Openheid en Openbaarheid

 

Een communicatiekader voor de gemeente Delft

Inhoudsopgave

 

1.              Inleiding                                                                                                                                                       p.  4

 

2.         Onderzoekscommissie Wallage                                                                                                     p.  5

                               2.1. Verhouding burgers – overheid

                               2.2. Communicatie cruciaal

2.3. Betekenis voor Delft

 

3.            Digitalisering                                                                                                                                    p.  7

 

4.            Het collegeprogramma                                                                                                                   p.  7

 

5.            Strategie gemeente Delft                                                                                                                p.  8

 

6.            Wetgeving                                                                                                                                          p.  8

 

7.            De situatie in Delft                                                                                                                           p.  9

 

8.            Openheid en openbaarheid richting burgers                                                                             p. 10

                                8.1. Digitale communicatie

                                8.2. Interactieve beleidsagenda

                                8.3. Migrantencommunicatie

                                8.4. Informatieavonden en bewonersbrieven

                                8.5. Communicatie bij projecten

                                8.6. Herkenbaarheid van de gemeente

               

9.            Openheid en openbaarheid richting media                                                                               p. 12

                               9.1. College-informatie

                               9.2. Persagenda

                               9.3. Niet-aanvaard beleid

 

10.          Openheid en openbaarheid richting eigen interne organisatie                                             p. 13

                               10.1.IC-organisatie

                               10.2.IC-infrastructuur

                               10.3.IC-inhoud - de corporate boodschap

 

11.      Planning en financiën                                                                                                                         p. 16

 

12.      Beslispunten                                                                                                                                        p. 17

 

 

Bijlage 1: Aanbevelingen Commissie Wallage

 

Bijlage 2: B&w-berichten

 

Bijlage 3: Persagenda
Voorwoord

 

Voor u ligt de nota “openheid en openbaarheid; een communicatiekader voor de gemeente Delft”. De aanleiding voor deze nota is drieledig. Allereerst is het goed om met het aantreden van een nieuw college stil te staan bij de vraag hoe de gemeente Delft wil omgaan met de communicatiefunctie. Een nieuw bestuur, inclusief een nieuwe portefeuillehouder, levert vaak nieuwe gezichtspunten op die bepalend zijn voor hoe de communicatiefunctie wordt ingevuld. Daarnaast bestaat er, na enkele jaren met het reorganisatieproces bezig te zijn geweest, vanuit het vakteam Communicatie de behoefte om een kwaliteitsslag te maken. De basis lijkt grotendeels op orde dus de tijd is rijp voor aanscherping van de communicatiefunctie en de daarbij behorende kaders. Tenslotte zijn er vele nieuwe ontwikkelingen binnen het communicatievak maar ook daarbuiten, die er voor zorgen dat er andere vragen worden gesteld en dus ook andere eisen aan het vakteam Communicatie. Neem alleen al de hele digitalisering van informatie. De impact van zo’n ontwikkeling op het communicatievak is gigantisch. Het zorgt voor nieuwe vraagstukken die vanuit en met communicatie opgelost moeten worden. Maar ook veranderende maatschappelijke verhoudingen en dus veranderende communicatiedoelgroepen hebben hun weerslag op het communicatievak. Kortom: deze nota schetst de kaders om met deze veranderingen op een eenduidige manier om te kunnen gaan binnen de gemeente Delft.

 

Samenvatting

 

Het communicatievak wordt beïnvloed door allerlei externe ontwikkelingen: digitalisering, vakontwikkelingen, de gekozen strategie van de gemeente Delft, het collegeprogramma en tenslotte wetgeving. Met deze ontwikkelingen in het achterhoofd en vanuit de twee begrippen “openheid” en “openbaarheid” wordt gekeken naar de communicatie stand-van-zaken bij de gemeente Delft en vervolgens hoe openheid en openbaarheid concreet vorm gegeven kunnen worden. Daarbij wordt specifiek gekeken naar maatregelen die de communicatie verder verbeteren richting burgers, media en eigen organisatie. Deze verschillende doelgroepen vragen om de inzet van andere middelen. Richting de burgers worden de volgende middelen genoemd: digitale communicatie, interactieve beleidsagenda, migrantencommunicatie, informatieavonden en bewonersbrieven, communicatie rondom projecten en huisstijl. Voor de media worden de volgende middelen verder uitgewerkt in deze nota: persagenda, b&w-berichten en communicatie over niet-aanvaard beleid. Tenslotte voor de eigen organisatie worden de volgende communicatiemiddelen benoemd: trainingen, nieuwsbrieven, personeelsblad, onderzoek naar interne communicatie. Al deze zaken moeten bijdragen om de openheid en openbaarheid van de gemeente richting externen te vergroten. Een overzicht van concrete beslispunten is opgenomen in deze nota.
1. Inleiding

 

De inhoud en uitvoering van de gemeentelijke communicatiefunctie wordt door verschillende factoren beïnvloed: digitalisering (opkomst van internet), vakontwikkelingen (zoals het rapport van de onderzoekscommissie Wallage over de toekomst van overheidscommunicatie) de gekozen strategie van de gemeente Delft (met als belangrijke component externe oriëntatie), het collegeprogramma en de uitspraken die daarin worden gedaan over contact met de burger en tenslotte wetgeving (Wet Openbaarheid Bestuur, Referendumwet, dualisme). Daarbij lijken twee begrippen bepalend te zijn en dus richtinggevend voor de verdere vormgeving van de communicatiefunctie. Dit zijn “openheid” en “openbaarheid”.

 

In deze nota wordt een quick scan gemaakt van de genoemde componenten. Daarbij wordt gekeken wat er over communicatie wordt gezegd (direct of indirect) en hoe dit vervolgens van invloed is op de Delftse communicatiefunctie. Vervolgens worden de uitgangspunten “openheid” en “openbaarheid” vertaald naar drie communicatieniveaus, te weten de burgers, de media en eigen collega’s (interne communicatie).

 

Het is van belang om de begrippen openheid en openbaarheid verder te definiëren, omdat deze begrippen centraal staan in deze nota en dus ook binnen de communicatiefunctie. Waar hebben we het over als we deze begrippen gebruiken? Het begrip “openheid” wordt in deze nota opgevat als een vorm van actieve communicatie. Met andere woorden: de gemeente zoekt nadrukkelijk zelf contact met burgers om van gedachten te wisselen, ideeën te vormen, (deel)besluiten te nemen zonder daarbij informatie achter te houden die voor dit beleidsproces van belang is. Onder “openbaarheid” wordt verstaan die communicatie die de gemeente wettelijk verplicht is te verzorgen. Dit krijgt vaak de vorm van passieve communicatie waarbij de gemeente de informatie publiceert en burgers deze informatie zelf moeten vinden. Anders gezegd: openbaarheid is een ‘must’, openheid een keuze.

 

Kijkend naar de communicatiefunctie zijn er verschillende kansen, bedreigingen, sterke en zwakke punten. Wanneer er een zogeheten SWOT-analyse wordt losgelaten op de gemeentelijke communicatie ziet deze er als volgt uit:

 

Sterkte:

·          Veel aandacht voor communicatie; organisatie is sterk communicatie-bewust

·          Een grote hoeveelheid aan communicatiekanalen is beschikbaar

·          Duidelijk afspraken over perscontacten/woordvoering

·          Heldere huisstijl (herkenbaarheid)

Zwakte:

·          Weinig aandacht voor blijvende kwaliteitsverbetering communicatie

·          Weinig evaluatie van de communicatie

·          Geen duidelijk communicatie beleidskader/prioriteitsstelling

·          Weinig aandacht voor migrantendoelgroepen

Kansen:

·          Digitalisering van communicatie

·          Kritische en mondige burgers

·          Wijkgericht werken; kortere communicatielijnen

·          Interactief beleid maken

·          Dualisering; meer openbaar debat

Bedreigingen:

·          Steeds groter voelende kloof tussen burger en bestuur

·          Polarisering in de samenleving

·          Te snelle digitale ontwikkelingen

·          Individualisme (versnippering van doelgroepen)

 

Het is duidelijk dat een goede communicatie een breed maatschappelijk doel dient. Daarom ook is het van belang een communicatiekader vast te stellen van waaruit er binnen de gemeente gewerkt wordt. Op die manier kunnen genoemde bedreigingen wellicht het hoofd worden geboden en kansen voluit worden benut. In deze nota worden voorstellen gedaan die hier aan kunnen bijdragen. Daarbij wordt, indien relevant, verwezen naar bovenstaande SWOT-analyse.

 

2. Onderzoekscommissie Wallage[1]

 

Openheid en communicatie zijn van levensbelang voor iedere democratie. Het recht op betrouwbare informatie is van fundamentele betekenis voor burgers. Door zich te (laten) informeren kunnen burgers overzien wat de overheid met hen voorheeft. Ze kunnen zich een oordeel vormen over deze voornemens en - desgewenst - proberen invloed uit te oefenen op het overheidsbeleid. Omgekeerd moeten burgers de overheid makkelijk kunnen bereiken: voor informatie, nadere uitleg, overheidsdiensten en om hun mening te uiten. Tegelijkertijd gaan burgers verschillend met de overheid om: als kiezer, klant, onderdaan en coproducent van beleid. Meer inzicht in deze verschillende verhoudingen tussen burgers en overheid - de differentiatie naar publieksgroepen - maakt het mogelijk overheidscommunicatie voor burgers en overheid bevredigender en effectiever te maken.

De commissie Wallage heeft zich verdiept in de verwachtingen van de burger en de mogelijkheden die - mede door nieuwe technologie - ontstaan om met behulp van communicatie de betrokkenheid van burgers bij het openbaar bestuur te vergroten: overheidscommunicatie in dienst van de democratie. De conclusies en aanbevelingen van deze commissie zijn door het kabinet in hoofdlijnen aanvaard (zie ook www.toekomst-comm.nl).

