Id.RH
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van burgemeester en
wethouders van 6 november 2001;
gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en
onderdelen a en b, en 229d, aanhef, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en
255a van de Gemeentewet, en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
b e s l u i t:
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsheffingen 2002.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
artikel 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Krachtens deze verordening worden geheven:
a. een afvalstoffenheffing;
b. reinigingsrechten.
artikel 2 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb.
221);
b. Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen
(Stb. 1959, 301);
c. Wet milieubeheer: de Wet milieubeheer ( Stb.
1994,80);
d. éénpersoonshuishouden: een huishouden, gevoerd
door een belastingplichtige die in de gemeentelijke basisadministratie staat
geregistreerd als enige woonachtige persoon op dat adres;
e. meerpersoonshuishouden: alle andere gevallen
waarin artikel 2 onderdeel d niet van toepassing is;
f. gewone ophaaldienst: het op de, krachtens artikel
18 en 31 van de Afvalstoffenverordening, door het college van burgemeester en
wethouders vastgestelde dagen en tijden inzamelen van huishoudelijke
afvalstoffen en/of daarmee qua aard en samenstelling gelijk te stellen
bedrijfsafvalstoffen;
g. bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, qua aard en
samenstelling gelijk aan huishoudelijke afvalstoffen, niet zijnde
huishoudelijke afvalstoffen, afvalwater, autowrakken of gevaarlijke stoffen.
Hoofdstuk 2
Afvalstoffenheffing
artikel 3 AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT
1.
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’
wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet
milieubeheer.
2.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in
deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke
grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten
aanzien waarvan krachtens artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
artikel 4 BELASTINGPLICHT
1.
De afvalstoffenheffing wordt geheven
van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten
aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid
wordt als gebruiker aangemerkt:
a.
degene die naar de omstandigheden
beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of
persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
b.
ingeval een gedeelte van een perceel
ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft
afgestaan.
artikel 5 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING
De belasting wordt geheven naar de maatstaven opgenomen in de bij deze
verordening behorende tarieventabel.
artikel 6 TARIEVEN
De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze
verordening behorende tarieventabel.
artikel 7 BELASTINGJAAR
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
artikel 8 WIJZE VAN HEFFING
1.
De afvalstoffenheffing wordt bij wege
van aanslag geheven.
2.
Belastingaanslagen van minder dan €
9,-- worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het
totaal van op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één
belastingaanslag.
artikel 8A LOKALE LASTENVERMINDERING
1.
Voor degenen die bij het begin van het
kalenderjaar belastingplichtig zijn, wordt het bedrag van de belasting, bedoeld
in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verminderd
met een bedrag van € 45,38 (Zalmsnip).
2.
Indien het bedrag na een vermindering
als bedoeld in het eerste lid negatief is, wordt een aanslag tot dit negatieve
bedrag vastgesteld.
3. Indien ter zake van de in
artikel 1, eerste lid, onder a, bedoelde belasting, het op de voet van artikel
255 van de Gemeentewet kwijt te schelden bedrag lager is dan het bedrag dat zou
zijn kwijtgescholden indien de vermindering, bedoeld in het eerste lid, niet
was toegepast, wordt het verschil tussen die bedragen door de in artikel 231,
tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar bij een
voor administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders
vatbare beschikking vastgesteld en uitbetaald aan degene die om kwijtschelding
verzoekt.
artikel 9 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD
1. De afvalstoffenheffing is verschuldigd bij aanvang van het belastingjaar
of, indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang
van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de
afvalstoffenheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met dien
verstande, dat indien de belastingplicht aanvangt op de eerste dag van de maand
deze maand als volle kalendermaand wordt aangemerkt.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het
belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf verleend over zoveel twaalfde gedeelten
van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het
tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven, tenzij blijkt dat deze teruggave minder bedraagt dan € 9,--.
