Id.PR
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
van 6 november 2001;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van
precariobelasting 2002.
artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Invorderingswet:
de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
b. Algemene
wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);
c. Woningwet:
de Woningwet (Stb. 1991, 439);
d. openbare gemeentegrond:
de gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd;
e. jaar: een
kalenderjaar;
f. maand: een
kalendermaand;
g. week: een
kalenderweek;
h. dag: een
tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur.
artikel 2 AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT
Onder de naam "precariobelasting" wordt een
belasting geheven terzake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven
openbare gemeentegrond.
artikel 3 BELASTINGPLICHT
De precariobelasting wordt geheven van degene die, al
dan niet met vergunning, voorwerpen heeft onder, op of boven openbare gemeentegrond,
dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven
openbare gemeentegrond worden aangetroffen.
artikel 4 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven,
opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
artikel 5 TARIEVEN
1. De
precariobelasting wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze
verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de
berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel
genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.
3. In geval
van samenloop van tariefbepalingen wordt slechts één tarief toegepast en wel
het voor belastingplichtige voordeligste tarief.
4. De tarieven
worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking
heeft op een activiteit die door het Ministerie van Financiën wordt aangemerkt
als een belaste prestatie.
artikel 6 BELASTINGTIJDVAK
Het belastingtijdvak is gelijk aan een dag, week,
maand of jaar, al naar gelang de duur van het belastbare feit.
artikel 7 WIJZE VAN HEFFING
1. De
precariobelasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke
kennisgeving of aanslag.
2. Belastingaanslagen
en gedagtekende schriftelijke kennisgevingen van minder dan € 9,-- worden niet
opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één
aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.
artikel 8 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD
1. De
precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak
of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt,
bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de
belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting
verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde
belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht,
nog volle kalendermaanden overblijven.
3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar
eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de
voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip
van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven,
tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
4.
De in dit artikel bedoelde regeling geldt voor zover
de belasting wordt geheven voor een heffingstijdvak van een jaar.
artikel 9 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN
TERMIJNEN
1. De
precariobelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het
aanslagbiljet of gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
2.
In afwijking
van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet
verenigde
aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 90,-- doch minder
is dan € 2.270,-- en zolang de verschuldigde
bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden
betaald in 10 (nagenoeg) gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens
een maand later.
artikel 10 VRIJSTELLING
De precariobelasting wordt niet geheven voor:
a. wegwijzers
en dergelijke voorwerpen van de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond en
overeenkomstige instellingen;
b. halteborden
voor tram- en autobusondernemingen;
c. rijwielrekken;
d. het hebben
van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, waarvoor krachtens
een andere heffingsverordening of op grond van een overeenkomst betaling
aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de
gemeente verschuldigd is;
e. over
openbare gemeentegrond opendraaiende voorwerpen, welke krachtens wettelijk
voorschrift of wanneer dit van gemeentewege wordt geëist naar buiten
openslaand worden gemaakt;
f. rails,
tramdraden, spandraden, palen, masten en elektrische geleidingen en kabels
ten behoeve van openbare middelen van vervoer;
g. zonneschermen,
hijsbalken of luifels;
h. balkons,
erkers, schoorstenen en andere uitbouwsels, welke op 1 januari 1932 aanwezig
waren;
i. het hebben
van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond ten behoeve van activiteiten,
welke worden georganiseerd in het kader van "promoting Delft",
alsmede ten behoeve van activiteiten, welke een niet-commercieel karakter
dragen;
j.
het hebben op
openbare gemeentegrond van loodsen, keten, bouwmaterialen, gereed schappen en dergelijke ten behoeve
van de in artikel 74, tweede lid, onderdeel a en d, van de Woningwet bedoelde handelingen, verricht door of namens
toegelaten instellin- gen als bedoeld
in artikel 70 van de Woningwet;
artikel 11 NADERE
REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere
regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de
precariobelasting.
artikel 12 CITEERTITEL
Deze verordening kan worden aangehaald als de
"Verordening precariobelasting Delft 2002".
artikel 13 INWERKINGTREDING
1. De verordening
precariobelasting Delft 2001, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december
2000, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van
ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voor de datum van ingang van de heffing hebben
voorgedaan.