 

2.1. Verhouding burgers - overheid

 

De betrekkingen tussen burgers en overheid zijn de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Burgers zijn zelfbewuster, zelfstandiger en mondiger geworden. Technologische ontwikkelingen versterken dit proces. Voor burgers zijn er nieuwe en extra mogelijkheden om informatie in te winnen, een mening te geven en te communiceren. Met elkaar en met de overheid, die weliswaar ook over de nieuwe technologie beschikt, maar zich moeizaam lijkt aan te passen. Want burgers stoten nog vaak hun hoofd. Op tijd antwoord krijgen, goede dienstverlening, serieus worden genomen in beleidsontwikkeling: het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, maar het gaat (nog) niet vanzelf.

De overheid staat onder druk. Tekortkomingen worden uitvergroot door maatschappelijke instituties, die zich professioneel bedienen van alle beschikbare communicatiemiddelen. Burgers, pressiegroepen en bedrijven opereren bovendien in een turbulent medialandschap met een verscherpte concurrentie. Terwijl er steeds meer journalisten jagen op nieuws, stemmen ongebonden burgers af op een eigen selectie van informatiebronnen, samengesteld uit een mix van 'oude' en nieuwe media. Het overheidshandelen wordt hierdoor meer en meer ad hoc beoordeeld. Voor de overheid staat er meer op het spel dan het verstrekken van meer informatie aan steeds meer media. Door de maatschappelijke, technologische en journalistieke veranderingen is voorlichting en communicatie alleen niet meer voldoende. Verantwoording wordt steeds belangrijker om het vertrouwen van de burger te winnen en te behouden.

 

2.2. Communicatie cruciaal

Communicatie is cruciaal bij het verwerven van draagvlak voor overheidshandelen. De media zijn het platform geworden voor ‘de slag om het publieke vertrouwen’. Bewindslieden en volksvertegenwoordigers winnen of verliezen daar het krediet voor hun beleid. Om het vertrouwen van burgers te winnen en te behouden is vandaag de dag meer nodig dan eens in de vier jaar een verkiezingscampagne. Besturen en regeren krijgen trekken van permanent campagne voeren. Voorlichting en communicatie zijn hierdoor verschoven van een belangrijk verschijnsel in de marge naar het hart van het proces van beleidsontwikkeling en beleidsverantwoording.

Communicatie in het hart van het beleidsproces staat zeker zo zeer in dienst van de burger en niet alleen van het bestuur. Dat vraagt om nieuwe spelregels voor de overheidscommunicatie die de rol van de volksvertegenwoordigers in de parlementaire democratie versterken. Want de regering moet zich uiteindelijk aan hen verantwoorden.
Een open en actieve informatie-uitwisseling tussen bestuurders en burgers moet hierop het antwoord zijn. Voorwaarde is een overheid die geloofwaardig is, en die geloofwaardigheid moet de overheid meer dan ooit verdienen. De overheid kan haar geloofwaardigheid vergroten door zich grondig te verdiepen in de verwachtingen van burgers, in de verschillende relatiepatronen die zij met de overheid hebben, in elke fase van het beleidsproces. Dat vraagt om een actieve overheid, die ook die burgers benadert die niet uit zichzelf contact met de overheid zoeken. Het eindoordeel is ten slotte altijd aan de burgers. Het versterken van het democratisch proces is het uitgangspunt en eindpunt, niet het overleven van de politieke elite.

 

De commissie heeft 17 aanbevelingen gedaan voor de uitvoering van de overheidscommunicatie (zie ook Bijlage 1 voor een volledige lijst). Voor de gemeente Delft is een aantal aanbevelingen geselecteerd als kader en uitgangspunt voor het Delftse communicatiebeleid in de komende collegeperiode.

 

2.3. Betekenis voor Delft

 

Het vakteam Communicatie onderschrijft de aanbevelingen van het onderzoeksrapport. De conclusies die Wallage trekt, zijn voor Delft zeker van belang. Sommige delen zijn al staand beleid in de gemeente zoals bijvoorbeeld het actief openbaar maken van gemeentelijke informatie, een gemeentelijke website, het pro-actieve mediabeleid en de procesbegeleiding bij interactieve beleidsvorming. Deze onderdelen zijn overigens niet allemaal zo ver uitgewerkt als Wallage voorstelt. In onze optiek is dat niet altijd nodig. Zeven dagen per week, 24 uur per dag informatievoorziening via internet is voor de gemeente Delft onhaalbaar, tenzij daar tegenover financiële ruimte komt. Hoewel deze onderdelen goed lopen, zullen ze onze aandacht blijven vragen in de komende collegeperiode.

 

Extra nadruk kan in de komende collegeperiode worden gelegd op voorlichting over niet-aanvaard beleid[2], communicatie met lastig te bereiken doelgroepen (voor Delft m.n. migranten doelgroepen en jongeren) en het realiseren van een goede mix van zowel traditionele communicatiemiddelen als nieuwe media zoals internet (het één komt niet bij voorbaat in plaats van het ander). Dat communicatie een managementtaak is, is een goede constatering in het rapport. In deze nota wordt bekeken wat dat in de Delftse praktijk concreet betekent. Een nadere uitwerking van het begrip niet-aanvaard beleid is gewenst, waarbij vervolgens gekeken moet worden naar hoe daar in Delft mee omgegaan wordt en wat daarin gewijzigd zou kunnen worden. Dit vereist een zorgvuldige afweging en discussie. Het voert te ver in deze nota om dit hier uit te werken. Daarom wordt voorgesteld om hierover apart een memo op te werken in overleg met de CMT’s binnen de organisatie.

 

 

3. Digitalisering

 

In de laatste jaren van de vorige eeuw heeft zich een soort “digitale explosie” voorgedaan. Alles werd in sneltreinvaart gedigitaliseerd omdat er de technische mogelijkheden voor waren. Dat gold ook voor de gemeente Delft, waar begin jaren negentig met een eigen internetsite werd begonnen en voor alle medewerkers een digitale werkplek werd ingericht. Vervolgens gingen de ontwikkelingen razendsnel. De tijd dat er nog geen e-mail was in de organisatie lijkt ver achter ons te liggen. Het bestaansrecht van het intranet staat niet meer ter discussie. De eerste digitale informatiepunten zijn een feit. Een goede communicatiemix gebruikt echter zowel nieuwe als traditionele media. Digitale communicatiemiddelen worden ingezet naast alle andere mogelijke middelen. Ze moeten ook op deze manier bekeken worden. Inmiddels is de discussie rondom digitale dienstverlening losgebarsten binnen de gemeente Delft en is Communicatie aangewezen als projectleider van de nieuwe internetsite. Een verdere digitalisering van diensten en contacten kan betekenen dat er juist ook meer behoefte ontstaat aan direct contact tussen overheid en burger. Digitalisering moet geen anonimisering worden. Hierin kan de communicatiefunctie ook een rol vervullen door digitale diensten via andere kanalen onder de aandacht te brengen. Het direct contact tussen mensen blijft toch de belangrijkste vorm van communicatie; het heeft de meeste impact. Daarom zal er als tegenhanger van digitalisering nadrukkelijk gekeken moeten worden naar persoonlijke communicatie. Anders zal de genoemde kloof in de SWOT-analyse alleen maar meer gevoeld worden. Instrumenten als wijkgericht werken, interactief beleid en informatiebijeenkomsten zijn goede tegenhangers. Dit uitgangspunt wordt ook meegenomen in de nota burger@delft.nl waarin de digitale ontwikkelingen voor de komende periode worden geschetst. Het vakteam Communicatie blijft bij deze ontwikkelingen betrokken.

 

 

4. Het collegeprogramma

 

In het collegeprogramma staat het contact met de burgers centraal. Burgers vroegtijdig betrekken bij beleid en het actief betrekken van alle bevolkingsgroepen heeft zijn weerslag op onderwerpen als interactief beleid en migrantencommunicatie. Daarnaast staat er expliciet bij de portefeuille Communicatie het volgende opgenomen:

 

“De gemeente communiceert helder en eenduidig via alle beschikbare media. Dit bevordert de effectiviteit (het bereiken van de burger) en de efficiency (minder inzet van middelen). We vinden een verbetering nodig van de communicatie over de verschillende projecten. Daarbij geldt dat beter communiceren niet altijd gelijk staat aan meer communiceren. De aanpak verschuift van aanbod naar vraag: niet nog meer informatie aanbieden, maar snel de juiste informatie verschaffen wanneer de burger er om vraagt. Er komt duidelijk inzicht in de mate waarin de burger invloed heeft op de voorbereiding van beleidsvorming, de beleidsvorming zelf en de uitvoering ervan. Beschikbare informatie maken we beter toegankelijk. We informeren burgers actief over bestaande regelingen. Vorm, inhoud en verspreiding van de Stadskrant evalueren we en passen we desgewenst aan”.

 

Het moge duidelijk zijn dat aan het collegeprogramma gehoor gegeven moet worden; het vakteam wil dit ook graag. Alleen is de vraag welke concrete acties daar voor nodig zijn en welke middelen hier bij ingezet kunnen worden. De Stadskrant, die in 2002 geëvalueerd zal worden en waar op dit moment een apart onderzoeksvoorstel voor wordt uitgewerkt, is daarbij slechts één van de middelen. Voor communicatie bij projecten geldt in ieder geval dat een vroegtijdige inschakeling van het vakteam Communicatie van belang is om een goede inbedding van de communicatiefunctie te garanderen en voldoende werkbudget binnen een project beschikbaar te krijgen om de communicatie ook feitelijk goed te kunnen regelen[3].

