Zoals toegezegd doen wij u
hierbij het advies en een nader advies van prof. mr. Inge van der Vlies
toekomen over de reikwijdte van artikel 15 Gemeentewet om dit eventueel te
betrekken bij de discussie over de ontwerpgedragscode voor de gemeenteraad.
Prof. Van der Vlies concludeert, kort samengevat,
dat een raadslid in ieder geval niet mag optreden als adviseur of gemachtigde
van een burger bij de behandeling van een geschil met de gemeente bij externe
instanties, dus bij de rechter en beroepsinstanties. Ook bij een externe,
onafhankelijke, Ombudscommissie, zoals wij deze in Delft kennen, is deze
bijstand niet toegestaan. Optreden als adviseur of gemachtigde bij
bezwaarcommissies is mede afhankelijk van de visie op de bezwaarprocedure en wordt
in hoge mate door de jurisprudentie bepaald.
In het kader van de discussie over een gedragscode
is het van belang dat professor Van der Vlies constateert dat over de wijze
waarop een raadslid zijn functie behoort te vervullen men van mening kan verschillen.
Naast de grenzen die wet en haar strekking stellen, kan daarbij de opvatting
van een politieke partij een rol spelen.
Zij komt dan ook tot de conclusie dat een
gedragscode ter aanvulling van de bepaling in artikel 15 Gemeente nuttig kan
zijn.
Daarnaast concludeert zij dat een gedragscode de
juiste plaats is om verder waarborgen ten aanzien van de zuiverheid van de
gemeentelijke verhoudingen op te nemen.
Gelet met name op deze laatste conclusie, die wij
onderschrijven, die mede betrekking heeft op de verhouding tussen de
verschillende organen binnen de gemeente, verhoudingen die nu bepaald worden
door het duale stelsel,
stellen wij u voor om de discussie over dit
onderwerp in een breder kader te voeren dan alleen over de gedragscode, maar
dit mee te nemen als thema in de te voeren discussie over de invulling vanhet
dualisme in onze gemeente die op dit moment in voorbereiding is
Met
vriendelijke groet,
Het college van burgemeester en wethouders,
,
burgemeester
,
secretaris