Jaarrekening 2002

 

 

 

 

 

Jaarrekening 2002

 

 

Deel 1: Jaarverslag

 

 

 

 

 

Cluster Centrale Staf,

Vakteam Strategie & Control

 

 

Colofon Jaarverslag 2002

 

Uitgave Gemeente Delft

Druk Combiwerk, Delft

Informatie Gemeente Delft, Vakteam Strategie & Control, Postbus 78,

2600 ME Delft, (015) 260 29 60, www.delft.nl, gemeente@delft.nl


 

 

 

 

Voorwoord

 

In dit Jaarverslag over 2002, en in de Jaarrekening 2002, leggen wij verantwoording af over de beleidsvoornemens en bijbehorende middelen die zijn beschreven en vastgelegd in de Zomernota en Gemeentebegroting 2002 – 2005.

 

Jaarverslag en jaarrekening bestaan uit drie delen.

 

In het voorliggende deel 1, het Jaarverslag, wordt aandacht besteed aan de voortgang in de realisatie van beleidsvoornemens. Daarnaast worden het financieel resultaat en de financiële positie van onze gemeente op hoofdlijnen beschreven.

 

In deel 2 wordt aandacht besteed aan de exploitatie. Het betreft dan vooral de toelichting en de verklaring van de resultaten op de subfuncties. Een nieuw element is hier dat ook de lopende investeringen van een toelichting zijn voorzien.

 

Deel 3 tenslotte, bevat de uitgebreide balans met toelichting en staten.

 

Na de reorganisatie in 2000 hadden de daaropvolgende begrotingen en de jaarrekeningen noodzakelijkerwijs een sober karakter. Wij menen echter dat met de voorliggende jaarrekening weer een stap is gezet in de verbetering van de kwaliteit en de informatiewaarde van de cyclusdocumenten.

 

In ons collegeprogramma Voortzetten en Doorzetten hebben wij de beleidsdoelen voor deze college - en raadsperiode scherper en meetbaarder geformuleerd. Dit proces wordt met de ontwikkeling van een Programmabegroting 2004 – 2007 voortgezet. Wij verwachten dat daarvan op termijn ook een positieve invloed zal uitgaan op de kwaliteit van jaarverslag en jaarrekening als verantwoordingsdocumenten.

 

Zo beschouwd zijn jaarverslag en jaarrekening 2002 onderdeel van een meerjarig ontwikkelingsproces dat wij in de komende jaren zullen voortzetten.

 

 

 

 

Het college van Burgemeester en Wethouders van Delft,

29 april 2003

 


 

INHOUD

 

 

 

 

 

1      HOOFDLIJNEN VAN DE UITKOMST  9

2      BELEIDSTHEMA’S  10

2.1       Bestuur 10

2.1.1        Bestuurlijke ontwikkelingen in de regio  10

2.1.2        Bestuurlijke vernieuwing  10

2.2       Delft Kennisstad  11

2.2.1        Delft Kennisstad projecten  11

2.2.2        Economie  11

2.2.3        Toerisme  12

2.2.4        Cultuur 13

2.2.5        Cultuurbeheer 13

2.2.5.1     Archief 13

2.2.5.2     Musea  14

2.2.5.3     Archeologie  15

2.3       Leefbaarheid  15

2.3.1        Wijkgericht werken  15

2.3.2        Welzijn  15

2.3.3        Wonen  16

2.3.4        Sport en recreatie  17

2.3.4.1     Sport 17

2.3.4.2     Recreatie  17

2.3.5        Veiligheidsbeleid  18

2.3.6        Stadsvernieuwing en stedelijke vernieuwing  18

2.4       Werk inkomen en Zorg  19

2.4.1        Delfts Sociaal Beleid  19

2.4.2        Werk  19

2.4.3        Inkomen  19

2.4.4        Zorg  20

2.4.5        Integratie/Samen aan de slag  21

2.4.6        Volwasseneneducatie  22

2.4.7        Onderwijs  22

2.5       Duurzaamheid  23

2.5.1        Binnenstadsmanagement en autoluwe binnenstad  23

2.5.2        Bestemmingsplan Binnenstad  24

2.5.3        Verkeer en vervoer 24

2.5.4        Duurzaamheidsplan  25

2.5.5        Zuidpoort 26

2.5.6        Spoorzone  26

2.5.7        Schieoevers  27

2.5.8        Grondbeleid  27

2.5.9        Overige projecten  27

2.6       Jeugd en jongeren  28

2.7       Internationaal Beleid  29

3      BEDRIJFSVOERING   31

3.1       Organisatie en personeel 31

3.2       Informatie- en communicatietechnologie  32

3.2.1        Kennis Infrastructuur 32

3.2.2        Digitale informatievoorziening  33

3.2.3        Sociale Database  33

3.3       Kwaliteitszorg  33

4      HET FINANCIEEL VERSLAG   36

4.1       De balans  36

4.2       Het financieel resultaat over 2002  37

4.3       De personeelskosten in 2002  50

4.4       Het Gemeentefonds  55

4.5       Belastingen  55

4.6       Reserves  57

4.7       Risico’s in de jaarrekening 2002  60

4.7.1        Risico’s uit de Zomernota 2002 - 2005  60

4.7.2        Overige risico’s  62

4.8       Treasuryparagraaf jaarrekening 2002  63

4.9       Gevolgen en leerpunten Jaarrekening 2002 voor de toekomst 71

Accountantsverklaring  72

 

 


1                    HOOFDLIJNEN VAN DE UITKOMST

 

 

Het resultaat over 2002, het saldo van baten en lasten, laat een voordeel zien van € 8 ton. Dat is 0,3 % van de totale begroting. Ten opzichte van de begroting is echter sprake van een positief resultaat van € 3,5 miljoen. De begroting 2002 ging namelijk uit van een negatief saldo van baten en lasten van € 2,8 miljoen.

 

In de begroting 2002 was rekening gehouden met enkele buitengewone lasten, voor in totaal € 4,9 miljoen, waarover bij behandeling van de zomernota 2003 een besluit is genomen.  Enerzijds betrof dit een storting van € 3 miljoen in een voorziening voor het veranderproces bij Combiwerk. Daarnaast is een extra storting van € 1,9 miljoen begroot (en uitgevoerd) in de reserve Vuilverwerking.

 

Het positieve resultaat op de begroting is voornamelijk het gevolg van enkele meevallers in de sfeer van de algemene dekkingsmiddelen. Dit betreft dan de uitkering uit het Gemeentefonds (+ € 2,5 miljoen) en de inkomsten uit belastingen (+ € 3,4 miljoen). Ook op de algemene bijstand is sprake van een overschot van € 1 miljoen. Dit is echter in feite een boekhoudkundige correctie op het resultaat van 2001.

 

Belangrijke tegenvallers doen zich echter voor bij de straatreiniging (- € 0,7 miljoen), burgerzaken (- € 0,5 miljoen) en bij de uitvoering van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) (- € 0,8 miljoen). Overigens zal een klein deel van dit nadeel (ca. € 0,1 miljoen) nog worden afgerekend met de egalisatiereserve WVG.

 

Voorts is sprake van een aantal kleinere mee- en tegenvallers. De belangrijkste bestanddelen van het resultaat worden verder toegelicht in hoofdstuk 4 van dit jaarverslag.

 

Het resultaat dient nog te worden gecorrigeerd voor een aantal begrotingsposten die worden overgeheveld van het begrotingsjaar 2002 naar 2003. Als hiermee rekening wordt gehouden, ziet het er als volgt uit:

 

 

Tabel: het resultaat in de jaarrekening 2002

Saldo van baten en lasten volgens de begroting

€ 2.772.000

nadeel

Begrotingsresultaat

€ 3.576.000

voordeel

 

 

 

Saldo van baten en lasten werkelijk

€ 805.000

voordeel

 

 

 

Resultaatbestemming:

 

 

Af: Budgetoverhevelingen van 2002 naar 2003

€ 1.192.000

nadeel

Bij: onttrekking aan de reserve WVG

99.000

voordeel

 

 

 

Saldo na resultaatbestemming

€ 288.000

nadeel

 

 


2                    BELEIDSTHEMA’S

 

 

 

2.1               Bestuur

In de Zomernota 2002-2005 is incidenteel € 20.000 vrijgemaakt voor opkomstbevorderende maatregelen bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2002. Door een reeks van publicitaire maatregelen is getracht het opkomstpercentage te verhogen. De opkomst kwam uit op 59,8%, tegen 58,6% in 1998. De opkomst was in Delft bovendien hoger dan in de rest van het land.

 

 

 

2.1.1          Bestuurlijke ontwikkelingen in de regio

In maart vorig jaar presenteerde Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hun herindelingsvoorstel voor het Westland, dat met een aantal wijzingen in september door Provinciale Staten werd aangenomen. Door een intensieve lobby van Delft en Schipluiden voldoet het herindelingsvoorstel aan de wensen van Delft en werd een voor Delft zeer ongunstige grenscorrectie op het allerlaatste moment voorkomen.

Waarschijnlijk per 1 januari 2004 zullen de zeven Westlandse gemeenten opgaan in twee nieuwe gemeenten: een gemeente Westland en een gemeente Midden-Delfland, bestaande uit Schipluiden en Maasland. Delft heeft zich vanaf het allereerste moment voorstander verklaard van deze optie, omdat dit de beste garantie biedt voor een duurzaam beheer van het kwetsbare en voor Delft zeer waardevolle Midden-Delflandgebied. De herindeling betekent ook, dat het convenant dat Delft en Schipluiden in augustus 2000 samen sloten eerder ten uitvoer wordt gebracht: de grondruil en grenscorrecties die daarin zijn opgenomen, zullen nu ineens per 1 januari 2004 worden gerealiseerd en niet, zoals aanvankelijk was afgesproken, gefaseerd tot 2010.

 

 

 

2.1.2          Bestuurlijke vernieuwing

Sinds 7 maart 2002 is het duale stelsel van kracht. Raad en college vervullen nu ieder meer een eigen functie. In 2002 zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor de programmabegroting. Als uitvloeisel van de dualisering is een griffier aangesteld en een griffie in het leven geroepen om de Raad te ondersteunen.

Om burgers meer toegang te geven tot besluitvorming is een vernieuwde gemeentelijke internetsite geïntroduceerd, waarbij de collegeleden allen een eigen internetpagina hebben, waar de burger zowel informatie kan vinden als vragen kan stellen.

 


2.2               Delft Kennisstad

De Delft Technopolis – partners (ING, Bouwfonds, TUD en gemeente) hebben in 2002 in grote lijnen de marketing- en promotie- strategie uitgewerkt. Deze aanpak zal een belangrijke impuls geven om Delft als vestigingsplaats voor techniek en kennisbedrijven op de kaart te zetten.

De Stichting Delft Kennisstad (SDK) heeft een nieuwe koers ingezet. De stichting draagt met behulp van projecten, promotie en netwerken er aan bij dat meer kennis wordt benut voor het vervaardigen van nieuwe producten en het tot stand komen van nieuwe bedrijven. De belangrijkste activiteit in 2002 was de organisatie van het eerste Zuid-Holland Kennis Festival op 9 november 2002 tijdens de Technologiedag van de TU Delft.

Eind 2002 zijn twee projecten in gang zijn gezet: de ontwikkeling van een Technostart Support Platform en een Product Ontwikkelings Centrum: een soort kenniscentrum waar het proces van kennis naar de markt zichtbaar wordt gemaakt. Daarnaast levert de SDK een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van een Kennissociëteit in het Meisjeshuis. De gemeente Delft heeft – net als de TU Delft, TNO en INHOLLAND – een halve formatieplaats personele capaciteit beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de activiteiten van de stichting.

In 2002 is ook een promotieplan vastgesteld, waarbij de primaire doelstelling is Delft te profileren als de stad van de (techno)starters. In 2003 wordt het promotieplan uitgevoerd waarbij de hierboven genoemde projecten en activiteiten als input worden gebruikt.

Er was een drukbezochte Technologiedag: een samenwerkingsproject met TU Delft en kennisintensieve bedrijven.

 

 

 

2.2.1          Delft Kennisstad projecten

 

Waterstad 2000

Naast de directe activiteiten van de SDK zijn er ook enkele Kennisstad-projecten ondergebracht bij ofwel de gemeente, of bij een consortium van diverse partijen. Van dat laatste is Waterstad 2000 een voorbeeld: in de stichting Waterstad 2000 werkt een aantal bedrijven en instituten samen. Een van de producten van deze samenwerking is een grondwaterkaart van Delft. De grondwaterkaart speelt een rol bij het herkennen van gebieden met grondwaterproblemen. De grondwaterkaart van Delft kon worden gemaakt met behulp van ruim 100 meetinstrumenten.

 

 

Sensor Competence Center

Vanuit de gemeente is het Sensor Competence Center (SCC) opgericht: een virtuele organisatie die kennisaanbod en marktvraag koppelt. Het SCC ondersteunt ook DISENS (de overkoepelende organisatie van alle sensoractiviteiten binnen de TU Delft) met het organiseren van de externe contacten.

 

 

 

 

 

 

 

ICIT

Een al langer lopend project is ICIT. In 2002 is de samenwerking met Twinning beëindigd en is voor het management van ICIT voor de periode 2002-2003 een overeenkomst gesloten met adviesbureau K+V. ICIT levert eerstelijns ondersteuning aan starters in de ICT, terwijl daarnaast ook de samenwerking tussen Delftse en Rotterdamse studenten wordt bevorderd.

 

 

Regiolab

Via het project Regiolab is een relatie gelegd tussen de landelijke verkeersinformatiesyste-men en de lokale systemen. In Regiolab zijn vertegenwoordigingen van diverse onderzoeksinstituten en de gemeente Delft vertegenwoordigd.

Op dit moment zoekt Regiolab naar geïnteresseerde marktpartijen.

 

 

 

2.2.2          Economie

 

Werkgelegenheid en economische conjunctuur

De wereldwijde economische situatie in 2002 is zorgelijk en er is niet direct perspectief op verbetering. De economische teruggang is merkbaar in de leegstand op de kantorenmarkt, hoewel deze momenteel nog beperkt is tot circa 10%. Desondanks was er sprake van een aanzienlijke groei in de werkgelegenheid en is de doelstelling van de gemeente voor een evenwichtige woon-werkbalans in 2002 bereikt.

Op 1 januari 2002 waren er in Delft 3.331 vestigingen van bedrijven en instellingen geregistreerd. Dat zijn er per saldo 67 meer dan op 1 januari 2001. De netto werkgelegenheid op 1 januari 2002 is ten opzichte van 1 januari 2001 ook toegenomen, en wel met 2.140 werkzame personen: een toename van 4,8%. Aan het einde van de verslagperiode werkten 46.841 personen in vestigingen van Delftse bedrijven en instellingen. Met 46.841 arbeidsplaatsen en een beroepsbevolking van 47.000 in 2002 is de woon-werkbalans (100) in Delft in evenwicht. De werkloosheid (bron: CWI) tenslotte is in Delft vrijwel constant gebleven: op 1 januari 2002 waren er 3.241 Delftenaren werkloos, oftewel 6,9% van de beroepsbevolking.

 

 

Internationaal economisch beleid

In opdracht van de gemeente Den Haag heeft accountantskantoor Ernst & Young het functioneren van het West Holland Foreign Investment Agency (WFIA) in de jaren 2000 en 2001 geëvalueerd. Ernst & Young geeft een positief oordeel over de acquisitieresultaten en de externe promotie van de regio (Haaglanden en Leiden) van het WFIA. Alle WFIA – partners hebben in principe besloten verder te gaan met WFIA. Eind juni 2003 zal de besluitvorming bij alle WFIA partners zijn afgerond.

 

 

Nieuwe kantoren en bedrijventerreinen

In 2002 zijn er door de gemeente belangrijke overeenkomsten gesloten met marktpartijen en betrokken overheden voor de ontwikkeling en realisatie van Delft Technopolis (600.000 m² bvo en 12.000 arbeidsplaatsen in een periode van 20 jaar) en de Spoorzone (50.000 m² kantoorvloeroppervlak).

Tegelijkertijd is er aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de verdere uitwerking van de plannen voor Harnaschpolder (50 ha bedrijfsterrein netto uitgeefbaar). In 2002 was er nog voldoende aanbod voor de vraag naar bedrijfsterreinen en kantoren.

De laatste kavel op Delftech Park is verkocht aan Delft Instruments en het bedrijfsverzamelgebouw RADEX – gelegen in Technopolis – kon na een lange voorbereidingstijd starten met de bouw van 3.000 m² bvo voor kleinschalige huisvesting van jonge ondernemingen met kort lopende huurcontracten.