 

 

5. Strategie gemeente Delft

 

De gemeente Delft heeft er met NEON voor gekozen om externe oriëntatie als belangrijk element van dienstverlening mee te nemen. Denken vanuit burgers en niet vanuit de eigen organisatie is naast een mentaliteitsvraag ook een communicatievraag. Dit betekent, zoals het collegeprogramma al vermeldt, vraaggericht en niet aanbodgericht denken. Het vakteam Communicatie kan met haar kennis over doelgroepbenadering en het verpakken van de boodschap in het juiste communicatiemiddel een bijdrage leveren aan externe oriëntatie. Het betekent eveneens dat er tot op dit moment vooral nadruk ligt op externe communicatie waar het gaat om de dienstverlening vanuit het vakteam Communicatie richting de organisatie. Interne communicatie wordt gezien als belangrijke voorwaarde om externe te kunnen communiceren, maar zal ook deels door het management van de organisatie moeten worden opgepakt, om overvragen van het vakteam Communicatie te voorkomen. Hierover meer in de paragraaf over interne communicatie.

 

Daarnaast is de één-gemeente gedachte van belang waar het gaat om de herkenbaarheid van de gemeente en het spreken van dezelfde taal richting burgers. Hier zijn begrippen als huisstijl (zowel in vorm als in taal) cruciaal. Ook hierbij vervult het vakteam Communicatie een rol.

 

 

6. Wetgeving

 

Naast alle bestuurlijke en organisatorische ontwikkelingen is er natuurlijk ook altijd nog de landelijke of lokale regelgeving. Deze heeft een verplichtend karakter. Inmiddels is die regelgeving behoorlijk omvangrijk.Op landelijk niveau kunnen - gelet op het onderwerp van deze nota - genoemd worden de Wet openbaarheid van bestuur (WOB), de Algemene wet bestuursrech (Awb), met name de afdelingen 3.4. (openbare voorbereidingsprocedure) en 3.5. (uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure), de Gemeentewet die in artikel 150 voorschrijft dat de raad een inspraakverordening vaststelt en de Tijdelijke referendumwet (Trw). Op lokaal niveau bestaan in Delft inmiddels een inspraakverordening (met een relatie naar afdeling 3.4 Awb), een Referendumverordening (raadplegend en vooraf), een Correctieve Referendumverordening (adviserend en achteraf) en een Verordening voor

het houden van een maatchappelijke verkenning. Het huidige collegeprogramma voegt daar nog aan toe dat er een Participatieverordening moet komen.

 

In de praktijk moet het juiste instrument op het juiste moment ingezet worden. Zo laat de inspraakverordening bijvoorbeeld alle ruimte om per onderwerp een specifiek communicatietraject vast te stellen. Een traject op basis waarvan de beste resultaten verwacht mogen worden van de inspraak ten aanzien van een beleidsvoornemen.

De bijzondere wetgeving (bijvoorbeeld de Wet op de ruimtelijke ordening of de Woningwet) kent vaak een eigen specifiek voorgescheven voorbereidingstraject waarbij relaties gelegd worden met meestal de Awb.

Het toepassen van het juiste en meest geschikte communicatie-instrument is een samenspel tussen lijn en het vakteam Communicatie onder eindverantwoordelijkheid van het betreffende bestuursorgaan: de raad, het college of de burgemeester. Vanuit haar specifieke en professionele deskundigheid heeft het vakteam Communicatie bij dit alles een belangrijke rol. Verder is duidelijk dat de wetgever en op lokaal niveau de raad via regelgeving burgers en bedrijven diverse handvatten hebben gegeven en bewust hebben willen geven om in een democratische rechtsstaat te kunnen participeren in de besluitvormingsprocessen van een transparant opererend en om die reden openbaar bestuur.

 

De gedualiseerde Gemeentewet zorgt voor een nieuwe rolverdeling tussen met name college en raad. Op dit moment werkt het vakteam Communicatie vooral ten dienste van het college, maar wanneer de raad, via de griffier of de gemeentesecretaris, een beroep zou doen op het vakteam dan moet hieraan gehoor worden gegeven. Referentiekader is de inmiddels vastgestelde Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning. Deze verordening kent criteria waaraan getoetst moet worden of en zo ja in welke mate ambtelijke bijstand verleend zal worden. De genoemde functionarissen spelen hierbij een belangrijke rol. In ieder geval kan geconstateerd worden dat met de komst van dualisme de veranderde rolverdeling tussen college en raad soms meer uitleg zal vragen richting burgers; wie gaat waar over. Dit onderwerp kan, indien gewenst door gemeenteraad en/of college, nader worden uitgewerkt.

 

 

7. De situatie in Delft

 

Tot vier jaar geleden was er nauwelijks een communicatierichtlijn vastgelegd op papier, waren er geen afspraken over woordvoering en was communicatie geen vanzelfsprekend onderdeel in een projectvoorstel en dus ook niet in de uitvoering van projecten. Gelukkig is er al veel terrein gewonnen. Sterker nog: de gemeentelijke organisatie in Delft heeft een goede sensor ontwikkeld voor communicatie. De drempel richting het vakteam Communicatie is laag, afspraken over centrale woordvoering worden goed nageleefd, er worden wekelijks persconferenties gegeven, interactief beleid is een veel gehoord begrip in Delft en het belang van goede communicatie met burgers wordt op veel plekken gevoeld. Dat is bij heel veel gemeenten wel anders. Daar moet een afdeling Communicatie iedere dag nog het gevecht aan om überhaupt een voet tussen de deur te krijgen bij belangrijke projecten met een groot communicatiebelang.

 

Toch staan er nog wel een paar vragen open ten aanzien van communicatie en kunnen keuzes soms anders worden gemaakt dan nu het geval is. Belangrijk daarbij is dat een gemeentelijke organisatie een openbaar lichaam is waardoor er de verplichting bestaat openbaarheid te garanderen en openheid zoveel mogelijk na te streven. Op drie niveaus kan naar deze begrippen worden gekeken: richting burgers, richting de media en richting eigen interne organisatie.

 

 

8. Openheid en openbaarheid richting burgers

 

8.1. Digitale communicatie

 

De NEON-gedachte heeft als sterkste peiler externe oriëntatie, openheid voor de burgers. Het begrip externe oriëntatie gaat verder dan alleen burgers voorzien van informatie vanuit de gemeente. Het suggereert en ambieert een actieve houding vanuit de gemeentelijke organisatie om burgers te betrekken bij beleid en activiteiten van de gemeente en in de stad. Passieve voorlichting, waarbij de burger een haal-plicht heeft is een goed middel als het gaat om specifieke vragen en informatie. Het medium internet is hiervoor bij uitstek geschikt. Vanuit de luie stoel en in de vrije tijd kunnen hebben burgers gemakkelijk toegang tot gemeentelijke informatie. Internet alléén is geen garantie is voor openheid, wel voor openbaarheid. Daarom is het belangrijk dat informatie op internet gemakkelijk te vinden is, toegankelijk is (begrijpelijk geschreven) en actueel is. Het vakteam Communicatie wil en kan hier een rol in spelen door middel van een op te richten centrale webredactie en het verder uitbouwen van dit communicatie-instrument. De gemeente Delft moet deze drie begrippen als richtlijn blijven hanteren bij de verdere ontwikkeling van dit medium, wil digitale externe oriëntatie vorm krijgen.

 

8.2. Interactieve beleidsagenda

 

Het vakteam pleit voor het vaststellen van een gemeentebrede ‘interactieve beleidsagenda’ waarbij hooguit drie beleidsonderwerpen per jaar worden aangewezen die op interactieve wijze worden uitgewerkt. Vanuit communicatie wordt dit instrument als waardevol beschouwd, omdat op die manier interactieve processen elkaar niet in de wielen kunnen rijden. Teveel interactie met (soms dezelfde) burgers maakt mensen sneller ‘interactie-moe’ en levert op termijn steeds minder meerwaarde op voor de kwaliteit van beleid en draagvlak voor beleid. Te weinig interactie daarentegen is ook niet goed, omdat de betrokkenheid afneemt en daarmee wellicht ook weerstand tegen voorgenomen beleid groter wordt. Een heldere keuze vooraf kan er voor zorgen dat communicatiedoelen bij belangrijke beleidsonderwerpen beter gerealiseerd worden. Via het Stadspanel zou aan burgers eens de vraag kunnen worden voorgelegd welke mate van interactie zij willen en bij welke onderwerpen. Dit helpt bij het bepalen van de keuze voor een interactieve beleidsagenda.

 

De interactieve beleidsagenda kan jaarlijks worden vastgesteld bij de Zomernota, waarbij ook de middelen voor deze interactieve beleidsprocessen kunnen worden gereserveerd. Want dat interactie, en bijbehorende communicatiemiddelen, geld kost is duidelijk mede op basis van in het verleden opgedane ervaring (EZH-actie bijvoorbeeld). Vanuit het cluster Wijk- en Stadszaken wordt dit voorstel verder uitgewerkt, waarbij ook nadrukkelijk gebruik zal worden gemaakt van digitale mogelijkheden om interactie te vergroten. In het Burgerjaarverslag kan vervolgens verantwoording over deze interactieve processen worden afgelegd, waarbij ook evaluatie van de communicatie kan plaatsvinden.

 

Een verdere uitwerking van een interactieve beleidsagenda wordt gegeven in de nota burger@delft.nl waar het gaat om in te zetten digitale middelen bij interactief beleid.

