Raadsgriffier en griffie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

RAADSGRIFFIE,

d.d. 15 mei 2002

 
                                                                                                                 

 


 

 

 

 

Inhoudsopgaaf

 

 

HOOFDSTUK

PAGINA

 

 

 

1.

Toelichting op de rapportage

3

 

 

 

2.

De ondersteuning voor de raad en zijn commissies

5

 

 

 

3.

Raadsondersteuning voor en na dualisering

7

3.1

De ondersteuning voor de dualisering

7

3.2

Dualisering: introductie van de raadsgriffier

8

3.3

De werkzaamheden van de griffier

8

 

 

 

4.

Vormgeving van de raadsgriffie

9

4.1

Basis- en groeimodel

9

4.2

De formatie van de griffie

10

4.3

Voorlichting en Communicatie

10

 

 

 

5.

De formalisering van de griffiersfunctie

12

5.1

De raadsgriffier: een verplichte functie

12

5.2

De positionering van de raadsgriffier

13

5.3

Aanzet voor een profielschets

13

 

 

 

6.

Financiële paragraaf

15

6.1

De gedeeltelijke compensatie van het rijk

15

6.2

Invoeringskosten van de dualisering

16

6.3

De begroting van de raad

16

 

 

 

7.

Advies

18

 

 

 

BIJLAGEN

 

I.

Instructie voor de raadsgriffier

19

II.

Huidige begroting gemeenteraad

23

III.

Programma dualisering en kwartiermaken griffie®

25


1. Toelichting op de rapportage

De dualisering van het lokaal bestuur betekent een ontvlechting van posities, functies en bevoegdheden van de verschillende bestuursorganen raad, burgemeester en college. De raad regelde voorheen zelf op welke wijze ambtelijke ondersteuning van de raad gestalte kreeg. In de op de dualisering aangepaste Gemeentewet[1] is nu vastgelegd dat niet alleen het wettelijk recht op ambtelijke bijstand vanuit de ambtelijke organisatie van groot belang is, maar tevens een wettelijk recht op fractieondersteuning en een verplichte raadsgriffier. De wijze waarop de raad aan dit drieluik van ondersteuning inhoud wil geven is in de wet niet nader bepaald. De gemeenteraad heeft dus nog steeds veel ruimte voor een eigen invulling. Het is aan de raad daar zelf keuzes in te maken.

 

De rol van de raadsgriffier als coördinator en procesbegeleider voor de raad, de eigen fractieondersteuning en de technische bijstand van de ambtelijke organisatie moeten goed onderscheiden worden. In de dagelijkse praktijk van de gemeente zullen de griffier en de ambtelijke bijstand in hoge mate communicerende vaten zijn. Met een goed verzorgde technische bijstand vanuit de reguliere organisatie behoeft de griffie wat minder ambitieus ingericht kunnen worden. Een uitgebreide griffie kan daarentegen het beslag op de ambtelijke organisatie doen afnemen.

 

De positie en opstelling van zowel de griffier als de secretaris zijn uitermate belangrijk bij de uitwerking van de ambtelijke ondersteuning. De verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning, die mei 2002 door de gemeenteraad vastgesteld is, vervult een belangrijke rol bij de afbakening van de wederzijdse verantwoordelijkheden en werkzaamheden.

De raadsgriffier is daarbij:

a.       verantwoordelijk voor secretariële en procesmatige ondersteuning

b.       het eerste aanspreekpunt voor de inhoudelijke ondersteuning

c.       opdrachtgever voor de randvoorwaardelijke ondersteuning

 

De wijze waarop invulling wordt gegeven aan ambtelijke ondersteuning hangt in grote mate af van de wensen en behoeften van de raad en de fracties. Hierbij kan sprake zijn van een ontwikkelingsmodel. Voorgesteld wordt om te kiezen voor een basismodel in de raadsondersteuning, waarbij onder verantwoordelijkheid van de raadsgriffier een (compacte) griffie wordt ingesteld met medewerkers voor logistieke en secretariële taken. Uiteraard zal de aanstelling van de griffier en griffie de nodige financiële consequenties met zich mee brengen. De keus voor het basismodel leidt tot een beperkte personele uitbreiding in verband met de in te stellen griffiersfunctie en enige personele capaciteit voor het werk van de commissiegriffiers.

 

Inwerkingtreding

Gemeenteraden moeten uiterlijk 7 maart 2003 een raadsgriffier te benoemen. Inmiddels heeft het college op verzoek van de gemeenteraad een interim-griffier (alsmede een plaatsvervangende griffier) aangesteld. De Wet dualisering gemeentebestuur gaat uit van een groeimodel in de omslag naar het duale stelsel. Dit geldt ook voor de ontwikkeling van de griffiersfunctie. Met deze notitie wordt een aantal voorstellen gedaan om voor de ambtelijke ondersteuning aan de gemeenteraad een goede startpositie te creëren.

 

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt een korte schets gegeven van het werkgebied van de ambtelijke ondersteuning voor de gemeenteraad. Hoofdstuk 3 beschrijft het basismodel voor de organisatie van deze ondersteuning via de griffie en de reguliere ambtelijke organisatie.In hoofdstukken 4 wordt de inhoud van het griffiewerk en de daarbijbehorende personele organisatie beschreven. In hoofdstuk 5 wordt diepgaander op positionering, taak en benodigde competenties van de raadsgriffier. (Ter aanvulling hierop is in Bijlage I een instructie voor de raadsgriffier opgenomen). In de financiële paragraaf van hoofdstuk 6 worden de meerkosten voor de ondersteuning van de gemeenteraad berekend, en wordt de dekking daarvan aangegeven. Hoofdstuk 7 bevat het advies voor de gemeenteraad.

 


 

2. De ondersteuning voor de raad en zijn commissies

In dit hoofdstuk gaat het om de nadere typering van de voor het raadswerk benodigde ambtelijke ondersteuning. Daarbij wordt nog niet ingegaan op de organisatorische vormgeving, dat komt in de vervolgparagrafen uitgebreid aan bod.

 

Verschillende soorten ondersteuning

De werkzaamheden zijn globaal onder te brengen in vier onderdelen, te weten:

a.                     Secretariële ondersteuning,

b.                     procesmatige ondersteuning

c.                     inhoudelijke ondersteuning

d.                     randvoorwaardelijke ondersteuning van de raad.

 

a.Secretariële ondersteuning

Hiertoe hoort een adequate voorbereiding en goed verloop van vergaderingen van de raad en zijn commissies. Technisch bestaat dit uit activiteiten als voorbereiding van de agenda (afstemming met organisatie en presidium),verspreiding van raadsstukken, verslaglegging, behandeling van ingekomen stukken, archivering e.d. Ook de afstemming van de agenda’s van de raadscommissies op de politieke agenda van de raad is onderdeel van deze ondersteuning. Tot de secretariële ondersteuning kan ook behoren de eventuele opstelling van een jaaragenda en/of raadsprogramma, waaraan in de praktijk de collegeplannen zoals weergegeven in documenten als het Collegeprogramma en de jaarlijkse Zomernota ten grondslag zullen liggen

 

b.Procesmatige ondersteuning

Uiteraard zullen fracties vanuit hun kennis en ervaring (met hun eigen fractieondersteuning) zelf het politieke handwerk moeten voeren. Er kan daarbij wel behoefte zijn aan technische bijstand, bijvoorbeeld voor het formuleren van moties, amendementen en initiatiefvoorstellen, en voor het voorbereiden van interpellaties, schriftelijke vragen en dergelijke. Ook het verkrijgen van inhoudelijke of statistische informatie, het verlenen van hulp bij redactionele vormgeving, oplegnotities bij en samenvattingen van belangrijke documenten e.d. kunnen hiertoe behoren.

In aanvulling hierop zal de raad voor het vervullen van zijn volksvertegenwoordigende en controlerende rol organisatorische ondersteuning nodig hebben voor het plaats doen vinden van bijv. Maatschappelijke Verkenningen en hoorzittingen, voor het verrichten van onderzoek (enquêterecht) en voor de externe communicatie bij deze bijzondere activiteiten.