4. Indien blijkt dat belastingplichtige bij de
aanvang van het belastingjaar of indien de belastingplicht in de loop van het
jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht een eenpersoonshuishouden
voert, wordt op aanvraag van de belastingplichtige het tarief van een
éénpersoonshuishouden gehanteerd en teruggave verleend van het te veel betaalde
bedrag, tenzij blijkt dat het te veel betaalde bedrag minder bedraagt dan €
9,--.
5. Het tweede en het derde lid zijn niet van
toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar
een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
artikel 10 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN
TERMIJNEN
1. De afvalstoffenheffing moet worden betaald binnen
twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het
totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het
aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 90,--
doch minder is dan € 2.270,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel
van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten
worden betaald in 10 (nagenoeg) gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt
een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende
termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk 3
Reinigingsrechten
artikel 11 AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT
Onder de naam "reinigingsrechten" worden
rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte
diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde
gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in
onderhoud zijn.
artikel 12 BELASTINGPLICHT
De reinigingsrechten worden geheven van de
aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of
van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
artikel 13 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING
De reinigingsrechten worden geheven naar de
maatstaven, opgenomen bij deze verordening behorende tarieventabel.
artikel 14 TARIEVEN
1. De reinigingsrechten worden
geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel.
2. Voor de berekening van de
reinigingsrechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde
eenheid voor een volle eenheid gerekend.
3. De tarieven worden verhoogd met
omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit
die door het Ministerie van Financiën wordt aangemerkt als een belaste
prestatie.
artikel 15 BELASTINGJAAR
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden
geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
artikel 16 WIJZE VAN HEFFING
1. De reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de
tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per
belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
2.
De
reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de tarieventabel worden
geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder
mede wordt begrepen, een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur.
artikel 17 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD
1. De reinigingsrechten als bedoeld
in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het
belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar
aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de
loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd over zoveel
twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat
jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle
kalendermaanden overblijven, met dien verstande, dat indien de belastingplicht
op de eerste dag van de maand aanvangt deze maand als volle kalendermaand wordt
aangemerkt.
3. Indien de belastingplicht in de
loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf verleend over zoveel
twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat
jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle
kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat deze teruggave minder bedraagt
dan € 9,--.
artikel 18 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN
TERMIJNEN
1. De reinigingsrechten moeten worden betaald binnen
twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De reinigingsrechten moeten worden betaald,
ingeval de schriftelijke kennisgeving in persoon wordt uitgereikt, op het
moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
3. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het
totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het
aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 90,--
doch minder is dan € 2.270,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel
van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten
worden betaald in 10 (nagenoeg) gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt
een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen
telkens een maand later.
Hoofdstuk 4
Aanvullende bepalingen
artikel 19 NADERE
REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Het college van burgemeester en wethouders kan
nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de
reinigingsheffingen.
artikel 20 CITEERTITEL
Deze verordening kan worden aangehaald als
"Verordening reinigingsheffingen Delft 2002".
artikel 21 INWERKINGTREDING
1. De verordening reinigingsheffingen Delft 2001,
vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2000, wordt ingetrokken met ingang
van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor
die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van
de eerste dag na die van bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari
2002.
5. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft,
indien de datum waarop deze verordening in werking treedt ligt na de in het
derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid
genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende
belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de
reinigingsheffingen in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 29 november 2001.
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
INHOUD
TARIEVENTABEL, BEHORENDE BIJ DE
VERORDENING
REINIGINGSHEFFINGEN DELFT 2002
Maatstaven en
tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1 |
|
|
|
1.1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel
ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11. van de Wet milieubeheer een
verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, |
|
|
|
per jaar |
|
|
1.1.1. |
per inzameling van 1 hectoliter of
minder per week, |
|
|
|
per éénpersoonshuishouden |
€ |
176,28; |
1.1.2. |
per inzameling van 2 hectoliter of
minder per week, |
|
|
|
per meerpersoonshuishouden, |
€ |
262,44. |
1.2. |
Het tarief als bedoeld in 1.1.1.