 

8.3. Migrantencommunicatie

 

Soms moeten er extra inspanningen worden gepleegd om bepaalde doelgroepen binnen de Delftse bevolking te betrekken bij zaken die de gemeente voor hen doet of die de gemeente van hen nodig heeft. Diverse migrantendoelgroepen kennen zo hun eigen communicatiemethodes en -kanalen. Als de gemeente er daadwerkelijk aan hecht om alle bewoners van Delft te betrekken, zal er dus ook extra geïnvesteerd moeten worden in communicatie met deze doelgroepen, die overigens in sommige wijken een zeer groot deel van de bewoners uitmaken. Via het eerder vastgestelde integratiebeleid is deze wens al uitgesproken. Hieruit vloeit voort dat er beter inzicht in de communicatiegewoonten en gebruiken van de verschillende doelgroepen moet komen. Daarom is vanuit het vakteam Communicatie, als vervolg op het integratiebeleid, een communicatieonderzoek gestart onder migrantendoelgroepen. De resultaten hiervan en de daaraan verbonden conclusies kunnen in 2002 ter besluitvorming worden voorgelegd. Met de voorliggende nota wordt nogmaals bekrachtigd dat het wenselijk is dat de gemeente zich extra inspant voor communicatie met deze doelgroepen omdat ze tot op heden slecht worden bereikt maar zij wel in aantal groeien.

 

8.4. Informatieavonden en bewonersbrieven

 

Veel burgers hebben weinig contact met de gemeente; vaak alleen als ze een nieuw paspoort, een uittreksel of een vergunning nodig hebben. Het beeld van de gemeente wordt bij deze categorie burgers (het grootste deel van de bevolking) in hoge mate bepaald door de brieven, folders en Stadskrant die zij van de gemeente ontvangen. Met name de brieven worden niet door het vakteam Communicatie gecheckt op begrijpelijkheid, taalgebruik, doelgroepgerichtheid en opbouw, terwijl het hier om een belangrijk visitekaartje gaat van de gemeente. Het is praktisch ondoenlijk voor het vakteam Communicatie om alle brieven die uit gaan te toetsen. Bovendien is dit ook niet wenselijk; het is immers veel belangrijker dat medewerkers zelf die vaardigheden ontwikkelen. Dit geldt overigens ook presentatietechnieken, die bij bewonersavonden worden ingezet. Het vakteam Communicatie wil daarom een aanbod ontwikkelen van interne trainingen die door andere vakteams kunnen worden ingezet al naar gelang de behoefte. Dit gebeurt op basis van maatwerk. Bij wijze van start zal begonnen worden met een training “begrijpelijk schrijven voor het net”. Op die manier kunnen de communicatievaardigheden van de hele organisatie worden vergroot. Deze training kan vanaf januari 2003 worden aangeboden. Daarnaast zal bij wijze van proef ook een training “presenteren” worden ontwikkeld, die ook vanaf 2003 wordt aangeboden als maatwerk aan de clusters.

 

8.5. Communicatie bij projecten

 

Bij grote projecten is het noodzakelijk om vroegtijdig communicatie in te schakelen om (communicatie)planvorming en middelen te garanderen. Dit is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de betreffende projectleider. Dat neemt niet weg dat er ook vanuit het vakteam Communicatie initiatief genomen kan worden richting een projectleider om hem of haar te wijzen op de rol die communicatie kan hebben. Per project kan er dan een communicatievoorstel worden gemaakt en vervolgens uitgevoerd. Grote projecten zijn zeer beeldbepalend voor het werk van de gemeente. Goede communicatie hierover is dus van groot belang bij de beeldvorming over de gemeente. Bij ieder groot project dat wordt afgerond dient een evaluatie van de communicatie plaats te vinden en te worden vastgelegd. Dit onderdeel zal standaard deel uitmaken van het communicatieplan.

 

8.6. Herkenbaarheid van de gemeente

 

De huisstijl zorgt voor de herkenbaarheid van de gemeente als één organisatie. De één-gemeente gedachte wordt hierin weergegeven. Voor een burger is de gemeente ook niet onderverdeeld in vele kleine stukjes, maar wordt beschouwd als één partij. Daarom is het belangrijk de bestaande huisstijl te bewaken en waar nodig verder uit te bouwen. Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde huisstijl mogelijk zonder een besluit van het GMT, waarin ook de kosten voor de wijziging worden gedekt. Op heel veel fronten is er sprake van “wildgroei” waarbij organisatieonderdelen zelf logo’s toevoegen aan de huisstijl of een andere opmaak van brieven uit de computer laten rollen. Het college heeft bij de ontwikkeling van de huisstijl een aantal uitzonderingen geformuleerd: Brandweer (mogen naast het gemeente Delft logo ook een brandweerlogo voeren), Gemeentemusea (zijn vrij in hun huisstijl en moeten alleen nog een gemeente Delft logo toevoegen), Combiwerk (zelfde als musea), VAK (zelfde als musea). Alle andere uitzonderingen hebben geen status.

 

Het vakteam stelt voor om een gemeentebrede inventarisatie te houden naar alle andere bestaande uitzonderingen en het GMT en B&W hierover een beslissing te laten nemen na advies vanuit het vakteam Communicatie. De lijn hierbij zal zijn om zeer terughoudend met uitzonderingen binnen de huisstijl om te gaan om zo de herkenbaarheid voor burgers te vergroten, maar daar waar uitzonderingen nuttig zijn ze toe te laten en ook vast te stellen. Daarnaast zal de huisstijl verder uitontwikkeld worden op gebieden waar nu nog geen huisstijl is vastgesteld (bewegwijzering, digitale huisstijl)

 

 

9. Openheid en openbaarheid richting de media

 

In de nota “Werkafspraken over communicatie”, die in maart ’99 is vastgesteld door het college, staan onder andere afspraken over woordvoering en persberichten. Deze middelen zijn echter niet de enige die kunnen worden ingezet om openheid en openbaarheid richting de pers te garanderen.

 

9.1. College-informatie

 

Een meer vergaande maatregel is het vrijgeven van de collegeagenda en een ‘B&W-berichten’ (soort voorlopige besluitenlijst). Andere gemeenten hebben hier positieve ervaringen mee. Een groot voordeel is dat de pers zelf hun nieuwsselectie kan maken uit de genomen besluiten in plaats van dat het vakteam Communicatie dat doet. Dit geeft grotere betrokkenheid van de pers en vooral meer spreiding van het nieuws (nu kopt iedere krant nog ongeveer hetzelfde bericht). Bovendien vraagt de pers hier om. Daarnaast kan er natuurlijk altijd nog een persbericht worden uitgedaan over zaken waarvan de gemeente zelf vindt dat ze nieuwswaardig zijn.

 

Een risico is natuurlijk dat de pers al vooraf weet welke onderwerpen er besproken gaan worden. Mocht dit om welke reden dan ook opeens niet door gaan of mochten er wijzigingen in een voorstel komen, dan valt dat op en is de aandacht er wellicht teveel op gevestigd. Om dit te voorkomen wordt voorgesteld de B&W-agenda op een andere manier vorm te geven dan nu gebruikelijk is, zodat de inhoud slechts globaal van tevoren duidelijk is. Alleen het vermelden van de ‘titel’ van het stuk zonder een korte inhoud en beslispunten is hierbij voldoende. Volgens de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) worden vertrouwelijke stukken uiteraard niet vermeld. Mocht de pers naar aanleiding van deze agenda vooraf een verhelderende vraag willen stellen, dan kan dat via het vakteam Communicatie. De communicatieadviseurs kunnen op dat moment, na overleg, bepalen of aanvullende informatie gegeven kan worden.

 

Na besluitvorming zouden de ‘B&W-berichten’ van zowel de bespreekstukken als de inzagestukken zo snel mogelijk naar buiten moeten worden gebracht, in dienst van de nagestreefde openheid. Op dit moment wordt de besluitenlijst pas de week erna vastgesteld tijdens de collegevergadering. Om dit proces wat te versnellen wordt voorgesteld om de B&W-berichtenlijst tijdens de collegevergadering vast te stellen en daarna richting de pers te sturen. Daarnaast blijft natuurlijk de mogelijkheid bestaan om een persconferentie over een onderwerp te geven op woensdag. De echte besluitenlijst wordt de week erna vastgesteld.

Een voorbeeld van B&W-berichten uit Rotterdam zit in de bijlage (bijlage 2).

 

Daarnaast kan voor onderwerpen die toelichting-waardig zijn een persconferentie worden belegd. Doel hiervan is een onderwerp extra te profileren of om de verwachtte vragen over een onderwerp bij voorbaat af te vangen en van een gemeentelijke reactie te voorzien. Steeds vaker komt de vraag op of een persconferentie een openbare bijeenkomst is waar ook anderen bij welkom zijn. Gezien de uitgangspunten in deze nota, namelijk openheid en openbaarheid, stelt het vakteam Communicatie voor om hier soepel mee om te gaan. Dit betekent dat iedereen in principe welkom is, maar zich wel vooraf dient te melden bij het vakteam Communicatie (soort accreditatie). Het is en blijft een gelegenheid voor de pers om vragen te stellen, dus andere toehoorders hebben die gelegenheid niet en mogen zich ook niet mengen in de discussie en/of toelichting tenzij anders afgesproken. De regie van een persconferentie vindt plaats door een communicatie-adviseur. Deze laatste kan iemand de toegang weigeren als hij of zij zich niet aan de hierboven genoemde regels houdt.

 

Per wethouder is op de gemeentesite een eigen digitaal plekje beschikbaar om informatie op te zetten. Deze eigen webpagina’s per bestuurder kunnen worden benut om informatie over de portefeuille (inhoudelijk), de bestuurder (persoonlijk) de activiteiten van de bestuurder (agenda op hoofdlijnen), de politieke kleur (link naar de fractie) en een mailvoorziening te publiceren.  Vanuit Communicatie wordt geadviseerd deze elementen als minimale variant van een website voor bestuurders te hanteren. Dit is desgewenst uit te breiden met een digitaal spreekuur.

