Stuk 23 I

01/000365 Delft, 6 februari 2001.

Onderwerp: verordening voor het houden van

maatschappelijke verkenningen.

Aan de gemeenteraad.

Geachte dames en heren,

U heeft bij het vaststellen van de Nota Bestuur 2 op 28 september 2000 besloten tot het invoeren van de Maatschappelijke Verkenning op korte termijn.

Naast de mogelijkheid van de raad om door middel van een Rekenkameronderzoek aan de achterkant van beleidsprocessen een rol te spelen, biedt het instrument Maatschappelijke verkenning de raad de mogelijkheid een positie in te nemen aan de voorkant van interactieve beleidsprocessen.

In de verordening voor het houden van maatschappelijke verkenningen wordt de gang van zaken van en de vereisten voor het houden van een verkenning vastgelegd.

Wij stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie Middelen en Bestuur, in te stemmen met de verordening voor het houden van maatschappelijke verkenningen.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

N. Roos ,secretaris.

Stuk 23 II

01/000365

De raad der gemeente Delft,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 februari 2001;

in overeenstemming met het besluit van de raad van 28 september 2000;

gezien het advies van de commissie Middelen en Bestuur;

b e s l u i t:

vast te stellen:

de Verordening voor het houden van een maatschappelijk verkenning.

Artikel 1. Begripsbepaling

Een maatschappelijke verkenning is een activiteit waarbij door de raad informatie wordt verzameld over maatschappelijke ontwikkelingen. Het doel hiervan is de raad in staat te stellen zich een beeld te vormen van de aard en de omvang van bepaalde ontwikkelingen. Vervolgens kan beoordeeld worden of nieuw beleid moet worden ontwikkeld of bestaand beleid moet worden aangepast.

Kenmerkend voor een maatschappelijke verkenning zijn de volgende zaken:

· de maatschappelijke verkenning is een kortdurende activiteit;

· raadsleden zijn zelf actief bij de uitvoering van een verkenning;

· de nadruk mag niet liggen op het laten verrichten van onderzoek door externen;

· een maatschappelijke verkenning leidt tot een beknopte rapportage.

Artikel 2. Initiatief

Leden van de raad kunnen een initiatiefvoorstel indienen voor het houden van een maatschappelijke verkenning. Het Reglement van orde van de raad (art. 35) is hierop van toepassing.

Aan het initiatiefvoorstel wordt een aantal eisen gesteld. Het moet in ieder geval de volgende onderdelen bevatten:

- de aanleiding voor het houden van een maatschappelijke verkenning;

- een omschrijving van het onderwerp;

- de centrale vraagstelling;

- een globale omschrijving van de te ondernemen activiteiten;

- de te verwachten tijdinvestering;

- een raming van de in te zetten ambtelijke capaciteit;

- het al dan niet inzetten van externe ondersteuning;

- de kosten van de maatschappelijke verkenning;

- een tijdplanning.

In overleg met de gemeentesecretaris kan bij het opstellen van het initiatiefvoorstel, ambtelijke ondersteuning verkregen worden.

Stuk 23 II pag. 2

Artikel 3. Verkenningscommissie

Een maatschappelijke verkenning wordt uitgevoerd door een commissie: de verkenningscommissie, deze wordt ingesteld door de raad conform artikel 82 van de Gemeentewet. De raad regelt de taakopdracht en bevoegdheden van de verkenningscommissie. De commissie (voorzitter en leden) wordt benoemd door de raad.

Artikel 4. Ambtelijke ondersteuning

De verkenningscommissie wordt ondersteund bij de haar opgedragen taak door één of meerdere door de gemeentesecretaris aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 5. Rapportage

De verkenningscommissie stelt een beknopte rapportage op van haar bevindingen, voorzien van een toelichting op haar werkwijze en geeft aanbevelingen. De rapportage wordt aangeboden aan de raad. De personen en instellingen die bij de maatschappelijke verkenning betrokken zijn geweest ontvangen een exemplaar van het eindrapport

Artikel 6. Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als ”Verordening voor het houden van maatschappelijke verkenningen”.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 februari 2001.

,burgemeester.

,secretaris.