Stuk 78 I
01/005095 Delft,
10 april 2001.
Onderwerp: Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse
gemeenten (SVN) /
Bouwfondsgelden.
Aan de gemeenteraad
Geachte dames en heren,
Het Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting heeft als doelstelling de kwaliteit van de volkshuisvesting en
de gebouwde omgeving duurzaam te verbeteren. Zij doet dit specifiek door op te
treden als financiële partner voor en namens gemeenten. Gemeenten kunnen
deelnemen door geld te storten in het fonds en deze middelen aldus te oormerken
voor de volkshuisvesting. Delft heeft uit de Bouwfondsmiddelen, die in dit
fonds zijn gestort, een bedrag van ƒ 27.000.000,-- ter beschikking,
waarvan ƒ14.200.000,-- door de gemeente zelf ingebrachte middelen.
Kenmerk van het fonds is
het geven van impulsen door middel van het verstrekken van ‘laagrentende’
leningen. De leningen worden op aangeven van de gemeente verstrekt aan derden.
Zo ontstaat een zogenaamd ‘Revolving Fund’ en kan het geld duurzaam worden
ingezet. Het SVN heeft het karakter van een revolverend fonds. Dat wil zeggen
dat de rente en de af te lossen bedragen van de leningen die nu verstrekt
worden op termijn weer terugvloeien in het fonds (er komen dus tussentijds geen
geldstromen naar de gemeente toe). De rente en de tussentijdse aflossingen op
de leningen kunnen weer opnieuw worden ingezet. Het bestuur kan vervolgens
nieuwe projecten aanwijzen die ze met laagrentende leningen wil subsidiëren.
Het kunnen aanwijzen is afhankelijk van het vrijvallen van de gelden en bedrag
van de nieuwe investering. Voor alle duidelijkheid: meteen na de verstrekking
van de leningen wordt door middel van de aflossingen en rentebetalingen weer
een potje opgebouwd dat daarna kan worden ingezet.
Onder de term
‘volkshuisvesting en gebouwde omgeving’ kan meer worden verstaan dan uit de
letterlijke tekst blijkt. Ook maatregelen die leefbaarheid bevorderen of
stedelijke vernieuwing beogen kunnen onder deze noemer vallen.
Het raadsbesluit van 24
februari 2000: “Het is de bedoeling dat de gemeente deze middelen inzet voor de
financiering van lopende dan wel reeds geplande investeringsprojecten. Het
grote voordeel hiervan is dat voor deze projecten een financieringsmogelijkheid
tegen aantrekkelijke condities ontstaat. Het DOP, zijnde de investeringsvisie
voor de noodzakelijke kwaliteitsverbetering van de stad voor de komende 10
jaar, biedt hiervoor voldoende mogelijkheden. Het is overigens niet de
bedoeling voor de besteding van dit fonds nieuwe projecten te selecteren die
anders niet uitgevoerd zouden worden.”
De SVN-constructie is
zodanig dat er 50% wordt gefinancierd door een ABN-AMRO lening en 50% door een
gemeentelening. De ABN-AMRO lening heeft een rentepercentage van 0,5 en moet
ingaande 2001 in 10 jaar worden afgelost in tien gelijke delen. De gemeentelening
kan zowel qua rente als qua looptijd worden gevarieerd. Als we daadwerkelijk
willen spreken van een Revolving Fund, dan moet het rentepercentage minimaal de
inflatie compenseren. Voor iedere
lening verstrekt door de SVN zal de gemeente een garantie af dienen te geven
ten behoeve van de SVN.
Stuk 78 I pag.
2.
De looptijd van de
ABN-AMRO lening is dus 10 jaar. De looptijd van de gemeentelening is in
principe onbeperkt, maar hangt in sterke mate af van het project. Elementen die
de looptijd van de lening bepalen, zijn:
1.
de aard van de investering (gebouw of inventaris),
2.
de omvang van de investering,
3.
de aflossingscapaciteit in de exploitatie van het project.
Op voorhand is er niet
voor gekozen een bepaalde maximale looptijd aan te houden om geen projecten uit
te sluiten. Het vakteam TRM zal per project in overleg met het betreffende
cluster de genoemde aspecten verder uitwerken.
Uitgaande van een
indicatief rekenmodel levert elke SVN-lening van ƒ1.000.000,-- een voordeel op
van ƒ 200.000,--. Dit voordeel betreft de contant gemaakte voordelen van de
eerste 10 jaar van de exploitatie.
