Beste Dick,
Hierbij de door jou
gevraagde reactie van de GroenLinks-fractie op het concept-raadsprogramma.
1) Wij kunnen ons prima
vinden in de opzet, die een goede uitwerking is van de randvoorwaarden zoals
die in de nota bestuur 2 zijn vastgelegd.
2) Opmerkingen op de
gedetailleerde invulling zijn wat ons betreft op dit moment niet zo zinnig,
omdat het concept natuurlijk voor een belangrijk deel 'mosterd na de maaltijd'
is.
3) Wij betwijfelen
of de keuze om een aantal grote onderwerpen
vooral plenair in de raad te behandelen voordelen oplevert. Ons inziens staat
een dergelijke keuze ook niet als zodanig in de nota bestuur 2. Daarin staat
natuurlijk wel de wens om debatten spannender en levendiger te maken. Wij
denken echter niet dat de plenaire behandeling in de raad volgens het
concept-raadsprogramma daar toe leidt. Sterker, een gevaar kan zijn dat er
eindeloze herhalingen van zetten worden gedaan en een debat op detailniveau
ontstaat dat alleen voor de fractiespecialisten te volgen is. De huidige
praktijk is dat grote onderwerpen ook vaak uitgebreid in de raad terugkomen,
behalve als er geen meningsverschillen van betekenis meer over zijn. Een
spannender debat in de afsluitende raadsvergadering staat of valt met de
politieke behendigheid van fracties om punten binnen te halen (niemand is
tenslotte verplicht al zijn kruit in de commissie te verschieten) en meer in
het algemeen met en meer dualistische verhouding tussen college en raad.
Overigens begrijpen de burgers in Delft prima dat het bezoeken van de
commissievergaderingen vaak belangrijker is dan het bezoeken van de
raadsvergaderingen. Wat is daar eigenlijk tegen? Daar kunnen ze inspreken en
daar kunnen ze de fractiewoordvoerders makkelijk aanspreken. Kortom, voor de
GroenLinks-fractie is een levendiger debat in de raadsvergaderingen een
onderdeel van een meer levendige debatcultuur in het algemeen en niet meer dan
dat.
4) Wat betreft
onderwerpen voor een maatschappelijke verkenning kwamen er bij ons drie
suggesties op tafel:
- de kwaliteit van de
huisvesting van onderwijs en kinderopvang;
- ideeën in de stad over
de invulling van de brede school;
- de praktijk en de
toekomst van democratie in de wijken (vormen van participatie en
representativiteit daarvan).
Het betreft hier overigens
niet-uitgewerkte suggesties en wij hebben er wel behoefte aan de discussie
hierover uitgebreider te voeren op basis van de suggesties van alle fracties.
Wat ons betreft zou het vaststellen van een maatschappelijke verkenning bij het
raadsprogramma overigens geen wet van Meden en Perzen hoeven te zijn. Als er
geen voor de hand liggend onderwerp is moet het niet kunstmatig worden
opgezocht, als het er wel is kan een maatschappelijke verkenning op elk moment
in het jaar starten.
Met vriendelijke groet,
Wim Bot
PS - Ik zou het op prijs
stellen wanneer we de verzamelde reacties van alle fracties doorgemaild krijgen
(en deze bijdrage dus ook wordt doorgestuurd).
Beste Bert en Feije,
hierbij de opmerkingen
van de D66-fractie over het concept-raadsprogramma:
· positief
zijn wij over het onderscheid tussen de beleids- en de control-agenda.
· de
onderwerpen die genoemd worden als mogelijke onderwerpen voor een
maatschappelijke verkenning vinden wij ofwel in een verkeerde fase zitten om
geschikt te zijn voor een maatschappelijke verkenning ('achterhaalde items', we
zijn er al behoorlijk mee bezig of het is zelfs al in uitvoering) ofwel het is
een onderwerp waarvan je je af moet vragen of het technocratisch gehalte niet
te hoog is (takendiscussie haaglanden, gevolgen wetsvoorstel dualisering) ofwel
het leent zich niet voor een maatschappelijke verkenning omdat het een
onderhandelingsresultaat is (proces overeenkomst spoorzone, de openbare ruimte
-aspecten van spoorzone zouden qua inhoud wel geschikt zijn); suggestie van
ons: herstructurering in bepaalde delen van wijken/buurten, hoe kijken
bewoners, ondernemers, organisaties die een rol spelen in die buurt er tegen
aan?).
