Inhoudsopgave

 

 

 

1. Inleiding                                                                                                                2

 

 

2. Aanleiding                                                                                                             3

 

2.1  Landelijke discussie: Wet WOZ centraal of decentraal uitvoeren                       3

2.2 Evaluatie vorige herwaarderingsronde vakteam Belastingen                             3

 

 

3. ‘Bepalen op eigen kracht’                                                                                     4

 

3.1   Voorwaarden en benodigdheden                                                                       4

3.1.1          Objectkenmerkeninventarisatie                                                                         4

3.1.2          Kadastrale objectafbakening                                                                             5

3.1.3          Bouwstromen                                                                                                  5

 

3.2   Automatisering en uitlevering gegevens                                                            5

3.2.1          Uitlevering van gegevens                                                                                  5

3.2.2          Automatisering                                                                                                5

 

3.3   Organisatie                                                                                                         6

3.3.1          Uitvoering                                                                                                       6

3.3.2          Minimaal benodigde bezetting                                                                           6

 

 

4. Vergelijking huidige kosten - toekomstige kosten                                                 7

 

4.1   Uitgaven vorig tijdvak 2001-2004 (prijspijl 1999)                                                  7

4.2   Budget en kredietaanvraag tijdvak 2005-2008 (prijspijl 2003)                              8

4.3   Meerjarenbegroting 2002-2005: budget en krediet                                              9

4.4   Mogelijke kostenbesparing                                                                                 9

4.5   De financiële voordelen van het in eigen beheer gaan uitvoeren

ten opzichte van het uitbesteden                                                                        10                                           

 

5. Voorstel                                                                                                                 11

 

 

 

 


 

1.         Inleiding         

 

Naar aanleiding van de vorige herwaarderingsronde, de landelijke discussie door wie de Wet WOZ (waardering onroerende zaken) uitgevoerd moet worden: centraal of decentraal, wordt in deze notitie voorgesteld de WOZ-werkzaamheden op een zelfstandige wijze uit te voeren.

 

Het op zelfstandige wijze uitvoeren van de WOZ-werkzaamheden, waarbij ‘op eigen kracht meer procesmatig werken’ het speerpunt is, betekent een minimale inhuur van externe bureaus en daardoor lagere uitvoeringskosten.

 

In deze notitie is eerst de aanleiding tot het procesmatig werken beschreven om vervolgens meer in detail in te gaan op de nieuwe werkwijze van de WOZ-werkzaamheden en welke financiële en organisatorische consequenties dit heeft.

 


2.         De aanleiding

 

Zowel de landelijke politiek als de evaluatie van het vakteam Belastingen zelf over de herwaarderingsronde geven aanleiding om de wijze waarop de Wet WOZ in Delft wordt uitgevoerd onder de loep te nemen.

 

2.1  Landelijke discussie: Wet WOZ centraal of decentraal uitvoeren

 

Eind 2000 is een landelijke discussie op gang gekomen om de uitvoering van de Wet WOZ door de Belastingdienst uit te laten voeren in plaats van de gemeenten. De belangrijkste reden hiervoor waren de hoge kosten die de uitvoering door de gemeenten met zich meebrengen.

 

Uiteindelijk is besloten de uitvoering bij de gemeenten te houden, waarbij als voorwaarde is gesteld dat de gemeenten de kosten aanzienlijk moeten terugbrengen. Dit betekent dat de gemeenten gezamenlijk de totale herwaardering voor € 108.907.250,- moeten uitvoeren i.p.v € 122.520.660,-. Dit betekent dat de waardebepaling per object voor € 13,61 (bedrag per jaar) uitgevoerd moet worden. Dit brengt een financieel risico met zich mee als de herwaardering op de huidige wijze zou worden uitgevoerd.