Om volledig te profiteren
van de voordelen van de SVN is het noodzakelijk dat projecten worden ondergebracht
die in 2001 in uitvoering komen.
Hiervoor komen de
volgende projecten in aanmerking.
Die
Delfgaauwse Weye: SVN-lening ƒ 6.000.000,--
Woningcorporatie Delftwonen is bezig met de uitvoering
van de herstructurering van de buurt 'Die Delfgaauwse Weye'. Fase 1 is in
uitvoering. De resterende fasen 2 en 3 van het herstructureringsplan bestonden
uit het op hoog niveau renoveren, gedeeltelijke sloop/nieuwbouw en het optoppen
resp. aanbouwen van woningen op diverse locaties in het gebied. De uitvoering
van deze fasen heeft echter grote vertraging opgelopen door uiteenlopende
oorzaken, waardoor een heroverweging door de opdrachtgevende corporatie
(Delftwonen) noodzakelijk is gebleken. Omdat hierbij is gebleken dat er grote
tekorten voor rekening van Delftwonen kunnen worden verwacht, moet een
versobering van de resterende fasen plaatsvinden weliswaar onder handhaving van
zo veel mogelijk reeds vastgestelde randvoorwaarden en uitgangspunten. Daarom
wordt thans door Delftwonen in overleg met de bewoners en de gemeente een
planaanpassing besproken waarbij de zorgflat (fase 2a) op groot onderhoudsniveau
wordt aangepakt (zonder toevoeging van nieuwbouw), waarbij er minder woningen
worden 'bijgebouwd' (fase 2b) en waarbij er meer woningen worden gesloopt en
vervangen door nieuwbouw in zowel de huur- als koopsector (fase 3). De gemeente
heeft hierbij al wel de principebereidheid getoond om de corporatie op nader te
bepalen wijze financieel te ondersteunen bij de realisatie van in overleg nader
in te vullen zorgfuncties in de onderbouw van de zorgflat (fase 2a).
Met het groot onderhoud aan de flat en verbouw van de
onderbouw is een investering gemoeid van ongeveer ƒ10.500.000,--. De gemeente
wil bijdragen in het onrendabele deel van de investering ten behoeve van de
zorgfuncties. Daarvoor wordt een laagrentende lening van ƒ 6.000.000,--
beschikbaar gesteld.
Plukkebol:
SVN-lening ƒ 2.200.000,--
Kindercentrum Plukkebol b.v. gaat in het
Westerkwartier een nieuw kinderdagverblijf bouwen. Het wordt een centrum met
rond de 55 kindplaatsen hele dagopvang en 40 kindplaatsen buitenschoolse
opvang.
Op de naastgelegen bouwkavel vindt nieuwbouw van het
buurthuis Westerkwartier plaats.
Op verzoek van de gemeente werkt het kindercentrum
samen met dezelfde architect die ook het buurthuis gaat bouwen. Op deze manier
ontstaat er een fraai architectonisch geheel.
Het kindercentrum werkt ook op verzoek van de gemeente
samen met dezelfde aannemer die ook het buurthuis gaat bouwen. Dit om zo min en
zo kort mogelijk bouwoverlast voor de buurt te veroorzaken en uiteraard de
bouwkosten te reduceren.
Stuk 78 I pag.
3.
Inmiddels is duidelijk geworden dat de geschatte
bouwkosten, door verschillende oorzaken (o.a. gestegen bouwkosten, hogere
standaard ten aanzien van architectonisch concept en groter bouwvolume) hoger
uitvallen dan gepland. In verschillende onderhandelingsrondes met zowel de
aannemer als de architect zijn bezuinigingen doorgevoerd. De totale bouwkosten
komen nu uit op rond de ƒ 3.400.000,--.
Het Waarborgfonds verstrekt een borgstelling van ƒ
1.200.000,--. Derhalve is er een bedrag van ƒ 2.200.000,-- waar financiering
voor ontbreekt. Het voorstel is om voor ƒ 2.200.000,-- een SVN-lening te
verstrekken.
Mondriaangroep: ƒ 6.200.000,--
Wij hebben besloten om op zeer korte termijn onderzoek te doen naar de
mogelijkheid om het onderdeel volwasseneneducatie van de Mondriaangroep op 1
locatie te huisvesten in een pand aan de Röntgenweg. De achtergrond van deze
centralisatie is dat het pand gelokaliseerd is in het gebied waar het grootste
deel van de doelgroep woonachtig is. Op dit moment vinden er met de Mondriaangroep gesprekken plaats over de centralisatie en de financiële en
juridische consequenties die deze operatie met zich meebrengt. Uit de ramingen
van het vakteam Grond blijkt dat de hoogte van de investeringen die met de centralisatie naar de Röntgenweg op
ongeveer ƒ 8.000.000,-- wordt geschat.
