Besluit
van het college van burgemeester en wethouders tot:
Instelling
van de Regeling voor de Commissie Straatnaamgeving 2002
-
inzake
het functioneren en de samenstelling van de Commissie Straatnaamgeving,
-
ingevolge
artikel 3, vierde lid, van de Verordening op de benoeming van openbare ruimte
en de toekenning van huisnummers.
De burgemeester en wethouders van Delft
b e s l u i t e n
vast te stellen
de Regeling voor de Commissie
Straatnaamgeving 2002
Artikel 1 De commissie
Er is een commissie van advies aan het college van
burgemeester en wethouders inzake de straatnaamgeving binnen de gemeente Delft,
hierna te noemen “de commissie”.
Artikel 2 Taak
1. De
commissie brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college
van burgemeester en wethouders omtrent :
a. het
verdelen van de gemeente in wijken en buurten, al dan niet op basis van
bouwblokken en het aanduiden daarvan met nummers, zonodig aangevuld met letters
of namen;
b. het
benoemen van de openbare ruimte en gemeentelijke bouwwerken.
2. Het
college van burgemeester en wethouders is verplicht de commissie te voorzien
van ter zake dienende informatie.
Artikel 3 Samenstelling
1 De
commissie bestaat uit:
a. het lid van het college van burgemeester en
wethouders dat straatnaamgeving in zijn portefeuille heeft;
b. drie
door het college van burgemeester en wethouders, op voordracht van de
voorzitter van de commissie, aan te wijzen leden niet zijnde
gemeenteraadsleden;
c. een
genoegzaam aantal door het college van burgemeester en wethouders, op
voordracht van de voorzitter van de commissie, aan te wijzen plaatsvervangende
leden niet zijnde gemeenteraadsleden;
d. de
gemeentearchivaris.
2 Het lid
genoemd onder 1 a treedt op als voorzitter van de commissie. De commissie
benoemt uit haar midden een of meer plaatsvervangend voorzitter(s).
Artikel 4 Secretaris
1. Het
college van burgemeester en wethouders wijst de secretaris en een of meer plaatsvervangend secretaris(sen) van de
commissie aan.
2. De
secretaris is geen lid van de commissie.
Artikel 5 Zittingsduur
1. De
zittingsduur van de leden, met uitzondering van de gemeentearchivaris, bedraagt
vier jaren vanaf de datum van het besluit van het college van burgemeester en
wethouders tot benoeming van de leden. De gemeentearchivaris is permanent lid.
2. Het lid
dat de hoedanigheid op grond waarvan hij lid van de commissie is verliest,
wordt geacht met ingang van diezelfde datum als zodanig te zijn afgetreden. Bij
tussentijdse opvolging is de zittingsduur voor het nieuwe lid gelijk aan die
van zijn voorganger, te weten tot het einde van de lopende zittingsduur.
3. De
leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk
mededeling aan de voorzitter van de commissie, die maatregelen treft om in de
vacature te voorzien.
Artikel 6 Vergaderingen
1. De
commissie komt bijeen:
a. wanneer
de voorzitter dit nodig acht, of
b. op
schriftelijk verzoek van ten minste twee leden van de commissie, of
c. op
schriftelijk verzoek van het college van burgemeester en wethouders.
In de gevallen bedoeld onder b. en c. belegt de
voorzitter de vergadering binnen vier weken na de dag van ontvangst van het
schriftelijke verzoek.
2. De
voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering, onder opgaaf van
de punten die zullen worden behandeld.
3. De
commissie vergadert slechts als ten minste drie leden, waaronder de voorzitter
of de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig zijn.
4. Wanneer
het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter zo snel
mogelijk een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk
in kennis. In deze laatste vergadering kunnen beslissingen worden genomen over
uit te brengen adviezen ongeacht het aantal aanwezige leden.
5. De
commissie beslist over het uit te brengen advies met meerderheid van stemmen.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die
minderheid dit verlangt. Bij staken van stemmen beslist de stem van de
voorzitter.
Artikel 7 Inzage stukken
1.
Stukken, waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd, liggen
op de voor vertrouwelijke stukken gebruikelijke wijze voor de leden van de
gemeenteraad ter inzage.
2. Deze
inzage kan slechts worden geweigerd voor zover zij in strijd is met het
openbaar belang.
