Stuk
28 I
01/002576 Delft,
6 februari 2001.
Onderwerp:
algemene beleidsuitgangspunten
invoering euro.
Aan
de gemeenteraad,
Geachte
dames en heren,
1.
Inleiding.
Al
eerder, te weten op 25 mei 2000, vond algemene besluitvorming door uw raad
plaats inzake de komst en de daadwerkelijke invoering van de euro per 1 januari
2002. Uit een oogpunt van transparantie van bestuur naar burgers en bedrijven -
eerder genoemde besluitvorming bestond uit verscheidene stukken en bijlagen -,
maar evenzeer om binnen de gemeentelijke organisatie een duidelijk
kristallisatiepunt te hebben waar tijdens het invoeringsproces effectief mee
omgegaan kan worden door alle betrokkenen, achten wij het nuttig nog eens op
bondige wijze aan te geven hoe Delft met de invoering van de euro omgaat. Wij
hebben daartoe een concreet aantal algemene beleidsuitgangspunten geformuleerd.
2.
Algemene
beleidsuitgangspunten.
In
deze beleidsuitgangspunten, die zich vanzelfsprekend bewegen binnen het eerder
genoemde en door uw raad vastgestelde algemene kader, wordt een aantal zaken
concreet en op inzichtelijke en samenhangende wijze benoemd. Het betreft o.a.
de gewenningsperiode, de informatie-uitwisseling, de begroting en hoe om te
gaan met afronding. Tevens wordt aangegeven hoe de gemeente met zijn juridische
instrumentarium omgaat. Het betreft dan met name verordeningen en
overeenkomsten, maar ook gemeenschappelijke regelingen. Deels conformeert de
gemeente zich aan rijksbeleid, deels is er sprake van het hanteren van mechanismen
die de Europese regelgever heeft vastgesteld en deels betreft het eigen
bestuurlijke keuzen. Daarbij is op onderdelen sprake van een beleidsregel in de
zin van artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht. Met name daar waar
het betreffende gemeentelijke bestuursorgaan bij besluit een algemene regel
vaststelt, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging
van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke
voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid. Om te voorkomen dat op
onderdelen niet voldaan zou worden aan het wettelijke vereiste van bekendmaking
van een beleidsregel, oordelen wij het raadzaam het thans voorgestelde geheel
aan algemene beleidsuitgangspunten, bekend te maken. Tevens achten wij het, uit
een oogpunt van volledigheid, nuttig om
deze algemene beleidsuitgangspunten te doen vaststellen door elk van de
klassieke gemeentelijke bestuursorganen, te weten uw raad, ons college en de
burgemeester, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft. Wellicht ten
overvloede merken wij op dat onderdelen van de algemene beleidsuitgangspunten,
als waarvan sprake, het gevolg hebben dat daarnaar in voorkomende gevallen
verwezen kan worden ter motivering van een besluit in een concreet geval. Als voorbeeld
noemen wij de situatie dat een instelling zou verzoeken om een vergoeding in de
vorm van een (aanvullende) subsidie voor dekking van de kosten voor die
instelling in verband met aanpassing
van de administratie e.d. aan invoering van de euro. Terzake is het algemene
beleidsuitgangspunt geformuleerd dat een dergelijke vergoeding niet wordt
verstrekt. Naar ons oordeel is in een dergelijk geval sprake van een
beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
3.
Toelichting.
De
door ons geformuleerde vast te stellen algemene beleidsuitgangspunten zijn
voorzien van een toelichting. Wij zullen er, uit een oogpunt van adequate
communicatie, op toezien dat deze
toelichting op enigerlei wijze deel zal uitmaken van de bekendmaking van de
algemene beleidsuitgangspunten zelf. Voor een goed begrip van die
beleidsuitgangspunten oordelen wij dat nuttig.
4.
Slot.
Voorstel:
Onder
voorbehoud van een gunstig advies van de commissie Middelen en Bestuur stellen
wij u voor de in concept bijgevoegde algemene beleidsuitgangspunten invoering
euro in de gemeente Delft, vast te stellen.
Hoogachtend,
Burgemeester
en wethouders van Delft,
H.M.C.M.
van Oorschot , burgemeester.
N.
Roos , secretaris.