2. Deze
verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
3. De datum
van ingang van de heffing is 1 januari 2002.
4. In
afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien
de datum waarop deze verordening in werking treedt ligt na de in het derde lid
genoemde datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid genoemde verordening
gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten
voor zover ter zake daarvan de heffing van de precariobelasting in die periode
plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van
29 november 2001.
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N.
Roos ,secretaris.
INHOUDSOPGAVE TARIEVENTABEL,
BEHORENDE BIJ DE
VERORDENING PRECARIOBELASTING DELFT 2002
Hoofdstuk 1 Algemeen tarief
Hoofdstuk 2 Stoepen, trappen, keldergangen enz.
Hoofdstuk 3 Palen en dergelijke
Hoofdstuk 4 Benzine- en andere pompen c.q. -automaten
Hoofdstuk 5 Benzine- en andere tanks
Hoofdstuk 6 Putten
Hoofdstuk 7 Leidingen, kabels, kokers, buizen e.d.
Hoofdstuk 8 Verkoopinrichtingen
Hoofdstuk 9 Opslag van goederen
Hoofdstuk 10 Loodsen, keten
en bouwmaterialen
Hoofdstuk 11 Schuttingen
Hoofdstuk 12 Balkons, erkers
en dergelijke
Hoofdstuk 13 Automaten
Hoofdstuk 14 Transportbanen,
viaducten en dergelijke
Hoofdstuk 15 Loswal
Wateringseweg (vervallen)
Hoofdstuk 16 Terrassen en
terrasboten
Hoofdstuk 17 Vaartuigen in
openbaar gemeentewater
Hoofdstuk 18 Reclamemiddelen
(vervallen)
Hoofdstuk 19 Woonboten
(vervallen)
Hoofdstuk 20 Circussen
INHOUD TARIEVENTABEL,
BEHORENDE BIJ DE
VERORDENING PRECARIOBELASTING DELFT 2001
Hoofdstuk 1 |
Algemeen tarief |
|
|
1.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
het
hebben van voorwerpen onder, op of boven openba- |
|
|
|
re
gemeentegrond (inclusief openbaar gemeentewater), |
|
|
|
behoudens
de in deze tarieventabel vermelde |
|
|
|
bijzondere
tarieven, |
|
|
|
per
vierkante meter oppervlakte gemeentegrond: |
|
|
1.1.1. |
per
dag |
€ |
0,53; |
1.1.2. |
per
week |
€ |
1,58; |
1.1.3. |
per
maand |
€ |
3,84; |
1.1.4. |
per
jaar |
€ |
36,24. |
1.2. |
Het
aantal vierkante meters, terzake van vaartuigen als bedoeld in artikel 1
Verordening openbaar gemeentewater Delft 1996, |
|
|
|
wordt
|
|
|
|
berekend
door vermenigvuldiging van de lengteas met |
|
|
|
de
breedteas van het vaartuig gemeten vanuit het mid- |
|
|
|
den
van het vaartuig. |
|
|
1.3. |
Het
totaal berekende bedrag ter zake van |
|
|
|
het
hebben van voorwerpen onder, op of boven open- |
|
|
|
baar
gemeentegrond kent een minimum van |
€ |
17,68. |
Hoofdstuk 2 |
Stoepen, trappen, keldergangen enz. |
|
|
2.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
stoep, stoeptreden, een trap, een kelderingang en |
|
|
|
dergelijke, |
|
|
|
voor
zover deze meer dan 25 centimeter vóór de gevel |
|
|
|
uitsteken, |
|
|
|
per
vierkante decimeter horizontale oppervlakte: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
0,72. |
Hoofdstuk 3 |
Palen en dergelijke |
|
|
3.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
paal of dergelijk voorwerp |
|
|
|
per
paal en dergelijke: |
|
|
3.1.1. |
buiten
verband van een steiger: |
|
|
3.1.1.1. |
per
maand |
€ |
0,82; |
3.1.1.2. |
per
jaar |
€ |
9,00; |
3.1.2. |
aangewend
voor een steigerwerk: |
|
|
|
per
week |
€ |
0,82. |
Hoofdstuk 4 |
Benzine- en andere pompen c.q.