 

2.2   Evaluatie vorige herwaarderingsronde vakteam Belastingen  

 

Binnen het vakteam Belastingen is tijdens de voorbereiding van de vorige herwaarderingsronde (prijspijl 1999; tijdvak 2001-2004) de discussie op gang gekomen om minder gebruik te maken van externe bureaus. De voornaamste redenen zijn de afhankelijkheidspositie, hoge kosten voor en na de peildatum, en tegenvallende prestaties op onderdelen van de herwaardering. Daarnaast wordt er door het vakteam minimale kennis opgebouwd m.b.t. de uitvoering van de Wet WOZ en blijft zij afhankelijk van externen.

 

Nadelen algehele uitbesteding

·         vergaarde kennis van ingehuurde externen vergaat na afloop van het project;

·         afhankelijkheid van de kwaliteit van de mensen welke werkzaam zijn voor de externe bureaus;

·         capaciteitsproblemen bij de externe bureaus, dit omdat landelijk dezelfde waardepeildatum wordt gehanteerd;

·         het inwerken en ondersteunen van ingehuurde externen heeft veel kostbare tijd in beslag genomen en tot extreem hoge uitgaven geleid.

 

Gelet op het belang van de afnemers van de gegevens (Belastingdienst en Hoogheemraadschap) geldt voor iedere gemeente dat de uitvoering beter en goedkoper uitgevoerd moet worden. De afnemers hebben recht op kwalitatief goede producten omdat zij voor een gedeelte (55 %) bijdragen aan de totale WOZ-kosten.

 

Om de Wet WOZ goedkoper en kwalitatief beter uit te voeren stelt het vakteam Belastingen voor alle werkzaamheden meer procesmatig uit te voeren. Dit betekent dat door het vakteam zelf meer werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Hiervoor is meer personeel en ondersteuning van een taxatieapplicatie benodigd. Daarnaast zal de Gemeente Delft voor bepaalde onderdelen gaan samenwerken met andere gemeenten binnen de regio en met andere vakteams binnen de organisatie. Op dit moment zijn veel gemeenten op verschillende vlakken met elkaar in gesprek om de onderlinge samenwerking te bevorderen. Voorbeelden hiervan zijn: centralisering van bijzondere taxaties (zoals objecten Nederlandse Spoorwegen, Technische Universiteit, Ziekenhuizen en motorbrandstofpunten) en de procesverbetering- en beschrijving van de WOZ-werkzaamheden.

 

3.       ‘Bepalen op eigen kracht’

 

Het uitvoeren van de WOZ- werkzaamheden van het huidige tijdvak 2001-2004 (prijspijl 1999) verlopen op een volledige projectmatige wijze, hetgeen een landelijk beeld is. Deze projectmatige werkwijze houdt in dat de objectkenmerkeninventarisatie, het merendeel van de taxaties en de afhandeling van waardebezwaren door externe bureaus worden uitgevoerd. De administratieve handelingen, zoals onder meer objectmutaties, afspraken maken voor taxateurs, waardemutaties en de coördinatie tussen de externe bureaus en het vakteam Belastingen worden door het vakteam zelf uitgevoerd.  

 

‘Op eigen kracht’ meer procesmatig werken betekent een toename van werkzaamheden binnen het vakteam met als doel een verbetering van de taxaties, meer kennis en ervaring en dus minder afhankelijkheid van externe bureaus en meer spreiding in de werkzaamheden. Door de werkzaamheden zelf uit te voeren krijgt de gemeente meer inzicht in de kwaliteit en voortgang van de herwaardering binnen Delft.

 

 

3.1       Voorwaarden en benodigdheden

 

Om zelf het merendeel van de taxaties, inventarisaties en het afhandelen van waardebezwaren uit te voeren is het volgende benodigd:

·         een nieuw taxatiesysteem voor modelmatige waardebepaling en GIS ontwikkelingen ;

·         uitbreiding van de bestaande formatie in de functies van met name technisch consulenten en taxateurs;

·         alle WOZ werkzaamheden (m.u.v taxatie bijzondere objecten en incourante niet-woningen) moeten binnen het vakteam uitgevoerd en aangestuurd worden;

·         het hoofd Belastingen zal de werkzaamheden van project naar proces in goede banen moeten leiden en moet ervoor zorgen dat de WOZ-werkzaamheden binnen het vakteam zijn ingebed, waardoor uiteindelijk de teamleiders zelf de werkzaamheden coördineren, controleren en aansturen;

·         goede samenwerking/afstemming tussen BTM en Belastingen en GEO en Belastingen m.b.t. respectievelijk bouwvergunningen en kadastrale mutaties en GIS-achtige ontwikkelingen;

·         samenwerking, kennis en ervaring delen met overige gemeenten.