 

c.Inhoudelijke ondersteuning

De raad kan in het kader van zijn kaderstellende en controlerende functies behoefte hebben aan inhoudelijke ondersteuning. Dit gaat dan verder dan de organisatorische en technische bijstand. Hierbij kan gedacht worden aan:

a.       het ondersteunen van de raad bij de uitoefening van het initiatiefrecht

b.       het opstellen van verordeningen voor het functioneren van de raad

c.       voorbereiding/advisering van aanpak en vraagstellingen van Maatschappelijke Verkenningen en onderzoeken

 

d.Administratieve en facilitaire ondersteuning van de raad

Hierbij hoort een scala van onderwerpen, die er op gericht zijn, dat de randvoorwaarden voor het functioneren van de raad zo goed mogelijk vervuld zijn. Voor de fracties en de raad zijn voorzieningen geregeld als gebruik van werkruimtes, inrichting van werkplekken, financieel administratieve registratie/afwikkeling van de aan het raadswerk verbonden kosten.

Daarnaast wordt voorzien in het verspreiden van vakliteratuur en andere voor de raad relevante informatie, begeleiding van raadsleden, verzorgen van trainingen, wegwijs maken in werkwijzen en procedures.

Randvoorwaardelijke ondersteuning vindt ook plaats door het beheer/onderhoud van Reglementen van Orde (raad en raadscommissies), en de gedragscode raadsleden, als ook door voorbereiding van benoemingen in commissies en besturen.


3.         Raadsondersteuning voor en na dualisering

 

3.1       De ondersteuning voor de dualisering

Ook in de situatie voor invoering van het duale stelsel was sprake van ondersteuning voor de werkzaamheden van de gemeenteraad. Een belangrijke schakel voor de bestuurlijke besluitvormingsprocessen waarbij de raad, het college en de ambtelijke organisatie hun eigenstandige rol in spelen is het vakteam Bestuurlijke Processturing (BPS). BPS is onderdeel van de Centrale Staf. Tot het werkgebied van BPS hoort:

a.       Ontwerpen en vastleggen van besluitvormingsprocessen

b.       Begeleiden van voorstellen door het besluitvormingsproces

c.       Kwaliteitstoets voorstellen

d.       Directe ondersteuning van de voorbereidende en besluitvormende organen, t.w. het Gemeentelijk Management Team, het college, de commissies en de gemeenteraad.

De bestuursondersteuning is onderverdeeld in inhoudelijke ondersteuning (bestuursassistenten), secretariële ondersteuning, en kabinet voor de burgemeester en representatie. Vakteam BPS is voor de raad en de commissies in de regel het ‘voorportaal’ (frontoffice).

 

Ook andere vakteams in de Delftse organisatie geven een reguliere substantiële ondersteuning zoals met name:

a.       het vakteam Strategie&Control met zijn werkzaamheden voor de Delftse rekenkamer, en voor de beleidscyclus

b.       het vakteam Juridische Zaken voor het opstellen van verordeningen, vervulling juridische secretarisfunctie voor het ‘rechtsbeschermingbedrijf’ (ombudsfunctie, kamers voor beroep- en bezwaarschriften)

c.       vakteams Communicatie, ICT, HSM (Huisvesting, Services en Middelen), P&O, en Financiën voor infrastructurele zaken als inzet communicatiemiddelen, automatiseringsfaciliteiten, huisvesting, werkplekken, rechtspositionele zaken, financiële verwerking van uitgaven ten behoeve van het raadswerk.

Daarnaast kan ook vanuit de andere vakteams sprake zijn van raadsondersteuning, dit is dan veeleer ad hoc, op basis van actuele ontwikkelingen.

 

3.2       Dualisering: Introductie van de raadsgriffier

In de nieuwe Gemeentewet wordt de griffiersfunctie voor de gemeenteraad geïntroduceerd. De Gemeentewet omschrijft slechts in algemene zin over welke bevoegdheden de griffier en de eventuele griffie beschikken. Het is daarom aan de raad zelf om de taken en werkzaamheden van de griffier en de griffie nader te bepalen.

 

Artikel 107a

De griffier staat de raad en de door de raad ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak terzijde.

Artikel 107b

De griffier is in de vergadering van de raad aanwezig.

Artikel 107c

De stukken die van de raad uitgaan, worden door de griffier medeondertekend.

 

De belangrijkste taak van de raadsgriffier is het bijstaan van de raad en de door de raad ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak. De raadsgriffier is zoals de verordening ‘ambtelijke bijstand en fractieondersteuning’ ook aangeeft het eerste aanspreekpunt voor de gemeenteraad. De griffier vervult de functie van secretaris tijdens de raadvergaderingen. De griffier zal met name belast zijn met de meer generalistische ondersteuning van de raad en de raadsleden. Voorheen leverde de ‘gewone’ ambtelijke organisatie deze meer generalistische ondersteuning. Het betreft zowel bijstand van als informatievoorziening aan de raad. Voor meer specialistische hulp en voor het verstrekken van specifieke informatie zal veelal een beroep gedaan moeten worden op de reguliere ambtelijke organisatie.

 

3.3       De werkzaamheden van de griffier

Het werkgebied van de griffier bestaat uit de (in § 2 aangegeven) verschillende soorten raadsondersteuning: secretarieel, procesmatig, inhoudelijk en randvoorwaardelijk. De basis van de functie zit in de directe secretariële en procesmatige ondersteuning. Het is niet echt reëel om te veronderstellen, dat de griffie zelf alle inhoudelijk ondersteunende taken zou kunnen uitvoeren. De griffier zal een zeker zelfoplossend vermogen hebben voor het verzorgen van informatie en inhoudelijke bijstand, maar zal daarbuiten duidelijk een beroep moeten doen op de staande organisatie. En uiteraard behoort de facilitaire organisatie te zorgen voor een goede infrastructuur (huisvesting, ICT, etc.) voor het raadswerk, de griffier zal daar voor de facilitaire organisatie de opdrachtgever voor zijn. Samengevat betekent dit dat de griffier:

Ø       verantwoordelijk is voor secretariële en procesmatige ondersteuning

Ø       het eerste aanspreekpunt is voor de inhoudelijke ondersteuning

Ø       en opdrachtgever is voor de randvoorwaardelijke ondersteuning

 

De werkzaamheden van de griffier in de raadsondersteuning zijn als volgt te specificeren:

Secretarieel

Adequate voorbereiding en goed verloop van vergaderingen van de raad en zijn commissies (voorbereiding agenda, verspreiding raadsstukken, verslaglegging, afspraken maken, afdoening van brieven, archivering).

Mede voorbereiding raadsagenda voor de korte en langere termijn. Afstemming agenda’s raadscommissies op de politieke agenda van de raad.

Communicatie (intern en extern)

Procesmatig

Informatieverstrekking (verzamelen en verwerken van informatie, het verlenen van hulp bij redactionele vormgeving, incidenteel samenvattingen van belangrijke documenten e.d.)

Technische bijstand (formuleren van moties, amendementen en initiatiefvoorstellen, bijstand bij voorbereiden van interpellaties, vragen en dergelijke)

Organisatie van bijzondere activiteiten zoals bijv. hoorzittingen, enquêtes/onderzoeken, Maatschappelijke Verkenningen.

Inhoudelijk

Incidenteel opstellen verordeningen

Bijstand (aanpak/vraagstellingen) bij de uitoefening in het recht van initiatief, het recht van onderzoek, en overig onderzoek (bijv. Maatschappelijke Verkenningen).

Randvoorwaardelijk

Trainingsactiviteiten (inwerkprogramma’s). Opstellen van en wegwijs maken in reglementen van orde. Verspreiden vakliteratuur en overige voor de raad relevante informatie

Vormgeving procedures vervulling vacatures raad. Idem voor benoemingen van leden uit de raad in commissies, overleggen en besturen (intern en extern)

Opstellen/beheren gedragscode.