-automaten |
|
|
4.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
benzine-, olie-, petroleum-, gas, lucht-, waterpomp |
|
|
|
c.q.
-automaat of andere pomp |
|
|
|
per
pomp: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
181,92. |
Hoofdstuk 5 |
Benzine- en andere tanks |
|
|
5.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
benzine-, petroleum-, gas- of andere tank, |
|
|
|
met
daarbij behorende leidingen of buizen, |
|
|
|
per
1000 liter inhoud |
|
|
|
per
tank: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
29,16. |
Hoofdstuk 6 |
Putten |
|
|
6.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een put |
|
|
|
per put: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
34,32. |
Hoofdstuk 7 |
Leidingen, kabels, kokers, buizen e.d. |
|
|
7.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
elektrische of andere leiding, een kabel, een buis of |
|
|
|
een
koker, met uitzondering van die, welke bestemd |
|
|
|
zijn
voor de afvoer van afval- en of hemelwater, dan |
|
|
|
wel
de buizen als bedoel in 5.1. |
|
|
|
per
strekkende meter: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
2,88. |
7.2. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
leidingen
ten behoeve van collectieve woningverwar- |
|
|
|
mingssystemen |
|
|
|
per
leidingpaar (heen- en retourleidingen) |
|
|
|
per
strekkende meter retourleiding: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
2,88. |
Hoofdstuk 8 |
Verkoopinrichtingen |
|
|
8.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
tent, een kraam, een kiosk, een open tafel of an- |
|
|
|
dere
inrichting tot verkoop van bloemen, eet- of andere |
|
|
|
koopwaren: |
|
|
8.1.1. |
indien
een vergunning wordt verleend voor een periode |
|
|
|
van
een jaar of langer, waarbij de vergunning geldig is |
|
|
|
voor
dezelfde dag(en) van iedere week, |
|
|
|
per
vierkante meter of gedeelte hiervan, per jaar: |
|
|
8.1.1.1. |
voor
1 dag per week |
€ |
32,85; |
8.1.1.2. |
voor
2 dagen per week |
€ |
49,23; |
8.1.1.3. |
voor
3 dagen per week |
€ |
65,62; |
8.1.1.4. |
voor
4 of meer dagen per week |
€ |
81,96; |
8.1.2. |
indien
een vergunning wordt verleend voor één of meer |
|
|
|
dagen, |
|
|
8.1.2.1. |
voor
activiteiten tot 20 vierkante meter |
|
|
|
per
dag |
€ |
138,82; |
8.1.2.2. |
voor
activiteiten vanaf 20 vierkante meter |
|
|
|
per
dag |
€ |
277,68; |
8.1.2.3. |
tot
verkoop van kerstbomen of oliebollen en aan- |
|
|
|
verwante
artikelen, per vierkante meter |
|
|
|
per
dag |
€ |
0,79; |
8.1.3. |
op
het marktterrein geplaatst door kramenverhuurders, |
|
|
|
per
strekkende meter kraam: |
|
|
|
per
marktdag |
€ |
0,12. |
Hoofdstuk 9 |
Opslag van goederen |
|
|
9.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
9.1.1. |
voorwerpen,
goederen of waren, niet als bedoeld in |
|
|
|
10.1.