Deze werkwijze zal ertoe leiden dat de WOZ- kosten afnemen en de kwaliteit van de waardebepaling verhoogt. Daarnaast blijft alle vergaarde kennis binnen de gemeente.

 

Ondanks de wens om alle WOZ- werkzaamheden procesmatig te laten verlopen, zijn er nog een 3-tal aandachtspunten welke op een projectmatige wijze (binnen het vakteam) opgelost moeten worden. Dit betreffen:

1.       verbetering van de objectkenmerkeninventarisatie (2 maanden werk);

2.       kadastrale objectafbakening (3 maanden werk);

3.       verfijning van bouwstromen (3 maanden werk).

 

3.1.1.    Objectkenmerkeninventarisatie

In de waarderingsinstructie 2003 (zie bijlage 1) is aangegeven welke objectkenmerken minimaal voor elk WOZ- object geregistreerd moeten worden en welke motivering van individuele afwijkingen van de bepaalde waarde noodzakelijk zijn. Deze objectkenmerken moeten zijn opgenomen in het taxatiesysteem. Verplichte objectkenmerken zijn ondermeer: hoofdsoortcodes, bouwjaren, inhouden, oppervlakten, deelobjectcodes e.d. Uit de reeds ingekomen bezwaarschriften is geconstateerd dat de objectinventarisatie niet geheel naar behoren is uitgevoerd en nog een verdere verdiepingsslag behoeft. Hiervoor dient nog eenmalig een intern project te worden opgestart, om vervolgens ook dit procesmatig voort te kunnen zetten.

 

3.1.2     Kadastrale objectafbakening

De kadastrale objectafbakening is één van de meest onderschatte activiteiten. Vooral de afbakening van objecten met een gebouwd en een ongebouwd deel is complex door de eisen die de waterschappen aan de kadastrale afbakening stellen. De mutatieverwerking van de kadastrale gegevens dienen actueel te zijn. Echter door automatisering en formatieproblemen is hier een achterstand in ontstaan. Om deze achterstanden in te lopen dient hiervoor nog een intern project te worden opgestart, om vervolgens ook dit procesmatig voort te kunnen zetten. Op dit moment zijn er binnen de Gemeente Delft diverse projecten gaande welke bijdragen aan een automatisering en digitalisering van de kadastrale gegevens. Verwacht wordt dat voor het eind van dit jaar de implementatie hiervan een feit zal zijn.

 

3.1.3     Bouwstromen

Uit de reeds ingekomen bezwaarschriften is gebleken dat de bouwstromen verder verfijnd moeten worden. Het komt te vaak voor dat objecten met verkeerde referenties worden vergeleken. Door een verfijning van de bouwstromen (dit betekent meer bouwstromen) worden de objecten met de juiste referenties vergeleken. Dit vergroot de kwaliteit en vermindert het aantal bezwaarschriften. Aan de bouwstromen moet de Permanente Markt Analyse (PMA)  gekoppeld worden. Door het consequent bijhouden van de marktgegevens bestaat de mogelijkheid om de herwaardering met een grotere periodiciteit (eventueel jaarlijks) uit te voeren.

 

 

3.2       Automatisering en uitlevering van gegevens

 

De kwaliteit, volledigheid en juistheid van gegevens zijn van essentieel belang om de Wet WOZ uit te voeren. Zonder deze basisgegevens is een juiste waardebepaling niet mogelijk.

 

3.2.1     Uitlevering van gegevens

De afnemers (Belastingdienst en Hoogheemraadschap) van deze WOZ- gegevens stellen hoge eisen aan een juiste WOZ- registratie.