Artikel 8 Deskundigenadvies
1. De
commissie kan zich laten voorlichten door ambtenaren en is ook bevoegd om
derden en belanghebbenden te horen, bij deskundigen advies of inlichtingen in
te winnen en dezen zonodig uit te nodigen daartoe bij de vergadering aanwezig
te zijn.
2. Indien
de adviezen gevolgen hebben voor het postcodesysteem wint de commissie van
tevoren advies in bij PTT Post B.V., of diens rechtsopvolgers.
Artikel 9 Vergoeding
1. De
leden en de plaatsvervangende leden ontvangen voor het bijwonen van een
vergadering van de commissie een vergoeding conform het bepaalde in de
Verordening geldelijke voorzieningen commissieleden.
2. Ten
aanzien van adviseurs als bedoeld in artikel 8, eerste lid, is de Verordening
geldelijke voorzieningen commissieleden Delft van toepassing, voor zover het
externe adviseurs betreft.
Artikel 10 Tekenen van stukken
1. De
adviezen van de Commissie worden ondertekend door de voorzitter en de
secretaris en worden zo spoedig mogelijk aan het college van burgemeester en
wethouders uitgebracht.
2. De
stukken van procedurele aard worden door de secretaris ondertekend. De
voorzitter kan de secretaris machtigen bepaalde stukken namens hem te
ondertekenen.
Artikel 11 Slotbepalingen
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet,
beslist de voorzitter van de commissie.
Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding
1. Deze
regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling voor de Commissie straatnaamgeving
2002’.
2. Deze
regeling wordt van kracht op 15 augustus 2002, of zoveel eerder of later als de
Verordening voor de Commissie straatnaamgeving 2001 is komen te vervallen.
Aldus
vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 4 juni 2002.
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
,secretaris.
Toelichting op de Regeling voor de Commissie
straatnaamgeving 2002
1. Algemeen
Straatnamen zijn om verschillende redenen van
belang. Zo maakt de indeling van een gemeente in straten het mogelijk dat
enerzijds burgers en anderzijds dienstverlenende instanties als politie,
brandweer, ambulance en posterijen, zich snel kunnen oriënteren in een
gemeente. Ook is de indeling van een gemeente in straten voor de gemeente zelf
van belang. In vrijwel alle gemeentelijke registraties komen immers straatnamen
voor en wordt gesorteerd op de alfanumerieke volgorde van straatnamen.
Straatnamen ontstaan echter niet zomaar. Namen
moeten immers worden toegekend aan straten. Er moeten namen worden bedacht.
Daarbij dienen deze namen aan allerlei eisen te voldoen. Zo moeten de namen
bijvoorbeeld bruikbaar zijn in de spreektaal en dienen zij in de betreffende
gemeente uniek te zijn. Ook is een bepaalde systematiek bij het geven van
straatnamen onontbeerlijk.
Gelet op het belang van goede straatnaamgeving en
gezien de ingewikkeldheid daarvan verdient het aanbeveling de advisering over
straatnaamgeving op te dragen aan een gemeentelijke commissie straatnaamgeving.
Gemeenten dienen bij de straatnaamgeving rekening
te houden met de afspraken die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft
gemaakt met PTT Post BV (circulairenummer 91/30, kenmerk: AJZ/102328 d.d. 5 april 1991). De aanleiding tot deze
afspraken was het terughoudende beleid van PTT Post om wijzigingen aan te
brengen in het postcodesysteem. Er is afgesproken dat gemeenten niet nodeloos
wijzigingen in de straatnaamgeving aanbrengen die tot wijzigingen in het
postcodesysteem noodzaken. Indien een gemeente zich niet aan de afspraak houdt
om de straatnaamgeving niet nodeloos te wijzigen, worden de kosten die PTT Post
als gevolg hiervan moet maken bij het gemeentebestuur in rekening gebracht.
Ook is afgesproken dat een gemeentebestuur zo
spoedig mogelijk overleg met PTT Post pleegt over zijn voornemen wijzigingen
aan te brengen in de straatnaamgeving, die gevolgen hebben voor het
postcodesysteem.