 

 

Wijkeconomie en buurtwinkelcentra

In 2002 is de Ontwikkelingsvisie (2002 – 2010) en het Plan van Aanpak voor alle buurtwinkelcentra in Delft uitgewerkt en gepresenteerd aan de 200 buurtwinkels. Er blijkt een breed draagvlak te bestaan voor de Ontwikkelingsvisie en de voorgestelde aanpak. In 2003 zal aan de gemeenteraad de Ontwikkelingsvisie worden gepresenteerd met een daarbij horend uitvoeringsplan. Op de website gemeentedelft.info staan bij Wijkeconomie de volledige plannen.

 

 

City Marketing

De inzet en rol van de gemeente is om de vele netwerken en marktpartijen in Delft te stimuleren samenwerkingsverbanden aan te gaan en (stedelijke) producten en diensten te promoten en in de markt te zetten. Kennisstad en Toerisme zijn de thema’s waar de gemeente in het kader van City Marketing in 2002 actief is geweest. Zo is de samenwerking van hoteliers en musea op het gebied van promotie geïntensiveerd en is de stichting Promotie Delft (hartje Delft) gerealiseerd.

 

 

 

2.2.3          Toerisme

Eind 2002 is de tussentijdse evaluatie uitgevoerd van het Meerjaren Marketingplan Toerisme (MMT). Hieruit is gebleken dat de samenwerking en de uitvoering van het MMT niet goed functioneren en dat de belanghebbenden ontevreden zijn. De gemeente heeft nu besloten de toeristische promotie en het gastheerschap centraal vanuit een nieuwe professionele organisatie te laten uitvoeren. Op 1 januari 2004 zal dan ook de nieuwe toeristische organisatie Delft Marketing van start gaan.

 

In 2002 is de toeristische huisstijl ‘Ontdek de andere kleuren van Delft’ veelvuldig gebruikt in promotiemiddelen door de gemeente, maar zeker ook door het toeristisch bedrijfsleven. Het concept mag succesvol genoemd worden en wordt dan ook definitief de standaard voor eenduidige toeristische promotie voor de stad Delft.

 

In 2002 was het 400 jaar geleden, dat de Verenigde Oost-Indische Compagnie werd opgericht. Dit feit werd landelijk herdacht. Zo ook in Delft, waar immers één van de WOC-kamers was gevestigd. Onder regie van de Stichting VOC 2002 Delft werden diverse evenementen en activiteiten uitgevoerd met het thema VOC. De gemeente verstrekte € 45.000 subsidie aan deze stichting, die ook door de landelijke overheid, fondsen en bedrijfsleven werd ondersteund. Het hoogtepunt van 2002 was het Belevingsweekend dat met Pinksteren vele tienduizenden bezoekers trok en alom veel waardering kreeg.

 

 

 

2.2.4          Cultuur

 

Ateliers beeldend kunstenaars

Per 1 juli 2002 zijn de gemeentelijk ateliers in beheer overgedragen aan de Stichting Kleinschalige Bedrijven, die een kostendekkende huur berekent aan de huurders. Er is een overgangsregeling voor de huidige huurders. Per 1 juli 2002 kregen alle beeldend kunstenaars een aanvullende huursubsidie. Voor nieuwe huurders en de huidige huurders na de overgangsregeling van 5 jaar is een inkomensafhankelijke huursubsidieregeling ingesteld.  Bij de zomernota 2002 –2005 is € 34.000 structureel vrijgemaakt voor het atelierbeleid. Het budget voor 2002 is slechts voor de helft gebruikt, omdat de regeling om ateliers kostendekkend te verhuren vanaf juli 2002 in werking is getreden, en daarnaast is een verschil tussen de oude prijs en de volgens de gemeente betaalbare huurprijs ook pas vanaf 1 juli 2002 in subsidie omgezet. Bovendien zat in dit budget ook nog een kleine bijdrage om subsidies te kunnen geven aan huur van atelierruimte in de Stadshal.

 

 

Stichting Omroep Delft

In 2002 is besloten de rijksmiddelen voor de Compensatie lokale opcenten Omroepbijdrage structureel aan de lokale omroep door te betalen. Met de omroep wordt nog – binnen de kaders van de mediawet – gesproken over programmering van een multicultureel radioprogramma.

 

 

Actieprogramma Cultuurbereik 2001 – 2004

Het uiteindelijke resultaat van de projecten die binnen het Actieplan gerealiseerd worden in de periode 2001 – 2004, zal een versterking van de stedelijke programmering en het publieksbereik moeten zijn. In 2002 zijn enkele nieuwe activiteiten gestart zoals ‘Verhalen van steden, buurten en industrie’ en ‘Delft City Beats’. Beide waren succesvol in het bereiken van nieuwe doelgroepen: circa 300 bewoners van het Agnethapark, die met belangstelling kennis namen van hun eigen buurtgeschiedenis en circa 3000 jongeren die hun weg vonden naar de Aula TU Delft. En dan zijn er nog de zogenaamde ‘ X-changeprojecten’: culturele activiteiten die gericht zijn op de culturele diversiteit onder jongeren en het onderdeel Cultuur & School, dat wordt uitgevoerd door de Vrije Akademie Delft. Aandacht voor culturele diversiteit, voor het cultuurhistorische erfgoed en voor het VMBO staat hierbij centraal. Binnen de beeldende kunst werd er nieuw aanbod ontwikkeld, in het bijzonder de projecten ‘De Plek’ en ‘Buiten de Muren’.

 

 

Amateurkunst

Bij de zomernota 2002 –2005 is € 45.000 structureel nieuw beleidsgeld gereserveerd voor de amateurkunst. Dit geld is onder meer besteed aan een internetsite, een folder / uitladder en aan een boekje over accommodaties en verenigingen.

 

 

 

 

 

Mediatheek

Het collegeprogramma 2002 – 2006 vermeldt, dat de gemeente Delft begin 2005 een Mediatheek (werktitel) met twee filialen wil realiseren in het Hoogovenpand aan het Cultuurplein. In 2002 is een start gemaakt met de integratie tussen de Openbare Bibliotheek Delft, het Kunstcentrum en de Disc-O-Take. De gemeente werkt samen met de drie instellingen om de integratie voor het einde van 2004 tot stand te brengen.

In juni 2003 presenteert de Mediatheek het bedrijfsplan, en is tevens het nieuwe Programma van Eisen voor het Hoogovenpand gereed.

 

 

 

2.2.5          Cultuurbeheer

 

2.2.5.1    Archief

 

Publiek

De dienstverlening via Internet bloeit als nooit tevoren. De Digitale Stamboom, de website waarop on-line onderzoek naar Delftse voorouders kan worden gedaan, trok in 2002 meer dan 100.000 bezoekers.

Het systeem, dat door het Gemeentearchief Delft is ontwikkeld, wordt nu ook gebruikt door de archiefdiensten van Amersfoort, Eindhoven, Haarlem, Leiden en Rotterdam.

In november werd de website collectie.delft.nl in gebruik genomen, met informatie uit de collecties van Gemeentearchief, Gemeentemusea en Archeologie. Als eerste onderdeel is de geschiedenis van het Agnethapark gepresenteerd.

Het Gemeentearchief, de Gemeentemusea en Archeologie leverden belangrijke bijdragen aan de herdenking van 400 jaar VOC (expositie, website, Delf ) en de viering van 750 jaar Gasthuis (expositie, Delf). In de week voor de uitvaart van prins Claus werd een expositie verzorgd over vorstelijke uitvaarten.

 

 

Behoud en beheer

Het Project Archieven Verhuisklaar, gestart in 1999, werd afgerond. Alle 650 archieven zijn nu toegankelijk, opgenomen in het archiefbeheersysteem en goed verpakt. De ruim 4.000 charters (perkamenten oorkonden met zegel) zijn gerestaureerd, gefotografeerd en deugdelijk geborgen. Zowel de oorkonden als de zegels zijn toegankelijk gemaakt in een database.

 

De restauratie van het archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis werd voltooid, met belangrijke financiële steun van de Reinier de Graaf Groep. Inmiddels is begonnen met het archief van het Meisjeshuis, waaraan financieel wordt bijgedragen door de Stichting Hulp aan Delftse Jongeren, voorheen het Meisjeshuis.

 

 

Acquisitie

In december werd de grootste acquisitie uit de geschiedenis van het Gemeentearchief een feit: DSM droeg de archieven van de Gistfabriek formeel over aan de gemeente. Gespreid over vier jaar komt hiermee 530 meter bedrijfsgeschiedenis vanaf de stichting in 1869 tot de fusie met Brocades in 1968 beschikbaar voor publiek.

 

De gemeenschappelijke regeling die in 1995 werd gesloten met Pijnacker werd vanwege de fusie van die gemeente met Nootdorp vernieuwd. Ook met Schipluiden werd een dergelijke regeling gesloten. De archieven van Nootdorp en Schipluiden worden voortaan beheerd door het Gemeentearchief Delft, waar ze voor iedereen ter inzage zijn.

 

 

 

2.2.5.2    Musea

 

Publiek

Dit jaar organiseerden de Gemeente Musea Delft  weer een aantal exposities. De tentoonstelling Verdwenen Stadgezichten bracht Delftse plekken en gebouwen in beeld, die in de loop van een mensenleven verdwenen of erg veranderd zijn. Het bijzondere van deze expositie was dat hij werd samengesteld door de Delftenaren zelf.  Het Gemeentearchief, de Gemeentemusea en Archeologie leverden belangrijke bijdragen aan de herdenking van 400 jaar VOC (expositie Schatten van Burgers in Delft in de drie musea, website, Delf ) en de viering van 750 jaar Gasthuis (expositie De Snijkunst Verbeeld, Delf). In de week voor de uitvaart van prins Claus werd een expositie verzorgd over Vorstelijke uitvaarten.

In 2002 bezochten ruim 111.000 bezoekers de drie musea.

 

 

Behoud en beheer

De restauratie en conservering van de collecties wordt planmatig uitgevoerd.

Dat gebeurt voor een deel in eigen beheer en voor een deel door externe specialisten. Zo zijn weer ruim 60 objecten uit de collectie Delfts aardewerk gerestaureerd, gefotografeerd en gedocumenteerd in opmaat naar het Delfts Aardewerk Centrum i.o..

Stelselmatig is er gewerkt aan de deelcollectie stillevens en de restauratie van Het oordeel van Salomo is afgerond. De deelcollectie porselein is ontsloten en beschreven. De deelcollectie zal in 2003 digitaal raadpleegbaar zijn.

 

 

Acquisitie museumcollecties

De collectie van de Gemeente Musea Delft werd in 2002 verrijkt met een aantal belangrijke aankopen zoals: een schilderij van Pieter Jansz. Ruijven, een zelfportret van Cornelis de Man, een Delfts Blauw Kasstel, een gebrandschilderd ruitje van Jan Schouten, een aquarel van De Oude Kerk van Johannes Bosboom in samenwerking met het archief, een aquatint met De Visafslag van Cornelis van der Grient, een zilveren beker van C. van Dijk met financiële hulp van het cultuurfonds van de Stichting Hulp aan Delftse Jongeren voorheen Het Meisjeshuis, twee zilveren suikervaatjes van Adriaen de Grebber uit 1623 en een kortegaarde van Anthonie Palamedesz.

 

Gesteund door de wens geformuleerd in het collegeprogramma 2002-2006 heeft het college toestemming verleend kunst af te stoten met de bedoeling de collectie te verbeteren. In 2002 kon Stedelijk Museum het Prinsenhof zeven tapijten (gemaakt in Antwerpen en Brussel) ruilen voor een belangrijk schilderij, gesigneerd en gedateerd 1666, van de Delftenaar Cornelis de Man (1625-1706), een tijdgenoot van Johannes Vermeer.

 

2.2.5.3    Archeologie

In 2002 ging bijzondere aandacht uit naar het inventariseren van archeologische waarden in de Spoorzone. Daarnaast zijn bouwprojecten gedocumenteerd, zoals de Zuidpoortgarage en het voormalig Waterloopkundig Laboratorium plaatsgevonden en vondstcomplexen als Gasthuisplaats, Zuideinde en Braatterrein. Het beheren van de archeologische waarden is onderdeel van het bestemmingsplan Buitengebied (Abtswoude). Daarnaast zijn bijdragen geleverd aan tentoonstellingen als ‘Schatten van Delft’, ‘De Snijkunst Verbeeld’, ‘Open Monumentendag’, de uitgave van ‘Delf Cultuurhistorisch Bulletin’ en de website van ‘Delfts’ Erfgoed Digitaal’.

 

 

 

2.3               Leefbaarheid

 

2.3.1          Wijkgericht werken

In 2002 is in alle wijken hard gewerkt aan de uitvoering van de wijkprogramma’s. Zo is er in Tanthof een multifunctioneel sportveld gerealiseerd. In Vrijenban is tegemoet gekomen aan de wens van bewoners om regelmatig een wijkkrant uit te brengen. Daarnaast is hier een binnenterrein prachtig opgeknapt. In Wippolder is een nieuw jongerencentrum gebouwd. Ook in Westerkwartier is een nieuwe buurtaccommodatie gerealiseerd, die het oude buurtcentrum vervangt dat in vlammen is opgegaan.. Voor alle wijken geldt dat er vele verkeersonveilige situaties zijn aangepakt. Er is ook gewerkt aan een verdere verbetering van de afvalproblematiek. Daarnaast zijn er naar aanleiding van vele verzoeken en klachten van bewoners nog talloze aanvullende initiatieven in gang gezet, die hebben bijgedragen aan een verbetering van de leefbaarheid in de wijken. Op aanvraag van bewoners uit de Voorhof en Buitenhof is de Hoventunnel schoongemaakt, van graffiti ontdaan en opnieuw geschilderd, en in Vrijenban is op initiatief van bewoners een “Fleur Delft Op”-actie gehouden.

De samenwerking tussen professionals in de wijken is in 2002 versterkt en het functioneren van de wijknetwerken is daarmee verbeterd.

In alle wijken bestaan nu platforms van bewoners die de gemeente en haar partners goede aanknopingpunten bieden bij het beter inspelen op de vraag van bewoners en het betrekken van bewoners bij planvorming.

In 2002 zijn er ook meer buurtbeheeroverleggen in de wijken ontstaan en functioneren bestaande buurtbeheeroverleggen beter. Aan deze overleggen nemen zowel bewoners als professionals deel. Centraal hierin staan de wensen, klachten, problemen en vragen van deelnemers op het gebied van het beheer van de openbare ruimte.

 

Vanaf april 2002 is in nauwe samenwerking met bewoners en partners van de gemeente hard gewerkt aan de voorbereiding van de wijkprogramma’s voor 2003. In dat kader hebben alle bewoners een wijkactiekrant ontvangen en de gelegenheid gekregen om via ideeënbonnen zaken aan te dragen die in 2003 in hun wijk opgepakt zouden moeten worden om de leefbaarheid verder te verbeteren. Ook zijn er in alle wijken goed bezochte wijkmarkten gehouden. Bewoners konden op de wijkmarkten via een stemming kenbaar maken welke ideeën prioriteit hebben bij de verbetering van de leefbaarheid in hun wijk in 2003.

 

 

 

In het najaar is de nota ‘Doorontwikkeling wijkaanpak’ vastgesteld. In deze nota is teruggekeken naar de ervaringen met vier jaar wijkaanpak en is bepaald welke opgaven er liggen voor de toekomst. Daarmee is een goede basis gelegd voor de verdere ontwikkeling van de wijkaanpak in 2003.

 

In 2002 is er ook goede voortgang geweest met de uitvoering van het EZH programma ‘Investeren in de wijken’. Een hoogtepunt vormde de voltooiing van het skatepark aan de Provinciale weg en de opening daarvan in augustus 2002. Een tweede, kleiner skatepark is gerealiseerd in Tanthof.

Daarnaast zijn er met inzet van EZH-gelden ook vele andere speelvoorzieningen door de stad heen aangepakt en verbeterd. Ook zijn er in 2002 allerlei ‘Fleur Delft Op’ acties gehouden, die op een aantal plaatsen tot blijvend betere buurtcontacten geleid. De stad is in het kader van ‘Kleur in het groen in de Wijk’ verrijkt met grote plantenbakken op verschillende locaties. In het kader van een ‘Schonere Stad’ is het pilotproject voor de aanpak van hondenpoepoverlast in Tanthof uitgevoerd. Daarmee is een goede basis gelegd voor de aanpak van hondenpoepoverlast elders in de stad vanaf 2003. Als onderdeel van ‘Kunst in de Wijken’ is het succesvolle initiatief ‘Delftse Kleden’ in twee wijken van start gegaan.