Stuk
28 II
01/002576
De
raad der gemeente Delft,
gelezen
het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari
2001;
gelet
op de terzake geldende wettelijke bepalingen en voor zover het betreft de hem
toekomende bevoegdheden;
b
e s l u i t :
vast
te stellen de volgende:
algemene
beleidsuitgangspunten invoering euro in de gemeente Delft:
A.
De gulden blijft rekeneenheid en betaalmiddel tot en met 31 december
2001. Aan vragen om subsidie,
kwijtschelding e.d. geschieden in deze periode slechts in guldens,
behoudens in die gevallen waarin de
aanvraag volledig betrekking heeft op bedragen die
na 1 januari 2002 gelden.
B.
De aanduiding in euro wordt in de gewenningsperiode (vanaf 1 januari
2001 tot en met 31 december 2001)
gebruikt indien en voorzover dit voortvloeit uit een met de gemeente gesloten overeenkomst of dit bij of
krachtens regelgeving is bepaald.
C.
Vanaf
1 juli 2001 wordt uit een oogpunt van gewenning, in schriftelijke
contactmomenten met burgers en bedrijven, zoveel mogelijk en minstens één keer
en indien technisch mogelijk, naast het bedrag in guldens tevens het bedrag in
euro-equivalent vermeld. Bedoeld moment is 1 januari 2001, wanneer en voorzover
dat door of vanwege de Rijksoverheid wordt geadviseerd zoals bijvoorbeeld op
het gebied van de sociale zekerheid of WOZ beschikkingen.
D. De begroting voor het jaar 2002, alsmede de
zomernota voor dat jaar zullen worden
opgemaakt en vastgesteld in euro.
E. Informatie-uitwissseling tot 1 januari 2002
verloopt in guldens, na 1 januari 2002 in euro.
Als in laatstgenoemde situatie bedragen
betrekking hebben op de jaren tot en met 2001,
zal een zodanige guldensvermelding
plaatsvinden dat transparantie van de oorspronke-
lijke basis blijft bestaan.
F.
De afrondingsregels van de Europese verordening zijn van toepassing.
Daar waar in
dergelijke gevallen de afhandeling in
euro door formele toepassing van de Europese
regels inzake afronding onevenredig
nadeel voor de betrokken relatie van de gemeente
zou opleveren, wordt dit nadelige
verschil niet in rekening gebracht aan die relatie,
behoudens in die gevallen waarin
krachtens afzonderlijke besluitvorming hiervan wordt
afgeweken.
G.
De
afzonderlijke besluiten als bedoeld onder F, worden genomen uiterlijk in
oktober
van 2001.
H. In oktober 2001 zullen alle
guldensbedragen in verordeningen of in de bij of krachtens die verordeningen
vastgestelde nadere regels, omgezet worden in euro-bedragen en zullen de
betreffende verordeningen, als tekstuitgave,
in zijn geheel opnieuw worden vastgesteld en op de gebruikelijke manier
worden bekendgemaakt. De betreffende
verordeningen zullen in werking treden met ingang van 1 januari 2002. Bij
afzonderlijk besluit van de raad kan
van het voorgaande worden afgeweken. In de duale periode 1 januari 2002 tot en
met 27 januari 2002 zal het bedrag in euro, zoals hiervoor bedoeld, leidend
zijn. Voor gewenste transacties in guldens, welke transacties in de duale
periode wettelijk toegestaan zijn, wordt omgerekend naar guldens.
In op 1 januari 2002 bestaande overeenkomsten, waarbij de
gemeente Delft partij is, worden de
daarin voorkomende guldensbedragen niet tekstueel omgezet in euro- dragen.Voor eerstgenoemde bedragen geldt
het wettelijke mechanisme dat deze
bedragen van rechtswege vanaf genoemde datum geacht worden in euro te
luiden. In overeenkomsten die in 2001 aangegaan worden en die een looptijd
hebben die zich uitstrekt voorbij de
datum 1 januari 2002, spreekt de gemeente met haar wederpartij af hoe met de
aanduiding gulden en of euro wordt omgegaan en welke oplossing gehanteerd zal
worden, wanneer er, bij omrekening van rechtswege en technische afronding,
verschillen ontstaan ten detrimente van één van de betrokken partijen.
