Begin
januari van dit jaar rapporteerde de voorzitter van de Delftse
Toetsingscommissie Voorrangsbepaling (verder te noemen DTV) dat er
achterstanden zijn ontstaan in de afhandeling van urgentieaanvragen die
structureel van aard zijn. In zijn rapportage dringt hij aan op een oplossing.
In de
notitie wordt verder geconstateerd dat de gewijzigde werkwijze met de GGD,
medio 2001, leidt tot (lichte) vertraging in de afhandeling van aanvragen en
extra belasting voor het secretariaat.
Met
ingang van 1 juli a.s. wordt de DTV belast met een extra taak. Dit heeft te
maken met gewijzigde procedures voor WVG geindiceerden met een
verhuiskostenvergoeding.
Doel
van deze nota is voorstellen te doen over het zodanig reguleren van het aantal
aanvragen dat een redelijke proceduretermijn kan worden gegarandeerd en de
wijze waarop taakverzwaringvan de DTV en kostenstijgingen die direct verband
houden met urgentieprocedures structureel kunnen worden gedekt.
Achterstanden
afhandeling urgentieaanvragen.
Op
grond van de huisvestingsverordening Haaglanden is iemand alleen dan urgent
wanneer sprake is van een levensontwrichtende of een levensbedreigende situatie
waarbij binnen 3 maanden (andere) woonruimte noodzakelijk is.
Mensen
die in een acute noodsituatie zitten of dit zelf vinden moeten dit middels een
urgentieaanvraag laten vaststellen door een woonmaatschappelijkwerker van een
corporatie. Om toegang tot de urgentieprocedure te verkrijgen melden
woningzoekenden zich bij de balie van een corporatie. Via de baliemedewerker
wordt een afspraak gemaakt met een woonmaatschappelijkwerker. Deze doet de
intake voor urgentie aanvragen en doet voorzover nodig nader onderzoek. Daarna
stelt hij/zij een rapportage op voor de DTV die op basis hiervan een advies
uitbrengt. Vervolgens wordt de aanvrager schriftelijk van het besluit over zijn
of haar urgentieaanvraag, namens uw college, op de hoogte gesteld door de
directeur van DUWO die u hiervoor hebt gemandateerd. Normaal gesproken duurt deze procedure ca. 2 weken.
Eind
vorig jaar is vastgesteld dat er een achterstand was van ca. 2 maanden. Dit is
voor potentieel urgenten onacceptabel. Door inzet van extra capaciteit is deze
achterstand inmiddels ingelopen. Niettemin blijkt dat de oorzaken van de eerder
opgelopen achterstand structureel zijn. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
De
urgentieprocedure staat in beginsel open voor iedereen. Bij de corporaties is
de maximale planningscapaciteit voor intakegesprekken 16 per twee weken. Het
zonder bericht niet verschijnen op een afspraak leverde in 2001 een achterstand
op van een maand. De effecten van de
aanvragen van woningzoekenden die de procedure als een extra kans zien, danwel
niet komen opdagen voor een afspraak leiden er toe dat potentieel urgenten door
de langere wachttijden hiervan de dupe worden. Om dit te voorkomen is het
gewenst hiervoor een financiele drempel in te bouwen.
Gewijzigde
procedure urgentieadviezen GGD.
Tot 1 juli 2001 maakte een
arts van de GGD deel uit van de DTV. Voorzover in een rapportage sprake was van
medische aspecten werd door de arts direct in het overleg een advies gegeven of
later, na telefonisch informatie te hebben ingewonnen bij huisarts of
behandelend specialist. In een enkel geval werd de aanvrager door de arts
opgeroepen voor het spreekuur. De urgentie-adviezen die de GGD op deze wijze
uitbracht voldoen niet aan de eisen die rechterlijke en toetsende instanties
stellen. Door de aanwezigheid van de arts bij de DTV zou de onafhankelijkheid
van de arts in het geding kunnen zijn. Minimaal wordt verlangd dat de
adviserende arts de aanvragers zelf ziet. Deze adviespraktijk is om die reden
sinds 1 juli 2001 veranderd. De arts van de GGD maakt geen deel meer uit van de
DTV. Als de DTV een medisch advies voor een goede beoordeling noodzakelijk acht
wordt de aanvrager uitgenodigd voor een afspraak bij de GGD. Door de gewijzigde
procedure is het aantal adviesuren aanmerkelijk verhoogd. Verder is door
organisatorische veranderingen bij de GGD per 1 juli 2001 het uurtarief
verhoogd van € 54,45 per uur tot €
126.- per advies. De verhoging van het tarief is noodzakelijk omdat de GGD
marktconform moet werken. Deze kosten komen volledig ten laste van de gemeente.