De Gemeente Delft heeft groot belang bij een juiste levering van de WOZ- registratie aan de afnemers. Op een later tijdstip zal waarschijnlijk de minister van financiën gaan inventariseren of alle gemeenten kwalitatief en kwantitatief een goed product hebben geleverd en dit tegen beperkte kosten (€ 13,61 per object per jaar).

 

3.2.2     Automatisering

Om deze gegevens goed en doelmatig te beheren is een applicatie nodig die alle functionaliteiten bezit ter ondersteuning van dit plan. Om geen grote achterstanden op te lopen die projectmatig opgelost moeten worden, is het noodzakelijk dat de applicatie op korte termijn wordt aangeschaft en geïmplementeerd. Met deze applicatie moet modelmatige waardebepaling te realiseren zijn.

 

Daarnaast zijn de koppelingen tussen KAD+ (kadastrale gegevens) en GH+2.1 (belastingensysteem) en BWT+ (bouwvergunningen) en GH+2.1 nodig om de kadastrale mutaties en bouwmutatie geautomatiseerd door te voeren in het belastingensysteem. Momenteel zijn beide projecten gestart om dit te realiseren. Deze koppelingen zorgen ervoor dat binnen het vakteam Belastingen minder handmatige mutaties verwerkt moeten worden.  

 

De kwaliteit van de WOZ- gegevens die de Gemeente Delft nu heeft met betrekking tot objecten, marktgegevens en de kadastrale percelen is nog niet geheel op het niveau dat nodig is voor een zorgvuldige en doelmatige uitvoering van de Wet WOZ. Hiervoor moet eerst een inhaalslag gemaakt worden voordat deze gegevens structureel verwerkt kunnen worden.

 

3.3       Organisatie

 

Een goede WOZ registratie geeft organisatorische aanpassingen, zoals formatie-uitbreiding en taakverbreding van de consulenten. Naast het wegwerken van achterstanden en het kwalitatief bijhouden van de WOZ- registratie is het van belang de WOZ- werkzaamheden beter te structureren binnen de gemeentelijk organisatie.

 

3.3.1          Uitvoering

Voor de uitvoering van de WOZ-werkzaamheden is een aantal hoofdprocessen te onderscheiden met bijbehorende subprocessen:

1.       Beheer WOZ-gegevens:

2.       Vervaardiging WOZ-beschikkingen en taxatieverslagen (uitvoering door consulent).

3.       Behandeling bezwaar-en beroepschriften (uitvoering m.n. door taxateur en fiscaal-juridisch consulent en consulenten).

4.       Levering waardegegevens (uitvoering m.n. door applicatiebeheerder en consulent gegevensbeheer).

5.       Periodieke herwaardering (uitvoering m.n. door taxateur).

 

De hieruit voortvloeiende administratieve en management werkzaamheden dienen door respectievelijk de huidige consulenten en hoofden uitgevoerd te worden.

 

3.3.2     Minimaal benodigde bezetting:

Om de WOZ werkzaamheden zelfstandig uit te voeren zijn minimaal nodig:

·         3 consulenten

·         0,5  hoofd/teamleider en managementondersteuning

·         1 consulent gegevensbeheer

·         0,5 applicatiebeheerder

·         2 technisch consulenten

·         4 taxateurs (woningen en niet – woningen )

Een deel van bovenstaande bezetting is door het huidige personeel op te vangen.

 

Om aan de minimale bezetting te voldoen ontstaan de volgende vacatures:

·         1 consulent

·         0,5 applicatiebeheerder

·         2 technisch consulenten

·         2 taxateurs

 

 


 

4.         Vergelijking huidige kosten - toekomstige kosten

 

Uit de afgelopen herwaarderingronde is gebleken dat door een te kleine formatie en beperkte kennis grotendeels alle WOZ- werkzaamheden zijn uitbesteed aan externe bureaus. Deze uitbesteding heeft forse uitgaven tot gevolg gehad. Voor elke herwaarderingsronde werd een krediet aangevraagd. In het vervolg worden alle WOZ werkzaamheden, m.u.v. de “bijzondere objecten”, door eigen medewerkers procesmatig uitgevoerd. Zoals reeds in hoofdstuk 3 aangegeven herstructurering van de uitvoering van de WOZ- werkzaamheden is hierdoor een noodzakelijk feit.