Wat betreft gemeenschappelijke regelingen waarin het gemeentestuur
participeert, zal door de
vertegenwoordiger van Delft er op worden toegezien dat inzake het euro- invoeringstraject tijdig de noodzakelijke
beslissingen genomen worden door het terzake
verantwoordelijke bestuursorgaan van de regeling.
I.
De gemeente verschaft tijdige en heldere informatie aan die bedrijven en
instellingen, waarvoor zij, hetzij
bestuurlijk, hetzij financieel verantwoordelijk is, zonder daarbij te treden in
de eigen verantwoordelijkheid van die bedrijven en instellingen.
J.
Aan gesubsidieerde instellingen wordt geen afzonderlijke vergoeding voor
dekking van de kosten voor die instelling in verband met aanpassingen
tengevolge van de euro.
K.
De communicatie en voorlichting is complementair aan landelijke acties.
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 februari 2001.
, burgemeester.
, secretaris.
Aldus op 6 februari 2001 vastgesteld door de burgemeester van
Delft.
, burgemeester.
Aldus op 6 februari 2001 vastgesteld door burgemeester en
wethouders van Delft.
, burgemeester.
, secretaris.
Stuk
28 III
01/002576
Toelichting:
Algemeen.
De
gevolgen voor de organisatie blijven het best beheersbaar als van de ene dag op
de andere volledig zou worden overgestapt van de gulden op de euro. Om
uiteenlopende redenen is dit praktisch niet haalbaar. Wel wordt gestreefd naar
een situatie die dit scenario zo dicht mogelijk benadert. Er zullen echter voor
verschillende onderdelen verschillende momenten zijn. Zo zullen taxaties in het
kader van de onroerend zaak belasting (OZB) hun geldigheid houden over een
periode die deels vóór en deels ná 1 januari 2002 ligt. Ook de landelijke
afspraak om te komen tot tijdige gewenning aan de “euro” maakt vroegere actie
dan 1 januari 2001 nodig. De zogeheten duale periode van 1 januari 202 tot en
met 27 januari 2002 vraagt eveneens bijzondere voorzieningen.
Per onderdeel.
Ad
A tot en met D.
De
hier genoemde beleidsuitgangspunten zijn er op gericht de burger duidelijkheid
te geven over het tijdschema, met als hoofdregel de overstap op 1 januari 2002.
De hier geformuleerde beleidsuitgangspunten betekenen het volgende:
·
Alle betalingen worden tot en met 31 december 2001 in guldens verricht.
Betalingen door de gemeente vinden
vanaf 1 januari 2002 volledig in euro plaats. Bedragen in beschikkingen, vergunningen, nota’s,
aanslagen en dergelijke worden tot die datum in guldens vermeld. Wel zal steeds vaker in 2001 naast het bedrag
in guldens, de tegen waarde in euro
worden gegeven. Deze eurovermelding heeft tot en met 31 december 2001 uitsluitend informatieve betekenis;
er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
·
De op 1 januari 2002 openstaande vorderingen en schulden, alsmede
garantie stellingen zullen worden
omgerekend van guldens naar euro volgens de Europese regels.
·
Er kan nog een korte tijd met guldensmunten en guldensbiljetten worden
betaald in januari 2002. Het wisselgeld van de gemeente is dan wel in euro !
De
gewenningsinformatie is erop gericht tegemoet te komen aan het “Advies
Voorlichtingsraad over het verstrekken van gewenningsinformatie door de
overheid”. Dit advies omvat onder meer een aanbeveling over de frequentie van
het verschaffen van euro-informatie voorafgaand aan de invoeringsdatum van 1
januari 2002. Het streven is minimaal één keer alle relaties van de gemeente
een euro-equivalent van een guldensbedrag te tonen. In meer uitgebreide
overzichten of berekeningen zal dit doorgaans beperkt blijven tot randtotalen
of sleutelbedragen.