Ontwikkelingen
WVG geindiceerden voor verhuiskostenvergoeding en verlenen medische urgenties.
Mensen
die door lichamelijke beperkingen, belemmeringen ondervinden in de woning
kunnen op grond van de WVG aanpassingen aanvragen in de woning. Zo’n aanvraag
kan rechtstreeks bij het vakteam Voorzieningen Gehandicapten (vakteam VG)
worden gedaan. Het komt ook voor dat mensen zich om die reden bij de corporatie
melden voor een urgentie. De corporatie stuurt deze mensen conform de afpraak
door naar het vakteam VG.
Binnen de WVG-procedure
wordt aan een arts van Argonaut advies gevraagd. Argonaut is door de gemeente
ingehuurd als adviseur in deze. Naast de lichamelijke klachten wordt door
Argonaut ook onderzocht of de huidige woning geschikt is en of deze kan worden
aangepast. Als dit laatste niet het geval is dan geeft Argonaut een
verhuisadvies en komt betrokkene in aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding
in het kader van de WVG. Verder wordt een advies gegeven over de eisen waaraan
andere woonruimte moet voldoen. Dit advies wordt door het vakteam VG omgezet in
een “urgentie” met hieraan gekoppeld een zoekprofiel van de woning. Het vakteam
VG meldt het besluit over de toekenning van de verhuiskostenvergoeding en de
“urgentie” in een B&W brief waarvoor u het vakteam hebt gemandateerd. Deze
procedure is in de praktijk erg praktisch gebleken maar in juridische zin niet
waterdicht, omdat op grond van de huisvestingsverordening Haaglanden de DTV het
adviesorgaan is bij het verlenen van urgenties. Het aantal urgenties dat op
deze wijze wordt toegekend is gemiddeld 50 per jaar.
Vanaf
1 juli 2002 gaat de indicatietaak van het vakteam VG over naar het RIO. Dit
betekent dat de procedure voor urgentieverlening moet worden gewijzigd voor
mensen waarvoor een verhuiskostenvergoeding wordt geindiceerd en wel zodanig
dat deze ook in juridische zin in overeenstemming is met de beroep- en
bezwaarschriftenprocedure. Met het vakteam VG en de corporaties is de volgende
procedure afgesproken. De indicatieadviezen van het RIO worden behandeld door
het vakteam VG. Als het gaat om een indicatie “vergoeding verhuiskosten” dan
zendt het vakteam VG het advies (incl. advies over het zoekprofiel van de
woning) in tienvoud aan het secretariaat van de DTV. De DTV stelt vervolgens
zelf een advies op. Via de gebruikelijke B&W brief wordt betrokkene over
het besluit op de urgentieaanvraag geinformeerd. Indien betrokkene het niet
eens met het besluit kan deze via de gebruikelijke kanalen een bezwaarschrift
indienen.
Invoeren leges.
Het
invoeren van leges voor het aanvragen van een urgentie is niet iets nieuws. Bij
veel gemeenten is dat gebruikelijk. Zelfs de Raad van State heft leges om
burgers toegang te verlenen tot een bezwarenprocedure. Met uitzondering van
Zoetermeer heffen alle gemeenten in Haaglanden leges voor het aanvragen van een
urgentie. Zoetermeer geeft overigens aan het heffen van leges te overwegen. De
effecten van het invoeren van leges zijn groot. Het aantal aanvragen loopt
aanmerkelijk terug. Den Haag meldde dat na het invoeren van leges het aantal
aanvragen met 50% is afgenomen.