 

Gemeenten moeten de objecten kunnen waarderen voor €13,61 per object. De gemeente Delft heeft ongeveer 50.000 objecten. Dit betekent dat het vakteam Belastingen de herwaardering moet kunnen realiseren voor € 680.500,- per jaar (totaal herwaarderingronde; 5 jaar: € 3.402.500,-). Alle ‘meerkosten’ zijn niet verrekenbaar aan de afnemers van de WOZ-gegevens. De €13,61 per object is tot nog toe niet gerealiseerd. Dit is een landelijke tendens waarbij de aanloopkosten de voornaamste reden is voor de hoge uitgaven van gemeenten.

 

 

4.1       Uitgaven huidig tijdvak 2001-2004 (prijspijl 1999)

 

Voor de jaren 1997 tot en met 2001 heeft de herwaardering (herwaardering, 1998 t/m 2001) in Delft 5 miljoen euro gekost.

 

Periode

Bruto uitgaven gemeente Delft           

Verrekening afnemers

Netto uitgaven gemeente Delft

1997

(verrekening akkoord)

€ 780.502,-

€ 468.301,-

€ 312.201,-

 

1998

(verrekening akkoord)

 

€ 978.804,-

 

€ 587.192,-

 

€ 391.612,-

 

1999

(verrekening ter goedkeuring)

 

€ 1.315.963,-

 

€ 726.048,-

 

€ 589.915,-

 

2000

(verrekening ter goedkeuring)

 

€ 1.075.913,-

 

€ 645.275,-

 

€ 430.638,-

 

2001

(verrekening nog nader te bepalen)

 

€ 862.182,- + nog nader te bepalen kosten inhuur derden

 

€ 517.309,- + nog nader te bepalen kosten inhuur derden

 

€ 344.873,- + kosten inhuur

 

 

 

 

Totaal

€ 5.013.364,-

€ 2.944.125,-

€ 2.069.239,-

 

Bovenstaande kosten komen ruim boven (€ 1,6 miljoen euro) de kosten die gemeenten in de volgende herwaarderingsronde zouden mogen maken. Voor bovenstaande kosten die gemiddeld 1 miljoen euro per jaar zijn, zouden de kosten  (totaal 50.000,-) komen op € 20,- per object.

 


 

4.2       Kostenraming volgend tijdvak 2005-2008 (prijspijl 2003)

 

Gelet op de in deze rapportage genoemde activiteiten en uitbreiding van de bestaande bezetting dient in het vervolg rekening te worden gehouden met een verhoging van het bestaande budget en een verlaging van de kredietaanvragen. Aangezien reeds voor het volgend tijdvak werkzaamheden moeten worden uitgevoerd zijn de kosten vanaf 2002 meegenomen. De kosten zijn voor de komende 5 jaar berekend en afgezet tegen de kosten die in de periode 1997 t/m 2001 zijn gemaakt.

 

Budget

·         Salariskosten (maximum a.d.h.v. zomernota 2002 + inflatie 5,75%)

Functie+ aantal

2002

2003

2004

2005

2006

totaal

3 Consulenten (schaal 6)

 

€ 103.665

€ 109.626

€ 115.929

€ 122.595

€ 129.644

€ 581.459

1 Consulent gegevensbeheer (schaal 8)

€ 43.254

€ 45.741

€ 48.371

€ 51.153

€ 54.094

€ 242.613

 

2 Technisch consulent

(schaal 8)

 

€ 86.508

 

€ 91.482

 

€ 96.742

 

€ 102.305

 

€ 108.186

 

€ 485.224

 

4 Taxateur (schaal 9)

 

€ 195.688

 

€ 206.940

 

€ 218.839

 

€ 231.422

 

€ 244.729

 

€ 1.097.619

 

0,5 applicatie-beheerder

(schaal 8)

 

€ 21.627

 

€ 22.871

 

€ 24.186

 

€ 25.576

 

€ 27.047

 

€ 121.306

 