 

 

 

2.3.2          Welzijn

 

Breed Welzijn Delft

Per 1 januari 2002 is de Stichting Breed Welzijn Delft (BWD) officieel een feit. Het management is op orde met een nieuwe directeur en twee gebiedsmanagers. Met het management is in 2002 gewerkt aan het Productenboek 2003, waarin afspraken tussen gemeente Delft (vraag) en de BWD (aanbod) zijn vastgelegd. De nadruk lag op het agogische werk (sociaal cultureel werk, opbouwwerk, jeugd – en jongerenwerk) en het organisatorische en beheerswerk. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over samenhangen in producten. Afspraken over het opnemen van aantallen producten en de meetbaarheid van de resultaten zijn nog slechts beperkt mogelijk gebleken.

 

 

Buurt- en wijkwerk

De uitvoering van de nota ‘Knopen in de Wijken’ vordert gestaag. In 2002 zijn nieuwe accommodaties in gebruik genomen: de wijkaccommodatie de Wending (Westerkwartier) en de jongerenaccommodatie aan de Muyskenlaan (Wippolder).

De bouw van de migrantenaccommodatie aan de Tanthofdreef (voor onder andere Sranti) is gestart en nadert zijn voltooiing. De voorbereidingen voor de nieuwbouw van de wijkaccommodaties Poptahof en Tanthof zijn in gang gezet, het voormalige Poptahonk is gesloopt en vervangen door een tijdelijke accommodatie.

In de herstructurering van De Delfgauwse Weije wordt een nieuw buurtgebouw door Delftwonen meegenomen, terwijl het resultaat van het wijkaandelen-experiment bij bewoners rondom het Minervaplein de wens tot een nieuwe buurtaccommodatie aldaar opleverde.

Tussen de gemeentelijke organisatie en gebruikers zijn duidelijke afspraken geformuleerd voor het onderhoud van buurtaccommodaties. De ontwikkeling van een daarop gebaseerde nieuwe subsidieregeling en afspraken over de rol van de vrijwilligersorganisaties in het buurt-en wijkwerk zijn daarop het vervolg.

Kinderopvang

In 2002 werden er rond de 60 kindplaatsen voor kinderen van 0-4 jaar en 120 kindplaatsen voor 4 tot 12 jarigen gerealiseerd. Passend in het Brede School beleid werden er bij basisscholen 40 kindplaatsen buitenschoolse opvang voor 4 tot 12 jarigen in gebruik genomen. In het kader van het project ‘Kinderopvang in de Sport’ zijn er bij twee sportparken in totaal 40 kindplaatsen buitenschoolse opvang voor 8 tot 12 jarigen bijgekomen.

Bij het nieuwe buurthuis in het Westerkwartier aan de Raamstraat is een nieuw kinderopvangcentrum gevestigd.

De invoering van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang is uitgesteld tot 2004. In Delft wordt hard gewerkt aan het uitzetten van de koers om daar tijdig op in te kunnen spelen. De hoofdlijnen daarvoor zijn vastgelegd in de nota ‘Kinderopvang in Perspectief’. Het zoeken van samenhang met andere grote projecten, zoals de Brede School en Sportvisie, is voortgezet.

Het laatste resulteerde in 2002 in drie samenwerkingsverbanden tussen kinderopvangorganisaties en sportverenigingen in het kader van het landelijke project ‘Kinderopvang in de Sport’, waaronder ook een ‘Natuur en Sport BSO’ in Tanthof. Voor realisatie van nog twee andere combinaties zijn voorbereidingen getroffen.

Medio 2002 is gestart met het traject voor een herziening van het peuterspeelzaalbeleid in relatie tot het beleid van de Voorscholen. Op basis van de uitkomsten van een onderzoek zijn de hoofdlijnen voor een nieuw peuterspeelzaalbeleid uitgezet.

 

 

 

2.3.3    Wonen

In november 2002 zijn door corporaties en college prestatieafspraken gemaakt. De prestatieafspraken gelden voor de periode tot 1 april 2004 en zijn geordend rond een aantal thema’s. Deze thema’s zijn: Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG), opplussen en toegankelijkheid, woonruimteverdeling, verkoop woningen, herstructurering, duurzaam beheer, meerjarenvisie ouderen en zorgbeleid, veilig wonen, leefbaarheid en positionering corporaties.

Eind 2002 is overeenstemming bereikt over het convenant WVG. Het convenant houdt in dat procedure afspraken zijn gemaakt met corporaties, waardoor wachttijden van WVG-geïndiceerden voor het aanpassen van de woning aanmerkelijk worden bekort. Het convenant wordt begin 2003 door partijen ondertekend.

In 2002 werden door de corporaties 408 woningen ‘opgeplust’. Afgesproken is dat in 2003 nog eens 468 woningen zullen worden ‘opgeplust’. Daarnaast inventariseren corporaties in 2003 wat de maximale oppluscapaciteit binnen het woningbezit is.

Om het ouderenbeleid verder te ontwikkelen is in 2002 een projectgroep van start gegaan die integraal werkt aan een visie op Wonen, Zorg en Welzijn. Hierbij zijn naast de gemeente tevens de zorginstellingen en de corporaties betrokken. In 2003 komt de projectgroep met een eindrapport.

In 2002 is door de corporaties de Woonvisie Delft aangeboden aan de gemeente.

 

 

 

 

 

 

2.3.4          Sport en recreatie

 

2.3.4.1    Sport

Het Delftse sportbeleid staat geheel in het teken van het project “Sportvisie 2000 + 6”. In 2002 heeft de evaluatie plaatsgevonden van de eerste fase. Vier werkteams formuleerden plannen om de inwoners optimale sportmogelijkheden te bieden. Twee nieuwe teams vervingen deze vier groepen aan het eind van 2002 om te komen tot uitvoering van 25 actiepunten in de jaren 2003 en 2004.

In de accommodatiesfeer zijn de nodige voorzieningen gerealiseerd dankzij de EZH-gelden. Zo kwamen twee verenigingshallen tot stand op de sportparken Kerkpolder en Pauwmolen. Behalve uitbreiding van het broodnodige overdekte accommodatiebestand leidde dit ook tot samenwerkingsverbanden tussen sportverenigingen op beide parken. Het onderzoek naar de toekomst-mogelijkheden van de gemeentelijke sporthal Buitenhof in relatie tot de mogelijkheden van het omringende gebied is gestart.

In het sportpark Brasserskade is een met rubberkorrels ingestrooid kunstgrasvoetbalveld gerealiseerd en in gebruik genomen. Delft is daarmee één van de eerste gemeenten in ons land die voor een dergelijke vooruitstrevende methode kiest.

In 2002 vond ook besluitvorming plaats over het compenseren van OZB- betalingen voor clubaccommodaties door sportverenigingen: over de jaren 1999 en 2000 heeft compensatie plaatsgevonden. Voor de jaren vanaf 2001 is uit de OZB inkomsten een Sportfonds gevormd.

 

 

 

2.3.4.2    Recreatie

 

Midden-Delfland

In het kader van de reconstructie Midden-Delfland zijn diverse projecten afgerond. Het Abtswoudsebos (ten zuiden van de wijk Tanthof), kreeg verder vorm met waterpartijen, wandel – en voetpaden en het landschapskunstwerk ‘Moeder Aarde’. De weg Abtswoude is opgeknapt en voor toekomstige bezoekers van Midden-Delfland is in het verlengde van de Tanthofdreef een parkeerterrein aangelegd. Voor het fietsverkeer is een verbinding onder de spoorlijn Delft-Rotterdam zo goed als klaar. Een goede bewegwijzering naar het gebied Midden-Delfland is in voorbereiding en wordt in 2003 gerealiseerd.

De Delftse bijdrage aan het recreatieschap Midden-Delfland bleef beneden de raming. Het verschil is gestort in het investeringsfonds Midden-Delfland. Uit dit fonds worden projecten gefinancierd die de aantrekkelijkheid van Midden-Delfland moeten verhogen. De naturisten vereniging ‘Navah’ en de stichting ‘Midden-Delfland is mensenwerk’ werden met een bijdrage ondersteund.

 

 

Groenfonds Midden-Delfland

In januari 2003 is het Groenfonds Midden-Delfland ingesteld als uitvloeisel van het convenant tussen de gemeenten Delft en Schipluiden. Het Groenfonds heeft als doel het open agrarisch cultuurlandschap van Midden-Delfland te behouden en te versterken. Het fonds beschikt over een startkapitaal van € 4.494.000. Er zijn twee hoofdlijnen voor beleid zijn geformuleerd:

 

·         behoud en versterken van agrarisch cultuurlandschap

·         versterken stad-land relatie.

Inmiddels zijn de eerste bijdragen uit het Groenfonds toegezegd voor de projecten ‘ontwikkelen systeem voor Groene Ondernemers Punten’ en ‘Professionalisering agrarische natuurvereniging Vockestaert’.

 

 

Delftse Hout

Met gelden uit de EZH-campagne zijn recreatieve verbeteringen in de Delftse Hout gerealiseerd. Zo zijn de fietspaden voorzien van een extra gladde slijtlaag om deze ook geschikt te maken voor rolskiën en skaten. Met de gezamenlijke atletiekverenigingen is het overleg gestart voor een verbeterd trimparcours in de Delftse Hout. De voorkeur blijkt uit te gaan naar herprofilering van de bestaande Cooperbaan. In het voorjaar van 2003 zal dit project worden gerealiseerd.

Ook uit de EZH-gelden zijn middelen gekomen waarmee de waterspeeltuin bij de kinderboerderij een facelift heeft ondergaan. Nieuwe (moderne)speeltoestellen nodigen uit tot een hernieuwde kennismaking maar ook aan de sanitaire voorzieningen is het nodige verbeterd.

Het recreatiecentrum Delftse Hout (kampeerterrein) heeft een verzoek tot uitbreiding bij de gemeente ingediend. Het College heeft na een uitgevoerde verkenning aangegeven te willen meewerken aan een uitbreiding aan de oostkant van het bestaande terrein.

 

 

 

2.3.5          Veiligheidsbeleid

Veiligheid is een belangrijk beleidsitem in Nederland. In Delft is dat niet anders. Met zoveel aandacht is een zorgvuldige, expliciete en regelmatige beoordeling nodig van de gekozen aanpak: zijn we beleidsmatig goed bezig? In 1999 is de nota ‘Een veilige stad voor iedereen’ verschenen. In deze nota worden de stedelijke kaders geschetst van een integraal veiligheidsbeleid voor een periode van 4 jaar. Het jaar 2002 was het laatste jaar van de eerste cyclus van het Integraal Veiligheidsbeleid.

In 2002 is een begin gemaakt met de evaluatie van de periode 1999 – 2002 en de aanzet voor de volgende cyclus 2003 – 2006. Deze evaluatie komt in 2003 op de agenda.

In 2002 is, ook naar aanleiding van een commissie Extern, besloten om voorlopig geen gebruik te maken van cameratoezicht in het Delftse veiligheidsbeleid. Wel heeft het college geld vrijgemaakt voor onderzoek naar de mogelijkheden van mobiel cameratoezicht.

 

 

 

2.3.6          Stadsvernieuwing en stedelijke vernieuwing

 

Herstructurering Wippolder

Het jaar 2002 is besteed aan het Voorlopig Ontwerp. In goed overleg is het parkeren voor het koopappartementengebouw op de hoek Kloosterkade/Colignystraat opgelost op eigen terrein. Het streven is om de warmtevoorziening met warmtepompen te laten plaatsvinden. Er is een oplossing gevonden voor het verplaatsen van een trafostation. Van de 136 te slopen woningen worden er inmiddels 119 bewoond door tijdelijke huurders.

 

 

 

Herstructurering Die Delfgaauwse Weye

In 2002 zijn de flats van Delftwonen volgens de 3e fase van het herstructureringsplan ‘Die Delfgaauwse Weye’ (DDW) aan de H. de Keyserweg gesloopt, heeft de oplevering plaatsgevonden van de nieuwbouw van 9 koopwoningen in de G. v. Oostenstraat (fase 1b) en zijn ook de groot onderhoudswerkzaamheden in de bovenwoningen van de zorgflat (fase 2a) afgerond. Over de plannen voor de onderbouw van deze flat en de aangrenzende nieuwbouw en omgeving is overleg gevoerd over randvoorwaarden en uitgangspunten. Medio 2002 signaleerde Delftwonen een groot onverwacht tekort op de nieuwbouw van fase 3. Voor deze fase, en voor de nieuwbouw rondom de zorgflat, zijn nadien diverse haalbaarheidsanalyses uitgevoerd. Over de financiële haalbaarheid van de nieuwbouw van fase 3 is echter (nog) geen overeenstemming bereikt. Eind 2002 is een aanvang gemaakt met de renovatie van de onderbouw van de zorgflat, waarin een buurthuis, kinderdagverblijf, 6 rolstoeltoegankelijke woningen en bedrijfsruimte zullen worden gerealiseerd.

 

 

Herstructurering Poptahof

Het in januari 2002 vastgestelde concept Masterplan is een ambitieuze visie op hoe de Poptahof er in 2015 uit zou moeten zien. Het voorziet in een aantal vergaande ingrepen in de woningvoorraad, een drastische verandering van de infrastructuur en een stevige upgrading op termijn van het winkelbestand. Genoemde maatregelen moeten er voor zorgen dat de Poptahof een goede, duurzame buurt wordt om in te wonen. In het voorjaar van 2002 zijn bewoners van de Poptahof en professionals geconsulteerd over deze plannen. Hiernaast zijn op het gebied van infrastructuur, duurzame energie, financiële haalbaarheid, stedenbouw, woningbouwprogrammering en sociaal economische programmering onderzoeken verricht. De informatie die uit de consultaties en de deelonderzoeken naar voren kwam, is opgenomen in het Ideeënboek Poptahof. De projectorganisatie Poptahof heeft inhoudelijk gereageerd op deze informatie en aangegeven welke informatie in het nieuwe Masterplan wordt opgenomen. Naar verwachting wordt het definitieve Masterplan Poptahof in het voorjaar 2003 door het gemeentebestuur en de directies van Delftwonen en Van der Vorm vastgesteld.

 

 

Experiment wijkaandelen Minervaplein

De organisatie van het aandeelhouderschap is verder uitgewerkt en er zijn in totaal drie stemrondes georganiseerd (in januari, juni en december 2002) over de toekomstige aanpak van het plein. Nadat in juli 2002 door de wijkaandeelhouders was gekozen voor het zogenaamde Opknapmodel, is in december 2002 binnen dat model gekozen voor de bouw van een ontmoetingsruimte op de plek van het nu gesloopte buurthuis aan de Herculesweg.

 

 

 

 

2.4               Werk inkomen en Zorg

 

2.4.1          Delfts Sociaal Beleid

Eind 2002 is besloten Delfts sociaal beleid voortaan te communiceren als Sociale Aanpak Delft. Onder deze noemer worden werkwijzen en instrumenten ontwikkeld die een bijdrage moeten leveren om de maatschappelijke participatie te bevorderen. Het gaat daarbij om de beleidsterreinen zorg, onderwijs, welzijn, jongeren, werk en inkomen.

Alle projecten en programma’s op het sociale terrein worden op hun onderlinge afstemming bezien door een regiegroep van de sectoren Werk, Inkomen Zorg en Leefbaarheid. Het gaat dan om integraal jongerenbeleid, integratie en activering, preventiebeleid, sluitende aanpak voortijdig schoolverlaters, brede school, delftpas, jeugdgezondheidsteams, wijkservicepunten.

Concrete instrumenten die in ontwikkeling zijn: het prestatieboek (2001/2002 en 2003), de sociale database en de sociale (wijk)kaart. Daarnaast is Delft een van de acht pilot-gemeenten om samen met het ministerie van VWS te komen tot een landelijke monitor sociaal beleid. Daarnaast participeert Delft in provinciaal verband in het totstandkomen en uitvoeren van de regionale sociale agenda.

 

 

 

2.4.2          Werk

In 2002 is de SUWI (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen) ingevoerd. SUWI is opgezet voor de reorganisatie van de uitvoeringsstructuur voor de sociale zekerheid en heeft o.a geleid tot het privatiseren van de reïntegratiemarkt. Dit heeft ertoe geleid dat de rol van de gemeente is veranderd van uitvoerder naar inkoper/regisseur. Ook is de gemeente verantwoordelijk geworden voor de reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden.

Het afgelopen jaar heeft de gemeente een aantal aanbestedingen uitgevoerd voor de inkoop van reïntegratietrajecten. Belangrijke elementen hierbij waren prijs, doorlooptijd en aanpak.

Dit heeft geresulteerd in een samenwerking met een aantal voor Delft nieuwe reïntegratiebedrijven. De verzelfstandiging van Werkplan is in 2002 gerealiseerd. Werkplan wordt niet alleen gezien als uitvoerder van de gesubsidieerde arbeid, maar ook als een reïntegratiebedrijf.

 

Een van de hoofddoelstellingen van de gemeente Delft is de activering van fase-4 klanten. Afgelopen periode zijn voor deze doelgroep trajecten bij diverse reïntegratiebedrijven ingekocht. Daarnaast zijn er voor het vakteam Activering diverse instrumenten ingekocht om trajecten te kunnen uitvoeren. Afgelopen jaar is er een volledig sluitende aanpak gerealiseerd voor zowel alle nieuwe instroom fase 2, fase 3 en fase 4 als zittend bestand fase 2 en fase 3. In 2002 is ook de Monitoring Scholing en Activering geïmplementeerd om verantwoording af te leggen over de besteding van de scholings – en activeringsgelden.

 

Door wijzigingen vanuit het ministerie, is het beleid voor gesubsidieerde arbeid diverse keren aangepast om bezuinigingen te realiseren. Vooral op het gebied van I/D –banen heeft een aantal wijzigingen plaatsgevonden waardoor het aantal banen aanzienlijk is verminderd. Voor 2002 is beleid vastgesteld hoe om te gaan met deze wijzigingen.

In 2003 zal deze lijn verder worden voortgezet en een overgang vormen naar 2004. In dit jaar komt er totaal nieuwe wetgeving voor werk en inkomen.

CombiWerk heeft een bewogen jaar meegemaakt. Het uiteindelijke resultaat stemt voorzichtig optimistisch. Het bedrijfsresultaat is sterk verbeterd, de organisatie is aangepast, de bedrijven hebben eigen bedrijfsplannen. Onrechtmatig gedrag is aangepakt en er is een nieuwe koers vastgesteld.

 

 

 

2.4.3          Inkomen

In 2002 is het concept klantmanagement verder uitgewerkt. Dit heeft tot doel meer klanten te laten deelnemen aan een traject naar werk of sociale activering en daardoor de uitstroom binnen de bijstand te vergroten. Hiervoor zal intensiever met de klant gesproken moeten worden. Gekozen is om het klantmanagement binnen Delft vorm te geven via een tandemconstructie tussen de functies consulent Inkomen en consulent Toeleiding en Monitoring (T&M). Binnen deze tandem voert de consulent Inkomen de regie over de klant en de consulent Toeleiding en Monitoring over het traject.

 

In september 2002 is het Communicatieplan ‘Bijstand in Delft’ vastgesteld. Doel van het plan is Delftenaren met een minimuminkomen goed op de hoogte te brengen van alle inkomensondersteunende regelingen, zodat iedereen die recht heeft op een regeling, er ook gebruik van kan maken. Dit zal onder meer gebeuren door het verspreiden van een klantenkrant, versterken van de helpdeskfunctie, voorlichtingsbijeenkomsten voor speciale doelgroepen en actualisatie van het foldermateriaal. Verder zal nog meer aandacht besteed worden aan de mondelinge overdracht van informatie via de vaste medewerker per klant.

 

De regeling ‘Computers en Bijstand’ is per 1 januari 2002 in werking getreden De regeling is bestemd voor bijstandsgerechtigden in fase 2 en 3 waarbij een computer noodzakelijk is in het traject naar werk en voor inwoners met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm met schoolgaande kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 13 jaar. De regeling is met succes verlopen.

 

Voor de Delftpas was 2002 het tweede jaar. In dit jaar zijn 3699 passen verkocht, wat een lichte daling is ten opzichte van het eerste jaar. Het aanbiedingenpakket is in 2002 vooral uitgebreid met kortingen van de Delftse middenstand.

 

De regeling ‘Tegemoetkoming Huursubsidie Onzelfstandige Wooneenheden’ (THOWE) is in 2001 van start gegaan. Deze regeling is in het leven geroepen voor burgers (met name studenten) die in een onzelfstandige wooneenheid wonen en hierdoor geen kwijtschelding gemeentelijke onroerende zaken belasting kunnen aanvragen. In 2002 is de regeling aangepast en een nieuwe verordening vastgesteld.

 

 

 

2.4.4          Zorg

In 2002 is de capaciteit aan nachtopvang in de Delftse regio uitgebreid met de woonboerderij aan de Schieweg. Daardoor kon ook een voorlopige start worden gemaakt met de laagdrempelige nachtopvang (ofwel slaaphuis) aan de Houttuinen. Voor de noodzakelijke vervanging van de huidige huisvesting van de nacht – en dagopvanginstellingen zijn criteria vastgesteld.

 

Vervangende huisvesting is in voorbereiding aan de Spoorsingel (vervanging Houttuinen en vestiging slaaphuis) en aan de Vrijenbanselaan (vervanging Simonsstraat). Het zoeken naar vervangende huisvesting voor de vrouwenopvang en de dagopvang is in volle gang. Op basis van een tussen de gemeente en de nacht – en dagopvanginstellingen gesloten convenant wordt de samenwerking uitgewerkt en ingevuld.

 

Het project schoonhouden/opruimen openbare ruimte is in 2002 voortgezet. Afspraken tot verdere uitbreiding en een andere opzet van het project zijn met de dagopvang gemaakt.

In 2002 is ook het zogenaamde Weesfietsenproject van start gegaan waar ook cliënten vanuit de nacht – en dagopvang aan deel kunnen nemen. Vijftien uitkeringsgerechtigden in de dag  en nachtopvang maken complete fietsen of onderdelen geschikt voor verscheping naar Zuid-Afrika.

 

Het Meld- en Adviespunt Huiselijk Geweld is begin 2002 gestart. Dit meldpunt is ondergebracht bij het maatschappelijk werk van Maatzorg. Ook is een start gemaakt met het voorlichten van beroepsgroepen die in aanraking komen met huiselijk geweld.

Met hulpverleningsinstellingen en politie zijn beleidsafspraken gemaakt over huiselijk geweld binnen betreffende instellingen. Deze zullen in 2003 samengevoegd worden tot een sluitend netwerk.

 

Vooruitlopend op de Verslavingszorgnota 2003 – 2007 zijn de preventieactiviteiten uitgebreid. Prioriteit is daarbij gegeven aan activiteiten gericht op de risicogroep jongeren. Er is extra ingezet op voorlichtings-programma’s op scholen voor voortgezet onderwijs. Er is een programma in ontwikkeling voor basisscholen en er is extra aandacht geweest voor de alcoholproblematiek in het Westland. Preventieactiviteiten worden gecoördineerd door het Preventieplatform, onder regie van de GGD. In 2002 zijn initiatieven gestart ter ondersteuning van familieleden van verslaafden.

 

In 2002 is de WVG-advisering aan het RIO overgedragen. De voorbereidingen tot het overdragen van de indicaties GGZ per 1 april 2003 (overgangsperiode tot 1 juli 2003) zijn gestart. Het collectief aanvullend vervoer is van Stadstax (De vier gewesten) overgegaan naar Regiotaxi (Connexion) per 1 oktober 2002.

Nadere afspraken over woningaanpassingen en aanpasbaar (ver)bouwen tussen de gemeente en de Delftse woningbouwcorporaties zijn vastgelegd in een convenant, waarover in 2003 positieve besluitvorming heeft plaatsgevonden. Voor de WVG-hulpmiddelen is in 2002 een Europese aanbestedingsprocedure gestart, die in 2003 zal worden afgerond.

 

Het nieuwe Informatiepunt voor ouderen aan de Brabantse Turfmarkt is in 2002 geopend. Van daaruit is ook de inzet van ouderenadviseurs en/of DUIT-adviseurs mogelijk.

Ook is op basis van afspraken tussen gemeente, Stichting Ouderenwerk, woningcorporaties, verzorgingsinstellingen en Maatzorg gestart met een digitaal informatiesysteem Wonen, Zorg en Welzijn om aan de verschillende loketten informatie te geven over elkaars producten.

 

 

 

De GGD Delfland is per 1 juni 2002 gefuseerd met de GGD West-Holland en heet nu GGD Zuid-Holland West. De werkzaamheden in het fusiejaar zijn mede bepaald door een toename van het aantal infectiemeldingen, het grote aantal vacatures en de landelijke vaccinatiecampagne Meningokokken C. De GGD heeft in 2002 in totaal 79.341 kinderen ingeënt, waaronder 17.439 Delftse kinderen, waarmee de beoogde vaccinatievraag is behaald (71%).

In 2002 is het traject ‘Naar integrale Jeugdgezondheidszorg’ verder uitgewerkt. In de JGZ-teams werken consultatiebureau, GGD, het opvoedadvieswerk en het schoolmaatschappelijk werk nauw samen. Zo ontstaat er in iedere wijk een punt waar iedere opvoeder, professional of niet-professional (ouder, verzorger, school, kinderopvang, wijkagent), terecht kan voor de gezondheid van het kind in de wijk. 2002 heeft vooral in het teken gestaan van het verder uitwerken van het concept en het daadwerkelijk voorbereiden van de twee JGZ-teams die in 2003 van start gaan. Deze start loopt synchroon met de realisatie van een gezondheidsaccommodatie in iedere wijk. Hiertoe zijn in 2002 initiatiefgroepen opgroepen om zich te melden bij de gemeente. Op deze wijze zijn zes potentiële initiatiefgroepen en locaties voor de gezondheidsaccommodaties ontstaan en is een zevende in ontwikkeling.

 

Het Delftse bureau Jeugdzorg is verhuisd naar een gezamenlijk bureau met de GGZ Delfland. De wachtlijsten voor de intake zijn grotendeels verdwenen. Aandacht is nu nodig voor het verkorten van de tijd tussen indicatie en zorg. Een positieve ontwikkeling is ook de fusie van de jeugdzorgaanbieders tot één nieuwe organisatie: Jeugdformaat.

 

 

 

2.4.5     Integratie/Samen aan de slag

In 2002 is de samenvoeging van ‘Samen aan de Slag’ en integratiebeleid tot één programma een feit geworden. Het gaat dan om onderlinge kennismaking tussen de diverse bevolkingsgroepen en om het meebesturen door allochtone Delftenaren. Rond dit thema is een rondetafelgesprek gevoerd.

In het oudkomersbeleid vindt deze kennismaking op een heel andere manier plaats; de contactpersonen vinden vele gegadigden voor taalcursussen gecombineerd met andersoortige activiteiten als bijvoorbeeld zwemlessen. In de groepen die hierdoor ontstaan, ontmoeten diverse bevolkingsgroepen elkaar. Dat geldt zeker ook voor de groepen die hebben gewerkt aan de Delftse kleden in Voorhof en Buitenhof. Dat geldt ook voor de projecten ‘wat eten wij vandaag?’en ‘verhalen vertellen’

 

Initiatieven zoals het bezoekvrouwenproject, het oudkomersbeleid, het schuldhulpverleningsproject en het project ‘tegen sociaal isolement D’ruit’ vinden elkaar in een gezamenlijke huisvesting aan de Buitenhofdreef. Nu kan de onderlinge samenwerking verder worden versterkt. Voor hoger opgeleide allochtonen die een betere positie in de maatschappij of werk willen verkrijgen, is het krachtig voortzetten van het project ‘Onbenut Talent’ van belang. In regionaal verband is provinciale steun voor dit project gevonden, met name op het terrein van de zorg. Vanuit de gemeente, maar ook door initiatieven uit de doelgroepen, zijn initiatieven genomen om het allochtoon ondernemerschap te stimuleren.

De samenhang van integratie, opleiding en werk is ook te vinden in de samenwerking binnen de Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC).

Voor de leeftijdscategorie16-23 jaar wordt een sluitende aanpak gerealiseerd.

Met betrekking tot de zes deelprojecten van ‘Samen aan de Slag’ is in 2002 het volgende bereikt:

 

Incentivebeleid en bestrijden armoedeval

Net als in 2001 hebben het afgelopen jaar klanten die een sociaal activeringstraject zijn gestart en dit een half jaar later nog steeds volgden een bonus van € 455 ontvangen als stimulans. Klanten die vanuit een gesubsidieerde baan zijn gestart, hebben wederom een koopkrachtgarantie ontvangen van € 545 als bijdrage in de armoedeval. Daarnaast is ook de vrijlatingsregeling toegepast voor eenoudergezinnen, waarvan het jongste kind nog geen 12 jaar oud is, om deze groep te laten wennen aan het ritme in het arbeidsproces.

 

 

Delfts uitkeringen en informatie team (DUIT)

In 2002 heeft Duit 280 huisbezoeken afgelegd en een veertigtal voorlichtingsbijeenkomsten verzorgd. In totaal is er na voorlichting door Duit voor € 44.582 aan regelingen toegekend aan inkomensondersteunende regelingen. Er is 69 maal een Delftpas aangeschaft op advies van Duit en 53 mensen zijn aangemeld bij de AV Delft. Verder zijn nog 40 mensen doorverwezen naar de schuldhulpverlening. In 2002 is Duit ook gestart met een nieuwsbrief aan intermediairs.

 

 

Arbeidsmarktprojecten

Het Thuishulpproject van de Stichting Maatzorg is succesvol afgerond. Alle 20 werkzoekenden zijn via een opleidingstraject ingestroomd in de functie van thuishulp. Het project Schie-oevers is op 1 maart 2002 afgerond. De zogenaamde matchmaker MKB heeft gedurende de projectperiode 10 kandidaten geplaatst op functies binnen het bedrijventerrein Schie-oevers. Met het Kringloopbedrijf is een projectplan uitgewerkt waarin de begeleiding en de scholing van werkzoekenden wordt geregeld. Op basis van dit plan zijn in 2002 10 werkzoekenden begeleid.

 

 

Tegengaan sociaal isolement

Het project is in 2002 verder gegroeid en heeft een plek gekregen binnen de werkzaamheden van andere professionele en vrijwilligersorganisaties. Eind 2002 is besloten tot uitbreiding van het project met twee wijken (Wippolder en Hof van Delft).

 

 

Aanpak eenoudergezinnen

In 2002 zijn de klantcontactgesprekken voor alleenstaande ouders opgenomen in het reguliere werkproces. Totaal hebben in 2002 291 gesprekken plaatsgevonden. De klantgroep alleenstaande ouders is in 2002 gedaald met ongeveer 30 personen. Het aantal bijstandsgerechtigden bleef in 2002 stabiel.

 

 

 

2.4.6     Volwasseneneducatie

In 2002 is een raamcontract voor vier jaar afgesloten met het ROC Mondriaan regiocollege. In dit raamcontract is afgesproken dat het Praktijk Leercentrum een duidelijke plek krijgt binnen de educatie en aanvullend aan taaltrajecten zal werken. Door een afnamegarantie van zowel de gemeente als het beroepsonderwijs van het Mondriaan college is een stevige basis onder het PLC gelegd.

 

Het verzuim binnen de volwasseneneducatie (VE) is in 2002 niet gedaald. In 2003 zal een verzuimoffensief gestart worden om vooral het ongeoorloofd verzuim terug te dringen.

Om meer inzicht te krijgen in de samenstelling van het cursistenbestand van Volwasseneneducatie, is besloten vanaf 2002 de aanmelding van cursisten die zich op eigen initiatief bij het ROC melden te laten lopen via het CIP. Zo is in elk geval bekend welke mensen tot de groep ‘zelfmelders’ behoren. Deze aanpak wordt in 2003 voortgezet.

 

De volwasseneneducatie wordt nu nog verspreid gegeven over een aantal locaties in Delft. Inzet van de gemeente is om alle VE op een plek te concentreren. In 2002 zijn hiervoor de nodige stappen gezet. De verwachting is dat in 2004 huisvesting op een centrale plek gerealiseerd zal zijn.