Betalingen
aan de gemeente in euro vóór 31 december 2001 worden door de bank omgezet in
guldens, zodat de gemeente een bijschrijving in guldens ontvangt (met
vermelding van het oorspronkelijke bedrag in euro). Indien gemeentelijke
relaties reeds in euro communiceren, vindt omrekening naar guldens plaats
volgens de Europese regels. Dit betekent dat bedragen in euro worden omgerekend
met de officiële koers: 1 euro = 2,20371 gulden, met daarna afronding op
centen. In uitzonderlijke gevallen is een transactie mogelijk, die volledig in
euro wordt verricht. Dit kan alleen als de overeenkomst waar de transactie uit
voortvloeit, melding maakt van de eurotransfer. Zie ook beleidsuitgangspunt H.
Als voorbeeld kan genoemd worden het leningen-circuit. Vanaf 1 januari 1999
wordt, waar nodig, al in euro geleend.
Betalingen
aan de gemeente via de bank worden vanaf 1 januari 2002 steeds in euro
ontvangen, ook al maakt de betalende partij een bedrag in guldens over. De bank
verzorgt vanaf 1 januari 2002 ‘automatisch’
de omrekening als niet in euro wordt voldaan.
Na
27 januari is betaling in guldens niet meer mogelijk. Guldensbiljetten kunnen in ieder geval tot 1 april 2002
gratis worden omgewisseld bij de banken. De gemeente vervult daarbij geen rol.
Omwisseling na 1 april 2002 is mogelijk bij de banken. Zij behouden zich het
recht voor dan een vergoeding te vragen.
De
gemeente zal voor zover mogelijk actief bijdragen aan een soepele chartale
invoering (‘cash’) van de euro door het wisselgeld vanaf 1 januari 2002 steeds
in euro uit te betalen.
De
voorbereiding, indiening en vaststelling van de begroting 2002 gebeurt in euro,
ook al vinden deze handelingen in 2001 plaats. Veel onderliggende documenten
die bij de voorbereiding van de begroting 2002 worden gebruikt, vinden hun
oorsprong in de begroting 2001. Dergelijke documenten zullen veelal na de
goedkeuring van de begroting 2001 (die nog volledig in guldens plaatsvindt)
worden omgerekend naar euro met behulp van de officiële wisselkoers. Te zijner
tijd zullen de cijfers over 2001, die ter vergelijking in de begroting 2002
zijn opgenomen, ook in euro worden vermeld.
Informatie-uitwisseling
na 1 januari 2002 zal in euro plaatsvinden, met dien verstande dat in de
communicatie over bedragen die betrekking hebben op 2001 of eerder (die dus een
guldensbasis hebben) de guldensversie herkenbaar blijft. Hierbij moet vooral
gedacht worden aan “terugwerkende kracht berekeningen” en afhandeling van
declaraties over december 2001 en voeger. Daar waar in dergelijke gevallen de
afhandeling in euro door formele toepassing van de Europese regels voor
afronding (zie beleidsuitgangspunt F) nadeel voor de gemeentelijke relatie zou
opleveren, wordt het nadelige verschil niet in rekening gebracht aan de
relatie.
Ad
E tot en met G.
Als
omrekening onvermijdelijk is, wordt gehandeld overeenkomstig de Europese regels
die zijn vastgelegd in de artikelen 4 en 5 van de Europese Verordening nr.
1103/97. Deze bepalingen luiden als volgt:
Artikel 4:
1.
De omrekeningskoersen worden vastgesteld als één
euro, uitgedrukt in de afzonderlijke nationale munteenheden van de deelnemende
lidstaten. Deze koersen worden vastgesteld in zes significante cijfers.
2.
Bij omrekeningen worden de omrekeningskoersen niet
afgerond of verkort.
3.
De omrekeningskoersen worden gebruikt voor de
omrekening van de euro-eenheid naar de nationale munteenheden en vica versa.
Inverse koersen die van de omrekeningskoersen zijn afgeleid, mogen niet worden
gebruikt.
4.
Geldbedragen die van de ene in de andere nationale
munteenheid moeten worden omgerekend, moeten eerst worden omgerekend in een
geldbedrag in euro, dat op niet minder dan drie decimalen wordt afgerond en
vervolgens wordt omgerekend in de andere nationale munteenheid. Alternatieve
berekeningsmethoden mogen niet gebruikt worden, tenzij zij tot dezelfde
resultaten leiden.
Stuk 28 III pag.