wordt bij inzameling van meer dan 1 hectoliter tot en met 2 hectoliter per week, vermeerderd met |
€ |
81,84. |
1.3. |
De tarieven als bedoeld in 1.1. en
1.2. worden bij inzameling van meer dan 2 hectoliter per week, vermeerderd met, |
|
|
|
per hectoliter |
€ |
145,20. |
Maatstaven en
tarieven reinigingsrechten
Hoofdstuk 2 |
Ophalen
per gewone ophaaldienst |
|
|
2.1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het inzamelen per gewone ophaaldienst
van afgevoerde hoeveelheid bedrijfsafvalstoffen, per 2 hectoliter of minder
per week, |
|
|
|
per jaar, |
|
|
|
per bedrijf / niet-woning |
€ |
290,40. |
2.2. |
Het tarief als bedoeld in 2.1. wordt
bij het inzamelen van meer dan 2 hectoliter per week, |
|
|
|
vermeerderd met, |
|
|
|
per hectoliter |
€ |
145,20. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 |
Eenmaal
per week ophalen buiten de route |
|
|
3.1. |
Het tarief bedraagt ter zake van het inzamelen van
bedrijfsafvalstoffen buiten de route van de gewone ophaaldienst per jaar, |
|
|
|
per hectoliter |
€ |
317,40. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 |
Afvoeren
inclusief transportkosten |
|
|
4.1. |
Het tarief (incl. BTW) bedraagt ter
zake van het afvoeren van afvalstoffen
inclusief transportkosten, |
|
|
4.1.1. |
per hectoliter |
€ |
10,55; |
4.1.2. |
per 25 kilogram |
€ |
10,55. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 |
Ontsmetten
of zuiveren |
|
|
5.1. 5.1.1. 5.1.2. |
Het tarief (incl. BTW) bedraagt ter
zake van het verrichten van ontsmettings- of
zuiveringswerkzaamheden ter bestrijding van ongedierte (inclusief
transportmiddelen en materialen), per wespennest overige ontsmettings- of
zuiveringswerkzaamheden, per mens |
€ |
36,30; |
|
per half uur |
€ |
27,23. |
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 |
Verhoging
van het tarief |
|
|
6.1. |
Het tarief van de diensten als
bedoeld in 4.1. en 5.1. wordt vermeerderd met 50%, indien de diensten niet op
de maandag tot en met de vrijdag tussen 7.30 uur en 16.00 uur worden bewezen
met dien verstande, dat indien de diensten worden bewezen, |
|
|
6.1.1. |
op zaterdag de verhoging 75%
bedraagt; |
|
|
6.1.2. |
op zondag of een algemeen erkende
feestdag of gedenkdag de verhoging 100% bedraagt. |
|
|
|
|
|
|
Behoort
bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 29 november 2001 tot
vaststelling van de verordening reinigingsheffingen 2002.
H.M.C.M.
van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
TOELICHTING OP
DE VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN DELFT 2002
Alle
in de tekst van de verordening genoemde bedragen zijn technisch omgerekend naar
euro.
II. TARIEVEN
Tarieventabel
Ter verduidelijking is in hoofdstuk 1 van de
tarieventabel onder punt 1.2 de tekst “en minder dan” gewijzigd in “tot en
met”.
De tarieven voor afvalstoffenheffing zijn verhoogd
met een tariefstijgingspercentage van 15,75%. E.e.a. is gebaseerd op enerzijds
de besluitvorming in het Belastingplan 2001 waarin is opgenomen dat de
afvalstoffenheffing voor de jaren 2001 en 2002 met 10% stijgen en is anderzijds
vermeerderd met het tariefstijgingspercentage van 5,75%.
De tarieven voor reinigingsrechten zijn verhoogd
met een tariefstijgingspercentage van 5,75%.
Kosten/opbrengsten reinigingsheffingen conform
begroting 2001.
reinigingsrechten 2002
directe kosten x € 1000 |
begrotings- post |
indirecte kosten x € 1000 |
begrotings post |
opbrengst x € 1000 |
begrotings- post |
dekkings- percentage |
413 |
6.721.4.100 |
|
|
413 |
6.721.4.100 |
100% |