Deze
ervaringen geven aan dat het heffen van leges een effectief instrument is om
het aantal aanvragen terug te brengen. Daarmee wordt voorkomen dat de procedure
verstopt raakt voor de potentieel echte urgenten. Aanvragers worden immers
gedwongen vooraf zelf een afweging te maken. Als wordt uitgegaan van het aantal
aanvragen dat de eerste vier maanden van dit jaar is binnengekomen, zal het
aantal aanvragen in 2002 ruim 400 bedragen. In 2001 was het aantal aanvragen
325.
De
hoogte van het legesbedrag binnen Haaglanden varieert per gemeente. Deze is het
laagst in Wassenaar, € 35,55 en het hoogst in Den Haag, € 58,85. De leges
worden geind op het moment dat de urgentie wordt aangevraagd. Als in Delft
leges worden ingevoerd voor het aanvragen van een urgentie lijkt het tarief van
€ 40.- redelijk, gelet op de tarieven die elders binnen Haaglanden voor deze
dienst worden gerekend.
Aan
WVG geindiceerden voor een verhuiskostenvergoeding kan geen leges worden
gevraagd omdat de WVG een algemene voorziening is gericht op het verstrekken
van voorzieningen aan gehandicapten en niet primair gericht is op het
verkrijgen van urgentie voor woonruimte.
Regeling voor mensen met lage inkomens.
Uit de
informatie die van gemeenten in Haaglanden is verkregen komt naar voren dat
geen enkele gemeente een specifieke teruggaafregeling kent voor gehele of
gedeeltelijke teruggaaf van leges op urgentieaanvragen. Wel bestaat voor de
mensen met de laagste inkomens bij deze gemeenten de mogelijkheid om een beroep
te doen op bijzondere bijstand. Voorwaarde is dan wel dat het moet gaan om
“noodzakelijke” kosten. Dit betekent dat in de praktijk teruggaaf alleen
mogelijk is als een urgentie wordt toegekend. De overweging om hier niet
ruimhartiger mee om te gaan is het principe dat een drempel een drempel moet
zijn voor iedereen. Een ruimhartiger vrijstellingsregeling neemt het effect van
de financiele drempel weg.
Bij
invoering van de leges moet over de uitvoering van de teruggaveregeling
afspraken worden gemaakt met het vakteam Beleid en projecten
Verdeling inkomsten leges.
Uitgaande van van 350 aanvragen per
jaar en een tarief van € 40.- is de opbrengst € 14.000.- per jaar. Zowel
corporaties als gemeente hebben te maken met een kostenstijging in het
afhandelen van urgentieaanvragen.
Door een noodzakelijke wijziging in de
procedure voor WVG geindiceerden met een verhuiskostenvergoeding neemt de DTV
een taak over van de gemeente. Dit betekent extra belasting voor het
secretariaat en extra tijd voor de leden van de DTV, die de WVG adviezen moeten
beoordelen en toetsen aan de urgentiecriteria. Daarnaast is er de
taakverzwaring bij het secretariaat in verband met de gewijzigde procedure
rondom GGD adviezen.
Voor de gemeente geldt dat sinds 1
juli 2001 de advieskosten van de GGD aanzienlijk zijn toegenomen. In 1999 was
hiervoor begroot een bedrag van € 4.540.-. De jaarlijkse kosten zijn voor 2002
begroot op € 13.700.-. daarnaast zal
uit de legesopbrengst ook de teruggave via de bijzondere bijstand moeten worden
bekostigd. Hiervan is vooralsnog geen raming te maken. De praktijk zal dit
moeten uitwijzen.
Zowel corporaties als gemeente hebben
te maken met flinke kostenstijgingen. Bij de corporatie zit het in het extra
beschikbaar stellen van capaciteit (personeel). Bij de gemeente gaat het om een
stijging van het
aantal adviesuren en een stijging van
het uurtarief. Op grond hiervan is het redelijk om de legesinkomsten voor
urgentieaanvragen gelijkelijk te verdelen, 50% voor elke partij. De corporaties
zijn hiermee akkoord.
Voorstel.
Resumerend
adviseer ik u de raad voor te stellen: