Bijlage 2
1.
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN.
In
het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten is artikel 11
gewijd aan de paragraaf over het weerstandsvermogen. De tekst van dat artikel
luidt:
Artikel 11 BBV.
1.
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie
tussen:
a. De
weerstandscapaciteit zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie
onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te
dekken;
b. Alle
risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële
betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
2.
De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen
bevat tenminste:
a. een
inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
b. een
inventarisatie van de risico’s;
c. het
beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s
1.1
uitwerking
Het
vakteam S&C verzorgt de uitwerking van deze paragraaf. De belangrijkste
elementen van de Delftse paragraaf weerstandsvermogen zijn de volgende:
·
Een
overzicht van de weerstandscapaciteit, in Delft bestaande uit de post
onvoorzien, de algemene reserve, specifieke langlopende voorzieningen om
risico’s op te vangen en een aanduiding van eventuele stille reserves. Verder
wordt de ontwikkeling in de reservepositie van het grondbedrijf apart benoemd.
·
De
inventarisatie van de risico’s die in zoverre uitgebreider is dan vorige jaren
dat daarin ook aandacht wordt besteed aan acties om de risico’s te beheersen.
Voorts wordt hier apart aandacht besteed aan risico’s met betrekking tot grote
stedelijke projecten;
·
Het
beleid inzake de relatie tussen weerstandscapaciteit en risico’s moet nog
grotendeels worden ontwikkeld. In dit kader zal op korte termijn een
inventarisatie plaatsvinden van de wijze waarop vermogenskosten en –opbrengsten in de Delftse
begroting zijn verwerkt en welke aanpassingen daarin eventueel wenselijk en
mogelijk zijn. Idealiter zullen de eerste vruchten daarvan in de eerste editie van de paragraaf
weerstandsvermogen worden meegenomen.
1.
De
paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat tenminste de
volgende kapitaalgoederen:
2.1
Uitwerking door het Ingenieursburo.
Gebouwen
Aandachtspunten
voor het onderwerp gebouwen zijn:
Het
berekend jaarlijks gemiddeld benodigd budget, om goed technisch beheer en
onderhoud van de gemeentelijke eigendommen uit te voeren, is hoger dan nu
beschikbaar. Het planmatig bouwkundig en installatietechnisch beheer en
onderhoud van alle gebouwen in gemeentelijk eigendom zal daardoor in hoofdlijn
beperkt worden tot:
-
het
uitvoeren van wettelijk verplichte werkzaamheden (keuringen)
-
het
voorkomen en verhelpen van onveilige situaties en
-
het
op incidentele technische indicatie voorkomen van gevolgschade
Gezocht
zal worden naar mogelijkheden om, wellicht op termijn, te komen tot toereikende
budgetten. Daarnaast zal gezocht worden naar verdere mogelijkheden om binnen de
kaders van de beperkte financiele ruimte het hoogstnoodzakelijke planmatig
onderhoud te doen uitvoeren.
Van
schoolgebouwen zijn de schoolbesturen juridisch eigenaar en heeft de gemeente
slechts het economisch claimrecht op het moment dat een schoolgebouw de
onderwijsbestemming blijvend verliest. De gemeente heeft wel de, wettelijke
vastgelegde, zorgplicht voor de huisvesting van het primair- en voortgezet
onderwijs. Dit is uitgewerkt in de “Verordening voorzieningen
onderwijshuisvesting gemeente Delft”. Het betreft hoofdzakelijk investeringen
in nieuwbouw, uitbreiding, aanpassing, renovatie, buitenkant onderhoud en
eerste inrichting.
Art.
14 van de Circulaire Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en
Gemeenten van 20 januari 2003 luidt:
“De
paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand
van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering.”
In
de Handreiking Duale Begroting van het Ministerie van BZK worden de
volgende onderwerpen aanbevolen:
3.1 Uitwerking door cluster Facilitair.
De bedrijfsvoeringfilosofie
In de Delftse paragraaf zal in dit kader verwezen
worden naar de uitgangspunten van NEON, waarbij de één-gemeente-gedachte heeft
geleid tot een centraal middelencluster. Het gemeentebrede personeelsbeleid
volgens de principes van MMC en het streven naar een gezamenlijke huisvesting
voor de gehele organisatie zijn meer concrete uitwerkingen van deze
bedrijfsvoeringfilosofie. Ook de keuze voor het INK-kwaliteitsmodel zal in dit
kader worden genoemd.
Programma’s
Voor de programmatische aspecten van Juridische
zaken, PenO en Financiën zal in de Delftse Paragraaf worden verwezen naar het
programma Bestuur, Middelen en Organisatie. In het programma Dienstverlening
zullen de programmatische aspecten van ICT (digitale dienstverlening) en
communicatie worden behandeld.
Tijdelijke onderwerpen
Voorbeelden van tijdelijke onderwerpen die in de
Delftse paragraaf zullen worden genoemd zijn: vervanging financieel systeem
Eagle en het BTW-Compensatiefonds.