· wij zijn
minder positief over de positionering van 'het plenaire raadsdebat', het lijkt
erop alsof 'discussie in de raad' één op één vertaald wordt naar 'debat in de
raadszaal op één moment', o.i. moet 'discussie in de raad' vertaald worden naar
'discussie tussen leden van de raad', waarbij belangrijk is dat de setting het
mogelijk maakt dat alle leden kunnen deelnemen (en niet dat 10 raadsleden
meedoen en 27 niet, zoals bij raadsvergaderingen) en mogelijk ook
niet-raadsleden/externen kunnen deelnemen, voor het stimuleren van het debat.
In de raad zou je ook kunnen experimenteren met andere vormen, bv.
decision-room-technieken;
· en dat de
discussie plaatsvindt op een moment in het besluitvormingstraject dat
discussie, wederzijdse beïnvloeding en richting geven mogelijk en noodzakelijk
is (in een vroeg stadium dus, niet op het moment van besluiten zelf, wanneer er
ja of nee gezegd moet worden tegen een uitgewerkt voorstel);
· de
discussie intern de raad dient o.i. gericht te zijn op een goede transparante
besluitvorming (bij het lezen van het concept-raadsprogramma krijgen wij soms het
gevoel dat het debat op zichzelf een doel is geworden).
Met vriendelijke groet,
Carla Lourens
Beste Feije van Dijk,
Als eerst excuses voor de nogal late reactie over het raadsprogramma.
Ik hoop dat deze reactie nog op tijd is om meegenomen te worden.
De reactie van de STIP fractie:
Ten eerste bestaat er bij een aantal fractieleden de angst dat het
raadsprogramma leidt tot extra vergaderingen zonder dat daarbij veel extra
resultaat wordt geboekt. De planning veranderd voortdurend, vaak door externe
factoren, hierdoor is de winst van een vastgestelde planning maar marginaal.
Voorbeelden hiervan zijn nu al te vinden in het concept raadsprogramma, een
aantal beleidsthema's lopen één maand na het opstellen van de planning al
achter op de planning. Wel wordt het hebben van een overzicht van de
beleidsthema's met de geplande behandeling als positief ervaren in de fractie.
De STIP fractie neemt aan dat de grote onderwerpen die nu geselecteerd
zijn voor een raadsdebat tijdens de Zomernota en reguliere raad behandeld
kunnen worden zonder dat dit leidt tot extra raadsvergaderingen.
Tot slot de maatschappelijke verkenning. STIP is altijd van mening
geweest dat we beter eerst ervaringen met dit instrument in andere steden
kunnen afwachten alvorens het zelf in te voeren. Onze fractie voelt zich dan
ook niet genoodzaakt om op dit moment hier onderwerpen hiervoor aan te dragen.
Met vriendelijke groet,
Sander Reuvers.
Geacht college
De fractie van de
PvdA kan zich goed vinden in de proeve van het raadsprogramma. Een aantal
opmerkingen:
· Het
voorstel om een aantal onderwerpen vooral plenair in de raad te behandelen
vinden wij de moeite waard. Wel hechten wij veel waarde aan een zorgvuldige
voorbereiding van deze plenaire debatten.
· We constateren
dat de planning van de agendering van onderwerpen in de commissies voor een
aantal onderwerpen al achterhaald is. Dat hangt ongetwijfeld samen met het
moment waarop de proeve verschijnt, maar het verdient wel aanbeveling een korte
actualiseringsslag te maken.
· De
PvdA-fractie wil twee suggesties doen voor een maatschappelijke verkenning:
a. hoe waarderen allochtone ouderen
hun eigen situatie op terreinen als wonen, zorg en de deelname aan het sociaal
verkeer?
b. hoe ziet de vrije tijdsbesteding en
dan in het bijzonder de cultuurdeelname van (groepen) Delftenaren eruit?
Zo'n
verkenning zou eventueel in een of meerdere wijk(en) gedaan kunnen worden om zo
een "wijkcultuurprofiel" te krijgen.
· Tot
slot zijn tijdens de fractievergadering onderwerpen genoemd die eventueel een
plek in het raadsprogramma zouden moeten krijgen. Volledigheidshalve worden die
hier genoemd, maar de fractie zal zich nog nader beraden op de concretisering
van dit punt. De onderwerpen voor:
a. plenair debat: de grenzen van
Delft en veiligheid
b. commissie: VVP en internationaal
beleid
Met
vriendelijke groet
Anita
Vlekke