 

 

9.2. Persagenda

 

Los van de formele besluitvorming door het bestuur, zijn er ook momenten die voor de pers interessant zijn, die los staan van een besluit. Het gaat hier vaak om officiële ontvangsten, het houden van lezingen, het ondertekenen van overeenkomsten en de start van speciale campagnes. Een overzicht van dergelijke momenten kan wekelijks worden verstrekt aan de pers in een ‘persagenda’ (voorbeeld: zie bijlage 3). Voorgesteld wordt om zo’n agenda wekelijks te laten opstellen door Kabinet en Representatie, waarbij de bestuursassistenten en het vakteam Communicatie zorgdragen voor het aanreiken van de juiste ‘vulling’.

 

Deze maatregelen vergroten de openheid van het bestuur en de gemeentelijke organisatie en komen niet alleen de pers maar vooral ook de burger ten goede, die beter zicht krijgt op wat zich binnen de gemeente af speelt en in welke fase een beleidsproces zich bevindt. De persagenda zal om die reden ook op internet worden gepubliceerd, en indien mogelijk ook per wethouder op de site worden geplaatst.

 

9.3. Niet-aanvaard beleid

 

Voorlichting over niet-aanvaard beleid blijft een gevoelig onderwerp, ook in het rapport van de Commissie Wallage. De richtlijnen die in het rapport worden genoemd kunnen wellicht ook worden toegepast binnen de gemeente Delft. Daarbij wordt geadviseerd dat wanneer informatie over niet-aanvaard beleid wordt verstrekt aan de pers (wat bijvoorbeeld vaak gebeurt bij interactieve beleidsprocessen) dit altijd te doen in overleg met het vakteam Communicatie. Op deze manier zijn de woordvoeders ook direct op de hoogte van de te verstrekken informatie en kunnen ze eventuele persvragen voor bestuur en organisatie beter inschatten. Daarnaast zou het een bestuurlijke keuze kunnen zijn om de Stadskrant meer te gaan gebruiken voor discussies met de stad over niet-aanvaard beleid. Dit heeft echter wel consequenties voor de redactie en de bladformule: de discussie over zaken die nog in voorbereiding zijn ligt hiermee meer “op straat”. Om dit te doen is bestuurlijke rugdekking noodzakelijk. Daarom wordt, zoals eerder gezegd, een memo opgewerkt om deze afweging scherp in beeld te brengen en duidelijke richtlijnen vast te leggen over hoe om te gaan met communicatie over niet-aanvaard beleid. Hierover wordt vervolgens een b&w-besluit gevraagd.

 

Om een goede bereikbaarheid richting de pers te garanderen, ook ’s avonds en in het weekend, zijn de woordvoerders mobiel bereikbaar. In geval van vakantie of ziekte wordt vervanging vanuit het vakteam geregeld.

 

 

10. Openheid en openbaarheid richting eigen interne organisatie

 

De interne communicatiefunctie bij het vakteam staat onder druk van de grote toestroom van externe communicatietrajecten. Onder invloed hiervan is het noodzakelijk om het interne communicatiebeleid inzichtelijk te maken en verder te verscherpen. Dit hoofdstuk vormt hiertoe een eerste aanzet.

 

10.1.Interne communicatie; organisatie

 

De reorganisatie heeft de organisatie opgeschud. Met als consequentie dat communicatie als inbedding in de managementverantwoordelijkheid en de controlfunctie voor communicatie nog verder ontwikkeld moeten worden. Het vastleggen van beide taken is van essentieel belang voor het goed functioneren voor de communicatie als geheel en de interne communicatie in bijzonder. In managementafwegingen is communicatie een vast onderdeel of zou dit moeten zijn. Dit geldt voor externe communicatie maar zeker ook voor interne communicatie. De primaire verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de projectleiders en het management zelf. In dit afwegingsproces kunnen de controllers van de clusters een belangrijke rol vervullen. Zij zullen naast bijvoorbeeld een financiële of juridische toets ook een communicatietoets moeten uitvoeren op voorstellen die voorbij komen of ten aanzien van onderwerpen die bij mandaat door de directeur naar 'buiten'

gaan, zonder dat het college daarbij dus een rol speelt. De controller moet bezien of er vanuit diverse disciplines naar een zaak gekeken is. Communicatie is er daar één van. Met name bij projecten van grote omvang met een hoog afbreukrisico (politiek of inhoudelijk) of bij een complexe boodschap richting verschillende doelgroepen is het raadzaam een communicatieadvies in te winnen. Het al dan niet inwinnen van zo’n advies en het vrijspelen van de benodigde communicatiebudgetten is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de clusterdirecteuren. Deze rol van de controller is nog niet op korte termijn in te vullen waar het communicatie betreft, maar het is wel een gewenste ontwikkelingsrichting.

 

Interne communicatie is een belangrijke voorwaarde om extern te communiceren. Dat staat in alle handboeken die over communicatie gaan. In communicatieplannen is standaard aandacht voor interne communicatie en interne doelgroepen. Maar dat zijn altijd plannen op projectniveau. Gemeentebreed, dus los van concrete projecten, is de aandacht voor interne communicatie niet altijd even groot. Dit heeft vooral te maken met de ongrijpbaarheid van dit onderwerp en de onduidelijkheid over wie hier nu verantwoordelijk voor is. Het vakteam Communicatie kan in ieder geval een bijdrage leveren in adviserende zin. Daarnaast kan ondersteuning worden geboden bij de uitvoering van diverse interne communicatie-activiteiten.

 

Het dilemma is dat het vakteam Communicatie best meer aandacht en dus tijd aan interne communicatie wil besteden, maar dat dit dan ten koste gaat van externe communicatie. De basisformatie is nu eenmaal begrensd. Het is dus aan de clusters en het GMT om daar een keuze in te maken. Als het GMT zich uitspreekt voor meer structurele aandacht voor interne communicatie, dan zou dat kunnen betekenen dat er daardoor minder aandacht zal zijn voor externe communicatie òf er in de formatie iets aangevuld zal moeten worden. Tot die tijd wordt de huidige richtlijn gehanteerd dat er vanuit Communicatie alleen ondersteuning wordt geleverd aan gemeentebrede interne communicatiemiddelen, dus Delft Direct, Nu&dan en Intranet, mist een klant expliciet iets anders aangeeft. Dit laatste gebeurt dan binnen de eventueel beschikbare uren van het DVA van Communicatie of als maatwerk.

 

Rol en uitwerkingen

Om openheid en openbaarheid van de communicatiefunctie te bevorderen, zal het vakteam Communicatie via de DVA’s afspraken maken over wat er geleverd wordt aan de organisatie aan communicatieondersteuning. Hierbij kan een cluster er voor kiezen om tijd te claimen bij het vakteam voor de ondersteuning van de interne communicatie. Vanuit het vakteam zal hier aandacht voor worden gevraagd bij o.a. de klantenpanels.

 

10.2. Interne communicatie; infrastructuur

 

De centrale infrastructuur voor de interne communicatie van de gemeente Delft is degelijk te noemen. Uitgaand van het onderscheid tussen informele, formele en formele parallelle interne communicatie, kan gesteld worden dat het vakteam zich vooral bemoeit met de formele parallelle communicatie. Dat wil zeggen: communicatie via interne media, zoals de personeelsbladen, en via interne folders en campagnes. (Formele communicatie heeft met name betrekking op communicatie via de lijn. De informele communicatie wordt ook wel het ‘geruchtencircuit’ genoemd.) Het intranet, het personeelsblad Nu&dan magazine (tweemaandelijkse uitgave) en Delft Direct worden goed gelezen. De infrastructuur kan echter nog wel wat verfijnd worden, zonder daarbij de openheid (kritische opstelling) van de redactie aan te tasten.

 

De decentrale infrastructuur bestaat uit een veelheid van interne nieuwsbrieven in alle soorten en maten. De ervaring van het vakteam Communicatie is dat deze nieuwsbrieven een behoefte vervullen bij de medewerkers. Identificatie met een grote organisatie als de gemeente Delft blijkt op de werkvloer toch lastig te zijn. Het heeft dan ook geen zin om deze informatiekanalen eenvoudig te verbieden. Voorwaarde is wel dat de mensen van de werkvloer zelf deze middelen in stand houden. De rol van het vakteam Communicatie bij de kwaliteit van deze interne bladen kan slechts zeer beperkt zijn. Wel kan er gebruik van gemaakt worden bij de verspreiding van interne informatie die voor dat organisatieonderdeel relevant is. Om die reden is het wel belangrijk dat Communicatie van deze middelen op de hoogte is. Op GMT-niveau moet worden bepaald of de organisatie het goed vindt dat er tijd en geld aan deze nieuwsbrieven wordt besteed op de werkvloer.

 

Rol en uitwerkingen

Het vakteam Communicatie is en voelt zich verantwoordelijk voor de aansturing en verbetering van de centrale infrastructuur. Om meer eenheid uit te stralen richting de eigen medewerkers zullen de huismiddelen meer ‘smoel’ moeten krijgen. Dit betekent een aanpassing van de gevoerde huisstijl van onder andere intranet.

Binnen het vakteam wordt structureel gewerkt aan de redactie van twee centrale personeelsmedia: Delft Direct en Nu&dan magazine. De uitvoering ligt bij het mediabureau.

 

10.3. Interne communicatie; inhoud – de corporate boodschap

 

Belangrijke componenten in het interne communicatiebeleid zijn de NEON-uitgangspunten met o.a. de beginselen van Menselijke Mogelijkheden Centraal. Deze uitgangspunten zijn een richtlijn voor de verdere verfijning van de infrastructuur en organisatie van de interne communicatie en zijn een richtlijn voor de inhoud van het communicatiebeleid/strategie in de toekomst.

