijn eigen planning hierop. Aan het einde van een jaar leidt dit tot meer zicht op de planning van beleidsprocessen in het nieuwe bestuursjaar. De planning voor de raadscommissies kan dan hierop afgestemd worden.

 

Gaandeweg een beleidsjaar zullen zich wijzigingen voordoen in te bespreken beleidsonderwerpen en de te volgen aanpak: ook het Raadsprogramma c.q. de daarin opgenomen Commissieprogramma’s wijzigen dan. Dit maakt van het Raadsprogramma (en de Commissieprogramma’s) een geheel andersoortig document dan de beleidscyclusdocumenten als Zomernota, Gemeentebegroting,Jaarverslag en Tussentijdse Rapportages. Het wordt een dynamisch geheel: er kunnen gaandeweg een bestuursjaar onderwerpen toegevoegd worden, er kan gevarieerd worden in de werkwijzen van de beleidsprocessen (startnotitie, discussienota, beleidsvoorstel), planningen kunnen verschuiven etc. etc.

 

Na vaststelling van het Raadsprogramma kan het beheer daarvan overgelaten worden aan de desbetreffende commissie. De secretaris van de commissie kan gedurende het bestuursjaar er voor zorgdragen dat het Commissieprogramma(als onderdeel van het Raadsprogramma) c.q. de commissie-agenda bijgehouden wordt op basis van de in de commissie hierover gemaakte afspraken.

In aanvulling hierop zou afgesproken kunnen worden, dat halverwege het bestuursjaar een geactualiseerd Raadsprogramma ter goedkeuring aan de raad voorgelegd wordt.

 

Het dynamische karakter van Raadsprogramma incl. Commissieprogramma’s vergt een aantal nog te concretiseren werkafspraken, met name in de driehoek commissievoorzitter, portefeuillehouder en bestuursassistent.

De portefeuillehouder blijft daarin – in overleg met meestal de vakcommissie -verantwoordelijk voor de planning van het beleidsproces. De secretaris van de commissie monitort de planningen van de commissie en de afstemming op de planning van de portefeuillehouder en de organisatie met betrekking tot het beleidsproces.

 

8.       Advies

 

Bijgaand Raadsprogramma is een eerste vingeroefening. Het programma is gebaseerd op de Zomernota en commissieplanningen voor zover deze beschikbaar zijn. Nota ‘Bestuur 2’ geeft aan dat in het Raadsprogramma ook nog andersoortige onderwerpen opgenomen kunnen worden; zoals bijv. het Controleprogramma, dat volgens het plan van aanpak ‘Bestuur 2’ nog uitgewerkt moet worden. Deze eerste vingeroefening heeft dus ook niet de pretentie om volledig te zijn, maar kan wel basis zijn om praktijkervaring met dit nieuwe instrument op te doen.

 

Mede op basis van de vanuit de fracties verkregen reacties en suggesties wordt voorgesteld om:

1.  Akkoord te gaan met de in de beleidsnota beschreven  opzet en werking van het Raadsprogramma

2. Aan de raad voor te stellen:

a.  het Raadsprogramma 2001  vast te stellen

b. een nog nader te bepalen onderwerp (op basis van een daartoe nog uit te brengen   advies van de Commissie Middelen &Bestuur) vast te stellen voor een door de raad te houden Maatschappelijke Verkenning

c.  akkoord te gaan met het op beperkte schaal experimenteren met het plenaire raadsdebat, en daarvoor twee onderwerpen te benoemen. Op basis van daarmee   verkregen ervaringen in 2002 bepalen op welke wijze hieraan een vervolg gegeven kan worden.

d.  het college op te dragen op basis van de Zomernota 2002-2006 een voorzet  te doen voor het Raadsprogramma 2002.

 

centrale staf

Bert den Uijl, 1 juni 2001.

 

het raadsprogramma

 

Raadscommissie: Middelen en Bestuur

Welk beleid bevat de Zomernota ? Welke onderdelen horen bij de Beleidsagenda? Wat is de werkwijze?.Wanneer is het klaar? Welke instanties zijn daarbij betrokken? Welke onderdelen horen bij de Controle-agenda?

