Stuk 185 I

02/034315                                                                                           Delft, 15 november 2002.

 

Onderwerp:       Initiatiefvoorstel van de fracties van Groen Links

en Stadsbelangen-Delft inzake de behandeling

van de Zomernota

 

 

 

Aan de gemeenteraad,                                                 

 

Geachte dames en heren,

 

Voorstel

Wij stellen u voor –gehoord de commissie Middelen en Bestuur- in te stemmen met de onderstaande werkwijze:

 

1.       Het woord is aan de burger

In de maand maart/april wordt een openbare bijeenkomst (bijeenkomsten) gehouden waarin burgers kunnen aangeven wat hun ideeën zijn. In deze periode hebben burgers ook de mogelijkheid om schriftelijk of digitaal voorstellen in te dienen.

(input voor college en fracties voor de Zomernota)

 

2.       Het college stelt de Zomernota in concept vast (mei/juni).
Hierna verzending van de Zomernota naar de fracties (voor het zomerreces)

________________________________________________________________________

zomerreces

________________________________________________________________________

 

3.       Bijeenkomst voor fracties waarop technisch-informatieve vragen gesteld en beantwoord worden.

 

4.       Fracties hebben de gelegenheid tot het stellen van schriftelijke vragen.

(maximaal 15 vragen per fractie; liefst minder)

 

5.       Beantwoording van de schriftelijke vragen door het college.

 

6.       Fracties dienen hun Algemene Beschouwing (1e termijn) schriftelijk in.

 

7.       Openbare avond waarin de fracties door een (extern) gespreksleider kritisch worden ondervraagd over  hun ingediende Algemene Beschouwing.

 

8.       Het college antwoordt schriftelijk op de ingediende Algemene Beschouwingen.

 

9.       Raadsvergadering 1e avond (bij voorkeur op de donderdag).

-          fracties starten met mondelinge 2e termijn (ruimte voor debat)

-          indienen moties/amendementen

 

10.   Raadsvergadering 2e avond (op de dinsdag daaropvolgend).

-          mondelinge 2e termijn + reacties op ingediende moties en amendementen door het college

-          stemmingen over moties en amendementen

-          stemming over Zomernota

 

Toelichting op het voorstel

 

Inleiding         

De behandeling van de Zomernota 2003-2006 heeft bij de fracties van Groen Links en  Stadsbelangen-Delft er toe geleid deze ter discussie te stellen en te komen met een initiatiefvoorstel. 

 

De huidige procedure die tot nu toe werd gevolgd, had meer weg van een leesestafette, waarbij het overgrote deel van de gemeenteraad als figurant fungeerde. Van een echt debat is nauwelijks sprake. Daarnaast de tweede avond waarbij, gezien het tijdsbestek van één dag die tussen de beide avonden zat, de noodzakelijke beoordelingen over de inbreng van andere fracties, de beantwoording van het college in eerste termijn, de moties en amendementen voor de fracties vrijwel onmogelijk waren. Derhalve wederom geen debat. Over de moties en amendementen die worden ingediend is nauwelijks tijd om in te gaan op de vraag wat het aannemen of afwijzen van moties en amendementen voor consequenties hebben.

 

De door iedereen noodzakelijk geachte onderlinge discussies in de raad blijven uit. Dat is ook niet zo vreemd. Gezien de tijdsdruk is er ook vrijwel geen ruimte voor debat.  Daarnaast spreekt de behandeling van de zomernota burgers nauwelijks aan omdat zij bij het opstellen hiervan vrijwel of helemaal niet betrokken worden.

 

De jaarlijkse behandeling van de zomernota is een belangrijke gebeurtenis. Het gaat hier over het besturen van de stad. Het moet dus anders.

 

Doel initiatiefvoorstel

Doel van dit initiatiefvoorstel is om de procedure die leidt tot het vaststellen van de zomernota en de behandeling daarvan interessanter te maken voor zowel burgers als de gemeenteraad. In dit initiatiefvoorstel krijgen burgers en instanties de gelegenheid om voorstellen te doen die in de zomernota verwerkt zouden kunnen worden. Daarnaast zal de behandeling van de zomernota  voor raadsleden zelf spannender kunnen worden en wordt het debat gestimuleerd. Het kan dan echt ergens over gaan. Met dit initiatiefvoorstel wordt de kaderstellende rol van de raad in het hele proces van het opstellen van de zomernota duidelijker handen en voeten gegeven.

 

 

Voorgestelde werkwijze

Onderstaand de volgorde zoals de behandeling van de zomernota wordt voorgesteld.

 

1. Het woord is aan de burger

Om burgers meer te betrekken bij de zomernota wordt voorgesteld in maart en/of april een openbare bijeenkomst of meerdere bijeenkomsten te houden waarin burgers kunnen aangeven wat hun ideeën zijn. In principe zonder voorwaarden vooraf.  Bij meerdere bijeenkomsten zou gedacht kunnen worden om uit te gaan van de wijkindeling. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om thematische bijeenkomsten te organiseren waarbij ook relevante instanties uitgenodigd zouden kunnen worden. Mogelijk zouden deze bijeenkomsten gezien kunnen worden als een commissie Extern.

 

Daarnaast hebben burgers in deze periode de mogelijkheid om schriftelijke of digitaal voorstellen in te dienen.