Onderhoud/beheer raadsinformatiesysteem.

Opdrachtgeving facilitaire dienstverlening: huisvesting, werkplekken, rechtspositionele zaken, financiële administratie

 

Voor zover daarbij nodig wordt een beroep gedaan op bijstand uit de organisatie van de gemeentesecretaris.


 

4.         Vormgeving van de raadsgriffie

 

4.1       Basis- en groeimodel

Logische uitgangspunten voor de organisatie van de raadsondersteuning zijn:

  1. Een complete en continue dienstverlening: de raad en zijn commissies dienen goed ondersteund te worden, willen zij hun taken goed uit kunnen voeren
  2. de organisatorische randvoorwaarden voor het functioneren van de raad moeten optimaal zijn
  3. ook een duaal bestel is gericht op samenwerking: processen en werkwijzen van de verschillende ondersteunende onderdelen (griffie en reguliere ambtelijke organisatie) moeten op elkaar zijn afgestemd.
  4. de begrotingsruimte nodig voor het invoeren van een griffier en voor overige te treffen maatregelen in verband met de ondersteuning van de raad moet aanwezig zijn of kan worden gecreëerd
  5. de wetgever is er vanuit gegaan dat de ontplooiing van het duaal stelsel enige jaren (tot aan 2006) in beslag gaat nemen. Ook voor de te realiseren raadsondersteuning kan sprake zijn van ervaring in de komende jaren opdoen, en op basis daarvan zonodig bijstellingen plegen.

 

Voor de organisatie van de raadsondersteuning kan gedacht worden aan verschillende modellen:

 

Minimale model: Raadsgriffier zonder eigen griffie

Het meest minimale model is de situatie waarbij alleen de griffier zonder eigen medewerkers wordt benoemd. De griffier is daarbij onafhankelijk van de gemeentesecretaris, maar de organisatieonderdelen die het uitvoerende logistieke, inhoudelijke en randvoorwaardelijke raadsondersteunende werk doen, blijven onder de gemeentesecretaris vallen. De griffier stimuleert de samenwerking tussen de raad en de ambtelijke ondersteuning en behartigt daarin de wensen en belangen van de raad. De griffier is opdrachtgever voor de door de facilitaire organisatie te leveren producten en diensten.

 

Basismodel: Raadsgriffier en een griffie voor het vervullen van de basistaak (secretarieel en procesmatig)

De griffier is verantwoordelijk voor de uitvoering van de logistieke/secretariële taken, en is procesmakelaar voor de door de raad gewenste technische bijstand resp. inhoudelijke ondersteuning. Daartoe wordt een griffie opgezet. Informatie en bijstand wordt in eerste aanleg indien mogelijk door de griffier of een medewerker van de griffie verleend. De inhoudelijke ondersteuning, die -op verzoek van de griffie- door de reguliere organisatie wordt verleend blijft de verantwoordelijkheid van het college en de gemeentesecretaris.

 

Plusmodel: Raadsgriffier en een griffie met verdergaande specialistische ondersteuning

Logistieke en inhoudelijke ondersteuners (bijv. voor het verrichten van onderzoek, beleidsadvisering, communicatieadvisering) worden samengebracht in de raadsgriffie. Dit betekent dat functies in de verschillende sectoren die eerst onder de gemeentesecretaris vielen, moeten worden gesplitst. Dit model voorziet dus in de oprichting van een eigenstandige griffie, waarbij de verantwoordelijkheid van het college en de gemeentesecretaris zich beperkt tot het mogelijk maken van de ondersteuning, voorzover samenwerking met en ondersteuning van de ambtelijke organisatie nodig is.

 

Beoordeling van de verschillende modellen

Ook op termijn is het niet reëel om te verwachten, dat binnen de griffie de volledige secretariële, procesmatige, en inhoudelijke raadsondersteuning kan worden verleend. Een dergelijk model leidt tot splitsing van functies (de raadsondersteuning moet dan ‘ontvlochten’ worden uit de organisatie), inefficiënties en doublures.

Het minimale model is sterk afhankelijk van de staande organisatie. Het is voor de griffier een eenzame functie. Hij kan niet zelf sturend optreden in de omvang en kwaliteit van de ondersteuning. Voor zijn vervanging moet een beroep gedaan worden op de organisatie van de gemeentesecretaris.

Een constructie waarbij de griffie een eerste opvang voor de benodigde bijstand kan vervullen, en de ‘staande’ organisatie met zijn specialistische kennis zorg draagt voor verdergaande ondersteuning is te prefereren. Het basismodel vertoont sterke gelijkenissen met de door het vakteam BPS vervulde functie voor zowel raad als college: vakteam BPS is het schakelpunt tussen raad, B&W en organisatie. Dit wordt dan gesplitst in twee ‘schakelingen’ de griffie met zijn rol tussen raad en organisatie, en BPS met zijn rol tussen het college en de organisatie.

Afhankelijk van verdere ontwikkelingen in de wijze waarop de gemeenteraad zijn rol gaat vervullen kan in de komende jaren bezien worden of cq in welke mate enige personele uitbreiding van de griffie gewenst is (plusmodel). Overigens kan dan in samenhang daarmee overwogen worden of/welke uitbreiding voor de fractieondersteuning wenselijk is.

 

4.2       De formatie van de griffie

 

Griffier en griffiemedewerkers

De functie van de griffier is al eerder getypeerd. Uitgegaan wordt van 1 Fte, dat geeft ook enig armslag voor enig zelfoplossend vermogen. Bovendien draait de griffier ook mee in het werk van de commissiegriffiers. De griffier is een uitbreiding van de formatie.

 

Splitsing van het ‘voorportaal’ van het huidige vakteam BPS betekent dat de twee medewerkers die nu als hoofdtaak de logistieke ondersteuning voor de raad verrichten voor hun taak in de raadsondersteuning gedetacheerd worden bij de griffie. De bij de benoeming van de interim-griffier eveneens benoemde plaatsvervangend griffier is èèn van beide medewerkers. Detachering van deze medewerkers is een interne verschuiving in de formatie. Daarnaast worden in het werkpakket van vakteam BPS door enkele medewerkers ook secretarieel administratieve werkzaamheden verricht voor de raadsondersteuning. Dit betreft echter niet hun hoofdtaak, voorgesteld wordt om dit door vakteam, BPS te laten blijven faciliteren.

 

De secretariële ondersteuning van de raadsadviescommissies werd tot op heden verricht door de bestuursassistenten. De bestuursassistenten hebben zowel een rol in de beleidsvoorbereiding (afstemming met de organisatie, planningen), als in de commissie zelf (afstemming met commissievoorzitter en wethouder, verslaglegging, formuleren adviezen), en de terugkoppeling van commissievergaderingen, volgen van de afdoening van afspraken, en toezeggingen. Het heeft de voorkeur het proces na de besluitvorming in het college af te splitsen van de huidige functie van de bestuursassistenten. Naar schatting gaat het daarbij samengeteld om ca 0,5 Fte. Het daarvoor bestemde personeelsbudget kan door de raad ingezet worden om een commissiegriffier aan te trekken. Kijkende naar de totale personele capaciteit van de griffie, waarbij ook de griffier en beide andere medewerkers meedraaien in het commissiewerk, zal echter per saldo èèn fulltime functie gecreëerd moeten worden. Dit betekent dan dus een uitbreiding met 0,5 Fte. Uitgangspunt blijft uiteraard dat de beleidsvoorbereiding aan de basis goed verzorgd blijft, en raadsstukken met bijbehorende documenten kant en klaar (na vaststelling in het college) aangeboden worden voor de gemeenteraad.