hierna, per vierkante meter: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
34,20; |
9.1.2. |
voorwerpen
ten behoeve van de uitoefening van een |
|
|
|
bedrijf
(uitstallingen en dergelijke), |
|
|
|
per
vierkante meter: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
34,20; |
9.1.3. |
voorwerpen
ten behoeve van de uitoefening van een |
|
|
|
bedrijf
(uitstallingen en dergelijke) in een door burgemeester en wethouders als
zodanig aangewezen |
|
|
|
gebied, |
|
|
|
per
vierkante meter: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
68,64. |
Hoofdstuk 10 |
Loodsen, keten en bouwmaterialen |
|
|
10.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
loods of een keet bij bouwverrichtingen en voor het |
|
|
|
plaatsen
van bouwmaterialen en gereedschappen |
|
|
|
per
vierkante meter: |
|
|
|
per
week |
€ |
0,84. |
Hoofdstuk 11 |
Schuttingen |
|
|
11.1. |
Het
tarief bedraagt te zake van: |
|
|
11.1.1. |
een
schutting, welke openbare gemeentegrond omsluit, |
|
|
|
waarop
een trottoir of bestrating is aangelegd, |
|
|
|
per
vierkante meter ingesloten grond: |
|
|
|
per
week |
€ |
1,54. |
11.1.2. |
een
schutting, welke openbare gemeentegrond omsluit, |
|
|
|
waarop
nog geen trottoir of bestrating is aangelegd, |
|
|
|
per
vierkante meter ingesloten grond: |
|
|
|
per
week |
€ |
0,62. |
Hoofdstuk 12 |
Balkons, erkers en dergelijke |
|
|
12.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
balkon, erker, schoorsteen of ander bouwsel |
|
|
|
per
vierkante meter horizontale oppervlakte: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
20,52. |
Hoofdstuk 13 |
Automaten |
|
|
13.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
automaat voor elke 0,25 m breedte in horizontale |
|
|
|
projectie
gemeten: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
20,52. |
Hoofdstuk 14 |
Transportbanen, viaducten en
dergelijke |
|
|
14.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
transportbaan of een dergelijke inrichting |
|
|
|
per
vierkante meter overdekte gemeentegrond: |
|
|
|
per
jaar |
€ |
29,16 . |
Hoofdstuk 15 |
Loswal Wateringseweg |
|
|
15.1. |
Vervallen. |
|
|
Hoofdstuk 16 |
Terrassen en terrasboten |
|
|
16.1. |
Het
tarief (excl. 19% BTW) bedraagt ter zake van |
|
|
16.1.1. |
een
terras, |
|
|
|
per
vierkante meter, |
|
|
16.1.1.1. |
per
dag |
€ |
0,62; |
16.1.1.2. |
per
week |
€ |
1,80; |
16.1.1.3. |
per
maand |
€ |
4,32; |
16.1.1.4. |
per
jaar |
€ |
41,40; |
16.1.2. |
een
terrasboot |
|
|
|
per
vierkante meter, |
|
|
16.1.2.1. |
per
dag |
€ |
0,62; |
16.1.2.2. |
per
week |
€ |
1,92; |
16.1.2.3. |
per
maand |
€ |
4,56; |
16.1.2.4. |
vervallen; |
|
|
16.1.3. |
een
terras in
een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen gebied per
vierkante meter, |
|
|
16.1.3.1. |
per
dag |
€ |
0,67; |
16.1.3.2. |
per
week |
€ |
2,16; |
16.1.3.3. |
per
maand |
€ |
5,23; |
16.1.3.4. |
per
jaar |
€ |
49,68. |
Hoofdstuk 17 |
Vaartuigen in openbaar gemeentewater |
|
|
|
|
|
|
17.1. |
Het
tarief (excl. 19% BTW) bedraagt ter zake van vaartuigen als bedoeld in
artikel 1 van de Verordening openbaar gemeentewater Delft 1996 ter zake van |
|
|
17.1.1. |
het
afmeren dan wel laten liggen van recreatieve zeil- en/of motorjachten,
kano’s, roeiboten en waterfietsen |
|
|
|
van
16 vierkante meter of minder: |
|
|
17.1.1.1. |
per
kalenderjaar |
€ |
55,60; |
17.1.1.2. |
per
maand of een gedeelte daarvan |
€ |
5,56; |
17.1.2. |
het
afmeren dan wel laten liggen van recreatieve zeil- en/of motorjachten |