 

 

 

2.4.7     Onderwijs

In 2002 is extra gemeentelijke capaciteit ingezet om het brede school programma te kunnen uitbreiden met twee wijken, te weten Vrijenban en Tanthof. Hierdoor kon in schooljaar 2002/2003 gestart worden met de opzet en de uitvoering van een brede school programma in deze wijken. Met deze twee nieuwe wijken komt het aantal wijken waar een brede school programma draait op vier. Voorts is geïnvesteerd in de ontwikkeling van vier nieuwe programmaboekjes (een programmaboekje voor iedere wijk) en het verder optimaliseren van de (geautomatiseerde) inschrijfprocedure.

 

Bij de actielijn “ouder - en kindzorg” gaat het om het stroomlijnen van het zorgnetwerk in de wijk. Dit is verder uitgewerkt en ingebed in het project integrale jeugdgezondheidszorg. De in dat kader te realiseren JGZ-teams zullen, geheel in lijn met de brede schoolontwikkeling, ook ondersteuning gaan bieden aan scholen en kinderopvang in de wijk. Door deze samenwerking zal ook een vraaggericht en samenhangend aanbod op het gebied van opvoedings-ondersteuning tot stand kunnen komen.

 

Het bijeenbrengen van functies staat ook centraal in het huisvestingsbeleid. Hier zijn de speerpunten: (fysieke) concentratie van scholen en buitenschoolse opvang in de buurt (waar mogelijk in één gebouw) en multifunctionaliteit van het gebouw (door bijvoorbeeld een apart toegankelijke activiteitenruimte waarin naschoolse activiteiten kunnen worden aangeboden). Om dit te realiseren wordt voorzien in extra investeringen bij nieuwbouw, grootschalige verbouw, of bij leegstand van schoolgebouwen of wijkvoorzieningen. Voorbeelden van brede schoolgebouwen die mede hierdoor gerealiseerd konden worden:

J.P. Thijsseschool, Het Mozaiek/Omnibus (Van Alkemadestraat), Jan Vermeerschool, Cornelis Musiusschool.

 

Het onderwijsbeleidsplan ‘De bakens verzet’ is met unanieme steun van de Delftse schoolbesturen in juni 2001 tot stand gekomen. De looptijd is tot december 2004, maar kent, omdat de gemeente niet tot beleidswijziging overgaat in een lopend schooljaar, een doorloop tot augustus 2005.

 

In oktober 2002 is de Gemeentelijke nota Onderwijsachterstandsbeleid (GOA) met instemming van het bestuurlijk overleg LOKABEL door de gemeenteraad vastgesteld. Binnen GOA zijn momenteel twee zaken actueel:

 

1.       Tijdens de vaststelling van de GOA-nota is gebleken, dat de in 2001 vastgestelde nieuwe GOA-organisatie in de vorm van een samenwerkingsverband, zowel vanuit signalen vanuit het onderwijsveld als vanuit de gemeente Delft niet naar behoren functioneert. In 2003 zal een voorstel voor een andere organisatorische opzet worden voorgesteld.

2.       Aan het eind van het jaar werd de gezamenlijke inspanning van gemeente en schoolbesturen door het ministerie van OC&W bekroond met de toekenning van drie Onderwijskansenscholen. Hierdoor kan gedurende vier jaar voor schoolspecifiek GOA beleid € 200.000 aan de GOA-middelen worden toegevoegd. Door gezamenlijk optreden en herverdeling van middelen werd het mogelijk ook een vierde OK school in Delft aan te wijzen.

 

Aan de totstandkoming van een Centrale Zorgcommissie (CZC) is in 2002 doorgewerkt. Naar het zich laat aanzien zal het definitieve voorstel voor het zogenaamde ‘zorgloket voortgezet onderwijs’ in het voorjaar van 2003 aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

Door vertragingen in de totstandkoming van de Wet op de Expertisecentra (WEC-wet) was het niet mogelijk al in 2002 een nevenvestiging van de J.C.Pleijsierschool (school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (vso-zmok) operationeel te krijgen. De besluiten daartoe zullen in het voorjaar van 2003 wel genomen kunnen worden, zodat met ingang van augustus een start kan worden gemaakt met drie groepen vso-zmok.

 

Het project ‘Scholen voor de toekomst’ (EZH-project) verloopt volgens planning. Eind 2002 waren vrijwel alle scholen voorzien van een data bekabelingsysteem;  was er voor alle scholen voor primair onderwijs professioneel beheer geregeld en waren alle scholen voorzien van apparatuur conform de standaarden vastgelegd in de Dia-afspraken. De zogenaamde uitrol zal in maart 2003 worden voltooid. Ook de scholen voor voortgezet onderwijs zijn op basis van het projectplan in drie tranches overgegaan tot de aanschaf van de ICT-middelen, waarbij een accent gelegd is op de modernisering van het beroepsonderwijs.

 

In 2002 kon wederom op basis van consensus met de schoolbesturen het programma Onderwijshuisvesting 2003 worden vastgesteld. Op basis van het in 2001 uitgewerkte Integraal Huisvestingsplan en het OBP zijn tevens de eerste besprekingen geopend om te komen tot een gezamenlijke visie van de Delftse schoolbesturen en de gemeente op hoe een Modern schoolgebouw er zou moeten uitzien. In dit kader zullen onder meer afspraken gemaakt gaan worden met de schoolbesturen over prioriteiten die bij de bouw van nieuwe scholen in Delft worden gesteld, waardoor onderwijskundige vernieuwingen worden ondersteund.

 

 

 

Een ander onderdeel van de ‘Bakens verzet’ is de aandacht voor het personeelsbeleid voor alle Delftse scholen. Voor de derde keer is in 2002 de gezamenlijke wervingsactie uitgevoerd. Waar nodig is, zij het incidenteel, medewerking gegeven aan het vinden van huisvesting voor onderwijsgevenden. Hoewel de arbeidsmarkt voor onderwijsgevenden schaars is, is het wederom gelukt alle structurele vacatures op Delftse scholen in 2002 te vervullen.

 

In 2002 is gewerkt aan de invoering van de Delftse Onderwijsmonitor. Een startanalyse, voornamelijk gericht op de koppeling van leerlinggegevens aan de Delftse leerlingenadministratie is uitgevoerd. In overleg met de schoolbesturen is besloten tot invoering van de modules voor-en vroegschoolse educatie, basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Naar verwachting zullen daar in 2003 de modules taal en rekenen, voortijdig schoolverlaten en onderwijskansen aan worden toegevoegd.

 

Het voornemen tot verzelfstandiging van het Delfts openbaar basisonderwijs en tot fusie ervan met Rijswijk heeft eind 2001 geleid tot intentiebesluiten van de beide gemeenteraden. Het onderzoek naar de mogelijkheden voor een fusie tussen de besturen van Rijswijk en Delft loopt vanaf het voorjaar 2002. Recent is hierbij naar voren gekomen dat de omvang van het openbaar onderwijs in Delft en Rijswijk onvoldoende is om ook op langere termijn een minimaal niveau aan ondersteuning te kunnen garanderen. Schaalvergroting is daarom noodzakelijk. Het Regionaal Bestuur Openbaar Onderwijs Westland (RBOOW) blijkt een goede fusiepartner voor Delft en Rijswijk. Onlangs is daarom besloten dat de drie partijen nu gezamenlijk zullen optrekken in het onderzoekstraject voor de verzelfstandiging en een besturenfusie. In het destijds tussen Delft en Rijswijk opgezette gezamenlijke onderzoek werd toegewerkt naar 1 januari 2004 als fusiedatum.

 

 

 

2.5       Duurzaamheid

 

2.5.1     Binnenstadsmanagement en autoluwe binnenstad

Vanaf 14 januari 2002 zijn de eerste pollers in gebruik en daarmee is de eerste fase in de richting van een autoluwe binnenstad fysiek afgerond. In de loop van 2002 is dit systeem verder verbeterd en is het gebruik van camera’s om eventueel vandalisme te bestrijden juridisch voorbereid. Om de werking en het effect van de pollers te optimaliseren is een aantal additionele werkzaamheden uitgevoerd.

In opdracht van de Stichting Centrum Management Delft (SCMD) heeft eind 2002 de 3e monitoring plaatsgevonden, de zogenoemde 1+- meting van de autoluwe binnenstad. Onder meer op basis van deze metingen is eind 2002 een uitgebreide evaluatie voorbereid, die begin 2003 is behandeld.

 

Van 25 november tot 7 december heeft een meningspeiling plaatsgevonden over de herinrichting van de Markt. Aan deze meningspeiling hebben 3215 mensen meegewerkt. Drie zorgvuldig voorbereide varianten zijn hiermee in brede lagen van de Delftse bevolking bediscussieerd.

 

 

 

 

Om de parkeerdruk verder te verlichten zijn er nog 62 extra parkeerplaatsen gecreëerd en is een aantal bezoekersplaatsen omgebouwd tot mixparkeer-plaatsen. In nauw overleg met de SCMD is voorts gekeken naar verdere optimalisatie van de bebording, het mogelijk maken van achteraf betaald parkeren op de Ezelsveldlaan. Ook zijn er diverse acties geweest om de Delftpendel te promoten.

 

De passagiersaantallen van de Delftpendel kennen nog steeds een stijgende lijn. Dit is vooral te danken aan de bezetting op zaterdag. De uitbreiding van openingstijden op de vrijdagavond resulteerde niet in een toename van passagiers. De vrijdagavond blijft zeer slecht bezet. Eind 2002 zijn ook de ondernemers meer bij Delftpendel betrokken door onder andere promotieacties. In 2003 zal deze lijn worden voortgezet.

 

Daarnaast is het nieuwe Bestemmingsplan Binnenstad door de Raad goedgekeurd en is er gewerkt aan de nota Beeldregie en het terrassenbeleid. Er is een monitoringsysteem ontwikkeld voor de (leegstand van de) winkelpanden in de binnenstad, zodat er snel inzicht verkregen kan worden in de ontwikkelingen.

Tenslotte zijn er onderhandelingen gestart met diverse partners over eventuele samenwerking in een Vastgoed Ontwikkelings Maatschappij en zijn er verdere plannen voor de revitalisering van het Veste-gebied voorbereid in nauwe samenwerking met de partners aldaar.

 

 

 

2.5.2     Bestemmingsplan Binnenstad

Het bestemmingsplan is op 31 oktober 2002 door de Raad vastgesteld, waarmee een zeer intensief project, tijdig en succesvol is afgesloten. Vanwege het zeer interactieve proces waarbij in totaal ca. 300 reacties en zienswijzen - voor een groot deel kwalitatief van aard - werden behandeld, is het beschikbare budget enigszins overschreden.

De beslissing van Gedeputeerde Staten over de goedkeuring van het plan wordt medio 2003 verwacht. Er zijn 24 bedenkingen bij genoemd college ingebracht. De inhoud bestrijkt het gehele scala aan bezwaren zoals eerder in de zienswijzen bij de gemeenteraad aan de orde gesteld.

 

 

 

2.5.3     Verkeer en vervoer

Eind 2002 is de Stadstax opgegaan in Regiotaxi Haaglanden. Hiermee is het verzorgingsgebied van zowel WVG-geïndiceerde als overige gebruikers sterk uitgebreid. Delft heeft als enige gemeente binnen het systeem een haltedienst op twee grote winkelcentra en een verzorgingshuis. Ook geldt er voor de WVG-geïndiceerde een gereduceerd tarief via een automatische incassoprocedure. Hiermee onderscheidt Delft zich positief ten opzichte van andere deelnemende gemeenten.

 

Het Dynamisch Openbaar Vervoer Reizigers Informatie Systeem (DORIS) is op het stationsplein geïnstalleerd. Het Doris geeft de openbaar vervoer reiziger actuele informatie over aankomst - en vertrektijden op het perron. Dit systeem is een succes.

 

In het nieuwe collegeprogramma is uitgesproken dat er een nieuw Lokaal Verkeer en Vervoer Plan (LVVP) zal worden opgesteld. Medio 2003 wordt een kaderstellende notitie uitgebracht. Vaststelling van een nieuw LVVP wordt voorzien in 2004.

 

In het kader van het fietsactieplan is er in 2002 een aantal projecten gerealiseerd zoals de uitbreiding van rode fietsstroken, en de realisatie van het fietspad langs de Delfgauwseweg Bij de fietskruising van de Frederik van Eedenlaan en Vulcanisweg hebben fietsers voortaan voorrang. Ook zijn er fietstrommels geplaatst aan het Oostblok en in de Van Renswoudestraat. In 2003 zal het aantal fietstrommels verder worden uitgebreid. Hiermee raken de uitgevoerde maatregelen de verschillende aspecten van het fietsactieplan. Te weten de ketenbenadering, verhogen van de veiligheid van fietsers en het bevorderen van de doorstroming.

 

 

 

2.5.4     Duurzaamheidsplan

Het Duurzaamheidsplan is de basis voor veel gebiedsgerichte, integrale projecten en deelplannen op het gebied van Duurzaamheid. In 2002 zijn de 3-D projecten “Voldoende ruimte voor voetganger en fietser” en “Recreatiewater in en om Delft” afgerond.

Daarnaast is van sommige projecten de insteek veranderd. Zo is de titel van het 3D-project Tariefsdifferentiatie veranderd in “Beloningssysteem goed afvalscheidinggedrag”, in verband met de heroriëntatie die in het project heeft plaatsgevonden. Ook streven we naar het maken van afvalbrengpunten in wijken in brede zin. Deze discussie moeten we betrekken in de discussie over belonings­systemen voor goed afvalscheidinggedrag.

 

Uitvoering Waterplan

De uitvoering van het Waterplan Delft levert concrete resultaten op: minder ongerioleerde panden, een betere oppervlaktewaterkwaliteit en een geringere sliblaag op de waterbodem. De uitvoering van sommige projecten loopt achter bij de planning. Doorgaans zijn hiervoor externe oorzaken aan te wijzen die los staan van het waterplan. Positief is dat er veel projecten worden uitgevoerd in de geest van het Waterplan.

 

De noodvoorzieningen in de Rietveldgracht en de Vlaminggracht hebben ervoor gezorgd dat de bewoners sinds september 2001 niet meer met wateroverlast zijn geconfronteerd door het overlopen van de grachten. Het moment van inzetten van de middelen blijft een kritiek punt. Om de veiligheid van de bewoners te garanderen kan het voorkomen dat middelen worden ingezet waarvan achteraf blijkt dat ze niet nodig zijn geweest. In 2002 is de bestuurlijke voorbereiding afgerond voor de aanpak van de grondwateroverlast in een proefgebied in de oostelijke binnenstad. De concrete uitvoering start in 2003.

 

 

Natuurvriendelijke oevers

In december 2001 is het Oeverplan vastgesteld. In 2002 is een begin gemaakt met de uitwerking van dit plan. Voor de Maria Duystlaan en de TNO-vijver zijn voorstellen gedaan voor de omvorming van de oevers. Oorspronkelijk zouden de oevers van de Professor Telderslaan ook dit jaar natuurvriendelijk worden ingericht.

De voortgang van de aanleg van natuurvriendelijke oevers is minder voortvarend verlopen dan in eerste instantie was gedacht. De oorzaak daarvan komt deels voort uit het niet tijdig vinden van een goede werkvorm, en deels doordat het nog belangrijker is gebleken om de bewoners bij de omvorming van oevers te betrekken en duidelijke afspraken te hebben over het beheer en onderhoud ervan.

 

 

Natuur en Milieu Communicatie.

De activiteiten voor het voortgezet onderwijs waren ook in 2002 gericht op de afvalfietstocht voor middelbare scholieren bij bedrijven in Delft. Daarnaast heeft in 2002 een verdere uitbouw plaatsgevonden van de natuur en milieuactiviteiten in het kader van de Brede School (mede met ondersteuning van subsidie van het programma Leren voor Duurzaamheid van de Provincie Zuid-Holland.

De met de Zomernota 2002 beschikbaar gestelde investeringsmiddelen zijn voor wat betreft de aansluiting op het gemeentelijk ICT-netwerk en de telefooncentrale nagenoeg besteed. Hiermee is teven de basisinfrastructuur gerealiseerd voor de mediatheek van de Papaver. De middelen voor investeringen in klimaat-problemen en in achterstallig onderhoud blijken onvoldoende, hiervoor wordt een oplossing gezocht.

Voor de Papaver zijn structurele middelen voor nieuw beleid ad €20.000 vrijgemaakt bij de Zomernota 2002. Dit geld is ingezet voor het aantrekken van receptiepersoneel.

Positief is de mate waarin door het basisonderwijs gebruik wordt gemaakt van het natuur- en milieu-educatieve aanbod. Hieruit blijkt de waarde van het actualiseren van het lesmateriaal.