0,5 hoofd

(schaal 13)

 

€ 38.238

 

 

 

 

 

€ 38.238

 

2* 0,5 teamleider (schaal 9)

 

 

€ 51.735

 

€ 54.710

 

€ 57.856

 

€ 61.183

 

€ 225.484

Totaal in euro

€ 488.980

€ 528.395

€ 558.777

€ 590.907

€ 624.883

€ 2.791.942

Functies zijn nog onder herwaardering

 

·         Inhuur externen

Inhuur rond peildatum 2003

Tarief

Aantal uren

Kosten verdelen over 2002-2003

Taxateur woningen

(10% referenties: 200* 0,9 uur)

€ 65,-

180

    € 11.700,-

Taxateur niet-woningen

(10% referenties: 50*1,25 uur)

€ 70,-

  63

      4.410,-

Taxateur incourant

(500x gem. 1,5uur)

€ 90,-

 750

    € 67.500,-

Taxateur bijzondere objecten (21+ (TU:50) * gem. 8,5 uur)

€ 110,-

 604

    € 66.440,-

 

Totaal in euro

 

 

 

 

€ 150.050,-

 


 

 

Inhaalslag + applicatie

Salaris/ kosten

Aantal maanden

budget 2002

Objectinventarisatie

€ 43.254

3

€ 10.814,-

Kadastrale objectafbakening

€ 43.254

2

   7.209,-

Verfijning bouwstromen

€ 43.254

3

€10.814,-

WOZ-applicatie + diensten

 

 

€ 75.000,- + € 10.000,-

 

Totaal in euro

 

 

 

 

€ 113.837,-

 

 

4.3       Meerjarenbegroting 2002-2006 budget en krediet

 

 

2002

2003

2004

2005

2006

Totaal her-waardering

 

Salariskosten

 

 

€ 488.980

 

€ 528.395

 

€ 558.777

 

€ 590.907

 

€ 624.883

 

€ 2.791.942

Onderhoud applicatie

 

    27.000

    27.000

     27.000

€ 27.000

     108.000

Alg. WOZ-kosten (begroting 2002)

   80.000

  80.000

   80.000

   80.000

€ 80.000

    400.000

 

Inhuur derden (€150.050,- voor 2002-2003)

 

 

   75.025

 

   75.025

 

 

 

 

    150.050

Inhaalslag

 

   28.837

 

 

 

 

     28.837

Applicatie

+ diensten

kapitaallasten:

afschrijving: € 21.250

rente (7%): € 5.950

   75.000

   10.000

   13.400

(1ste jaar de helft)

 

 

 

€ 27.200

 

 

 

€ 27.200

 

 

€ 27.200

 

     85.000

 

     95.000

Inhuur bezwaar-afhandeling

 

 

 

 

€ 50.000

     50.000

 

Totaal

 

€ 771.242

 

€ 737.620

 

€ 692.977

 

€ 725.107

 

€ 781.883

 

€ 3.708.829

 

Op basis van bovenstaande geraamde kosten zouden de kosten voor de herwaardering voor 5 jaren, uitgaande van 50.000 objecten in Delft, neerkomen op € 14,84 per object.

 

4.4       Mogelijke kostenbesparing

 

Een eerste besparing is te realiseren door ‘van krediet naar budget’ over te gaan. De kapitaallasten van afgelopen jaren (rente + afschrijving) voor de kredieten zijn € 100.000,- per jaar (= netto € 40.000,-).

 

Daarnaast moet de nieuwe werkwijze van het vakteam Belastingen voor de nodige besparingen leiden ten opzichte van de jaren 1997 tot en met 2001. Wat deze werkelijke besparing zal zijn is nog niet te overzien. Ondanks dat de verwachte kosten voor 2002 tot en met 2006 in bovenstaande schema’s is weergegeven moeten we rekening houden met meerkosten omdat een nieuwe werkwijze ook onvoorziene kosten met zich mee kan brengen.

 

Als de wetswijziging er door komt dat gemeenten haar herwaardering voor € 13,61 per object moeten uitvoeren, zijn de ‘meerkosten’ niet verrekenbaar naar haar afnemers. Met dit gegeven moet rekening worden gehouden en reserves worden opgenomen in de begroting.