 

Het doel van deze bijeenkomst(en) en de schriftelijke of digitale voorstellen is dat burgers/instanties input kunnen leveren voor de zomernota. In het latere traject kunnen fracties hierop terugkomen wanneer blijkt dat ideeën door het college wel of niet verwerkt zijn in de zomernota. De burger wordt dus direct betrokken bij de zomernota. 

 

2. Het college stelt de Zomernota in concept vast (mei/juni).

Na de openbare bijeenkomst(en) stelt het college de concept zomernota vast en verstuurt deze voor het zomerreces naar de raad.

 

3. Bijeenkomst voor fracties waarop technisch-informatieve vragen gesteld en 

    beantwoord worden

Voorgesteld wordt om na het zomerreces een avond te houden waarbij de fracties de gelegenheid hebben om technische vragen te stellen die dan ook direct beantwoord worden. Hiermee wordt beoogd de schriftelijke vragenronde te beperken. 

 

4. Fracties hebben de gelegenheid tot het stellen van schriftelijke vragen

Het gaat hier om vragen die van belang zijn voor de meningsvorming van de fracties. Het stellen van deze vragen zou beperkt kunnen worden tot maximaal 15 vragen per fractie (liefst minder).

 

5. Beantwoording van de schriftelijke vragen door het college

Spreekt voor zich.

 

6. Fracties dienen hun Algemene Beschouwing (1e termijn) schriftelijk in

De fracties dienen hun Algemene Beschouwing schriftelijk in bij het college. (1e termijn)

Het voordeel van deze procedure is dat zowel het college en de fracties, alsook  de burger kennis kunnen nemen van de meningen en standpunten van alle politieke partijen.

 

7. Openbare avond waarin de fracties door een (extern) gespreksleider kritisch worden

    ondervraagd over  hun ingediende Algemene Beschouwing

Voorgesteld wordt een openbare bijeenkomst te houden naar aanleiding van de ingediende Algemene Beschouwingen, waarbij de fracties door een objectieve gespreksleider kritisch ondervraagd worden over de ingediende Algemene Beschouwing. De fracties (alle raadsleden) hebben de gelegenheid hun standpunten nader toe te lichten. Geen avond voor debat, maar een uiteenzetting van standpunten en ideeën.

 

8. Het college antwoordt schriftelijk op de ingediende Algemene Beschouwingen

Het college geeft schriftelijk antwoord (1e termijn) op de schriftelijke 1e termijn van de fracties.

 

Note: Overwogen zou kunnen worden om de punten 7. en 8. om te draaien. Dus eerst antwoord college en vervolgens de openbare avond. 

 

9. Raadsvergadering 1e avond (bij voorkeur op de donderdag).

De fracties starten met hun 2e termijn en hebben de gelegenheid in debat te gaan met zowel het college als de andere fracties. Men kent immers elkaars standpunten. Daarnaast kunnen moties en/of amendementen worden ingediend. Voorgesteld wordt om deze avond op de donderdag te houden.  Hierdoor krijgen alle fracties en het college voldoende tijd zich te buigen over de ingediende moties en amendementen.  

 

10. Raadsvergadering 2e avond (op de dinsdag daaropvolgend)

Het college begint deze avond met hun 2e termijn en doet een uitspraak over de ingediende moties en amendementen. Ook deze avond biedt volop gelegenheid voor het debat. Na de 2e termijn van het college volgt de stemming over de moties en amendementen en over de zomernota zelf.  

 

Tenslotte

Met dit initiatiefvoorstel hopen de fracties van Groen Links en Stadsbelangen-Delft een aanzet te hebben gegeven voor een interessantere behandeling van de zomernota, die recht doet aan dit voor onze stad zo belangrijk document.

 

Hoogachtend,

 

 

A. Meuleman                                        ,fractievoorzitter Stadsbelangen-Delft

 

 

 

W. Bot                                                 , fractievoorzitter GroenLinks.

 

 


 


Stuk 185 II

02/034315

 

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het initiatiefvoorstel van de raadsfracties Stadsbelangen-Delft en GroenLinks inzake de behandeling van de Zomernota;

 

Overwegende:

a.                  dat de Zomernota een belangrijk vertrekpunt is van gemeentelijke beleidsprioriteiten en in gang te zetten beleidsontwikkelingen;

b.                  het belang dat gehecht moet worden aan betrokkenheid van de burger bij deze ontwikkelingen;

c.                  het belang dat de raad zijn kaderstellende rol zo goed mogelijk kan vervullen;

d.                  dat de behandeling van de zomernota beschouwd wordt als een jaarlijks

hoogtepunt in het politieke debat tussen de fracties in de raad en tussen de

raad en het college.

 

Met inachtneming van het advies van de commissie Middelen en Bestuur d.d. 10 december 2002,

 

gelet op artikel 35 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden  van de gemeenteraad van Delft;

 

b e s l u i t :

 

1.       In te stemmen met de in het initiatiefvoorstel beschreven werkwijze voor de totstandkoming en raadsbehandeling van de Zomernota.

2.       Vast te stellen dat deze werkwijze voor het eerst toegepast zal worden bij de Zomernota 2004-2008.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2002.

 

            , burgemeester

 

                                              , loco-secretaris.