 

Binnen de griffie zijn maatregelen genomen voor onderlinge vervanging m.b.t. het dagelijks gebeuren van commissies en raad. Mocht de raadsgriffier voor langere tijd niet aanwezig zijn wordt voor de continuïteit in de raadsondersteuning een beroep gedaan op een vanuit de reguliere organisatie van de gemeentesecretaris nog aan te wijzen waarnemend griffier

 

Samengevat is het beeld van de formatie dan als volgt:

 

Aantal medewerkers

Aantal Fte

Bijdrage uit organisatie

Griffier

1

1

-

Griffiemedewerkers, waarvan

3

2,7

2,2

Ø         detachering

(2)

(1,7)

(1,7)

Ø         aan te trekken

(1)

(1)

(0,5)

Totaal formatie

4

3,7

2,2

 

4.3       Voorlichting en Communicatie

Afzonderlijke aandacht vergt de communicatie over en vanuit de raad. De voorlichting/communicatie over de raadsbesluiten vergen in beginsel geen afzonderlijk communicatietraject met persberichten/persconferenties en woordvoering via het vakteam communicatie. Het besluitvormingsproces (college, commissies en raad) heeft zich immers in alle openbaarheid voltrokken.

Daarnaast zal wel behoefte zijn aan voorlichting over de samenstelling van de raad en zijn commissies, over te houden vergaderingen en geagendeerde onderwerpen. Dit kan bij uitstek een voorlichtingstaak voor de griffie zijn. In overleg met vakteam communicatie zal nog nader afgestemd moeten worden hoe de raad(sgriffie) gebruik zou kunnen maken van reguliere communicatiemiddelen, zoals de gemeentelijke website (met een eventuele thema portal), en de stadskrant.

 

In aanvulling hierop kan sprake zijn van bijzondere activiteiten van de gemeenteraad, zoals enquêtes, onderzoeken, Maatschappelijke Verkenningen en eventueel in gang gezette interactieve beleidsprocessen, met bijeenkomsten, hoorzittingen e.d. Elk van dit soort activiteiten kent zijn eigen communicatietraject. Ook de door de raad ingestelde rekenkamer zal voor elk onderzoek zijn eigen communicatietraject vorm geven.

Voor dit soort nieuwe zaken kan een beroep gedaan worden op het vakteam communicatie voor het opzetten van een communicatieplan. De uitvoering van het communicatietraject valt dan onder de hoede van de griffier met eventuele inschakeling van externe deskundigheid.

Afhankelijk van de ontwikkelingen kan op termijn bekeken worden of aanvullende middelen beschikbaar moeten worden voor communicatieactiviteiten ten behoeve van de gemeenteraad.

 

 

 


5.         De formalisering van de griffiersfunctie

 

5.1       De raadsgriffier: een verplichte functie

In iedere gemeente is een secretaris en een griffier. In artikel 100 van de nieuwe Gemeentewet is de raadsgriffier voor elke gemeente verplicht gesteld. De raad moet over een eigen raadsgriffier beschikken om verzekerd te zijn van een eigen en professionele ondersteuning om de nieuwe kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende taken goed te kunnen uitvoeren. De Gemeentewet voorziet niet in een onverenigbaarheid tussen de functies van griffier en secretaris. De letter van de wet sluit deze combinatie van functies in één persoon dus niet uit. De bedoelde combinatie is echter wel in strijd met de geest van de wet. Het gaat  immers om een eigen ambtelijke ondersteuning voor de raad. Dit betekent dat het niet wenselijk wordt geacht deze functie te combineren met het ambt van gemeentesecretaris. De raad is bevoegd gezag voor zover griffierstaken worden vervuld, terwijl voor zover ‘gewoon’ ambtelijk werk wordt verricht het college het bevoegd gezag is.

 

In het Wet dualisering gemeentebestuur is geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat ook voor 7 maart 2003 gemeenten een griffier zouden willen belasten met zijn wettelijke taken. Om dit te verhelpen is op 15 februari 2002 een Aanpassingswet ingediend, die beoogt het voor gemeenten mogelijk te maken al vóór 7 maart 2003 een griffier te benoemen. De Aanpassingswet treedt echter pas na 7 maart 2002 in werking.

 

In verband hiermee heeft de raad het college verzocht de (interim-)griffier[2] te benoemen. Nadat de Aanpassingswet in werking is getreden kan de raad de aanstelling van de dan fungerende griffier (de huidige interim dan wel zijn opvolger) bekrachtigen.

 

De wettelijk vastgelegde taak van de griffier bestaat uit het terzijde staan van de raad en de door de raad ingestelde commissies bij de uitoefening van hun taak, de aanwezigheid in de vergadering van de raad en het medeondertekenen van stukken die uitgaan van de raad.

 

Regels inzake organisatie en benoemingen griffier en griffie

Artikel 107

De raad benoemt de griffier. Hij is tevens bevoegd de griffier te schorsen en te ontslaan.

Artikel 107d

De raad regelt de vervanging van de griffier.

De artikelen 101 en 107 tot en met 107c zijn van overeenkomstige toepassing op degene die de griffier vervangt.

Artikel 107e
De raad kan regels stellen over de organisatie van de griffie.
De raad is bevoegd de op de griffie werkzame ambtenaren te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
 

De raad is daarmee dus het bevoegd gezag over de griffier en zijn medewerkers. De raad benoemt, schorst en ontslaat de griffier en de medewerkers van de griffie. Tevens regelt de raad de vervanging van de griffier. De taken van de griffier en de griffie worden door de raad vastgelegd in een instructie. Deze wordt in bijlage I verder uitgewerkt.

 

 

 

5.2       De positionering van de raadsgriffier

Ondanks zijn bijzondere positie is de griffier overigens wel gemeenteambtenaar. De griffier en zijn medewerkers vallen niet onder de personele verantwoordelijkheid van de secretaris, maar onder die van de raad. De raad stelt rechtspositionele regelingen vast en de raad bepaalt hoe het werkgeverschap en de dagelijkse aansturing in de praktijk (waaronder ook het voeren van functioneringsgesprekken) wordt uitgeoefend.

 

Aansturing griffier

In de aansturing van de griffier spelen m.n. de burgemeester (in zijn rol als voorzitter van de raad), het fractievoorzittersoverleg en het presidium een bepalende rol. De burgemeester kan daarbij voor de griffier het praktisch aanspreekpunt zijn voor de dagelijkse gang van zaken. Ook de functioneringsgesprekken zouden onder de hoede van de burgemeester kunnen vallen.

Het fractievoorzittersoverleg bestaat uit alle fractievoorzitters en de burgemeester. In dit (overigens niet geformaliseerde) overleg kunnen naast procedurele aangelegenheden ook inhoudelijke zaken aan de orde komen. Het fractievoorzittersoverleg komt in de regel bijeen voorafgaande aan de maandelijkse raadsvergadering. Vanaf het aantreden van de nieuwe raad zijn bijv. onderwerp van gesprek geweest de implementatie van de dualisering, het programma voor de kwartiermakersperiode van de interim griffier, de in te stellen raadsadviescommissies, en de herindeling fractiekamers stadhuis. Het fractievoorzittersoverleg zal werkafspraken maken met de raadsgriffier over zijn ondersteuning aan de raad.

In het reglement van orde voor de bijeenkomsten van de raad wordt het presidium geïntroduceerd. Het presidium uit de voorzitter van de gemeenteraad en de voorzitters van de raadscommissies. Het presidium vervult een procedurele rol bij de voorbereiding van de raadsvergadering. Het gaat er dan om vanuit de raad zelf de agenda en de plaats en het tijdstip van niet reguliere vergaderingen vast te stellen. Het presidium levert daarmee een bijdrage aan de dualisering van verhoudingen tussen raad en college. Het presidium zal in juni ’02 voor het eerst van start gaan.

Het presidium maakt werkafspraken met de raadsgriffier gericht op de behandeling van voorstellen en agendering van onderwerpen voor commissies en raad.

 

Afstemming griffier en secretaris

Artikel 100

In iedere gemeente is een secretaris en een griffier.