3
Artikel 5:
Te betalen of te boeken geldbedragen die na
omrekening in de euro-eenheid volgens artikel 4 afgerond worden, moeten naar
boven of naar beneden worden afgerond op de dichtstbijzijnde cent. Te betalen
of te boeken geldbedragen die in nationale munteenhied worden omgerekend,
moeten naar boven of beneden worden afgerond op de dichtstbijzijnde
ondereenheid, of, indien die niet bestaat, op de dichtstbijzijnde eenheid, of
naar de nationale wetgeving of het nationaal gebruik op een veelvoud of fractie
van de ondereenheid of eenheid van de nationale munt. Als toepassing van de
omrekeningskoers tot een resultaat leidt dat precies de helft van een
(onder)eenheid is, wordt het bedrag naar boven afgerond.
Bij
de afronding van eurobedragen na conversie van gulden naar euro, worden twee
situaties onderscheiden:
a.
afronding op hele
euro-centen; de technische omrekening;
b.
afronding op hele euro of
afronding op andere “mooie ronde”
eurobedragen.
De
wijze van omrekening is mede afhankelijk van het stadium van een transactie.
Bij betalingen en omrekening van openstaande verplichtingen wordt altijd
technisch omgerekend. Bij het vaststellen van bedragen (tarieven, prijzen,
grensbedragen, waardebeschikkingen etc.) geldt als uitgangspunt eveneens
technische omrekening voorzover andere overwegingen deze benadering niet in de
weg staan.
Bij
het vermelden van gewenningsinformatie wordt altijd technisch omgerekend. Ook
de omrekening van openstaande bedragen ultimo 2001 gebeurt technisch. Daar waar
thans in centen vermelde bedragen voorkomen, bestaat in beginsel geen bezwaar
om technisch om te rekenen. Hierbij geldt evenwel één kanttekening: als sprake
is van zeer lage tarieven of prijzen, kan de vermenigvuldiging met een groot
aantal, leiden tot een totaalbedrag dat aanzienlijk afwijkt van hetgeen zou
worden verkregen bij omrekening van het product in guldens. Eén van de kleinste
eenheden in de Legesverordening is op dit moment: NLG 0,08 per verstrekt adres
uit GBA. Dit zou volgens de regels EUR 0,04 worden, een stijging van meer dan
10 %. Het omgekeerde komt overigens ook voor.
De
technische omrekening met een resultaat dat vervolgens in hele euro of een
ander mooi rond bedrag wordt vertaald, zal zich vooral voordoen bij toonbank-,
grens-, minimum-, en maximumbedragen.
Omdat
ook in het eurotijdperk de overwegingen voor ronde bedragen in dergelijke
situaties gelden, zullen alle situaties als hier bedoeld, afzonderlijk worden
beschouwd. Het ligt in de bedoeling om in een afzonderlijk document aan te
geven hoe de technische omrekening uitwerkt voor ieder in een verordening of
besluit vastgelegd bedrag, voorzover dat niet reeds is gebeurd in recente
besluitvorming. Daarbij wordt tevens aangegeven of na technische omrekening een
nadere vaststelling in een mooi rond bedrag of ander tarief nodig wordt
geoordeeld. In aanvulling daarop kunnen te zijner tijd overwegingen gelden die
leiden tot andere aanpassingen. Een dergelijke situatie zou zich kunnen
voordoen bij de jaarlijkse trendmatige aanpassing van tarieven. Tenslotte
zullen de nieuwe eurobedragen zoveel mogelijk tegelijkertijd worden vastgelegd
in de gebundelde gemeentelijke verordeningen. Zie ook onder beleidsuitgangspunt
H. Besluitvorming door de raad zal in oktober 2001 plaatsvinden. Door een
dergelijke, gebundelde, aanpak ontstaat een goed inzicht in de effecten van de
invoering van de euro.
Stuk
28 III pag.
4
Het
is onvermijdelijk bij het hanteren van het beginsel van “mooie ronde bedragen”
dat in sommige gevallen een nadeel voor de burger optreedt en in andere
gevallen een nadeel voor de gemeente. Het leidende principe bij de voorstellen
voor de conversie naar mooie ronde euro-bedragen, zal zijn dat de burger noch
de gemeente per saldo nadeel zullen ondervinden van de conversie in zijn
geheel.
