Stuk 159 I Delft,
28 augustus 2001.
01/020716
Onderwerp: Verordening Tegemoetkoming Huurlasten
Onzelfstandige Wooneenheden
Aan de gemeenteraad,
Geachte dames en heren,
In 2001 is het mogelijk om
in Delft een tegemoetkoming aan te vragen voor de huurlasten van onzelfstandige
wooneenheden. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming
zijn dat men onzelfstandig woont en dat men over een inkomen beschikt dat niet
hoger is dan de bijstandsnorm. In het Belastingplan 2001 is dit voorstel reeds
aangenomen en beschreven.
Wij stellen u voor, onder
voorbehoud van gunstig advies van de commissie middelen en bestuur, in te
stemmen met de vaststelling van de verordening Tegemoetkoming Huurlasten
Onzelfstandige Wooneenheden.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders
van Delft
H.M.C.M. van Oorschot burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van
burgemeester en wethouders van 28 augustus 2001;
gelet op de artikelen 108 en
149 van de Gemeentewet, de artikelen 26, lid 1 onder a lid 2, 29, 30 en 43, lid
2 van de Algemene Bijstandswet (Abw) en de verordening Toeslagen op en
verlagingen van de bijstandsnorm voor categorieën van belanghebbenden aan wie
bijstand kan worden verleend;
gezien het advies van de
raadscommissie Werk, Zorg en Onderwijs
b e s l u i t
vast te stellen de
navolgende verordening Tegemoetkoming huurlasten onzelfstandige wooneenheden:
Deze verordening verstaat
onder:
a.
Tegemoetkoming: een
uitkering aan huurder-bewoners van onzelfstandige wooneenheden die op grond van
onvoldoende financiële draagkracht hiervoor in aanmerking komen, nu zij geen
kwijtschelding van onroerende zaakbelasting kunnen krijgen.
b.
Onzelfstandige wooneenheid:
een woning waar sprake is van noodzakelijk gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen
(wasgelegenheid, kookgelegenheid, toilet)
c.
Inkomen: Het netto
inkomen, inclusief vakantietoeslag
d.
Bij de vaststelling van
het inkomen worden in ieder geval buiten beschouwing gelaten de inkomsten
bedoeld in artikel 43, lid 2, van de Algemene bijstandswet
1. Burgemeester
en wethouders kennen op aanvraag een tegemoetkoming toe aan degene doe als
huurder, woont in een onzelfstandige wooneenheid en beschikt over een inkomen
dat niet hoger is dan de van toepassing zijnde inkomensgrens.
2.
Een tegemoetkoming
wordt slechts toegekend indien voldaan wordt aan de in het eerste lid genoemde
voorwaarden. De inkomensgrens bedraagt:
a. Voor belanghebbenden van 8 tot en met 20 jaar de norm
genoemd in artikel 29, lid 1 Abw verhoogd met de maximale toeslag op basis van
art. 10 Abw; deze toeslag bedraagt thans f 450,-- (€ 204,20);
b. De van toepassing zijnde bijstandsnorm conform de
verordening Toeslagen op en verlagingen van de bijstandsnorm voor de categorie
van belanghebbenden aan wie bijstand kan worden verleend
3.
Een tegemoetkoming
wordt in een keer uitgekeerd voor het geldend belastingjaar.
4.
Een tegemoetkoming moet
jaarlijks opnieuw worden aangevraagd.
1. Een tegemoetkoming wordt door Burgemeester en
wethouders vastgesteld na ontvangst van een volledig ingevuld en ondertekend
aanvraagformulier met toevoeging van bewijsstukken over het inkomen.
2. De uiterste aanvraagdatum is 31 december van het
lopende belastingjaar.
1. Deze verordening kan worden aangehaald als:
Verordening Tegemoetkoming huurlasten onzelfstandige wooneenheden.
2. Deze verordening treedt in werking op 1 september
2001
Aldus vastgesteld in de
openbare raadsvergadering van 13 september 2001.
,burgemeester.
,secretaris.