 

De aanstelling van de raadsgriffier leidt tot een verandering in de positie van de gemeentesecretaris. De secretaris kan zich geheel toeleggen op de ondersteuning van het college en de leiding van de ambtelijke organisatie. Via de raadsgriffie kunnen verzoeken gedaan worden voor ambtelijke bijstand van de ‘reguliere’ ambtelijke organisatie. In de verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning zijn hiervoor regels vastgesteld. Uitgangspunt is dat er binnen de gemeente voldoende professionaliteit bestaat voor een effectieve samenwerking tussen secretaris en de griffier. Zonodig kan de burgemeester als meer onafhankelijke partij een rol spelen bij eventuele bemiddeling tussen griffier en secretaris.

 

5.3       Aanzet voor een profielschets

De raadsgriffier heeft dus een geheel eigen rol en eigen verantwoordelijkheid binnen de gemeente. Hoe krijgt deze functie gestalte? Hoe ziet het profiel van de raadsgriffier eruit? De griffiersfunctie zal zich naar verwachting de komende jaren in de praktijk verder ontwikkelen. Het is daarom raadzaam hier bij de functieomschrijving, de selectieprocedure en de aanstelling van de griffier rekening mee te houden.

 

Opleidingsniveau

De raadsgriffier vervult een functie naast de secretaris. Gezien de verantwoordelijkheid van de griffier en zijn netwerk aan gesprekspartners zowel in de bestuurlijke organisatie als in het ambtelijk management kan bij het aantrekken van een raadsgriffier uitgegaan worden van academisch werk- en denkniveau.

 
Competenties

Naast organisatorische vaardigheden die de raadsgriffier bij het verzorgen van het secretariaat nodig heeft, dient de raadsgriffier als aanspreekpunt van de raad over goede communicatieve vaardigheden te beschikken. De raadsgriffier speelt immers een belangrijke communicatieve rol tussen de raad en de secretaris, het college en de ambtelijke organisatie.

 

De belangrijkste elementen van het competentieprofiel zijn :

  1. Gevoel voor bestuurlijke en ambtelijke verhoudingen
  2. Netwerkvaardigheden: ontwikkelen en bestendigen van relaties, en deze benutten voor het verkrijgen van informatie, steun en medewerking.
  3. Plannen en organiseren: op effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en benodigde acties, tijd en middelen aangeven om de bepaalde doelen te kunnen bereiken.
  4. Besluitvaardigheid en actiegerichtheid: beslissingen nemen door middel van het ondernemen van acties of zich vastleggen door middel van het uitspreken van meningen.
  5. Oordeelsvorming: gegevens en mogelijke handelswijzen in het licht van relevante criteria tegen elkaar afwegen en tot realistische beoordelingen komen.

 

Functiewaardering

Welke functiewaardering past bij de raadsgriffier? Ten aanzien van de inschaling van de griffier en zijn eventuele medewerkers gelden geen centrale regels. Ook voor hen geldt het reguliere functiewaarderingsstelsel zoals dat van toepassing is voor de organisatie van de gemeentesecretaris. Voor de functie raadsgriffier wordt vooralsnog uitgegaan van schaalniveau 12.


6.         Financiële paragraaf

 

6.1       De gedeeltelijke compensatie van het rijk.

Het rijk heeft in de recent verschenen Voorjaarsnota € 35,9 miljoen[3] ter beschikking gesteld, in 2002 krijgen de gemeenten € 21,9 miljoen, in 2003 wordt daar € 11,9 miljoen aan toegevoegd, waarna het jaarlijks nog licht oploopt tot structureel € 35,9 miljoen per jaar. Bij een eerstvolgende circulaire van het Gemeentefonds zal aangegeven worden welke verdeelmaatstaven voor de precieze toerekening naar de gemeenten toegepast gaan worden.

Vuistregel voor Delft is, dat ²/3 % van de totale gemeentefondsuitkering aan Delft ten goede komt, voor 2002 betekent dit dan € 146.000, waar in 2003 € 79.000 aan toegevoegd wordt, vervolgens oplopend tot een structureel bedrag van € 239.000 vanaf 2006.

 

 

2002

2003

2004

2005

2006

Gemeentefonds

 

 

 

 

 

o          Per jaar

21.900

11.925

700

650

700

o          Cumulatief

21.900

33.825

34.525

35.175

35.875

Aandeel Delft:

 

 

 

 

 

o          Per jaar

146

79

5

4

5

o          Cumulatief

146

225

230

234

239

 

De regering heeft aangekondigd, dat de fondsbeheerders de kosten van invoering van de dualisering nader zullen bestuderen. Gedurende het komend najaar zullen de feitelijke uitgaven, die worden gedaan in het kader van de dualisering bij een dertigtal gemeenten in kaart worden gebracht. Naar verwachting zal het volgend kabinet op grond van de resultaten aan het eind van het jaar in staat zijn een conclusie te trekken over de hoogte van de kosten en over een eventuele extra dotatie aan het gemeentefonds.

De door het rijk ter beschikking gestelde middelen voor de implementatie van de Wet dualisering Gemeentebestuur zijn nu in eerste aanleg bestemd voor

a.       Directe kosten uitbreiding raad ten gevolge van de dualisering. Ten gevolge van de dualisering neemt het aantal raadsleden toe waaraan de vergoeding voor werkzaamheden overeenkomstig het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden uitgekeerd moet worden. Het gaat om vijf extra raadsleden.

b.       de ondersteuning van de raad in de vorm van de griffiersfunctie.

 

Het rijk is in zijn algemeenheid zuinig met zijn compensatie voor de kosten van de dualisering. Het rijk gaat er ook van uit, dat gemeenten zelf een gedeelte daarvan (50%?) voor hun rekening zullen nemen. Gelet ook op de in de komende jaren te verwachten bezuinigingsdruk op het gemeentefonds hoeft niet direct op aanvullende dotaties gerekend te worden.

 

Deze algemene compensatie staat dan nog los van de kosten die zijn gemoeid met onderzoeken/enquêtes, rekenkameronderzoeken en Maatschappelijke Verkenningen waartoe de raad opdracht geeft. De middelen hiervoor kunnen gelijktijdig met het raadsbesluit voor dit soort activiteiten beschikbaar worden gesteld. Dit vergt mogelijk op termijn nog wel op structurele basis vrij te maken middelen.

 

6.2               De invoeringskosten van de dualisering

Invoeringskosten

De invoeringskosten van de dualisering m.b.t. de vergoeding van raadsleden en de griffieorganisatie zijn ingaande 2003 structureel te berekenen. Voor 2002 worden deze meerkosten pas in de loop van het jaar gemaakt:

Ø         De posten voor vergoeding raadsleden, resp. de fractievergoeding zijn geraamd ingaande april 2002;

Ø         Voor de kosten van de personele organisatie van de griffie wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat ingaande september 2002 de benodigde capaciteit aangetrokken is.

De verbouwing van de raadszaal, en de inrichting van de fractiekamers betreffen incidentele uitgaven, die gedekt worden uit de voorziening ‘onderhoud/inrichting stadhuis’.

 

Dekking

De meerkosten voor de post ‘vergoeding raadsleden’ worden voor 50% gedekt vanuit de compensatie via het Gemeentefonds voor de dualisering. In de Zomernota is voor het resterend gedeelte (50%) een tegenvaller aangemeld ad € 40.525.

Voor de commissiegriffier wordt vanuit de reguliere organisatie voor 50% (0,5 FTE) in bijgedragen.

Het verloop in de inkomsten van het rijk is in § 6.1 al aangegeven.

 

Saldo

Per saldo resteert voor de raad een werkbudget van € 36.675 voor nog te benoemen activiteiten.

Bedragen in €

 

2002

2003

Uitgaven dualisering

 

 

1.       Invoeringskosten uitbreiding raad

 

 

Ø     Vergoeding raadsleden

60.800

81.050

Ø     Verbouwing raadszaal, herinrichting fractiekamers

p.m.