Uit
de beleidsuitgangspunten A tot en met D volgt dat een subsidie-aanvraag die
betrekking heeft op een periode die geheel of gedeeltelijk valt in 2001 (of
eerder), in guldens dient te luiden; de overige in euro. De eventuele
beschikking voor toewijzing zal in guldens luiden, tenzij de periode geheel in
2002 (of later) valt. Bevoorschotting vindt in guldens plaats tot en met 31
december 2001, daarna in euro. De stand van verleende voorschotten per 31
december 2001 wordt technisch omgerekend. Afrekening in 2001 geschiedt in
guldens, daarna in euro met, waar relevant, vermelding van de guldensbasis.
Uiteraard zullen in de beschikkingen voorafgaand aan 2002, opnieuw waar
relevant, reeds bedragen in euro ter informatie worden vermeld. Alleen wanneer
sprake is van een leningsovereenkomst kan van het vorenstaande worden
afgeweken.
Ad
H.
In
het hier geformuleerde beleidsuitgangspunt wordt aangegeven op welke wijze het
gemeentebestuur omgaat met verordeningen, overeenkomsten en gemeenschappelijke
regelingen, voor zover daarin sprake is van guldensbedragen. Uit een oogpunt
van rechtszekerheid voor burgers en bedrijven is er voor gekozen in
verordeningen en daarop gebaseerde nadere regels tijdig guldensbedragen om te
zetten in eurobedragen. Dat bevordert het snel en eenvoudig kunnen raadplegen
van de betreffende regelingen. Het aantal bestaande overeenkomsten dat zich in
de gemeentelijke archieven bevindt is schier onoverzienbaar. Op dit punt wordt
dan ook gebruik gemaakt van het mechanisme dat per 1 januari 2002 de in
overeenkomsten voorkomende guldensbedragen gelezen moeten worden als
eurobedragen. In het beleidsuitgangspunt is wel een nadere regeling gegeven
voor bijzondere situaties. Daar vraagt de praktijk om. De situatie tenslotte met
betrekking tot gemeenschappelijke regelingen waarin het gemeentebestuur van
Delft participeert, is een afwijkende. Het verantwoordelijke bestuursorgaan van
de betreffende regeling moet een keuze maken of bedragen feitelijk en zichtbaar
omgezet worden van gulden in euro. Of dat men gebruik maakt van een omzetting
van rechtswege, waarbij dus de guldensbedragen blijven staan. Ze moeten alleen
in euro gelezen worden. Vanuit Delft kan slechts er op toegezien worden door
onze eigen vertegenwoordiger dat tijdig een verantwoorde keuze gemaakt wordt en
wie dat vervolgens uitvoert.
Ad
I.
Er
bestaan diverse aan de gemeente gelieerde instellingen. De gemeente voelt zich
verantwoordelijk om deze instellingen tijdig adequate informatie te verschaffen
inzake het euro-traject en de gevolgen daarvan. Niet kan het gemeentebestuur
daarbij de verantwoordelijkheid van de betreffende instelling overnemen.
Ad
J.
Het
is uit een oogpunt van transparantie van bestuur belangrijk dat er in de lokale
samenleving geen misverstand over bestaat dat het gemeentebestuur terzake deze
keuze gemaakt heeft.
Stuk
28 III pag.
5
Ad
K.
In
verband met de invoering van de euro vindt ook op landelijk niveau op ruime
schaal communicatie en voorlichting plaats. Dit bereikt ook de burgers en de
bedrijven van Delft, Wat de gemeente Delft zelf nog wil doen op dit gebied is
noodzakelijkerwijs complementair aan landelijke acties. De communicatie vanuit
de gemeente zal met name gericht zijn op personen, bedrijven en organisaties
waar de gemeente een (financiële) relatie mee heeft. Speciale aandacht in de
communicatie en voorlichting gaat uit naar inwoners van Delft die een
sociaal-economische achterstand hebben of die verstoken dreigen te blijven van
de landelijke informatie. De communicatie en voorlichting van de gemeente zijn
er op gericht de euro dichter bij de burger te brengen. Met name op die punten
waar die burger, zoals gezegd, een (financiële) relatie met de gemeente
heeft.