Overige onderwerpen
Overige onderwerpen die in de Delftse paragraaf
zullen worden behandeld zijn: het INK kwaliteitsmodel, de gemeentelijke
huisvesting, het ICT-beheer, de informatievoorziening, het ziekteverzuim en de
Wet Poortwachter en de afspraken rondom Inkopen en Aanbesteden.
4. PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN.
De paragraaf betreffende verbonden partijen
bevat ten minste:
a.
de visie op de verbonden partijen in relatie tot
de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting;
b.
de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen.
4.1
Uitwerking door BPS.
Verbonden
partijen zijn derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke én
een financiële band heeft. Dat zijn deelnemingen (vennootschappen),
gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Uit deze definitie
vloeit voort dat niet hoeft te worden gerapporteerd over alle partijen waarmee
de gemeente op enigerlei verbonden is. Relaties waarbij alleen sprake is van
een financieel of een bestuurlijk belang vallen derhalve buiten het criterium.
Dat
deze relaties niet in deze paragraaf komen wil niet betekenen dat ze niet in de
begroting of de jaarstukken thuishoren, maar wellicht op een nadere plek worden
opgenomen. Zo is het denkbaar dat relaties in PPS-constructies, waarbij
aanzienlijke financiële risico’s bestaan, in de paragraaf Weerstandsvermogen
worden opgenomen.
Op
dit moment wordt gewerkt aan een overzicht van alle verbonden partijen en de
relevante informatie over deze partijen. Van elke partij worden in het kort het
doel van de relatie, de deelnemers, het bestuurlijk belang, het financieel
belang en mogelijke ontwikkelingen geschetst.
5.
PARAGRAAF GRONDBELEID.
Artikel 16 BBV.
De paragraaf betreffende
het grondbeleid bevat tenminste:
a.
een visie op het grondbeleid in relatie tot de
realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de
begroting;
b.
een aanduiding van de wijze waarop de provincie
onderscheidenlijk gemeente het grondbeleid uitvoert;
c.
een actuele prognose van de te verwachten
resultaten van de totale grondexploitatie;
d.
een onderbouwing van de geraamde winstneming;
e.
de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves
voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken.
4.1
Uitwerking door vakteam Grond.
Het vakteam heeft gemeld voor de opzet te volstaan
met de formele eisen die boven zijn beschreven. Momenteel worden alle
inspanningen gericht op tijdige realisatie van het Meerjarenprogramma Grond.
6.
PARAGRAAF FINANCIERING.
Artikel 13 BBV.
De paragraaf
betreffende financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien
van het risicobeheer van de financieringsportefeuille.
6.1
Uitwerking door vakteam S&C/TRM.
Het
is al te doen gebruikelijk dat de financieringszaken een vast onderdeel in de
begroting (Zomernota) en jaarrekening
(via de Treasuryparagraaf) vormen. De beleidskaders en organisatorische kaders
voor het treasurybeleid en de uitvoering daarvan zijn direct verbonden aan de
wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO), en het gemeentelijke
financieringsstatuut. De Gemeente Delft beschikt sinds 1998 over een
treasurystatuut. (In juni 2001 is voor het laatst een aangepaste
treasurystatuut door de gemeenteraad vastgesteld.) De opzet van de financieringsparagraaf
bij de programmabegroting kan voortbordurend op de lijn van de werkwijze van de
afgelopen jaren de volgende onderdelen bevatten:
Dit kan ook met diverse grafiekjes: bijv.
risicoportefeuille 2004-2023, samenstelling portefeuilles og/ug,
investeringsprogramma en financieringsbehoefte
7.
PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN.
Artikel 10 BBV.
De paragraaf
betreffende de lokale heffingen bevat tenminste:
a.
de geraamde inkomsten;
b.
het beleid ten aanzien van de lokale heffingen
c.
een overzicht op hoofdlijnen van de diverse
heffingen
d.
een aanduidige van de lokale lastendruk
e.
een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
7.1
Uitwerking door het vakteam Belastingen.
De voorgeschreven minimale punten (zie boven) zullen
worden vormgegeven.
Ten aanzien van de Reiniging
is het mogelijk om een meerjarig perspectief te geven over de ontwikkeling van
de tarieven. Vorig jaar is hierover een nota verschenen waarin een fasering is
gegeven naar het toegroeien naar 100% kostendekkendheid.
Ten aanzien van de Riolering
zal gebruik worden gemaakt van het geactualiseerde GRP.
Voor de overige lokale lasten
zal Belastingen een opzet maken met gebruikmaking van de in november 2002
vastgestelde legesverordening als kader.
Voor de aanduiding van de
lokale lastendruk wordt gedacht aan de volgende categorisering per huishouden:
Een en ander zal worden
geïllustreerd met grafisch materiaal.
Ten aanzien van het opnemen
van de de lokale lasten voor de bedrijven bestaan nog twijfels.