 

Beleidsthema Zomernota: Bestuurlijke ontwikkelingen

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Ondernemen van stappen in kader problematiek ruimtenood

Beleidsvoorstellen

 

P.m.

Vormgeving/ontwikkeling van een aantal instrumenten nota ‘Bestuur 2’:

 

 

 

1.    Raadsprogramma 2001

Beleidsvoorstel

 

2e kw. 2001

2.    Raadsprogramma 2002

Beleidsvoorstel

 

4e kw. ‘01

3.    Gevolgen wetsvoorstel dualisme

 

Discussienota/

beleidsvoorstel

 

3e kw. ’01

 

4.    Controle-agenda en controle-instrumenten

Discussienota

 

3e kw. ’01

 

 

 

Beleidsthema Zomernota: Internationaal beleid

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Verder bijdragen aan humanitaire stedenbanden, projectsteun. Realisatie EZH-projecten

 

3 keer per jaar via Voortgangsbericht EZH

Voortgangsbericht EZH per peildatum 1/5 en 1/9.

 

Internationale acquisitie:

 

 

P.m.

Keus economische zustersteden

Beleidsvoorstel

 

Najaar 2001

 

Beleidsthema Zomernota: Bedrijfsvoeringbeleid

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Uniformeren personeelsbeleid, financieel beheer en automatisering;

Beleidsvoorstellen

 

P.m.

Ontwikkeling kwaliteit:

 

 

 

1.    invoering kwaliteitszorgsysteem

 

Uitwerking via pilot Publiekszaken/ Centrale Staf

Eind ‘01

2.    opzet gemeentebrede auditfunctie

Beleidsvoorstel met auditstatuut.

 

2e kw. ‘01

3.    uitvoering audits

 

Via GMT/college

P.m.

Verdere implementatie NEON

1.    herhuisvesting

2.    organisatieverordening

3.    nieuwe personeelsinstrumenten

Beleidsvoorstellen

 

 

mrt ’01

april ’01

P.m.

Uitvoering nota Diversiteitsbeleid

 

 

juni ‘01

Meerjarig (voortschrijdend) Programma KIS

Beleidsvoorstel (Doorstartnotitie)

 

Mei ‘01

Invoering Euro

 

Via voortgangs-rapportages

1e kw. ‘01

Jaarrekening 2000

 

 

juni ‘01

Gemeentebericht 2001

 

 

juni/okt “01

Voortgangsberichten EZH

 

 

mei/sep. ’01

jan. ‘02

Treausury-handboek

 

 

P.m.

Digitale dienstverlening

Beleidsvoorstel

 

Zomer 2001

Balie Publiekszaken

Beleidsvoorstel

 

P.m.

 

 


 

 

het raadsprogramma

 

Raadscommissie: CKE (Cultuur, Kennis en Economie)

Welk beleid bevat de Zomernota ? Welke onderdelen horen bij deBeleidsagenda? Wat is de werkwijze? Wanneer is het klaar? Welke instanties zijn daarbij betrokken? Welke onderdelen horen bij de Controle-agenda?

 

Beleidsthema Zomernota:

Delft Kennistad

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Delft Kennisstad nieuwe opzet

 

Bespreking tussen-stand in mei,daarna beleidsvoorstel

 

Mei  en najaar 2001

Opzet DK-monitor

 

 

P.m.

 

Beleidsthema Zomernota:

Economie

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Bevordering toerisme in kader MMT, uitvoering promotiecampagne

 

Jaarverslag DAT

P.m.

Revitalisering Schie-oevers

Beleidsvoorstel incl. convenant met betrokken partijen

 

P.m.

Ontwikkeling TU-zuid

Beleidsvoorstellen

 

P.m.

Versterking branchering detailhandel

 

 

P.m.

 

Beleidsthema Zomernota:

Cultuur

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Uitwerking Actieplan Cultuurbereik

 

Zie commissie Leefbaarheid

 

Evenementenbeleid

Beleidsvoorstel

 

Juni ‘01

Uitbreiding cultureel voorzieningen-aanbod:

 

 

 

1.    Cultuurplein ZUPO

Beleidsvoorstel

 

P.m.