 

 

Klimaatbeleid

In 2002 is hard gewerkt aan het als speerpunt in het Collegeprogramma benoemde Gemeentelijk Klimaatbeleidsplan (besluitvorming: 1e helft 2003) Gekozen is voor een vorm van concrete, meetbare projecten waarvan de uitvoering breed is verankerd in de gemeentelijke organisatie en bij externe partijen. Met het Delfts Energie Agentschap (DEA) werd nauw samengewerkt.

De nadruk lag hierbij op het toepassen van photovoltaische cellen, gerelateerd aan projecten uit het Milieutechnologiefonds en Reserve Energiebesparende Maatregelen. Eind 2002 is er een nieuw energiecontract afgesloten waarin de gemeente is overgegaan naar het gebruik van groene stroom. Dit levert niet alleen een besparing op in de kosten voor de gemeente, maar hiermee heeft de gemeente een duidelijk signaal afgegeven ook aan haar interne energiebeleid te werken.

 

 

Ecologische Structuur Delft

Het is niet gelukt de nota “Ecologische structuur Delft” vast te stellen. De afstemming met andere vakgebieden vergde meer tijd dan gepland. De planning is nu gericht op vaststelling 1e helft 2003. Wel zijn de ecologische uitgangspunten bij planvorming en uitvoering van projecten meegenomen.

 

 

 

 

 

Luchtkwaliteit

Als gevolg van nieuwe wetgeving is in Delft sprake van een aantal locaties waar de normen voor NO2 en fijn stof worden overschreden. In 2002 is onderzoek verricht naar de luchtkwaliteit in het jaar 2001. Hieruit bleek dat op een aantal drukke binnenstedelijke wegen en in een zone langs de rijksweg A13 de luchtkwaliteitsnormen worden overschreden. Voor 1 mei 2004 wordt een plan van aanpak te worden opgesteld met maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit voor de betreffende locaties. Daarnaast zal ook het Lokaal Verkeers- en Vervoerplan maatregelen bevatten om het aantal overschrijdings-locaties c.q. de ernst van de overschrijdingen te verminderen. In 2002 is de geluidssanering van woningen aan de Oostsingel/Vrijenbanselaan e.o. afgerond. Bij 21 van de 29 betrokken woningen zijn gevelmaatregelen getroffen ter verbetering van het geluidsniveau in de woningen. Verder zijn twee gevelsaneringsprojecten van in totaal circa 65 woningen aan de Delfgauwseweg opgestart. Verder is in 2002 onderzoek verricht naar de vormgeving van een geluidsafschermende constructie (wal, scherm) langs de rijksweg A13 ter hoogte van de Professorenwijk.

 

Op afvalgebied neemt het aantal ondergrondse afvalcontainers toe en is de hoeveelheid te verbranden huishoudelijk afval gedaald tot onder het niveau van 1998.

 

 

 

2.5.5     Zuidpoort

In maart 2002 is de bouwvergunning voor het kerngebied (veld 5 en 7) afgegeven en is begonnen met de bouw van dit nieuwe stuk binnenstad. Problemen met de damwanden zorgden rond de zomer voor verzakkingen in de omgeving en enige vertraging van de bouw. Ondanks deze complicaties verloopt de bouw volgens planning. In de loop van het jaar zijn de plannen getoetst op de afspraken over duurzaam bouwen. Door Eneco energie is het energiesysteem, waarbij gebruik wordt gemaakt van warmte - en koude opslag in de bodem verder uitgedetailleerd. De door Delftse graffitikunstenaars beschilderde schutting zorgde voor veel landelijke publiciteit en draagt bij aan de leefbaarheid van het winkelgebied rond de bouwplaats.

Daarnaast leverde de verplaatsing van de machinistenwoningen ook de nodige publiciteit op. Naar verwachting zal de parkeergarage in november 2004 in gebruik genomen kunnen worden.

 

Naast de zichtbare bouwactiviteiten buiten werd in 2002 gewerkt aan de planontwikkeling voor het “Hoogovenpand”. In het Hoogovenpand (schuin tegenover het theater) zal de nieuwe Mediatheek en een overdekte fietsenstalling worden gerealiseerd. In 2002 is het Programma van Eisen voor dit project afgerond en werd er een aanvang gemaakt met het ontwerpproces.

 

Eind 2002 heeft de aanbesteding plaatsgevonden voor de bodemsanering van het deel gelegen onder de Zuidwal van de voormalige gasfabriek. De uitvoering van deze sanering is inmiddels gestart. De kosten die met deze sanering samenhangen wordt voorgefinancierd door de gemeente Delft. Aan de provincie is dringend gevraagd het ontbrekende bedrag alsnog toe te kennen.

 

Het nieuwe bestemmingsplan voor het Zuidpoortgebied is sinds begin 2002 vigerend en vormt daarmee een goede juridische basis voor de geplande ontwikkelingen.

 

 

 

2.5.6     Spoorzone

Na een voorbereiding van meer dan 1 jaar kon op 20 februari 2002 de procesovereenkomst tussen de bij de spoorzone betrokken publieke partijen getekend worden. Dat betekende de officiële start van de planstudie in het kader van het MIT (het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport van het Rijk). Op grond van deze overeenkomst hebben de gemeente en Prorail (het vroegere Railinfrabeheer) gezamenlijk de planstudie ter hand genomen. In de eerste fase planstudie zijn alle mogelijke varianten voor tunneltracés verkend, in totaal veertien. Op verzoek van de bewoners van de Van Leeuwenhoeksingel zijn ook varianten op het bestaande tracé verkend. De stuurgroep Spoorzone Delft, bestaande uit bestuurlijke vertegenwoordigers van het ministerie van V&W, ministerie van VROM, Provincie Zuid Holland en Stadsgewest Haaglanden, heeft onder voorzitterschap van de wethouder Duurzaamheid zes varianten geselecteerd voor de tweede fase planstudie. In deze tweede fase wordt simultaan gewerkt aan zowel de civieltechnische als stedenbouwkundige uitwerking om te kunnen komen tot een optimale integrale oplossing. Op alle belangrijke momenten heeft het Platform Spoor mee kunnen denken en praten over te kiezen richtingen.

 

Daarnaast zijn in het najaar van 2002 de startnotitie en de richtlijnen voor de Milieu Effect Rapportage vastgesteld. Op basis hiervan loopt er nu een studie; deze is naar verwachting  voorjaar 2003 afgerond. Op energie gebied loopt er een studie naar de mogelijkheden om beschikbare restwarmte van DSM Gist in te zetten in dit gebied. Dit onderzoek betreft zowel het gebied Poptahof als de Spoorzone.

 

 

 

2.5.7     Schieoevers

In 2002 is gewerkt aan de herontwikkelingsvisie voor het gehele gebied Schieoevers. Vanuit de diverse functionele invalshoeken wordt bezien in welke vorm deze herontwikkeling gestalte zou kunnen krijgen. Er is een projectgroep gestart met als opdracht om de initiatieffase af te ronden met een Masterplan. Dit Masterplan is nu onderwerp van studie waarbij de complexe materie die als input dient op basis van modellenstudies wordt vormgegeven. Dit zal leiden tot beperking van het aantal varianten op basis van gewenste ontwikkelingen versus haalbaarheid in brede zin en de factor tijd. Deze (voor)studie zal begin 2003 worden afgerond, waarna de opmaak van het Masterplan volgt.

Het gebied kan in principe in een aantal deelgebieden worden verdeeld, waarbij per deelgebied wordt bezien welk ontwikkelingsmodel zal worden gevolgd met het bijbehorende risicoprofiel.

 

 

 

2.5.8     Grondbeleid

In 2002 is voor het eerst een Meerjarenplan Grondbedrijf (MPG) opgesteld. Hiermee is een apart instrument voor het grondbedrijf ingesteld.

Het MPG wordt in 2003 voorafgaand aan de jaarrekening aan de raad voorgelegd. In het MPG 2002-2005 is gemeld dat er gewerkt wordt aan een grondbeleidsinstrumentarium dat vertaald kan worden naar beleid op het gebied van grondprijzen (nota grondprijzenbeleid), kostenverhaalmogelijkheden bij particuliere ontwikkelingen (kostenverhaalinstrumentarium) en erfpacht. Daarnaast is er inzicht nodig in de sturingsmogelijkheden bij de verschillende vormen van grondbeleid vertaald naar de opgave waar Delft voor staat in de komende jaren. Ook zijn hierbij procedurele afspraken in de vorm van informatieoverdracht van belang. Dit zal worden verwerkt in de nota Grondbeleid die in het voorjaar van 2003 zal verschijnen.

 

 

 

2.5.9     Overige projecten

 

Deltametrapool

In 2002 is er een structurele bijdrage à € 18.000,- beschikbaar gesteld voor het lidmaatschap van de vereniging Deltametropool. Deze vereniging is een bundeling van kennis en krachten op het gebied van de Ruimtelijke Ordening op de schaal van de Randstad. Het doel is om hiermee de concurrentiepositie van de Randstad in Nederland en Europa te versterken als stedelijke agglomeratie. De vereniging verricht hiertoe studies met externen en vertegenwoordigers van de participerende gemeenten, organiseert bijeenkomsten en lobbyt hiertoe op rijksniveau. Delft ziet hierin een goed middel om zijn positie als Kennisstad, maar ook als aantrekkelijke woonstad te bestendigen.

 

 

Ruimtelijke ordening

Op het gebied van ruimtelijke ordening is een aantal belangrijke documenten vastgesteld in 2002.  De artikel 19 WRO procedures zijn geëvalueerd, wat ertoe heeft geleid dat elke grote  artikel 19 procedure wordt voorafgegaan door een ontwikkelingsplan. In een ontwikkelingsplan zijn de uitgangspunten van een gebiedsontwikkeling beschreven. Er is een planschadeverordening vastgesteld, op basis waarvan we leges heffen om verzoeken tot planschade in procedure te brengen. Vooralsnog wordt het risico van deze schades gelegd bij de partij die om wijziging van het planologisch regime heeft verzocht. Onzeker is nog of dit juridisch standhoudt. Met het project digitaliseren van bestemmingsplannen is een start gemaakt. Het doel is het standaardiseren en terugbrengen in aantal van de bestemmingplannen. Parallel hieraan wordt gewerkt aan het digitaal uitwisselbaar maken van de bestemmingsplannen en het aanbieden op internet.

 

 

Toezicht haven

Bij de zomernota 2002-2005 is € 3.000 structureel vrijgemaakt voor toezicht op de haven. Dit geld is gereserveerd voor het weghalen van scheepswrakken, het drukken van de jaarstickers en waarschuwingsstickers, het plaatsen van borden, die verband houden met nautische activiteiten e.d. Ook wordt er bijbetaald voor extra schoonmaakacties voor b.v. het schoonmaken van waterwegen van fietsen, winkelwagentjes en dergelijke.

 

 

Harnaschpolder

De raad heeft in december 2002 ingestemd met de Structuurschets “Harnaschpolder e.o. 2002” en met de stedenbouwkundige studie voor het Bedrijvenpark. Deze is de onderlegger voor een bestemmingsplan voor het gebied waar gemeenten Delft, Schipluiden en Den Haag gezamenlijk een bedrijfschap zullen oprichten voor de ontwikkeling en de exploitatie van in totaal ca 90 hectare bedrijventerrein. Een concreet voorstel voor de oprichting van een bedrijfschap wordt in de loop van 2003 uitgewerkt en aan de gemeenteraad voorgelegd. Met de voorbereiding van de bestemmingsplannen voor het Delftse grondgebied is begonnen. De grondexploitaties voor die locaties zijn nu geopend. De met Schipluiden afgesproken grenscorrecties voor onder andere deze bouwlocaties zijn onderdeel van het provinciale grenswijzigingtraject voor het Westland. Nu op rijksniveau ook voor dat traject een wetsvoorstel tot wijziging van gemeentegrenzen wordt voorbereid, zullen de grenscorrecties met Schipluiden (nieuwe gemeente Midden-Delfland) naar verwachting per 1 januari 2004 hun beslag krijgen.

 

 

Reinier de Graaf Gasthuis

Door de Reinier de Graaf Groep wordt een ingrijpende reconstructie voorbereid van de ziekenhuislocatie in Delft. Op de bestaande parkeerterreinen zal nieuwbouw verrijzen. Verder zullen er woningen en een zogenaamde zorgboulevard worden gerealiseerd. Gestreefd wordt naar het bouwen van een ondergrondse parkeergarage met voldoende capaciteit. Bij een zorgboulevard moet gedacht worden aan zorggerelateerde commerciële voorzieningen en aan winkels. Wietze Patijn heeft in opdracht van het ziekenhuis een stedenbouwkundige visie opgesteld. Hierover is in het afgelopen jaar met de gemeente zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau een aantal keren overleg gevoerd. Er is inmiddels overeenstemming bereikt over een reconstructie van de Reinier de Graafweg, waarbij ruimte wordt gereserveerd voor een vrije tram/busbaan. Volgens de planning is de start bouw voorzien in 2006 en de oplevering in 2009. De gemeente is faciliterend bij het doorlopen van de noodzakelijke ruimtelijke ordeningsprocedure.

 

 

 

2.6       Jeugd en jongeren

 

Integraal jeugd en jongerenbeleid

De integrale benadering van het jeugd -  en jongerenbeleid heeft geleid tot een groot aantal activiteiten voor, door en met jongeren in Delft in de verschillende gebieden, zoals deze gedefinieerd zijn in het Programma Integraal jeugd - en jongerenbeleid, te weten: vrijetijdsbesteding, preventie en preventieve hulpverlening, wonen en inkomen, bestuur en participatie.

 

Met de uitvoerende organisaties zijn afspraken gemaakt over de inhoudelijke programmering van het jongerenwerk. Naast ontspanning nemen voorlichting, cursusaanbod, sport, spel en cultuur een steeds belangrijker plaats is. Aandachtspunt is de fusie binnen het jongerenwerk, waar helaas weinig vooruitgang werd geboekt.Met de BWD vinden gesprekken plaats over verdere invulling en uitbreiding van het tienerwerk.

Belangrijk in de programmering is het realiseren van het jongerencentrum aan de Muyskenlaan en de jongerenruimte in buurthuis de Wending.

Een groot aantal speelvoorzieningen is gerenoveerd. Bij jongerencentrum de Border is een speelgelegenheid met skatevoorziening gerealiseerd en de ‘centrale’ skatebaan bij de provinciale weg is feestelijk geopend. De bezoekers aantallen maken duidelijk dat voorzien wordt in een grote behoefte.

Het City Beatsfestival gehouden in de Aula van de TU was een groot succes.

 

Tijdens de periode van de zomervakantie is een groot aantal wijkgerichte activiteiten voor kinderen en jongeren gerealiseerd; voor niet-Nederlandstalige kinderen werd gedurende vier weken een zomerschool georganiseerd, waarin naast ontspanning ook educatieve elementen als taalvorming en ICT een plaats hadden.

 

In de periode rond oud en nieuw zijn door de BWD tal van activiteiten aangeboden, die door veel jongeren bezocht werden, dit tot tevredenheid van veel bewoners van Delft.

Steeds meer sluiten de activiteiten die voor jeugd en jongeren georganiseerd worden aan op de programmatische en inhoudelijke lijnen van de Brede School.

 

In 2002 is in het kader van Preventief jongerenbeleid een integraal plan tot stand gekomen dat moet resulteren in een ketenaanbod voor alle jongeren van 0 tot 25 jaar die hulpverlening nodig hebben. Het plan omvat een koppeling van al bestaande activiteiten aan een aantal nieuwe initiatieven. De uitvoering van diverse voornamelijk preventieve onderdelen zal zich in 2003 op tal van terreinen manifesteren.

In het gebouw de Congregatie is het Jongeren Informatie Punt (JIP) met haar activiteiten gestart.

De mogelijkheid tot opvang van zwerfjongeren in Delft is aanzienlijk verbeterd.

 

In de door jongeren zelf opgerichte Jongerenraad is een levendig debat gevoerd met de politiek over de wensen van jongeren. Daarnaast zijn jongeren betrokken bij de formulering en realisering van hun wensen op wijkniveau.

 

De komende jaren zal een belangrijke impuls worden gegeven aan het preventiebeleid. Als gevolg van het door het Rijk toegekende middelen zal een groot aantal projecten in Delft gestalte kunnen krijgen. De verdere uitbouw van het Integraal Jeugd en Jongeren beleid is tevens ter hand genomen. Dat betekent ten eerste een kwantitatieve en kwalitatieve versterking van het tiener - en jongerenwerk in samenwerking met de Breed Welzijn Delft, en ten tweede een verdere integratie van het aanbod voor jongeren in de wijken, waarbij de wijkprogramma’s het uitgangspunt zijn bij de vraagsturing.