 

Om ervoor te zorgen dat de openheid en openbaarheid van het ambtelijk apparaat wordt bevorderd zal de Neon-filosofie dus moeten terugkomen in de interne communicatieboodschap en middelen. De NEON-filosofie gaat uit van de één-gemeente-gedachte waarbinnen medewerkers gericht zijn op een zo goed mogelijke aansluiting tussen behoeften van burgers en informatie- en productverstrekking vanuit de gemeente. Daarnaast staan de medewerkers open voor samenwerking en het delen van kennis. Deze algemene opmerkingen zullen uiteindelijk een onderdeel moeten worden van de Delftse werkcultuur. Interne communicatie heeft hierin een niet te onderschatten kritische en motiverende rol. Vanuit het vakteam Communicatie worden in eerste instantie alleen interne communicatie initiatieven ondersteund die bijdragen aan deze centrale corporate boodschap. Het vakteam kan een rol spelen bij het opstellen van algemene kaders voor decentrale nieuwsbrieven.

 

 

Rol en uitwerkingen

Het vakteam Communicatie zal de Neon-filosofie in concrete onderdelen definiëren en, in overleg met het mediabureau, zorgen voor een kritische inhoudelijke verwerking in de centraal aangestuurde middelen. Hierbij rekening houdend met een relatief onafhankelijke redactie voor intranet, het personeelsblad en Delft Direct.

 

Nu&dan magazine heeft sinds het blad bij het mediabureau is ondergebracht een nieuwe formule gekregen. Uitgangspunt is dat het blad als identificatiemedium moet dienen. In de nieuwe organisatie is het bewerkstelligen van binding met de organisatie en met collega’s van groot belang. Dit is dan ook een belangrijke doelstelling van het blad, naast het geven van informatie over ontwikkelingen binnen de organisatie.  Medewerkers moeten zichzelf herkennen in het blad. Naast herkenning moet het blad de lezer plezier en enige trots verschaffen. Medewerkers worden dan ook fraai in beeld gebracht. Rode draad in ieder nummer is een interviewreeks rond een bepaald thema, waarin een relatie wordt gelegd tussen het persoonlijke en het professionele. De Ondernemingsraad heeft inmiddels een vaste plek in het blad en ook de personeelsvereniging staat met enige regelmaat in het blad.

Af en toe wordt een kritische noot gekraakt, hetzij in een column, hetzij in een aangeleverd stuk. Aan medewerkers die kopij willen aanleveren wordt alle ruimte gegeven. Om het blad verder te laten ontwikkelen, zou ook ruimte gegeven kunnen worden aan stevige, kritische interviews en opiniërende stukken over (ontwikkelingen) in de organisatie. Om de verdere ontwikkeling van het blad te sturen is het nodig de functie van het blad en de positie van de redactie duidelijk te grondvesten door middel van een door het GMT vastgesteld redactiestatuut.

Dit laatste geldt ook voor Delft Direct, de tweewekelijkse nieuwsbrief. Dit medium doet vooral dienst als snelle, feitelijke berichtgever over allerhande nieuwtjes en ontwikkelingen binnen de organisatie. De redactie stelt zich hierbij dienstbaar op aan de organisatie. Aangeleverde kopij wordt zonodig geredigeerd. Daarnaast wordt gezocht naar aansprekende gebeurtenissen en ontwikkelingen. Het is ook het medium voor de personeelsadvertenties. In samenwerking met P&O wordt gewerkt aan het opstarten van een rubriek ‘In en uit dienst’, waarin alle medewerkers die in of uit dienst treden worden vermeld.

 

Het intranet wordt verder ontwikkeld. Hierin ligt de nadruk op personeelsinformatie, kennis delen, discussiemogelijkheden en nieuws. Het ligt in de lijn der verwachting dat intranet een steeds belangrijker rol gaat spelen. Om intranet effectiever in te zetten als instrument van interne communicatie zou voor de nieuwspagina en de interactieve mogelijkheden (discussie, chat, poll, etc.) een redactioneel beleid moeten worden opgezet.

 

In het verstrekken van informatie door personeelszaken is met het handboek een grote stap gezet. Er is echter nog een aantal andere maatregelen te bedenken zoals het informatiepakket dat elke nieuwe medewerker ontvangt en de inwerkperiode die volgt bij het vakteam. Dit is immers het moment om de waarden en normen van de gemeente Delft uit te dragen.

 

Het vakteam Communicatie en het GMT willen een quickscan uitvoeren naar de waardering en kwaliteit van Nu&dan magazine en intranet. Bij die laatste zal vooral gekeken worden naar het gebruik en niet-gebruik van bepaalde pagina’s via het net. Deze scan zal begin 2003 plaatsvinden.

 

 

 

 

11. Planning en financiën

 

De voorstellen van deze nota kunnen vanuit de bestaande capaciteit bij Communicatie worden geleverd, mits anders aangegeven (maatwerk). Alleen het laten uitvoeren van een quickscan naar interne communicatie zou voor enige kosten kunnen zorgen. Na akkoord van het GMT op dit punt zal in overleg met de afdeling Onderzoek en Statistiek bekeken worden welke kosten hiermee gemoeid zijn en of die op te vangen zijn binnen de bestaande capaciteit en budgetten. Zo niet, dan komt hierover een aanvullend voorstel richting GMT en b&w inclusief dekkingsvoorstel. Voor alle overige actiepunten geldt dat ze onderdeel zullen zijn van het werkplan 2003 voor het vakteam Communicatie. De diverse activiteiten worden in dit werkplan in een jaarplanning gezet. Deze planning zal ook richting de klanten en de leden van het GMT en b&w worden gecommuniceerd.

 

 

12. Beslispunten:

·          Een discussie voeren in de organisatie over communicatie van niet aanvaard beleid en hierover een memo met richtlijnen op te werken voor het college ter besluitvorming. Memo januari 2003 gereed.

·          Vindbaarheid, begrijpelijkheid en actualiteit van internet als richtlijn hanteren bij de verdere ontwikkeling er van.

·          Het instellen van een interactieve beleidsagenda en deze jaarlijks bij de Zomernota laten vaststellen. Start bij de Zomernota over 2004 e.v.

·          Onderschrijven van het belang van migrantencommunicatie, en dit vast onderdeel laten zijn van communicatieplannen. Beleidsnota over dit thema gereed eerste kwartaal 2003.

·          Aanbieden van interne (pilot)training “begrijpelijk schrijven voor het net” en “presenteren” als maatwerk aan de eigen organisatie, vanuit het vakteam Communicatie. Verbeteringen meten via Stadspanel. Eerste training aanbieden vanaf januari 2003

·          Bepalen van de formele uitzonderingen op de gemeentelijke huisstijl na een gemeentebrede inventarisatie, met als uitgangspunt terughoudend om te gaan met uitzonderingen op de huisstijl. Besluit over uitzonderingsregels in tweede kwartaal 2003 nemen.

·          Herbevestigen van de afspraken over woordvoering en persberichten, namelijk dat alle perscontacten via het vakteam Communicatie verlopen, met inschakeling van vakdeskundige en bestuurder.

·          Verstrekken van de agenda van de wekelijkse collegevergadering aan de pers, na de voorgestelde herschikking. Tevredenheid over deze dienstverlening toetsen bij de pers.

·          Verstrekken van de B&W-berichten (bespreekstukken en inzagestukken) aan de pers op donderdag. Tevredenheid over deze dienstverlening toetsen bij de pers.

·          Behouden van het vaste moment voor persconferenties op woensdag tussen 12.00 en 13.00 uur die in principe voor iedereen toegankelijk zijn na melding bij Communicatie.

·          Opstellen van een wekelijkse persagenda door Kabinet en Representatie i.s.m. de bestuursassistenten en het vakteam Communicatie.

·          Opstellen van webpagina’s per collegelid zoals voorgesteld. Pagina’s eind 2003 gereed.

·          Het opstellen van redactiestatuten voor alle interne media, te weten: Nu&dan magazine, Delft Direct, intranet. Ieder kwartaal van 2003 een statuut laten vaststellen.

·          Het opstellen van een algemene richtlijnen voor alle afzonderlijke nieuwsbrieven binnen de diverse clusters.

·          Het laten uitvoeren van een onderzoek onder medewerkers naar Nu&dan magazine en Intranet dat dient als basis voor een nader uit te werken plan ter eventuele verbetering en aanpassing van deze media. Uitvoeren in 2003.


Bijlage 1 – Aanbevelingen Commissie Wallage

 

1. Maak overheidsinformatie actief openbaar

·          Alle beschikbare informatie is te vinden op Internet

·          Bestuursorganen worden verplicht een activiteitenindex bij te houden

·          Ministeries krijgen hiervoor genoeg mensen en geld

2. Open een (regerings)website

·          Breng hoofdlijnen en achtergronden van het regeringsbeleid actief en begrijpelijk onder de aandacht

3. Voer een pro-actief mediabeleid

·          Speel 7 dagen per week en 24 uur per dag in op de informatiebehoefte van de pers

·          Corrigeer feitelijk onjuiste informatie direct

·          Benut de audiovisuele mogelijkheden van breedband

4. Voorlichting over niet-aanvaard beleid mag, mits...

·          Informatie feitelijk van aard en zakelijk van toon is;

·          De overheid herkenbaar is als afzender;

·          Inhoud van het beleid centraal staat, en niet de bestuurder;

·          Er gecommuniceerd wordt in redelijke verhouding tot anderen (proportionaliteit) en

·          Duidelijk wordt aangegeven in welke fase het beleid zich bevindt en hoe het verder gaat.

5. Voor elke doelgroep de juiste mix

·          De communicatiemix is specifiek afgestemd op de doelgroep, in toon en middelen;

·          Schuw traditionele communicatiemiddelen net zo min als moderne.

6. Lastig bereikbare doelgroepen bereik je samen!

·          Werk samen met lokale overheid en intermediaire kaders om moeilijke bereikbare doelgroepen te bereiken.