(incidenteel)

 

Ø     Fractieondersteuning

24.225

32.300

2.       Ambtelijke ondersteuning

 

 

Ø     griffier (1Fte incl. overhead)

30.225

90.675

Ø     bureaukosten en werkbudget

11.975

24.000

Ø     commissiegriffier(1Fte incl. overhead)

25.000

75.000

Totaal raming uitgaven

152.225

303.025

Dekking:

 

 

1.         Compensatie gemeentefonds

146.000

225.000

2.         Claim Zomernota

30.400

40.525

3.         Interne compensatie commissiegriffier

12.500

37.500

Totaal dekking

188.900

303.025

Incidenteel werkbudget Raad voor nog nader te benoemen activiteiten

36.675

 

 

6.3               De begroting van de raad

De in de vorige paragraaf beschreven invoeringskosten van de dualisering zijn onderdeel van het geheel van de uitgaven voor de gemeenteraad. In bijlage II wordt uitgaande van het cijfermateriaal van de begroting 2002 opgesomd welke begrotingsposten voor het functioneren van de raad zelf van toepassing zijn:

Ø              Een groot deel daarvan wordt direct geraamd op begrotingsfunctie ‘001’ (‘gemeenteraad’), m.n. betreft dit de vergoedingen voor raadsleden, commissieleden/niet-raadsleden

Ø              op begrotingsfunctie ‘002’ (‘B&W’) staan budgetten geraamd voor o.m. representatie, druk- en bindwerk, stenografische verslagen raadsvergaderingen, bestuurlijke vernieuwing en de rekenkamerfunctie

Ø              de facilitaire dienstverlening voor de raad wordt deels toegerekend aan functie ‘001’ en deels aan functie ‘002’

Gelet op de gedualiseerde verhoudingen is het een logische consequentie om deze budgetten voor activiteiten van de raad, op èèn plaats (te weten functie ‘001’) te verzamelen in de gemeentebegroting. De griffier kan dan voor deze deelbegroting de rol gaat vervullen van (ambtelijk) budgethouder. In overleg met de betrokken budgethouders, en de Centrale Staf dient hiervoor een uitwerkingsvoorstel met bijbehorende begrotingswijziging opgesteld te worden.

 
7.         Advies

a.         Instemmen met de invoering van het basismodel voor de raadsondersteuning: een raadsgriffier en een griffie voor het vervullen van secretariële en procesmatige taken

b.         Vaststellen, dat de griffier

Ø     verantwoordelijk is voor secretariële en procesmatige ondersteuning

Ø     het eerste aanspreekpunt is voor de inhoudelijke ondersteuning

Ø     en opdrachtgever is voor de randvoorwaardelijke ondersteuning

c.       Akkoord gaan met de basisformatie voor de griffie

Ø     Akkoord gaan met detachering van twee medewerkers uit de staande organisatie

Ø     Akkoord gaan met de openstelling van de vacatures voor raadsgriffier en commissiegriffier

Ø     Het fractievoorzittersoverleg machtigen voor de vervulling van de vacature raadsgriffier een nadere procedure (profielschets, werving) af te spreken

d.      Vaststellen de Instructie voor de raadsgriffier (zie apart raadsbesluit)

e.        Vaststellen de financiële paragraaf met betrekking tot de invoeringskosten van de dualisering

f.          Akkoord gaan met de nadere uitwerking van een integrale (deel-)begroting voor de budgetten van de raad.


Stuk

 

 

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelet op artikel 107a, tweede lid, van de Gemeentewet;

 

gelezen het voorstel van de griffie van 5 juni 2002;

 

gezien het advies van.de raadscommissie Middelen en Bestuur van 20 juni 2002;

 

Besluit vast te stellen de volgende instructie:

 

Instructie voor de raadsgriffier

 

Artikel 1 Algemene ondersteuning

De raadsgriffier draagt zorg voor een goede en doelmatige ondersteuning van de leden van de raad.

 

Artikel 2 Agendering

De raadsgriffier ondersteunt de raad en zijn commissies bij het vaststellen van de agenda van de raads- en commissievergaderingen.

 

Artikel 3 Bijstand raadsvoorzitter

1. De raadsgriffier staat de voorzitter van de raad ter zijde bij zijn zorg voor een goede voorbereiding en een goed verloop van de vergaderingen van de raad.

2. De raadsgriffier kan de voorzitters van de raadscommissies ter zijde staan bij zijn zorg voor een goede voorbereiding en een goed verloop van de vergaderingen van de raadscommissies.

 

Artikel 4 Vergaderingen van de raad en raadscommissie

1. De raadsgriffier is aanwezig bij de raadsvergaderingen en draagt zorg voor een goede en tijdige verslaglegging van de vergaderingen.

2. De raadsgriffier kan aanwezig zijn bij de vergaderingen van de raadscommissies.

3. De raadsgriffier draagt zorg voor de verzending van de voorlopige agenda, notulen en overige stukken aan raadsleden.

 

Artikel 5 Ondersteuning presidium en fractievoorzittersoverleg

1. De raadsgriffier is aanwezig bij de vergaderingen van presidium en fractievoorzittersoverleg en draagt zorg voor een goede en tijdige verslaglegging van de vergaderingen.

2. Het presidium maakt werkafspraken met de raadsgriffier gericht op de behandeling van voorstellen en agendering van onderwerpen voor commissies en raad.

3. Het fractievoorzittersoverleg maakt werkafspraken met de raadsgriffier over zijn ondersteuning aan de raad.

 

Artikel 6 Ondersteuning onderzoekscommissie

Indien de raad een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a van de Gemeentewet instelt, ondersteunt de raadsgriffier deze commissie.

 

Artikel 7 Ambtelijke bijstand

De raadsgriffier draagt er, zo nodig in samenwerking met de secretaris, zorg voor dat de leden van de raad desgevraagd ambtelijke bijstand verkrijgen. Voorschriften hierover worden gesteld bij de verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning.

 

Artikel 8 Organisatie griffie

1. De raadsgriffier geeft leiding aan de griffie.

2. De raadsgriffier bewaakt de eenheid in de uitoefening van de taken van de griffie.

3. De commissiegriffiers handelen overeenkomstig de aanwijzingen van de raadsgriffier.

 

Artikel 9 Verhindering en vervanging

Indien de raadsgriffier (meer dan twee werkweken) verhinderd is zijn ambt te vervullen, doet hij daarvan tijdig mededeling aan de raad, en worden zijn taken waargenomen door de waarnemend raadsgriffier.

 

Artikel 10 Slotbepaling

1. In alle gevallen waarin deze instructie niet voorziet, pleegt de raadsgriffier voor zover nodig overleg met de voorzitter van de raad.

2. Deze instructie treedt in werking op de dag na de vaststelling.

 

 

 

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van 27 juni 2002.

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot,                                    burgemeester

 

 

 

B. den Uijl,                                                       loco secretaris

 

Toelichting op de instructie voor de griffier

 

 

Artikel 1

De hoofdverantwoordelijkheid van de raadsgriffier is de ondersteuning van de raad. Deze taak behoort niet meer tot de taken van de gemeentesecretaris. De raadsgriffier is het aanspreekpunt voor alle vragen naar ambtelijke ondersteuning van de raad en de individuele raadsleden.

 

Artikel 2

De raadsagenda’s wordt vastgesteld door de raad en kunnen voorbereid worden door het presidium (zie de toelichting op artikel 5). De raadsgriffier en de medewerkers van de griffie nemen de ambtelijke voorbereiding ter hand. De administratieve ondersteuning wordt door de griffie verleend.

 

Indien de raad een jaaragenda/ raadsprogramma vaststelt biedt de griffier ook daarbij ondersteuning.