 

De in deze nota voorgestelde werkwijze en wijze van budgettering wordt nog samen met het vakteam Financiën uitgewerkt (mei 2002).

 

 

4.5       De financiële voordelen van het in eigen beheer gaan uitvoeren ten opzichte van het uitbesteden

 

Uit het bijgevoegde overzicht blijkt dat het in eigen beheer uitvoeren van de werkzaamheden over een periode van 4 jaar een budgettair voordeel oplevert van €  470.586 ten opzichte van het uitbesteden.

Voor de vergelijking van de financiële voordelen is overigens uitgegaan van het reeds aangevraagde en in het meerjarig investeringsplan 2002-2005 opgenomen krediet WOZ-herwaardering 2003 ad € 1.708.500.

 

Een echt zuivere vergelijking kan dit niet genoemd worden aangezien de aanname van de totale kredietsom is gebaseerd op de gegevens die ten tijde van de aanvraag van het krediet bekend waren.

Derhalve is bij de aanvraag van het krediet destijds enerzijds nog geen rekening gehouden met de doorberekening van indirecte kosten ( over 4 jaar: € 600.000) en anderzijds loon- en prijsontwikkelingen tussen 2001 en 2003).

 

Het feitelijke financiële voordeel zal derhalve nog groter zijn dan de in de bijlage genoemde € 470.586.

 

Overigens is in overleg met Financiën en de sectorcontroller afgesproken dat aan uw college het besluit zal worden gevraagd om het eenmalige tekort in de explotatie voor 2002 weg te zetten in een voorziening uitvoering WOZ-2003. Het eenmalige tekort kan dan in de jaren na 2002 worden weggewerkt door de te verwachten meevallers.

Voordelen van het kiezen van deze constructie is dat het tekort in 2002 niet drukt op de jaarrekening en dat indien er zich onverhoopte mee- en of tegenvallers zich voordoen deze kunnen worden opgevangen binnen deze voorziening.

           

Toelichting op de tabel: doorberekening van personeelslasten

In geval van een personeelsuitbreiding worden aan ieder vakteam werkplekgerelateerde en werknemersgerelateerde indirecte kosten doorberekend die ontstaan ten gevolge van deze personeelsuitbreiding.

 

In de bijgevoegde berekening is voor 2002 rekening gehouden met de doorberekening van deze kosten vanaf het moment dat de uitbreiding van het vakteam Belastingen formeel wordt , te weten 1 juli 2002 (50 %).

 

Aangezien de verwachting is dat zowel de feitelijke vervulling als de realisatie van de uitbreiding van de huisvesting nog even op zich zal laten wachten zal het werkelijke financiële plaatje over 2002 een gunstiger beeld geven dan in het bijgevoegde overzicht is aangegeven.

 

 

           

5.  Voorstel

 

Het vakteam Belastingen vraagt in te stemmen met:

·         De werving van de volgende functies:

- 1 consulent met functieschaal 6 (functie staat ter waardering)

- 2 technisch consulenten met functieschaal 8

- 2 taxateurs met functieschaal 9 (functie staat ter waardering)

- 0,5 applicatiebeheerder met functieschaal 8 (functie staat ter waardering)

·         Het werken met jaarlijkse budgetten (i.p.v. kredietaanvragen) d.m.v het omzetten van de kapitaallastenbudgetten op de gewone dienst naar personeel- en werkbudgetten

·         De aanschaf van de benodigde hard -en software

·         Het instellen van een voorziening “Egalisatie uitvoeringskosten Wet WOZ (Waardering onroerende zaken)

·         Het wijzigen van de gemeentebegroting 2002 in overeenstemming met deze notitie

·         Het verwerken van de financiële onderbouwing in de zomernota 2003-2006 en de gemeentebegroting 2003-2006

·         De verantwoording van budgetten en voortgang werkzaamheden herwaardering 2003 in de vorm van een nota voor te leggen aan het college van B&W in januari 2003.