 

 

 

2.7       Internationaal Beleid

 

 

Esteli

In 2001 zijn tussen Esteli en Delft afspraken gemaakt over de onderwerpen waarop de samenwerking tussen de beide steden zich de komende jaren specifiek zou moeten richten. De eerste prioriteit was het verbeteren van de brandweer en de vuilophaaldienst in Esteli.

In de Zomernota 2002-2005 is structureel € 10.000 vrijgemaakt voor het internationaal beleid.

Deze structurele verhoging is in 2002 aangewend binnen de stedenband met Esteli. In het kader van de lopende projecten met reiniging en de brandweer hebben deskundigen over en weer bezoeken gebracht.

Daarbij is in kaart gebracht hoe brandweer en vuilophaaldienst er daar voorstaan en is uitvoerig overlegd over organisatorische, personele en materiele knelpunten. Een delegatie van brandweer en vuilophaaldienst uit Esteli kwam daarna op tegenbezoek in Delft. Kennisoverdracht en een verdere discussie over hoe de situatie in Esteli voor beide organisaties praktisch kan worden verbeterd, stonden daarbij centraal. De beide bezoeken hebben duidelijk gemaakt welke materiele problemen beide Esteliaanse organisaties hebben en ook wat Delft daaraan op korte termijn kan doen. Er zijn concrete afspraken gemaakt over het beschikbaar stellen van brandweer - en vuilophaalmaterieel voor Esteli. De noodzakelijke voorbereidingen zijn in 2002 begonnen en de daadwerkelijke overdracht van het materieel vindt plaats in 2003. De bezoeken hebben voorts een rapport opgeleverd waarin de knelpunten en mogelijke oplossingen daarvoor op organisatorisch en personeelsgebied zijn aangegeven. Dit rapport zal de basis zijn voor een voortgaande samenwerking in 2003 waarin vooral kennisoverdracht centraal zal staan.

 

De bouw van een nieuwe bibliotheek in Esteli was een andere prioriteit. In 2002 is vooral aandacht besteed aan de ontwikkeling van een bouwplan dat voldoet aan een programma van eisen en dat gerealiseerd kan worden binnen het beschikbare budget. Via de Stichting Stedenband Delft-Esteli is deskundigheid van net afgestudeerde TU-ers ingezet. Daardoor konden de aanvankelijk getekende omvang van de bibliotheek en ook de geraamde kosten ervan aanzienlijk (en wel tot het niveau van het beschikbare budget) worden teruggebracht. Omdat de Stichting Stedenband nagenoeg het bedrag bijeen heeft wat door haar zou worden ingebracht, is de financiering van de bibliotheek nu ook rond.

 

Een Esteliaanse delegatie, waarin onder meer de burgemeester en de directeur van de Kamer van Koophandel in Esteli, heeft deelgenomen aan een stageprogramma, georganiseerd door de VNG en het LBSNN (Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland-Nicaragua). Daarbij stonden gemeentelijke strategische planning en vormen van publiek-private partnership centraal. Het Delftse deel van het programma hield onder meer in een overleg met de Delftse Kamer van Koophandel. Deze activiteit past in de ambitie om Esteli tot het economisch centrum van het Noorden van Nicaragua te maken. In dat kader werd ook het strategische plan, dat de gemeenteraad van Esteli in 2001 vaststelde, in 2002 nader geconcretiseerd.

 

 

 

Tshwane

De samenwerking op het gebied van de woningbouw was ook in 2002 de belangrijkste activiteit binnen de relatie tussen Delft en Tshwane.

Inmiddels is de Housing Company Tshwane formeel een feit. Er zijn voor de realisering van  ruim 1900 woningen subsidies toegezegd en de eerste bouwactiviteiten (de verbouw van een kantoorpand in het centrum van Pretoria tot 91 wooneenheden) stond eind 2002 op het punt van beginnen. Op het gebied van de bemensing van de Housing Company zijn nog enkele problemen op te lossen. De verwachting is dat dit begin 2003 gelukt zal zijn.

De inzet van de Delftse corporaties, met name die van woningbouwcorporatie DUWO, was ook in 2002 onverminderd groot en belangrijk.

 

Bij de samenwerking op het gebied van het ontwerpen van plannen ruimtelijke ordening, was al eerder gekozen voor het ontwikkelen van een nieuw stadshart voor Mamelodi. In 2002 brachten verkeersdeskundigen uit Tshwane een bezoek aan Delft om na te gaan op welke wijze het gebruik van de fiets in dat nieuwe stadshart het best kan worden bevorderd.

Bij de zelfbouwactiviteiten in Tshwane/Mamelodi wordt nauw samengewerkt met de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.


3                    BEDRIJFSVOERING

 

 

3.1       Organisatie en personeel

 

Organisatieontwikkeling

Voor de Delftse organisatie wordt ingezet op een permanent ontwikkelingsproces. Dit is een uitgangspunt dat past bij NEON; een flexibele organisatie die zich aanpast aan de vragen van burgers en bestuur. In het NEON - transformatieproces worden vier fasen onderscheiden: de diagnose, het ontwerp, de implementatie en de realisatie. De realisatiefase loopt van 2002-2005.

 

Publiekszaken heeft letterlijk en figuurlijk ‘handen en voeten’ gegeven aan de inrichting van het cluster. In 2002 is de ‘nota Handen en Voeten (1)’ verschenen, waarin de primaire en ondersteunende processen van het cluster zijn beschreven. Op basis van deze nota is besloten tot een sectorenmodel voor het cluster. De volgende sectoren worden binnen het cluster onderscheiden: Werk Inkomen & Zorg (WIZ),  Inwonerszaken (INWZ), Bouwen & Milieu (BM) en Toezicht Openbare Ruimte (TOR).

 

Het cluster Wijk- en Stadszaken heeft via vorming en opleiding geïnvesteerd in projectmatig werken.  Inmiddels is het cluster uitgebreid, omdat het besluit genomen is de sector Stadsbeheer van het cluster Bedrijven onder te brengen in het cluster Wijk- en Stadszaken. Van deze fusie worden positieve effecten verwacht bij het doorvoeren van (deels) reeds in gang gezette ontwikkelingen en het beheer van de keten openbare ruimte en de wijkaanpak.

Gekozen is voor een organisatieontwikkelingaanpak van 2 jaar. De kern daarvan is, dat Wijk- en Stadszaken en Stadsbeheer in eerste aanleg ‘koud naast elkaar’ worden geplaatst en vanaf 2003 een integratieproces wordt uitgevoerd, door middel van een ontwikkelingsagenda.

 

Voor het cluster Bedrijven is een stappenplan opgesteld, dat leidt tot de opheffing van het cluster. Zoals hierboven al is aangegeven zal de sector Stadsbeheer worden ondergebracht bij het cluster Wijk- en Stadszaken. Over de positionering van de overige bedrijven, te weten Brandweer, Gemeentearchief, Archeologie, Gemeentemusea en Vrije Academie (VAK). zal een heroriëntatie plaatsvinden.

 

 

Personeelsbeleid

De vernieuwing van het Delftse personeelsbeleid, onder het motto: Menselijke Mogelijkhe-den Centraal (MMC), vordert gestaag. In NEON zijn de volgende MMC-doelen opgenomen:

 

·               Flexibiliseren van functies

·               Sturen op competenties

·               Verantwoordelijkheid van medewerkers voor hun eigen ontwikkeling en loopbaan

·               Faciliterende werkgeversrol

·               Professioneel personeelsinstrumentarium

 

MMC is de visie van de gemeente Delft op personeelsmanagement, waarin het inzetten van medewerkers op basis van hun competenties (hun mogelijkheden) centraal staat. MMC heeft in 2002 een samenhangend gemeentelijk kader voor personeelsmanagement opgeleverd, dat overigens nog niet (geheel) is doorgevoerd. MMC brengt organisatiebelangen en individuele belangen bij elkaar: de leidinggevende krijgt een handvat aangereikt om te sturen op gewenste prestaties en het gedrag van de medewerkers. De medewerker krijgt de mogelijkheid zich te ontwikkelen in zijn of haar functie en richting te geven aan de eigen loopbaan.

De afgelopen twee jaar is een infrastructuur aangelegd, die  een gemeentebrede invoering van competentiemanagement nu mogelijk maakt. Als producten van 2002 kunnen genoemd worden: de ontwikkelingsgesprekken, de Persoonlijke Ontwikkelingsplannen (POP), de functieprofielen en de Delftse competentieset.

 

 

Arbeidsmarkt

De arbeidsmarktpositie van de gemeente als werkgever is snel verbeterd. Van een algemene krapte op de arbeidsmarkt is nagenoeg niets meer merkbaar. Slechts voor sommige functies, zoals de technische functies op hbo- en academisch niveau, is nog schaarste merkbaar bij de werving.

Delft heeft een gewaagde poging ondernomen om de personeelsadvertentie te vernieuwen. Het effect hiervan is dat de Delftse personeelsadvertentie weer opvalt in de media.

 

 

Vorming en opleiding

De uitvoering van vormings- en opleidingsplannen is krachtdadig ter hand genomen. Dit is ook absoluut noodzakelijk, om tegemoet te komen aan de toenemende eisen die gesteld worden aan de gemeentelijke dienstverlening. De volgende V&O-projecten zijn uitgevoerd: trainingen ontwikkelingsgesprekken, cursussen persoonlijke effectiviteit, projectmanagement, professionele dienstverlening voor loketmedewerkers en medewerkers met klantcontacten en adviesvaardigheden.

In het collegeprogramma is het streven opgenomen toe te groeien naar een gemeentelijk V&O-budget van circa 2% van de loonsom, naast de 2% verletkosten voor vorming en opleiding waarmee in de personeelstarieven en de berekening van de productieve uren al rekening is gehouden. Een betrouwbaar inzicht in de ‘out of pocket kosten’ voor vorming en opleiding is bepaald geen sinecure. Een betrouwbaar inzicht kan thans nog niet verstrekt worden. De jaarrekening van 2003 zal dat inzicht wel geven.

 

 

Arbeidsomstandigheden

In 2002 is een gemeentebrede Risico-inventarisatie en Evaluatie (RIE) uitgevoerd. Een dergelijk instrument is gericht op het geschikt houden van mensen voor hun huidige functie en voorkoming van arbeids- en ziekteverzuim. De resultaten van de RIE worden verwerkt in een Plan van Aanpak, dat in 2003 e.v. jaren zal worden uitgevoerd.

Besloten is het contract voor de Arbo-dienstverlening met de ARBO-Unie in 2003 op te zeggen.  Bij ondermeer het management  zal een behoefteonderzoek worden uitgevoerd, op basis waarvan de dienstverlening opnieuw zal worden aanbesteed.

De bedrijfsgeneeskundige begeleiding van medewerkers zal overigens, gelet op de te verwachten effecten op de beheersing van het ziekteverzuim, grotendeels in eigen beheer worden genomen.

 

 

Reïntegratiebeleid

Door de gewijzigde wetgeving bij ziekte en arbeidsongeschiktheid ( WVP en WAO) zijn de verantwoordelijkheden van personeel en werkgever verder versterkt. Delft heeft hier op ingespeeld door het beleid daarop aan te passen onder meer door een aangepast verzuimprotocol, het intensiveren van reïntegratietrajecten ( mede met behulp van het aanstellen van een ‘case-manager’) en het oprichten van een arbozorgteam om nog meer aan preventie, begeleiding en advisering te kunnen doen.

 

 

Personeelsmanagementinformatie

In 2002 heeft een uitgebreide verkenning plaatsgevonden naar een nieuw personeels- en salarisinformatiesysteem. Dit vanwege het feit dat de eigenaar van het huidige pakket PSIS heeft besloten, dit af te stoten. Voor de voorbereiding van de keuze en de conversie naar een nieuw systeem is in de Zomernota 2002-2005 een eenmalig bedrag van € 113.000 beschikbaar gesteld. Het onderzoek dat in 2002 is uitgevoerd en afgerond heeft geleid tot een nieuwe leverancier, te weten ADP, pakket PION.

 

 

Diversiteitsbeleid

Het uitvoeringsplan diversiteitsbeleid uit 2001 is geëvalueerd en de maatregelen ter bevordering van de in- en doorstroom van etnische minderheden, vrouwen en gehandicapten zijn in 2002 voortgezet en aangescherpt.

Tevens is er een klankbordgroep opgericht waarbij (allochtone) medewerkers zijn uitgenodigd om vanuit hun eigen ervaringen een bijdrage te leveren aan het gemeentelijk diversiteitsbeleid. De resultaten van het in 2002 gehouden onderzoek (‘samen bij de gemeente Delft’) naar de arbeidssatisfactie van een aantal allochtone en autochtone medewerkers, naar de betrokkenheid bij de organisatie en naar het verloop zullen tevens worden gebruikt als input voor het diversiteitsbeleid.

 

 

 

3.2               Informatie- en communicatietechnologie

 

 

3.2.1     Kennis Infrastructuur

Het programma Kennis Infra Structuur (KIS) loopt sinds begin 1998. In de eerste periode daarvan lag de nadruk op het opzetten en standaardiseren van de infrastructuur. Daarna zou het zwaartepunt zich verplaatsen naar aansluiting op vraag en aanbod vanuit de stad.

Daarvoor was het nodig de betrokkenheid en inbreng van de inhoudelijke clusters bij het KIS-proces te vergroten. Zij leveren immers de producten die de burgers afnemen. In dit proces is een aantal stappen genomen. In de loop van 2002 is de regiegroep Digitale Kennisorganisatie gaan functioneren. Dit is een groep, waarin clusters en ICT als voorportaal van het GMT beslissingen nemen op het gebied van de digitale dienstverlening in brede zin.

Door impulsen van deze regiegroep is de nota burger@delft.nl tot stand gekomen. Kern van deze nota is dat de burger beter wordt van de uitvoering van het KIS-programma. Aandacht voor digitale dienstverlening betekent aandacht voor de hele informatieketen van KIS: van balie, beleid, bedrijf, bestand en beheer. Mede door deze nota is de betrokkenheid van de organisatie bij het KIS-proces en het beter in lijn brengen van bedrijfs- en KIS impulsprojecten verbeterd. Dat wil overigens niet zeggen dat hier het eindpunt al bereikt is. Er moet nog veel gebeuren, maar de verbreding van de basis is een feit.

Het KIS-programma wordt nu uitgevoerd in een aantal deelprogramma’s. Deze deelprogramma’s verbeteren de toegankelijkheid, doeltreffendheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid en doelmatigheid van de gemeente.

Alle projecten zijn samengebracht in een ICT-projectenplanning. Beschikbare capaciteit van de ICT-organisatie wordt zo gekoppeld aan de uit te voeren projecten. De regiegroep DKO bepaalt welke projecten in uitvoering worden genomen.

 

Ook binnen de ICT-organisatie is een kwaliteitsslag op gang gekomen. Projectmatig werken is ingevoerd. Mede hierdoor is bij de uitvoering van projecten voor de organisatie duidelijker wanneer projecten in uitvoering komen en onder welke randvoorwaarden. Hierdoor zijn verwachtingen en mogelijkheden duidelijk dichter bij elkaar gekomen.

Ook op andere gebieden (beschrijving van producten en diensten; werktoedeling; toedeling naar basispakket en maatwerk) wordt vooruitgang geboekt.

 

Een ruimere inzet van digitale middelen binnen de gemeente moet ook opleiding en begeleiding van de medewerkers tot gevolg hebben. Dit betekent een relatie tussen het programma Menselijke Mogelijkheden Centraal en KIS. Ook hier wordt vooruitgang geboekt.

Het beschrijven van competentieprofielen (aan de functiekant, waarbij inzet van digitale middelen natuurlijk steeds meer een rol gaat spelen) en talentenprofielen (aan de kant van de medewerker) leidt tot inzichten, die bij persoonlijke opleidingsplannen uitgewerkt kunnen worden.