|
|
|
van
meer dan 16 vierkante meter, |
|
|
|
per
vierkante meter: |
|
|
17.1.2.1. |
per
kalenderjaar |
€ |
3,30; |
17.1.2.2. |
per
maand of een gedeelte daarvan |
€ |
0,33; |
17.1.3. |
het
afmeren dan wel laten liggen van een woonschip per
vierkante meter per
jaar |
€ |
7,92; |
17.1.4. |
het
afmeren dan wel laten liggen van een rondvaartboot, dekschuit of beunbak per
vierkante meter |
|
|
17.1.4.1. |
per
dag |
€ |
0,53; |
17.1.4.2. |
per
week |
€ |
1,58; |
17.1.4.3. |
per
maand |
€ |
3,84; |
17.1.4.4. |
per
jaar |
€ |
36,24. |
17.2. |
Het
aantal vierkante meters zoals bedoeld in de arti- |
|
|
|
kelen
17.1.1. tot en met 17.1.3 en 17.2.1. tot en met 17.2.4. wordt berekend door
vermenigvuldiging van de lengteas met de breedteas van het vaartuig gemeten
vanuit het midden van het vaartuig. |
|
|
17.3. |
Het
totaal berekende bedrag ter zake van |
|
|
|
het
hebben van voorwerpen onder, op of boven open- |
|
|
|
baar
gemeentegrond (inclusief gemeentewater) kent een minimum van |
€ |
17,68. |
Hoofdstuk 18 |
Reclamemiddelen |
|
|
18.1. |
Vervallen |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 19 |
Woonboten |
|
|
19.1. |
Vervallen
(zie 17.1.3.) |
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 20 |
Circussen |
|
|
20.1. |
Het
tarief bedraagt ter zake van |
|
|
|
een
circus |
|
|
20.1.1. |
op
een terrein tot 5.000 m2 |
|
|
|
per
dag |
€ |
267,29; |
20.1.2. |
op
een terrein van 5.000 m2 en meer |
|
|
|
per
dag |
€ |
534,58. |
Behoort bij en maakt deel uit
van het raadsbesluit van 29 november 2001 tot vaststelling van de Verordening
precariobelasting Delft 2002.
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
TOELICHTING OP DE VERORDENING
PRECARIOBELASTING DELFT 2002
I. INHOUD
Alle in de tekst van de
verordening genoemde bedragen zijn technisch omgerekend naar euro.
Tarieventabel
Hoofdstuk 1 Algemeen tarief
De
zinsnede “als bedoeld in artikel 1 Verordening openbaar gemeentewater Delft
1996”,
is
toegevoegd aan artikel 1.2 ter verduidelijking van het begrip vaartuig.
Hoofdstuk 16 Terrassen en terrasboten
Het
jaartarief voor terrasboten onder punt 16.1.2.4. is vervallen. Opname van een
jaartarief wekt ten onrechte de indruk dat ontheffingen ook voor een jaar
verleend worden terwijl deze alleen worden uitgegeven voor de periode
april-oktober.
De naam van dit hoofdstuk is
gewijzigd in “Vaartuigen in openbaar gemeentewater”.
De tarieven dienen thans per
kalenderjaar te worden betaald. Tevens is een maandtarief opgenomen dat
voorkomt dat voor elke dag dat een schip niet ligt afgemeerd terugbetaling
dient plaats te vinden.
Onder
punt 17.1.3. is een tarief opgenomen voor het afmeren dan wel laten liggen van
een woonschip.
Punt
17.1.4. is ter verduidelijking opgenomen. Dit punt heeft betrekking op
rondvaartboten, dekschuiten en beunbakken. Hiervoor werd altijd het algemene
tarief gebruikt zoals dat onder hoofdstuk 1 is opgenomen.
Punt
17.4 is een ter verduidelijking opgenomen herhaling van onder punt 1.3 reeds
gehanteerde minimumtarief.
Hoofdstuk 19 Woonboten
Dit hoofdstuk is vervallen en
ten behoeve van de overzichtelijkheid opgenomen onder hoofdstuk 17 Vaartuigen
in openbaar gemeentewater onder punt 17.1.3.
II. TARIEVEN
De tarieven van de
precariobelasting zijn verhoogd met het prijsstijgingspercentage van 5,75% en
omgerekend naar euro.
Het tarief van punt 17.1.1.1.
is extra verhoogd met de kosten van de jaarsticker die verstrekt wordt en die
gebruikt wordt voor controle door de havenmeester.