De bevoegdheid tot het toekennen van namen aan
straten, wijken en openbare ruimte berust ingevolge artikel 108 van de
Gemeentewet bij de gemeenteraad. Het college van burgemeester en wethouders
bereidt de voorstellen hiertoe voor. Op grond van artikel 2, lid 3, van de
Verordening op de benoeming van openbare ruimte en de toekenning van
huisnummers vraagt het college van burgemeester en wethouders het advies van de
Commissie straatnaamgeving alvorens een voorstel tot straatnaamgeving aan de
gemeenteraad voor te leggen. De samenstelling en de werkwijze van deze
Commissie straatnaamgeving worden in de onderhavige regeling geregeld.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 De commissie
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 2 Taak
De taakomschrijving van de commissie is afgestemd
op artikel 2 van de Verordening op de benoeming van de openbare ruimte en de
toekenning van straatnaamgeving en huisnummering.
Dit artikel luidt als volgt:
“Artikel 2
1. De
gemeenteraad verdeelt op voordracht van burgemeester en wethouders, de gemeente
al dan niet op basis van bouwblokken, in wijken en buurten en duidt deze aan
met nummers, zonodig aangevuld met letters of namen.
2. De
gemeenteraad kan op voordracht van burgemeester en wethouders de openbare
ruimte en gemeentelijke bouwwerken benoemen.
3.
Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel op grond van lid 1 en
lid 2 aan de gemeenteraad voorleggen worden zij hierover geadviseerd door de
commissie straatnaamgeving.”
Artikel 3 Samenstelling
De Commissie straatnaamgeving bestaat uit 5 leden.
Als voorzitter fungeert het lid van het college van burgemeester en wethouders
dat straatnaamgeving in portefeuille heeft. Daarnaast zijn er 3 leden (niet
zijnde gemeenteraadsleden) en de gemeentearchivaris, die gelet op zijn
betrokkenheid en deskundigheid qualitate qua permanent lid is van de commissie.
Voor de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur op 7 maart 2002
waren de leden gekozen uit het midden van de raad. In een dualistisch stelsel
is het echter niet mogelijk om raadsleden zitting te laten hebben in een
adviescommissie aan het college.
Artikel 4 Secretaris
De secretaris en de plaatsvervangend
secretaris(sen) worden aangewezen door het college van burgemeester en wethouders.
De secretaris is geen lid van de commissie. In de praktijk fungeert een
medewerker van Landmeten als secretaris, gezien zijn specifieke deskundigheid.
Het verdient aanbeveling deze praktijk voort te zetten. Om praktische redenen
is in de formulering van het artikel niet langer een aanduiding van
organisatie-onderdelen van de gemeente opgenomen.
Artikel 5 Zittingsduur
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 6 Vergaderingen
De commissie zal in de praktijk in ieder geval door
de voorzitter of op verzoek van het college van burgemeester en wethouders
bijeen worden geroepen wanneer nieuwe straatnamen moeten worden toegekend of
straatnamen moeten worden herzien.
Artikel 7 Inzage stukken
Artikel 82, lid 2, van de Gemeentewet schrijft
dwingend voor dat een regeling moet worden getroffen voor inzage in stukken
waaromtrent door de commissie geheimhouding is opgelegd. Deze inzage kan
slechts worden geweigerd voor zover zij in strijd is met het openbaar belang.
Deze bepaling is opgenomen met het oog op de positie van raadsminderheden die
niet in een commissie vertegenwoordigd zijn. In Delft is het gebruikelijk om
vertrouwelijke stukken ter inzage te leggen voor de gemeenteraad. De bepaling
sluit aan bij deze praktijk.
Artikel 8
Deskundigenadvies
In verband met de complexiteit van het onderwerp en
de consequenties van voorstellen tot straatnaamgeving kan het wenselijk zijn
advies in te winnen bij verschillende deskundigen en belanghebbende instanties.
Dit artikel maakt dat mogelijk.
Op grond van de in de algemene toelichting
beschreven afspraak tussen PTT Post BV en de VNG is tevens voorgeschreven dat
de commissie advies inwint bij PTT Post BV, of diens rechtsopvolgers, indien de
adviezen gevolgen hebben voor het postcodesysteem.
Artikel 9 Vergoeding
Externe adviseurs van de commissie komen in
aanmerking voor een vergoeding. Deze bepaling is overgenomen uit de voorgaande
Verordening voor de Commissie straatnaamgeving 2001. Er zal dan ook geen
wijziging zijn in de tot nu toe gevolgde werkwijze.
Aangepast ten opzichte van de voornoemde
verordening is de geldelijke voorziening voor de commissieleden die niet langer
meer uit het midden van de raad zijn benoemd (eerste lid).
Artikel 10 Tekenen van stukken
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 11 Slotbepalingen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting
Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding
Dit artikel behoeft geen
nadere toelichting