2.    Delfts Aardewerkcentrum

 

Voortgangsbericht

P.m.

3.    Stadshal (Delft Kennisstad)

Beleidsvoorstel

 

Mei ‘01

Digitaal erfgoed

Beleidsvoorstel

 

N.t.b.

Amateurkunstnota

Beleidsvoorstel

 

Mei ‘01

Atelierbeleid

Beleidsvoorstel

 

Mei ‘01

Evaluatie Speakers

 

Evaluatienota

Mrt. ‘01

Voortgang Servicepunten

 

Voortgangsbericht

Feb. ‘01

Voortgang Beeldende Kunst

 

Voortgangsbericht

Feb. ‘01

 


 

 

het raadsprogramma

 

 

Raadscommissie: Leefbaarheid

Welk beleid bevat de Zomernota ? Welke onderdelen horen bij de Beleidsagenda? Wat is de werkwijze? Wanneer is het klaar? Welke instanties zijn daarbij betrokken? Welke onderdelen horen bij de Controle-agenda?

 

Beleidsthema Zomernota:

Leefbaarheid

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Uitvoering EZH-project ‘Investeren in de wijken’

In aansluiting op (interactieve) wijkaanpak wordt beleidsvoorstel voor de besteding gedaan.

Besteding in periode 2000-2005.

Via Voortgangs-bericht EZH, nog vorm te geven wijk-rapportages(verslag en evaluatie)

Voortgangsbericht EZH per peildatum 1/5 en 1/9 2001.

Wijkrapportages P.m.

Verdere planvorming wijkgericht werken: Wijkplannen voor Hof van Delft en Wippolder

Beleidsvoorstel in nauwe samenwerking met betrokkenen

 

P.m.

Vorming nieuwe stedelijke organisatie voor het welzijnswerk

Beleidsvoorstel

 

Mei 2001.

Voorbereiding nieuw beleid kinderopvang in 2003

Discussienota

 

P.m.

Realisatie afspraken in kader beleidsvisie “wonen in Delft”

1.       opplussen

2.       meer zorgwoningen

 

Voortgangsrappor-tages

P.m.

Jongerenhuisvesting

o        experiment Slaagkans

 

 

Tussenrapportage

Evaluatie

 

Mei 2001

Sept. ‘01

EZH-projecten m.b.t. sportzalen, verenigingsaccommodaties, voorzieningen/activiteiten natuur, sport, recreatie en milieu

 

Voortgangsbericht EZH

Voortgangsbericht EZH per peildatum 1/5 en 1/9.

 

Toekomst Midden Delfland

Startnotitie

 

P.m.

Evaluatie stadstoezicht

Beleidsvoorstel

 

P.m.

Uitvoering projecten MRSV

 

MRSV-rapportage

P.m.

Stedelijke vernieuwing/herstructurering

 

Via MISV-rapportage

P.m.

 

Beleidsthema Zomernota:

Jeugd en Jongeren

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Actieprogramma integraal jongerenbeleid 2001-2002

Beleidsvoorstel

Jaarlijkse herijking actieprogramma

Mei 2001

Uitwerking Actieprogramma Cultuurbereik 2001-2004

 

Voortgangsbericht actieprogramma en Voortgangsbericht EZH

P.m.

 

Voortgangsbericht EZH per peildatum 1/5 en 1/9

Accommodaties voor jongeren in de wijken

 

Uitwerkingsvoor-stellen

P.m.

Thuis Op Straat (veiligheid, participatie, leefbaarheid)

 

Jaarlijks voortgangsbericht.

Evaluatie

Sept. 2001

 

P.m.

JMA (grote instellingen)

o      ontwikkeling productbegroting

Beleidsvoorstel

Via beleidscyclus instellingen/BWD

P.m.


 

 

het raadsprogramma

 

Raadscommissie: WZO (Werk, Zorg en Onderwijs)

Welk beleid bevat de Zomernota ? Welke onderdelen horen bij de Beleidsagenda? Wat is de werkwijze?.Wanneer is het klaar? Welke instanties zijn daarbij betrokken? Welke onderdelen horen bij de Controle-agenda?