De rentecomponent die op basis van het omslagpercentage is berekend drukt
zodanig zwaar dat de Mondriaangroep de huisvestingskosten die thans gehanteerd
wordt ruim gaat overschrijden. Dit laatste zal dan ten kosten gaan van de
middelen die ingezet worden voor de educatie.
Wanneer de investeringen kunnen worden belast met het lagere
rentepercentage vanuit de Bouwfondsgelden blijkt dat het pand door de
Mondriaangroep op een voor de functie realistische wijze geëxploiteerd kan
worden.
De investeringsopgave
Mondriaan is ongeveer ƒ 10.000.000,-- groot (Röntgenweg + Praktijkleercentrum).
Een deel daarvan moet door Mondriaan worden opgebracht uit de verkoop van de
locatie Mijnbouwstraat. Voor het overige is een laagrentende lening nodig, voorlopig
geschat op ƒ 6.200.000,--.
IPSE: ƒ 3.500.000,--
Over het gemeentelijke pand Paardenmarkt 1 vinden al meer dan 10 jaar
gesprekken plaats over verkoop en herontwikkeling voor de gebruikers te weten
de Stichting Ipse. Nadat de vml Van der Woudenstichting
geprivatiseerd is en opgenomen is in de stichting Ipse is haar directie aan de
slag gegaan met een ambitieus plan om het pand Paardenmarkt 1 van de gemeente
aan te kopen en te herontwikkelen tot een moderne leefomgeving voor haar
oudere cliënten. Om de integratie van
de Ipse bewoners zo goed mogelijk aan de eisen van de 21ste eeuw te
laten voldoen is gekozen om het pand voor
4 functie geschikt te maken.
a. De woonfunctie voor
oudere Ipse bewoners die een geestelijke
en/of lichamelijke handicap hebben,
b. de woonfunctie voor de
doelgroep van de woonruimtevragers in
de vrije sector markt,
c. de
kinderopvangaccommodatie voor cliënten van Ipse met een zware geestelijke en
lichamelijke handicap,
d. en een reguliere
kinderdagopvangaccommodatie.
Omdat het pand Paardenmarkt een monument is dient er met allerlei zaken
rekening gehouden te worden met aanpassingen die de status van het monument
niet aantasten. Hierdoor zijn de ontwikkelingskosten in relatie met de subsidiegelden vanuit VWS, inkomsten uit
de verkoop van de vrije sector woningen en de huuropbrengsten van het reguliere
kinderdagverblijf onvoldoende om het project te laten slagen.
Het project zou voor Ipse haalbaar zijn als er vanuit de gemeente een lage
rentedragende lening wordt toegekend van ƒ 3.500.000,--.
Stuk 78 I pag.
4.
In Delft zijn vanuit diverse kanalen signalen gekomen over (dreigende)
tekorten in de eerste lijnsgezondheidszorg. Om het vestigingsklimaat voor
tandartsen en huisartsen aantrekkelijker te maken, zou de gemeente een
faciliterende rol kunnen vervullen ten aanzien van huisvesting.
Momenteel bestaan
er vijf gezondheidsaccommodaties in Delft: de Pootstraat, Händellaan, Tanthof,
Nassaulaan en een particuliere ontwikkeling in de binnenstad. Met uitzondering
van de nieuwe accommodatie in de binnenstad, dient er naar de overige accommodaties
goed gekeken te worden of aan alle fysieke en inhoudelijke eisen wordt voldaan.
Er zijn nog twee wijken, Hof van Delft en Vrijenban, zonder een goed
geoutilleerde accommodatie. Er wordt voorgesteld om het zorgaanbod in de wijken
gefaseerd te optimaliseren. In de eerste fase zal samen met de
woningbouwvereniging Vestia bekeken dienen te worden wat de mogelijkheden zijn
om de gezondheidsaccommodatie in de Pootstraat te vervangen en een nieuwe
aanvullende accommodatie in Tanthof te realiseren. Tevens zal in deze fase met
Delftwonen bekeken dienen te worden welke mogelijkheden er bestaan voor een
nieuwe accommodatie aan de Aart van der Leeuwlaan. Immers, wanneer elke wijk
over een volwaardige gezondheidsaccomodatie beschikt, kan een laagdrempelig en
wijkgericht zorgaanbod worden gegarandeerd. Om dit te realiseren, zal de
gemeente echter in financieel opzicht tegemoet moeten komen om op een huurprijs
per m2 uit te komen die door eerste lijnspartijen als realistisch wordt gezien
(ongeveer ƒ 250,--).