 

Artikelen 3 en 4

De burgemeester wordt in zijn functie van voorzitter van de raad bijgestaan door de raadsgriffier. De raadsgriffier zit naast de burgemeester tijdens raadsvergaderingen, verzorgt het verslag en verricht alle mogelijk denkbare (administratieve) ondersteuning. Ook bijvoorbeeld het bodepersoneel gedraagt zich tijdens raads- en commissievergaderingen naar de aanwijzingen van de griffier. Veelal zullen de commissiegriffiers en niet de griffier aanwezig zijn bij de vergaderingen van de raadscommissies en de voorzitters van de raadscommissies ondersteunen. Uitzondering hierop is de raadscommissie Middelen en Bestuur waar de griffier tevens als commissiegriffier optreedt. Voor zover aangewezen ondersteunt de griffier tevens de voorzitters van de raadscommissies, de griffier kan ook aanwezig zijn bij vergaderingen van de raadscommissies.

 

Artikel 5

Voor het fractievoorzittersoverleg als belangrijk instituut van de raad geldt hetzelfde als voor de raad in het algemeen. Daarnaast is sprake  van een presidium. De samenstelling en de taakstelling van deze instituten verschillen. Het presidium bestaat uit de voorzitters van de reguliere raadsadviescommissies en de burgemeester. Het presidium wordt ondersteund door de raadsgriffier: zijn voornaamste taak is het bepalen van de procedure voor de behandeling van voorstellen en agendering van onderwerpen. Het fractievoorzittersoverleg bestaat uit alle fractievoorzitters en de burgemeester en/of de plaatsvervangend raadsvoorzitter. In dit overleg kunnen naast procedurele aangelegenheden ook inhoudelijke zaken aan de orde komen.

Elk van de genoemde instituten zullen door de griffier en medewerkers van de griffie ondersteund worden.

 

Artikel 6

Indien de raad een enquêtecommissie instelt zal deze natuurlijk behoefte hebben aan ambtelijke ondersteuning. Het is logisch dat deze vanuit de griffie verschaft zal worden. De enquêtecommissie is immers een raadscommissie. Wellicht zal voor een dergelijke commissie tijdelijk extra personeel aangenomen moeten worden vanwege het intensieve en tijdelijke karakter van de werkzaamheden. Op grond van artikel 155a, achtste lid, van de Gemeentewet wordt een verordening opgesteld waarin nadere voorschriften worden gesteld met betrekking tot bedoelde enquêtes. Daarin worden ook regels gesteld over de ambtelijke bijstand.

 

Artikel 7

De raadsgriffier heeft een spilfunctie in het goed laten verlopen van ambtelijke ondersteuning voor de raadsleden. De regeling hiervoor is uitgewerkt in de verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning. Uitgangspunt is dat verzoeken om ondersteuning in eerste instantie bij de griffier worden ingediend. Een belangrijke taak voor de griffier kan zijn, de bewaking van de termijn waarbinnen de bijstand verleend wordt. Gezien de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden is er geen uniforme termijn te stellen. Het actief bewaken van de voortgang van het proces door de griffier kan echter wel voorkomen dat een verzoek onnodig lang blijft liggen.

 

Artikel 8

Gezien de parallel met de werkzaamheden van de raadsgriffier in de raadsvergaderingen is ervoor gekozen om de functie van commissiesecretaris te veranderen in commissiegriffier.

Ook de commissiegriffiers vallen onder het gezag van de griffier. Het heeft de voorkeur dat deze functionarissen niet binnen het reguliere ambtelijke apparaat blijven werken. De werkzaamheden zijn vergelijkbaar met die van de griffier in de raadsvergaderingen. In een dualistische stelsel horen deze werkzaamheden losgekoppeld te worden van de secretaris en zijn organisatie.

Indien het, bijvoorbeeld gelet op de schaalgrootte van de gemeente, niet haalbaar is deze ambtenaren onder te brengen bij de griffie, dan zullen zij in ieder geval bij de uitvoering van de werkzaamheden als commissiegriffier overeenkomstig de aanwijzingen van de griffier moeten handelen. Dit laat onverlet dat het college in deze situatie de commissiegriffiers kan aanspreken indien zij hun taken niet naar behoren uitvoeren.

 

Artikel 9

Binnen de griffie zijn maatregelen genomen voor onderlinge vervanging m.b.t. het dagelijks gebeuren van commissies en raad. Mocht de raadsgriffier voor langere tijd niet aanwezig zijn wordt voor de continuïteit in de raadsondersteuning een beroep gedaan op een vanuit de reguliere organisatie van de gemeentesecretaris nog aan te wijzen waarnemend griffier

 

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 


Bijlage II

 

Huidige Begrotingsposten gemeenteraad

 

Bijgaand overzicht geeft een weergave van begrotingsposten uit de gemeentebegroting 2002 die betrekking hebben op activiteiten en bijbehorende kosten van de gemeenteraad.

 

Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

De raadsleden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten. Daarnaast kan de raad regels stellen aan de tegemoetkoming/vergoeding van bijzondere kosten en andere financiële voorzieningen in verband met vervulling lidmaatschap voor de raad. Dit wordt bij verordening door de raad vastgesteld. Deze verordeningen worden vastgesteld op basis van het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Het ministerie van BZK geeft jaarlijks de te hanteren maximum bedragen per maand aan voor:

a.       werkzaamheden voor raadsleden: ingaande 2002 € 1082,85;

b.       onkostenvergoedingen[4] € 128,75 (niet belastbaar) als raadsleden niet opteren voor een fictieve dienstbetrekking. Indien wel sprake is van een fictief dienstverleningsverband wordt gebruteerd tot € 267,96 (belastbaar loon).

Dit wordt jaarlijks herzien aan de hand van de consumentenprijsindex voor de maand september van het voorgaand kalenderjaar.

 

Andere financiële voorzieningen:

Presentiegelden

Voor leden van commissies (niet raadsleden) kan sprake zijn van een maximumvergoeding ad € 72,87 (presentiegeld) voor het bijwonen van vergaderingen.

Het presentiegeld voor commissieleden/geen raadsleden is in de begroting 2002 geraamd op € 63.899.

Vergoeding voor (van huis uit) inloggen op het RIS

Voor leden van de raad resp. commissieleden/niet raadsleden die voor hun raadswerk o.m. het RIS via Internet zullen moeten raadplegen wordt sinds oktober 2001 een maandelijkse vergoeding verstrekt van netto ƒ 135,-- (€ 61,26) .

 

Fractievergoedingen

Via de verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning zal een nieuw voorstel gedaan worden voor een vast bedrag per fractie, raadslid/fractielid . Het totaal ter beschikking staande jaarbedrag 2002 is thans nog geraamd op € 17.200.

 

Bestuurlijke vernieuwing

Het plan van aanpak Nota Bestuur 2 is nagenoeg afgerond danwel naadloos overgegaan in naar het bij de dualisering horende programma. Het voor de Bestuurlijke Vernieuwing beschikbare budget kan daarvoor gereserveerd blijven.

 

 

 

Volgnummer begroting

Begroting 2002

Raad

6.001.1100

 

Salarissen/vergoedingen raadsleden

 

511.663

Secundaire voorzieningen[5]

 

37.924

Ontvangen vergoedingen bestuursfuncties raadsleden

 

4.683 (bate)

Fracties en commissieleden

6.001.1110

 

Vergoedingen

 

5.473

Presentiegeld commissieleden /niet-raadsleden

 

63.899

Facilitaire zaken

6.001.1110

 

RIS (jaarlijkse storting in reserve voor onderhoud/vervanging RaadsInformatieSysteem)

 

23.710

Doorberekening facilitaire overhead (basispakket):

 

238.357

a. Telefooncentrale

 

(13.232)

b. Vakteam PenO

 

(115.289)

c. Vakteam Financiën

 

(109.836)

Elders “in begroting”

 

 

Delftse Rekenkamer (onderzoeksbudget)

6.002.1030

34.000

Voorziening inrichting stadhuis (jaarlijkse storting)

kapitaaldienst

40.000

Huisvestings-/werkplekkosten fracties

Via kostenplaatsen facilitaire vakteams HSM/ICT etc

NTB

V&O Raad

Op ad hoc basis bij vakteam P&O (kostenplaats)

p.m.