 

Beleidsthema Zomernota:

De sociale structuur

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Vormgeving Delfts Sociaal Beleid: samenhang in activiteiten m.b.t. zorg, onderwijs, welzijn en jongeren

 

Prestatieboek Delfts Sociaal Beleid

Mei 2001

Uitvoering deelprojecten ‘Samen aan de Slag’

Realisatie van betrokken EZH-projecten

 

Prestatieboek DSB,

Kwartaalrapportage WIZ ;

Voortgangsbericht EZH

Evaluatieverslag ‘Samen aan de slag’

Mei 2001

Per kwartaal

 

Peildatum 1/5 en 1/9

 

4e kw. 2001

Invoering Delft Actief Pas

 

Voortgangsrappor-tage

Juni 2001

Een collectieve aanvullende verzekering voor de minima

 

Kwartaalrapportages WIZ,

Per kwartaal

Verbreding taak RIO met indicatiestelling WVG, Gehandicaptenzorg

Startnotitie is in feb. in commissie besproken. Beleidsvoorstel volgt.

 

Oktober 2001

Ontwikkeling lokaal volksgezondheids- en zorgbeleid 2001-2004

Beleidsvoorstellen  n.a.v. voorafgaand intensief overleg met betrokken partijen

 

Mei/juni 2001

Uitvoering integrale aanpak Integratiebeleid

 

Rapportage integratiebeleid

Najaar 2001

Ontwikkeling onderwijsbeleidsplan

Beleidsvoorstellen, incl. bestedings-voorstellen EZH

 

Juni 2001

Werken aan een sluitende aanpak voor jongeren

 

Nader te bepalen

P.m.

EZH-voorstel zwerfjongeren en daklozen

Beleidsvoorstel

 

Mei 2001

Verzelfstandiging openbaar onderwijs

Beleidsvoorstellen  ten vervolge op eerdere besluiten

 

Najaar 2001

 


 

 

het raadsprogramma

 

 

Raadscommissie: Duurzaamheid

Welk beleid bevat de Zomernota ? Welke onderdelen horen bij de Beleidsagenda? Wat is de werkwijze?.Wanneer is het klaar? Welke instanties zijn daarbij betrokken? Welke onderdelen horen bij de Controle-agenda?

 

 

Beleidsthema  Zomernota:

Duurzaamheid

Beleidsagenda

Controle-agenda

Planning

Binnenstadsmanagement:

 

 

Binnenstadsmonitor 1e fase

Nov. 2001

o        Besluit 2e fase autoluw

Beleidsvoorstel

 

P.m.

Parkeerbeleid binnenstad:

Beleidsvoorstellen

 

1e helft 2001

1.    parkeergarages

 

 

 

2.    autoluw (plus) maken 1e fase

 

 

 

3.    handhaving

 

 

 

Bestemmingsplan Binnenstad

Beleidsvoorstellen

 

 

1.    concept voorontwerp

 

 

2e kw ‘01

2.    inspraakprocedures

 

 

‘01/ begin ‘02

3.    vaststelling ontwerp

 

 

Begin 2002

Projecten Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003

 

Duurzaamheids-monitor

2e-3e kw 2001

Uitvoering projecten Waterplan Delft ‘Een blauw netwerk”.

 

Via monitor

2e-3e kw 2001.

Energie masterplan

Beleidsvoorstel

 

Najaar 2001

VVP+ (concept + definitief)

Beleidsvoorstel

 

Najaar 2001

Planvoorbereiding ontwikkeling spoorzone:

 

1.    Plan van aanpak, proces-overeenkomst tezamen met voortgangsrapportage

 

2.    Bestemmingsplan

 

 

Beleidsvoorstel

 

 

Beleidsvoorstel

 

 

 

juni ’01

 

 

Najaar 2001

Zuidpoortontwikkeling:

Beleidsvoorstellen

 

 

1.    Definitief ontwerp

2.    Bestemmingsplan

 

 

2e kw. ’01

2e-3e kw 2001.

Intensivering Fietsactieplan

Beleidsvoorstel

1e evaluatie

2e-3e kw 2001.