Om het hierboven
genoemde huurprijsnivo te kunnen garanderen zal er een deel van de investering
voor de bouwkosten (en voorzover het een nieuwe uitgifte betreft de investering
voor de grondwaarde) niet gedekt kunnen worden uit de huur. Om toch een
haalbare huur te kunnen garanderen zal zodoende gebruik gemaakt kunnen worden
van een laagrentende lening. Hiervoor wordt een lening van ƒ 2.100.000,--
beschikbaar gesteld.
Parking B.V.
Het project
Zuidpoortgarage gaat in 2001 van start. Het is een project waarvan de
uitvoering een belangrijke impuls geeft aan de stad (stedelijke vernieuwing).
Na bestemming van de
bouwfondsgelden aan de voornoemde projecten resteert een bedrag van circa ƒ
7.000.000,--, dat geheel kan worden ingezet voor bijvoorbeeld maatregelen op
het gebied van sociale veiligheid door de Parking B.V.
Andere mogelijke projecten
vallen af, op grond van diverse redenen. Sommige zijn in de voorbereiding niet
ver genoeg gevorderd, andere zijn te klein of gericht op een te kleine groep,
of het project is ook zonder deze oplossing haalbaar.
Wij stellen u voor, in
overeenstemming met het advies van de commissie middelen en bestuur, als volgt
te besluiten:
1) Als uitgangspunt voor
de gemeentelening te nemen: een rentepercentage van 3,5% en een 25 jarige
annuïteit Bij de uitwerking van ieder project wordt een passende rente en
aflossingsschema aangeboden met een minimale rente op het gemeentedeel van
3,5%.
2) De volgende projecten
in aanmerking te brengen voor een SVN-lening:
(a) Die
Delfgaauwse Weije, ad ƒ 6.000.000,--;
(b)
Plukkebol, ad ƒ 2.200.000,--;
(c)
Mondriaangroep, ad ƒ 6.200.000,--;
(d) Ipse,
ad ƒ 3.500.000,--;
(e)
Gezondheidscentrum, ad ƒ 2.100.000,--;
(e)
Parking B.V./Zuidpoortgarage, ƒ 7.000.000,--.
Stuk 78 I pag.
5.
De definitieve
vaststelling van het bedrag per instelling te laten bepalen door nader
onderzoek van de desbetreffende investerings- en financieringsplannen door het
vakteam TRM en afhankelijk te stellen van bovengenoemde onzekerheden.
3) De SVN te vragen haar goedkeuring te geven aan alle
geselecteerde financieringen en daartoe
bijgevoegd raadsbesluit vast te stellen.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders
van Delft,
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
Stuk 78 II
01/005095
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van
burgemeester en wethouders van 10 april 2001;
b e s l u i t :
de volgende projecten in
aanmerking te brengen voor een SVN-lening:
(a) Die
Delfgaauwse Weije, ad ƒ 6.000.000,--;
(b)
Plukkebol, ad ƒ 2.200.000,--;
(c)
Mondriaangroep, ad ƒ 7.000.000,--;
(d ) Ipse,
ad ƒ 3.500.000,--;
(e)
gezondheidscentrum, ad ƒ 2.100.000,--;
(f)
Parking B.V./Zuidpoortgarage, ƒ 7.000.000,--.
De definitieve
vaststelling van het bedrag per instelling te laten bepalen door nader
onderzoek van de desbetreffende investerings- en financieringsplannen door het
vakteam TRM en afhankelijk te stellen van bovengenoemde onzekerheden.
Als uitgangspunt voor de
gemeentelening te nemen: een rentepercentage van 3,5% en een 25 jarige
annuïteit Bij de uitwerking van ieder project wordt een passend rente en
aflossingsschema aangeboden met een minimale rente op het gemeentedeel van
3,5%.
De SVN te vragen haar
goedkeuring te geven aan alle geselecteerde financieringen.
Aldus vastgesteld in de
openbare raadsvergadering van 26 april 2001.
, burgemeester
, secretaris