Druk- en bindwerk etc.

6.002.1040

Bij vakteam BPS

130.268

Stenografische verslagen raadsvergaderingen

 

30.265

Gebruik vergaderruimte stadhuis

 

p.m.

Bestuurlijke vernieuwing

 

47.420

Bijlage III. Programma dualisering en kwartiermaken griffie®

 

Programma dualisering en kwartiermaken griffie®

Wie

B&W

Raad

I. Hoofdlijnen/kaders beleid en te bereiken doelstellingen

 

 

 

 

(Aanzet) Programbegroting (i.r.t. Zomernota/gemeentebegroting)

CS iom (Interim)

Griffier

Sept. ‘02

Sept/okt 2002

 

Rol en herijking Raadsprogramma (op basis Collegeprogramma)

Griffier

---

Sept/okt

II. Besturingsmodel: Bestuursbevoegdheden

 

 

 

 

Overdracht Bestuursbevoegdheden aan college

 

 

 

 

Ø     7 gemeentewettelijke bevoegdheden naar college

JZ

Maart ‘02

25 april

 

Ø     Beleidsregel delegatiebesluit

JZ

Mrt/april

25 april

 

Ø     Bestuursbevoegdheden medebewindwetgeving naar college

JZ

Medio ‘03

Medio ‘03

 

Ø     Algemene bestuursbevoegdheden (na wijziging grondwet)

JZ

2003/2004

2003/2004

 

Herijking verordeningen op dualisering:

 

 

Mrt/april

 

Ø           Aanpassen verordeningen

(Geen beleidsregels voor medebewinds-bevoegdheden college, afschaffen beroep op raad bij collegebesluiten, aanpassen delegatiebesluit i.v.m. overdracht bestuursbevoegdheden naar college

JZ

Mrt/april

25/4

 

Ø          Intrekken verordeningen

* Vormgeving organisatiestatuut (Organisatieverordening geen raadsbevoegdheid)

* Ntb

 

P&O/JZ/

S&C

 

1e helft 2003

 

1e helft 2003

 

Herordening vertegenwoordiging in besturen:

Griffier/JZ

Mrt/juni

Mrt/juni

 

Ø          Raadscommissies

 

 

 

 

Ø          Bestuurscommissies

 

 

 

 

Ø          Gemeenschappelijke regelingen

 

 

 

 

Ø          Stichtingen

 

 

 

 

Het reglement van orde voor raad en raadscommissies als ankerpunt van de nieuwe verhouding raad/burgemeester/college

 

 

 

 

Ø           Reglement van orde Raad

Ø           Reglement van orde raads-commissies

RVO

BPS ism JZ

Februari

Mei

21 maart

30 mei


 

 

Wie

B&W

Raad

III. Instrumenten: Het nieuwe instrumentarium van de raad

 

 

 

 

Specifieke ‘rechten’:

 

 

 

 

 

Ø            Recht van initiatief

RVO

Id

Id

Id

 

Ø            Recht van amendement

RVO

Id

Id

Id

 

Ø            Recht van interpellatie

RVO

Id

Id

Id

 

Ø            Recht van onderzoek

JZ/griffier

Ntb

Ntb

 

Financiële functie

CS

Nov ‘02

Dec.’02

 

Ø            De ‘Delftse Rekenkamer’ :

* Modelkeus

* Verordening

* Selectie/Benoeming leden

 

CS

Griffier

Griffier

 

Feb.

 

21 feb.

Juni ‘02

2e helft 2002

 

Ø            Vaststellen nieuwe verordeningen

* Financieel beleid, beheer, en organisatie

* Externe controle

* Onderzoek doelmatigheid/    doeltreffendheid

CS

2e helft 2002

Voor 1/1/2003

IV. Processen :Nieuwe verhoudingen in agendavorming en besluitvorming

 

 

 

 

Voorstel stroomlijning procesgang i.r.t.:

Griffier

Juni/juli

Juni/juli

 

Ø              Benoeming/uitwerking rol presidium

 

 

 

 

Ø              Raadscommissies

Ø              Instellen raadscommissies nieuwe raad

 

 

 

 

Ø              Adviescommissies

 

 

 

 

Ø              Lange termijn agenda (raadsprogramma)

 

 

 

 

Ø              Agendavorming/Besluitvormingslijn

 

 

 

 

Ø              Vergadercultuur

 

 

 

 

Ø              Actieve inlichtingenplicht college

Ø              Besluitenlijst openbaar

 

 

BPS/JZ/

COM

 

3e kwartaal

 

3e kw.


 

V. De organisatie

 

 

 

 

Voorstel inregelen organisatie op dualisering:

Griffier

Juni ‘02

Juni ‘02

 

Ø         Ambtelijke bijstand en Fractieondersteuning

JZ i.om. griffier

April

25 april4

 

Ø         Raadsgriffier

* Benoemen interimgriffier  (kwartiermaker)

* Vaststellen instructie griffier

* Benoemen griffier

 

BPS

 

Griffier

Griffier

 

19 maart

 

14 maart

 

Juni ‘02

Sep. ‘02

 

Ø         Voorstel Raadsgriffie:

* Taken en positionering,

* Personele organisatie, huisvesting, ter beschikking staande middelen

Griffier

 

Juni 2002

 

Ø         Aanpassen instructie gemeentesecretaris

BPS

12/3

Nvt

VI Rollen en gedrag: Bestuurlijke integriteit

 

 

 

 

Voorstel gedragscode raadsleden

Griffier

 

Juni 2002

VII Ondersteunend/Faciliterend:

 

 

 

 

Inwerkprogramma ‘Nieuwe raad, nieuwe verhoudingen’

Griffier

 

April/mei

 

Huisvesting fracties

Griffier

 

April

 

Begroting raad

 

 

 

 

Ø         Financiële paragraaf dualisering

Griffier

11 juni

27 Juni

 

(Kosten extra voorzieningen i.v.m. uitbreiding totaal aantal van collegeleden, en raadsleden, kosten griffie, kosten recht van onderzoek, rekenkamer, contra-expertise raad)

 

 

 

 

Ø         Aanzet begrotingsopzet raad

 

 

27 Juni

 

 

 



[1] In het vervolg van deze notitie wordt met de Gemeentewet de nieuwe Gemeentewet gebaseerd op de Wet dualisering gemeentebestuur bedoeld.

[2] De interim griffier zorgt sinds maart 2002 voor de directe raadsondersteuning en treft de nodige voorbereidingen voor de bij de dualisering passende ‘bewerktuiging’ van de raad en de raadsondersteuning. Zie voor het programma van de interim-griffier bijlage III.

[3]  Dankzij vooral ook het lobbywerk van de VNG. In eerste instantie vond het rijk een bedrag van € 15 miljoen wel toereikend. De VNG had een claim onderbouwd voor alle gemeenten van € 66,1 miljoen; waarvan € 28,2 voor het aanstellen van een griffier, € 13,5 miljoen voor de rekenkamer, € 2,8 miljoen voor het onderzoeksrecht, € 18 miljoen voor de uitbreiding van het aantal raadsleden, en € 3,6 miljoen voor de extra taken van de burgemeester.

[4] Is bedoeld voor kostensoorten als: Excursies, bureaukosten/porti, contributies/lidmaatschappen, representatie, vakliteratuur, telefoonkosten, bijdrage aan fractiekosten, zakelijke giften, ontvangsten.. Een aantal kostencomponenten zoals een evt. PC of fax in bruikleen , cursussen/congressen voor de raadsleden hoort hier niet toe; dit wordt geacht vanuit de gemeentelijke bedrijfsvoering in voorzien te worden.

[5] € 11.345 is inmiddels bij de vaststelling van de verordening “ambtelijke bijstand en fractieondersteuning’ overgeheveld naar de post fractievergoeding.