7. Betrek burgers eerder bij beleid

·          Investeer in interactieve beleidsontwikkeling;

·          Wees bereid het beleid aan te passen op basis van goede argumenten;

·          Schep geen valse verwachtingen, koppel resultaten terug;

·          Toon interactief democratisch leiderschap.

8. Zet een extra stap voor de democratie!

·          Breng beleid van A tot Z actief bij groepen die (nog) niet communiceren met de overheid.

9. Blijf bereikbaar!

·          Monitor de bereikbaarheid en responsiviteit van de overheid;

·          Vergelijk de overheid met anderen;

·          Publiceer een jaarverslag met de resultaten.

10. Communicatie is een managementtaak

·          Communicatie is een volwaardig en integraal onderdeel van het beleidsproces

·          De communicatiefunctie is een integraal onderdeel van de managementverantwoordelijkheid in de beleidsdirecties;

·          Centrale directies voorlichting moeten in staat gesteld worden de regie, samenhang en de kwaliteit in de communicatie van ministeries te waarborgen.

11. Communicatie in het regeerakkoord

·          Het regeerakkoord bevat het strategische communicatieconcept van het kabinet;

·          Communicatiebeleid en -doelen zijn onderdeel van de miljoenennota en de begroting.

12. Alle vragen naar één adres

·          Burgers kunnen alle informatie vragen en vinden bij Postbus 51 Informatiedienst.

13. Maak alle informatie digitaal

·          Alle 'papieren' informatie is ook digitaal beschikbaar.

14. Vraag het één keer in plaats van telkens weer

·          Communiceer pro-actief met burgers; voorkom dat ze dezelfde informatie vaker moeten geven en koppel elektronische bestanden om de burger te wijzen op zijn rechten en plichten;

·          Burgers mogen hier - uit privacy-overwegingen - zelf over beslissen.

15. Formuleer spelregels voor interactiviteit

·          De Voorlichtingsraad (VoRa) maakt actuele spelregels voor overheidscommunicatie op basis van tweerichtingsverkeer

16. Waar blijft het geld?

·          Een goede centrale administratie maakt de kosten van overheidscommunicatie inzichtelijk.

17. Investeer in communicatie

·          De invoering van de 16 aanbevelingen kan niet zonder een investering van 0,5 miljard gulden per jaar.


Bijlage 2: B&W-berichten

 

2 juli 2002

B en W-berichten geven de besluiten van de vergadering van het college van B en W weer. Bij veel besluiten die als formaliteiten zijn aan te merken, is alleen de essentie weergegeven, bij de meer nieuwswaardige besluiten worden ook de achtergronden van het besluit toegelicht.

Algemene Bestuurlijke Zaken

1.       Het college heeft ingestemd met een reis door de burgemeester naar Londen op 8 juli. De burgemeester neemt tijdens de reis deel aan een forumdiscussie over de toekomst van het Europese cohesiebeleid. De Europese Commissie wil de resultaten van de conferentie gebruiken voor de discussie over de Europese structuurfondsen na 2006. De conferentie biedt de gelegenheid om de ervaringen en belangen van de steden (Eurocities) en met name Rotterdam uit te dragen.

2.       Het college heeft kennis genomen van de Jaarrekening 2001 van de Gezamenlijke Brandweer. Voorts gaat het college akkoord met de begroting 2003 en het bijbehorende jaarplan. Het college heeft tevens ingestemd met het tweede bedrijfsplan van de Gezamenlijke Brandweer, met uitzondering van het voorstel om het Gemeentelijk Havenbedrijf te laten deelnemen aan de Gezamenlijke Brandweer. Het voorstel om een achtergestelde lening aan de Gezamenlijke Brandweer door het Gemeentelijk Havenbedrijf kwijt te schelden zal nader worden beoordeeld. In afwijking van het voorstel zal het Gemeentelijk Havenbedrijf geen volwaardig lid worden van het Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer. Het Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer is indertijd ontstaan uit een initiatief van de gemeente Rotterdam en de Stichting Europoort Botlek Belangen (nu Deltalinqs) en sinds 1998 operationeel.

3.       Het college heeft ingestemd met de invoering van een vergunningstelsel met permanente controle/toezicht ten behoeve van de tippelzone aan de Keileweg. Door middel van een vergunningstelsel kan de instroom en uitstroom van prostituees op de tippelzone worden gereguleerd en de overlast voor de omgeving worden verminderd, vooral voor de deelgemeente Delfshaven. Onder regulering van de instroom wordt verstaan het tegengaan van de toestroom van prostituees die niet afkomstig zijn uit de regio Rotterdam-Rijnmond of geen geldige verblijfsvergunning hebben. Voor de regulering van de uitstroom gaat het om doorgeleiding naar opvang- en hulpverlening. Het gaat hierbij in het bijzonder om verslaafde prostituees. Door permanente controle op de tippelzone en cameratoezicht buiten de tippelzone ontstaat er op en rond de Keileweg aaneengesloten toezicht.

4.       Het college heeft de regeling Hardheidsclausule Huwelijksleges jaar 2002 vastgesteld. Het gaat hierbij om een verlaging van de huwelijksleges met 50 procent gedurende de periode dat de gevelrenovatie van het stadhuis een ontsierend decor vormt en hinder veroorzaakt bij de bruidsparen.

5.       Het college heeft besloten de conceptwijziging APV Rotterdam ter vaststelling naar de raad te sturen. Op zeer korte termijn wordt een wetswijziging (initiatiefvoorstel Van der Camp) verwacht waarbij de raad de burgemeester de bevoegdheid kan geven om veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen. In die gebieden kan de officier van justitie personen, verpakkingen en voertuigen controleren op vuurwapens. Via de wijziging APV Rotterdam wordt dit geformaliseerd.

6.       Het college van B. en W. is akkoord met de reis van wethouder Pastors naar Madrid. Op 8 juli vertrekt de wethouder naar Madrid voor een debat over de opkomst van nieuw rechts in Europa. In het debat dat georganiseerd wordt door The Economist komt de politieke situatie in Europa, Nederland en Rotterdam aan de orde. Het optreden van de wethouder is een uitgelezen kans om de politieke situatie in Nederland en Rotterdam in het bijzonder toe te lichten. Andere deelnemers zijn de Britse journalist de heer J. Peet, de Spaanse parlementariër de heer G. de Aristegui en de hoofdredacteur van Vrij Nederland de heer Schoo. Wethouder Pastors keert op 9 juli terug naar Nederland.

 

Stedelijke Ontwikkeling en Beheer

1.       Het college heeft een aanbeveling van de commissie van advies inzake straatnamen overgenomen om twee verbindingen te vernoemen, te weten de Zellingstraat (naar een aftakking van de haven van Pernis) en de Wolgaweg (naar de rivier in Rusland).

2.       Het college heeft kennisgenomen van het populair jaarverslag 2001 van de dienst Gemeentewerken. De dienst brengt jaarlijks voor haar relaties een populaire versie uit van haar bedrijfsvoeringverslag.

3.       Het college stelt tussen 2002 en 2005 een bedrag van € 22.689,= per jaar ter beschikking voor de renovatie en onderhoud van de Lijnbaanhoven Joost Banckertplaats en Jan Evertsenplaats. De Centrumraad draagt met een bedrag van € 68.067 bij. Het college en de Centrumraad achten de investering nodig, omdat de Lijnbaanhoven hoognodig opgeknapt moeten worden. Bij de renovatie worden tegelijkertijd aanpassingen gedaan om de woonomgeving veiliger te maken.

4.       Het college van B. en W. heeft besloten om een grondkostensubsidie te verlenen voor het project Molenzicht. In project Molenzicht gaat het om de sloop van bedrijfsgebouwen aan de Kleiweg en de bouw van 28 eengezinswoningen in de koopsector. Het maximale subsidiebedrag is vastgesteld op € 254.128,- waarvan € 9.076 per woning. Verder besloot het college om af te wijken van een voorwaarde uit de subsidieverordening waarin staat dat slechts de kosten voor het slaan van de eerste paal worden betrokken in het bepalen van het maximale subsidiebedrag. De definitieve subsidie wordt 3 maanden na de oplevering van de eerste woningen vastgesteld.

5.       Het college van B. en W. heeft besloten tot afgifte van een machtiging tot het binnentreden in een woning aan de Mathenesserdijk aan de inspecteur Bouw- en Woningtoezicht.

6.       Het college van B. en W. heeft besloten tot de vestiging van erfpacht voor het nieuwbouwproject Rhijnvis Feithstraat. Hierbij gaat het om de realisatie van 109 middeldure koopwoningen met een gemiddelde V.O.N. prijs van € 147.110 inclusief omzetbelasting op basis van een grondwaarde van € 1.850.443,70. De vestiging van erfpacht geldt voor 99 jaar ten name van het Woningbedrijf Rotterdam op ca 4557 m2 grond aan de Rhijnvis Feithstraat, een gedeelte van de Van Lennepstraat en een gedeelte van de Van Harenstraat.

 

Sociale en Culturele zaken

1.       Het college heeft kennis genomen van de vijfde voortgangsrapportage omtrent de opvangvoorziening voor verslaafde mannen aan de Ohmstraat, nabij de Keileweg. De GGD, dS+V en het OBR hebben de opdracht gekregen om op zo kort mogelijke termijn een definitieve locatie voor te dragen voor de opvangvoorziening in het kader van het beheerplan Keileweg. Bovendien heeft het college besloten dat extra kosten dienen te worden opgevangen binnen het budget danwel als knelpunt worden betrokken bij de begroting-2003.

2.       Het college heeft besloten een brief te sturen naar de Stedelijke Adviescommissie Ouderenbeleid (SAO) waarin het reageert op het standpunt van de SAO over de indicatiestelling voor mensen met een handicap in het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten. De brief heeft betrekking op het onderbrengen van die indicatiestelling bij de Stichting Rotterdams Indicatieorgaan.

