Gemeente Delft

T.a.v. de heer drs. U. Sijtema

Directeur Centrale Staf

Postbus 78

2600 ME Delft

 

 

 

 

Ons kenmerk:

 

 

Bijlagen:

 

 

Onderwerp:

Tussenrapportage Migratie Euro

's-Gravenhage, 24 april 2001

 

 

 

 

 

Geachte heer Sijtema,

Hierbij treft u aan een tussenrapportage met een beoordeling van de stand van zaken per heden (peildatum is 19 april 2001) van het Project Invoering Euro binnen de gemeente Delft. Deze tussenrapportage is tot stand gekomen op basis van ons door de heer A. Willemse beschikbaar gestelde documentatie.

 

De gemeente Delft is momenteel in de eindfase dat wordt geīnventariseerd welke objecten in het kader van de invoering van de euro aanpassing behoeven, welke aanpassingen dit betreft, wie daarvoor verantwoordelijk is en  op welke momenten de aanpassingen zullen worden gerealiseerd. Hiervoor zijn twee registraties ontworpen. Allereerst een  centrale database waarin de objecten zijn genoemd en in welke fase (gewenning, realisatie of een combinatie van beide) het object voor de EURO geschikt is gemaakt. Ten tweede zijn zeven organisatorische clusters onderkend, te weten Centrale Staf, Facilitaire dienstverlening, Combiwerk, WIZ, Publiekzaken (niet WIZ), Stad&Wijk en Bedrijven. Voor elk van deze clusters zijn draaiboeken vervaardigd.  Deze draaiboeken bevatten op hoofdlijnen de manier waarop objecten zullen worden aangepast aan gewenningsinformatie en feitelijke invoering.

 

Met betrekking tot de landelijke normstelling merken wij op dat Delft enigszins achterop loopt. Hierbij passen twee opmerkingen. Allereerst blijkt dat veel gemeenten in een vergelijkbare positie als Delft verkeren. Ten tweede blijkt dat niet alle standaard systemen, waarvan gemeenten voor een belangrijk deel afhankelijk zijn voor hun bedrijfsvoering, door de leverancier al euro-proof zijn gemaakt. Dit zal er naar verwachting toe leiden dat pas in een laat stadium de aangepaste programmatuur getest kan worden. Gevolg van de huidige stand van zaken is dat naar ons oordeel de komende maanden slechts met extra inzet van personeel de beoogde datum van de invoering van de euro (1 januari 2002) gehaald kan worden.

 

Met betrekking tot de inhoud van het proces rond de invoering van de euro in de gemeente maken wij de volgende opmerkingen.

 

1.       De gemeente maakt voor een deel van haar informatievoorziening gebruik van standaardpakketten. Met betrekking tot het euro-proof maken van deze pakketten is de gemeente afhankelijk van de betreffende leveranciers. Een van de belangrijkste softwareleveranciers voor standaardpakketten, Centric, heeft een groot aantal applicaties euro-proof gemaakt. Voor vier applicaties (Burgerlijke stand, Huursubsidie, Monumenten, Kadaster) bestaat daarover echter nog geen zekerheid. Deze informatie is ontleend aan de website van Centric (http://pss.centric.nl/euro_print.asp)  die, naar ons is verzekerd, dagelijks geactualiseerd wordt. Ook de andere leveranciers van standaardpakketten geven actuele informatie over de aanpassing van hun pakketten aan de euro op internet.

 

Aanbevolen wordt om in de komende periode regelmatig contact op te nemen met de softwareleveranciers van de gemeente (waaronder Centric) om (schriftelijke) toezeggingen te verkrijgen over de data waarop de aan de euro aangepaste pakketten beschikbaar zullen komen. Daarnaast is het van belang om regelmatig de vinger aan de pols te houden, onder meer door het regelmatig raadplegen van de website van Centric en de andere relevante leveranciers.

 

2.       De beschrijvingen in de draaiboeken van de genoemde clusters verschillen sterk van diepgang. Ook ontbreken er soms nog gegevens, zoals  verantwoordelijken, processen, etc. De rapportage over de voortgang van het project vindt plaats op het niveau van objecten die door de euro worden geraakt en als gevolg daarvan moeten worden aangepast, en/of waarover gewenningsinformatie moet worden verstrekt. De activiteiten die daartoe moeten worden uitgevoerd worden niet in de rapportages (en in de database) opgenomen, maar vallen onder de verantwoordelijkheid van het verantwoordelijke vakteam. Dit betekent dat de mijlpalen, waarop door het project gestuurd kan worden, uitsluitend bestaan uit de start van alle activiteiten van een bepaald object en uit de gereed melding daarvan. Hiertussen liggen vaak enkele maanden. Tussentijdse informatie over de stand van zaken betreffende de verschillende activiteiten wordt niet verstrekt. Om toch een vinger aan de pols te houden voert de projectleider regelmatig (informele) gesprekken met de verantwoordelijken binnen de vakteams.

Naar ons oordeel zit in het voorgaande het risico dat op een te laat tijdstip wordt geconstateerd of er wellicht vertragingen in de uitvoering optreden en dat er dus niet tijdig kan worden bijgestuurd indien dit nodig is.

 

Hoewel in principe de vakteams zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste en tijdige uitvoering van de noodzakelijke werkzaamheden, bevelen wij aan om de uit te voeren activiteiten en de bijbehorende mijlpalen één niveau dieper door het project te laten bewaken en daarbij de mijlpalen zodanig te kiezen dat tijdig vertragingen in de voortgang kunnen worden ontdekt en er kan worden bijgestuurd.

 

3.       Binnen de geīnventariseerde objecten is in de huidige informatie geen onderscheid aangebracht tussen objecten waarvan de aanpassing aan de euro kritisch is voor de continuīteit en de juistheid van de bedrijfsvoering van de gemeenten en objecten waarvoor dit minder het geval is. Dit, om prioriteiten te kunnen stellen voor het geval dat de tijd (misschien) gaat knellen.

 

Wij bevelen aan om binnen de geīnventariseerde objecten de objecten te markeren die voor een ongestoorde bedrijfsvoering na 1 januari 2002 van cruciaal belang zijn en om voor deze objecten, indien nodig, tijdig noodplannen te ontwikkelen.

 

4.       Er bestaat geen goed inzicht in de algemene stand van zaken bij onder meer de gesubsidieerde instellingen voor wat betreft hun voorbereidingen op de euro. Ofschoon deze organisaties hiervoor een eigen verantwoordelijkheid bezitten, bestaan er veel administratieve verbanden met de gemeentelijke organisatie.

 

Wij bevelen aan om op korte termijn afspraken te maken met die organisaties die weliswaar een zelfstandig juridische status bezitten maar bestuurlijk en financieel  sterk afhankelijk van de gemeente Delft zijn over de wijze waarop zij een goed inzicht in de voortgang van de aanpassingen op de euro kunnen geven. Vervolgens adviseren wij een algemene rapportage aan het bestuur te maken waarin de stand van zaken bij deze organisaties wordt weergegeven.

 

Tot zover onze tussenrapportage over de stand van zaken rond het Project Invoering Euro in de gemeente Delft. Ik vertrouw erop u hiermee naar tevredenheid te hebben geīnformeerd

 

Met vriendelijke groet,

Het Expertise Centrum

 

drs. J.A. Perlee

senior-consultant