3.       Het college van B. en W. heeft het functiewaarderingsraster voor het personeel van theater Zuidplein vastgesteld met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001. Hiervoor stelt het college de middelen beschikbaar. Met het raster wordt de salarisklasse vastgelegd van verschillende functies in het theater. Dit raster vormt de basis voor de waardering van andere functies in theater Zuidplein.

 

Sociaal Economische Zaken

1.       Het college heeft de beantwoording van schriftelijke vragen van raadslid M. Kneepkens (Stadspartij) vastgesteld. Het raadslid had op 15 mei j.l. schriftelijke vragen gesteld inzake de SS. Rembrandt.

2.       Het college heeft de beantwoording van schriftelijke vragen van raadslid D. Marapin (D'66) vastgesteld. Het raadslid had op 19 juni j.l. schriftelijke vragen gesteld over uitspraken van de wethouder Economische Infrastructuur over de positionering van het GHR in het Nieuwsblad Transport.

3.       Het college van B. en W. stelt een krediet van € 0.73 miljoen beschikbaar aan de Roteb voor de verbouwing van de brandweerkazerne Bosland. Locatie Bosland is een overslagstation voor Roteb en een kazerne voor de brandweer. Het complex bevindt zich momenteel in slechte staat en dient opgeknapt te worden. Het gaat om aanpassingen in de indeling van het gebouw, het vervangen van ramen en het verbeteren van de klimaatbeheersing.

4.       Het college van B. en W. wil met de raad praten over de financiële positie van de RET. Volgens het bedrijfsplan 2002-2006 zal het verlies van de RET over 2002 € 13,6 miljoen bedragen en zonder ingrijpende maatregelen zal dat verlies in de jaren erna op blijven lopen. De RET heeft maatregelen voorgesteld die aan deze slechte financiële situatie een einde moeten maken. Een aantal van deze voorstellen behoort overigens tot de beslissingsbevoegdheid van de Stadsregio Rotterdam, de opdrachtgever van het openbaar vervoer in de regio Rotterdam. Een eerste bespreking met raadsleden zal plaatsvinden in de commissie FIV op 9 juli a.s.

 

Juridische Zaken

1.       Het college heeft ingestemd met de tijdelijke benoeming van de heer mr. D.C. Vissers (voormalig directeur Juridische Zaken) tot burgerlid/plv. voorzitter van de Algemene Beroepscommissie.

2.       Het college heeft besloten een bezwaarschrift volgens de Algemene wet bestuursrecht in te dienen bij het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA). Het college tekent hiermee bezwaar aan tegen een besluit betreffende de definitieve vaststelling van de bijdrage over 2000 van de Regeling Opvang Asielzoekers.

Financiën

1.       Het college van B. en W. heeft de directeur Gemeentebelastingen een volmacht gegeven om de huurovereenkomst inzake de huisvesting van de dienst op Coolsingel 6 voor een termijn van 10 jaar te verlengen.

Bijlage 3: persagenda

 

Werkbezoeken en openbare optredens (naar voorbeeld van Rotterdam)

Een overzicht van de werkbezoeken en openbare optredens van de Burgemeester en de wethouders van 8 tot en met 14 juli 2002.

 

Wethouder Pastors in forum The Economist

Wethouder Marco Pastors neemt op maandag 8 juli in Madrid deel aan het forum over de opkomst van 'Nieuw Rechts' in Europa, dat wordt georganiseerd door het Britse opinieweekblad The Economist. Hij doet dat op uitnodiging van The Economist en van de Nederlandse ambassade in Madrid. Overige deelnemers aan het forum zijn de Britse journalist John Peet, schrijver van de bijlage over Nederland in The Economist van enkele maanden geleden, de heer Gustavo de Aristegui, lid van het Spaanse parlement voor de centrumrechtse Partido Popular (namens de Baskische provincie Guipuzcoa) en Hendrik Jan Schoo, uitgever van Vrij Nederland.

 

Burgemeester Opstelten in panel Cities for Cohesion

Burgemeester mr. Ivo Opstelten neemt op maandag 8 juli deel aan een paneldiscussie tijdens het congres 'Cities for Cohesion' van de Europese Commissie, dat in Londen wordt gehouden. Thema van het congres is: lessen van de Europese stedelijke programma's. Aan het panel nemen acht burgemeesters van Europese steden deel (naast Rotterdam zijn dat Londen, Wenen, Berlijn, Chalon sur Saône, Helsinki, Granada en Komotini) en de vroegere burgemeester van Napels (nu regiovoorzitter). Het onderwerp is de toekomst van het Europese samenhangend beleid op het terrein van stedelijke ontwikkeling. Eurocommissaris Michel Barnier leidt de paneldiscussie.

 

Wethouder Van der Tak in Onderwijscafé

Wethouder Sjaak van der Tak (o.m. Onderwijs) spreekt op dinsdag 9 juli tijdens het Rotterdams Onderwijscafé, dat om 17.00 uur begint in het Nationaal Onderwijs Centrum Rotterdam aan de Nieuwe Markt 1a. Dit laatste onderwijscafé van het schooljaar staat traditiegetrouw in het teken van het onderwijs in allochtone levende talen (OALT). Wethouder Van der Tak houdt een korte inleiding met als thema: Wat is het belang van vele talen en culturen voor de stad Rotterdam? Beleidsadviseur Eveline Kunst van de dienst Stedelijk Onderwijs houdt een terugblik op het OALT-onderwijs in de afgelopen vier jaar. Daarna volgen presentaties van en een quiz over Iranese, Somalische en Portugees/Kaapverdiaanse cultuur.

 

Wethouder Janssens opent gymzaal 'Hollands Tuin'

Wethouder Nico Janssens (o.m. Sport en Recreatie) opent op woensdag 10 juli om 15.00 uur de gymzaal 'Hollands Tuin' aan het Hollands Tuin 79 in IJsselmonde. De gymzaal, een voorbeeld voor andere toekomstige zalen in Rotterdam, is een samenwerkingsproject van Sport en Recreatie en de dienst Stedelijk Onderwijs van de gemeente Rotterdam. Het project vormt onderdeel van het beleid om de toenemende bewegingsarmoede in Nederland te bestrijden. Schoolsport krijgt de laatste jaren in Rotterdam bijzondere aandacht. Om de jeugd meer te laten bewegen willen beide gemeentelijke diensten het aanbod van aan de tijd aangepaste accommodaties en van bewegingsonderwijs op hoog kwalitatief niveau laten samenkomen.

Wethouder Pastors neemt 'Wonen op Leeftijd' in ontvangst

Wethouder Marco Pastors (Fysieke Infrastructuur) neemt op woensdag 10 juli om 16.00 uur aan de Vijverhofstraat 69 het eerste exemplaar van het boekje "Wonen op Leeftijd" in ontvangst. De eigenaar van het Hofje Vrouwe Groenevelt's Liefdegesticht, Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam (SOR),heeft het boekje uitgegeven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het hofje. In het boekwerkje staat de geschiedenis van 100 jaar ouderenhuisvesting opgetekend. Vanuit een sociologische invalshoek worden de ontwikkelingen daarin beschreven: welke positie hadden ouderen in de samenleving en hoe komt dat tot uitdrukking in de organisatie van hun huisvesting. Het monumentale Hofje is in 1902 gesticht door Geertruida Groenevelt en wordt bewoond door oudere vrouwen.

 

Burgemeester Opstelten onthult met Marten Toonder kunstwerk

Burgemeester mr. Ivo Opstelten onthult op vrijdag 12 juli om 13.00 uur naast station Blaak samen met Marten Toonder het kunstwerk dat als hommage aan Marten Toonder is gemaakt ter gelegenheid van de 90e verjaardag van de schrijver. Marten Toonder is geboren in Rotterdam. De Rotterdamse kunstenaarsgroep de Artoonisten heeft het kunstwerk gemaakt. Na de onthulling volgt om 15.00 uur in het Centrum Beeldende Kunst aan de Nieuwe Binnenweg 75 de opening van de tentoonstelling 'Grondstoffelijke Trillingen'. Deze expositie toont onbekend werk van Marten Toonder en recent werk van de Artoonisten (Hans van Bentem, Luuk Bode, Pepijn van den Nieuwendijk en DJ Chantelle). Tijdens de opening overhandigt oud-wethouder Kunstzaken Hans Kombrink het eerste exemplaar van de catalogus 'Zoek de grein, en dan maar gruizelen.'

 

Wethouder Hulman neemt kwaliteitsrapport musea in ontvangst

Wethouder Stefan Hulman (o.m. Kunstzaken) neemt op vrijdag 12 juli om 14.00 uur in kamer 117 van het stadhuis de rapportage van het Kwaliteitspanel Rotterdam in ontvangst. In de afgelopen tijd toetste het panel de kwaliteit van de Rotterdamse musea. Hierbij gaat het onder meer om de toegankelijkheid, de klantvriendelijkheid, de faciliteiten en de voorzieningen. Naast de kwaliteitsnormen wordt ook de sfeer per museum beschreven. Op 18 juni stelde het college van B. en W. de servicenormen voor gemeentelijke musea vast. Deze normen gelden voor de toegankelijkheid en bereikbaarheid, de faciliteiten, veiligheid en overlast en voorlichting en klachtenbehandeling.

 

 



[1] De commissie Wallage heeft zich vooral op overheidscommunicatie bij de Rijksoverheid gericht. Dit heeft er toe geleid dat sommige conclusies en aanbevelingen niet één op één over te nemen zijn voor de gemeentelijke overheid. Om geen afbreuk te doen aan het onderzoeksrapport, worden alle conclusies ongewijzigd in bijlage 1 weergegeven.

 

[2] Onder niet-aanvaard beleid wordt verstaan: beleid dat nog niet met een besluit is vastgesteld.

[3] Dit wordt verder uitgewerkt in paragraaf 8.5.