 

 

 

3.2.2          Digitale informatievoorziening

In de huidige bestuursperiode is de beschikbaarheid, toegankelijkheid en transparantie van de informatievoorziening een belangrijk doel. Eén van de essentiële voorwaarden om dit doel te bereiken is het vervangen van de geautomatiseerde ondersteuning door een Documentair Informatie Systeem (DIS)

 

2002 heeft in het teken gestaan van de eerste stap in het ontwikkelen van zo’n DIS. Aan de hand van een verkennende studie, inclusief raadpleging van de gebruikers via een enquête, is een programma van eisen opgesteld voor een DIS. Dit programma kent vier fasen, waarvan de eerste fase de vervanging van de huidige postregistratie inhoudt. In de eindfase zijn alle documenten door de medewerkers digitaal te raadplegen op de werkplek. Gekozen is voor modulaire opbouw. Na afronding van iedere fase volgt opnieuw een afweging van wat de volgende stap moet zijn. Op basis van dit programma van eisen is de aanbesteding van het DIS-pakket gestart, waarbij in principe voor het hele programma van eisen wordt gekozen, maar alleen de voor de eerste fase benodigde programmatuur en apparatuur wordt aangeschaft.

Verwacht wordt dat de aanbesteding half maart 2003 wordt afgerond, waarna de implementatie van de eerste fase volgt. 

 

 

 

3.2.3          Sociale Database

Tot en met 2001 is een Delftse pilot ‘sociale database’ ontwikkeld, waarbij het doel was betere (management)informatie over cliënten te krijgen uit het bestaande uitkeringensysteem. Een volgende doelstelling was op een later moment een koppeling te maken met andere systemen binnen de gemeente. In 2002 is het eerste doel gerealiseerd. Op basis van de pilot worden nu structureel gegevens uit het uitkeringensysteem verkregen met behulp van de ontwikkelde techniek, waarin ook een koppeling is gemaakt met de CBS-statistiek ( een landelijke database).  De koppeling met andere systemen is nog niet doorgezet omdat de leveranciers van deze systemen ook zelf hierin actie ondernemen. Dat wordt thans afgewacht.

 

 

 

3.3               Kwaliteitszorg

In 2002 is besloten het INK-model toe te gaan passen als kwaliteitszorgsysteem in de Delftse organisatie. Dit model is gebaseerd op de methode van het Instituut voor Nederlandse Kwaliteit (INK).

 

Binnen de sector Werk, Inkomen en Zorg is het kwaliteitszorgsysteem verder ontwikkeld.

In 2001 is een zogenaamde positiebepaling gedaan, waarin een analyse wordt gemaakt van de sterke en zwakke kanten van de organisatie. Ook de klanten (cliënten, medewerkers en het bestuur) van de sector worden in deze analyse betrokken, zodat een volledig beeld ontstaat. Het jaar 2002 stond in het teken van het doorvoeren van verbeteringen van de minder sterke kanten van WIZ.

 

In 2002 is de toepassing van dit model verbreed tot het cluster Publiekszaken, waarin via een vergelijkbare aanpak de besturing wordt verbeterd.

 

Ook andere organisatieonderdelen oriënteren zich op een systematische aanpak van de kwaliteitszorg. Overigens betreft dit niet alleen die vakteams/sectoren, die producten en diensten leveren aan burgers en bedrijven. Ook de kwaliteit van de facilitaire dienstverlening moet geborgd worden. In 2002 is daartoe een belangrijke stap vooruit gezet door middel van concrete dienstverleningsafspraken tussen de facilitaire disciplines en de vakteams buiten het cluster facilitaire dienstverlening.


 


4                    HET FINANCIEEL VERSLAG

 

 

 

4.1       De balans

Hieronder treft u de (verkorte) balans aan per 31 december 2002. De activa en passiva zijn gewaardeerd tegen de nominale waarden. Voor de gespecificeerde balans en een uitgebreide toelichting daarop wordt u verwezen naar deel drie van de jaarrekening 2002.

     bedragen x € 1.000.000

Activa

2001

2002

Passiva

2001

2002

Vaste Activa:

 

 

Vaste Financieringsmiddelen:

 

 

Materiële vaste activa

187

209

Eigen Vermogen (inclusief Voorzieningen)

175

180

Financiële vaste activa

252

242

Langlopende schulden

255

244

Vlottende activa:

 

 

Vlottende passiva:

 

 

Voorraden

       1

1

Crediteuren

16

15

Debiteuren

19

18

Kortlopende schulden

12

30

Liquide Middelen

4

4

Overlopende passiva

25

22

Overlopende activa

20

17

 

 

 

Totaal

483

491

Totaal

   483

491

 

Toelichting op het Eigen Vermogen

Hiertoe behoren de algemene reserve en de bestemmingsreserves, alsmede het saldo van de rekening van baten en lasten. De stijging van het Eigen Vermogen is voornamelijk een gevolg van de toegenomen saldi van voorzieningen, die bedoeld zijn voor gelijkmatige verdeling van lasten over jaren. Hiertoe behoort onder andere de in 2002 ingestelde voorziening Veranderproces Combiwerk (€ 3 miljoen)

 

Reservepositie

Uit onderstaand overzicht van enkele belangrijke reserves en voorzieningen, per 31 december 2002, blijkt dat de reservepositie van de gemeente in 2002 nagenoeg gelijk gebleven is. In het onderstaande overzicht worden de ontwikkelingen weergegeven over de periode 1998 tot en met 2002.

 

                                                                                                              bedragen x € 1.000.000

 

31-12-98

31-12-99

31-12-00

31-12-01

31-12-02

 

 

 

 

 

 

Reserves

76,0

70,8

151,1

135,1

135,4

Voorzieningen

23,2

32,9

35,8

40,9

44,6

Totaal

99,2

103,7

186,9

175,0

180,0

 

 

 

 

 

 

Algemene reserve

12,3

13,8

43,3

44,5

41,9

Reserve verkoop aandelen Bouwfonds

0,0

0,0

12,9

12,9

12,9

Reserve verkoop aandelen EZH

0,0

0,0

46,8

29,1

26,9

Reserve Grondbedrijf

 

5,4

7,1

3,3

1,6

4,6


 

4.2               Het financieel resultaat over 2002

In het vervolg van dit hoofdstuk worden de belangrijkste elementen in de samenstelling van het resultaat, per hoofdfunctie van de begroting, nader toegelicht. Een meer uitvoerige toelichting op het resultaat per subfunctie van de begroting, treft u aan in deel II van deze jaarrekening.

 

 

 

Het nadeel op deze hoofdfunctie van € 8 ton wordt veroorzaakt door nadelen op de subfuncties van het Gemeentelijk Management Team en van Burgerzaken en een voordeel op de subfunctie van de Centrale Staf.

 

Subf. 002.0 Gemeentelijk Management Team     nadeel € 556.926

 

Het nadeel valt uiteen in twee grote componenten:

 

1.       Op deze subfunctie zijn uitgaven van het veranderbudget voor de organisatieontwikkeling van het cluster Publiekszaken verantwoord. De dekking voor deze lasten zou gevonden worden binnen de bedrijfsvoering van het cluster. Deze mogelijkheden hebben zich echter nauwelijks voorgedaan. Ook moest het cluster, om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen, extra kosten maken voor  inhuur personeel en waren er onderhoudscontracten voor de automatisering niet begroot (totaal nadeel cluster Publiekszaken: € 300.000).

2.       In de begroting 2002 was als onderdeel van de gemeentebrede bezuiniging op de organisatie een stelpost opgenomen voor het cluster Bedrijven (Stadsbeheer).

Deze taakstelling is nog niet gerealiseerd, ondermeer omdat bij dit cluster andere organisatieveranderingen alle aandacht had (totaal nadeel € 250.000).

 

 

Subf. 003.0 Burgerzaken                                                          Nadeel € 482.788

Het vakteam Burgerzaken heeft in 2002 te kampen gehad met veel langdurig zieken, vacatures en specialistisch personeel dat ingezet moest worden (onder andere voor de tussentijdse verkiezingen). Aangezien de dienstverlening door moest gaan is een groot bedrag aan inhuur van extern personeel uitgegeven (ruim € 5 ton). Daarnaast was een afdracht, die de gemeente moet doen aan het Rijk in het kader van nieuwkomers, niet begroot waardoor een tegenvaller van

€ 130.000 ontstond.

Tegenover de hogere lasten stonden meer baten voor rijbewijzen, naturalisaties en uittreksels. Dit voordeel van € 274.000 kon de overschrijding aan de lastenkant onvoldoende compenseren.

Het nadeel voor 2002 is incidenteel van aard. De organisatieontwikkeling van Publiekszaken leidt ook tot versterking van de organisatie van Burgerzaken.

 

 

Subf. 002.1 Centrale Staf                                                         Voordeel € 267.928

Tegenover een overschrijding van salarislasten staan voordelen, omdat er in 2002 geen rekenkameronderzoek en geen bedrijfsdoorlichting plaatsvonden. Deze voor- en nadelen vallen tegen elkaar weg. Het voordeel op deze subfunctie betreft het gemeentebrede vorming- en opleiding- en loopbaanbegeleidings-budget. Deze budgetten zullen worden overgeheveld naar 2003 omdat er plannen en verplichtingen aan deze budgetten zijn verbonden, die zich over meerdere jaren uitstrekken.

 

 

 

 

Subf. 110.0 Openbare Orde en Veiligheid                                  Nadeel € 78.670

Het grootste deel van dit tekort wordt veroorzaakt door tegenvallende leges voor horecavergunningen. Het besluit om de horecavergunningen niet meer elk jaar uit te geven, was nog niet in de begroting verwerkt. Dit besluit resulteert enerzijds in lagere lasten, maar vooral ook in lagere baten.

 

 

Subf 120.1 Brandweer Algemeen                                               Nadeel € 397.965

De overschrijding bij de brandweer kent veel elementen. De belangrijkste is het nadeel als gevolg van structureel overwerk. Ingaande 2003 is dit in de begroting hersteld, maar in 2002 was hiervoor nog onvoldoende budget in de begroting opgenomen. Hierdoor is een nadeel van € 170.000 ontstaan. Door de verhuizing naar de Mercuriusweg zijn diverse extra incidentele kosten gemaakt, die samen een nadeel van € 73.000 veroorzaken.

 

In 2002 is het salarisbudget van de Brandweer verhoogd omdat daarin nog geen rekening was gehouden met de kosten van ORT/piket. Niettemin is deze verhoging onvoldoende gebleken om deze kosten volledig te dekken. Er was daardoor in de rekening 2002 nog sprake van een nadeel van € 77.000.

 

In verband met strengere regelgeving moet het brandweerpersoneel intensiever opgeleid worden. Dit brengt extra kosten mee, die tot een nadeel van € 45.000 hebben geleid.  Tenslotte moesten beschermingsmaatregelen genomen worden binnen de eigen bedrijfsvoering. Dat leverde een tegenvaller op van € 40.000

 

Binnen deze hoofdfunctie is met name sprake van een nadeel van € 0,7 miljoen op de subfunctie 210.3 Straatreiniging oftewel de veegdienst.

 

Het grootste deel van het tekort wordt verklaard door extra inhuur van personeel van derden. De ruimte in het personeelsbudget (vacatureruimte) was onvoldoende om dit op te vangen. De extra inhuur is o.a. noodzakelijk geweest door een hoger dan geraamd ziekteverzuim en de vereiste vorming en opleiding.

 

De veegdienst wordt verricht door het vakteam Reiniging. Dit vakteam is ook verantwoordelijk voor de op functie 721 verantwoorde afvalverwijdering en afvalverwerking.  De kostenoverschrijdingen voor zowel de veegdienst als de afvalverwijdering (zie de toelichting bij functie 721) maken manifest, dat planning, realisatie en budgetten van het vakteam reiniging beter beheerst moeten gaan worden. Onder verantwoordelijkheid van het GMT is een projectgroep ingesteld die de analyse verder uitwerkt en met verbetervoorstellen gaat komen. De nader uitgewerkte verbetervoorstellen zullen voor de zomer beschikbaar zijn. Vooruitlopend hierop worden beheersmaatregelen getroffen om verdere financiële overschrijdingen te voorkomen.

 

 

Overige subfuncties in hoofdfunctie 2 Verkeer, Vervoer en Waterstaat.

Het nadeel op de subfunctie 210.3 Straatreiniging wordt grotendeels gecompenseerd door voordelen op de subfuncties 210.9 Overige derden (wegen, straten en pleinen) en 221.1 havens, grachten en waterwegen.

 

 

Subf. 210.9 Overige derden                                                      Voordeel: € 394.899

Het betreft hier kosten en opbrengsten van werkzaamheden die in opdracht van derden worden uitgevoerd op het terrein van aanleg en onderhoud van wegen, straten en pleinen.

 

De opbrengsten zijn hier achtergebleven bij de begroting. Dit geldt echter in nog veel sterkere mate voor de kosten, waardoor een positief resultaat op de begroting is ontstaan.

De werkzaamheden voor derden zijn overigens wel ‘rendabel’ in die zin dat baten en lasten met elkaar in evenwicht zijn. De begroting zal echter moeten worden aangepast aan het werkelijke niveau van de werken voor derden.

 

 

Subf. 221.1 Havens, grachten en waterwegen                 Voordeel € 325.589

Als gevolg van de aanstaande overdracht van taken op het gebied van oppervlaktewaterbeheer van de Gemeente Delft aan het Hoogheemraadschap zijn taken geminimaliseerd. Als gevolg hiervan zijn kosten van onderhoud e.d. lager dan begroot. Er bestaat nog geen duidelijkheid over de termijn van overdracht, verdeling van taken en verantwoordelijkheden en budgetten.


 

Subf. 310.0 Straatmarkten                                                       Nadeel € 87.695

Dit betreft de exploitatie van diverse markten, waaronder de uitgifte van marktplaatsen, toezicht, beheer en onderhoud van voorzieningen op de markten.

 

Er zijn extra kosten (€ 38.000) gemaakt in verband met de aanstaande herinrichting van de markt en voor het onderhoud van voorzieningen op de markt (bijv. stroomvoorziening). Deze voorzieningen zijn verouderd; met investeren is gewacht op de herinrichting van de markt.

 

De inkomsten zijn te hoog begroot, ca € 49.000, hier moet nog een administratieve correctie van € 36.000 toegepast worden..

 

 

Subf. 310.3 Exploitatie verhuurde eigendommen.                        Nadeel € 350.506

Betreft exploitatiesaldi van gemeentelijke eigendommen die niet voor de openbare dienst bestemd zijn. De panden zijn in beheer bij het vakteam Grond.

 

Het nadeel op deze subfunctie is ontstaan omdat de doorberekening van de beleidsmedewerkers conform de Vastgoednota (besluitvorming 2001) ten laste van deze subfunctie is gebracht maar nog niet verwerkt is in de begroting. Voor de begroting 2003 is dit wel gebeurd. Het project legionella van het vakteam BOZ is overschreden (€ 21.343).

 


 

 

Subf. 420.1 Openbaar basisonderwijs                            Voordeel € 215.720

De hogere salariskosten ad € 375.000 en hogere storting in de reserves ad € 370.000 worden gecompenseerd door hogere inkomsten van het rijk. In 2002 zijn extra uitgaven

(€ 80.000) gedaan voor huur van tijdelijke huisvestingsvoorzieningen voor de Omnibus en de Freinetschool.

 

Er ontstond in 2002, tengevolge van vertragingen bij bouwprojecten, een voordeel op de kapitaallasten van € 145.000. Daar staat tegenover dat extra huurkosten (€ 35.000) zijn gemaakt voor het onderbrengen van het bestuurskantoor openbaar onderwijs in het gebouw aan de Buitenhofdreef. Deze kosten zijn verrekend met de reserves van het openbaar onderwijs. Door de herziene taxaties komen de kosten voor onroerendzaakbelasting structureel

€ 20.000 hoger uit.

 

Aan de batenkant is de hogere subsidie zichtbaar wegens gestegen salariskosten en de invoering van het budget voor ontwikkeling en ondersteuning.


 

Subf. 560.0 Openbaar Groen.                                                   Nadeel: € 315.625

Alle werkzaamheden in de groene gemeentelijke openbare ruimte vallen binnen deze subfunctie

 

De overschrijding is deels te wijten aan de storm van afgelopen najaar waarbij na de storm twee tot drie weken opgeruimd moest worden. Er is extra materieel ingehuurd om de bomen te verwijderen. Er is in het jaar 2002 een extra storting geweest in het kledingfonds. Deze storting viel hoger uit omdat er in de afgelopen twee jaar geen storting heeft plaatsgevonden. Tenslotte is een deel van de overschrijding te wijten aan het feit dat er in 2002 meer uren zijn besteed aan ‘indirect productieve’ onderwerpen zoals overleggen, cursussen en trainingen.

 

 

Subf. 560.6 Recreatieve voorzieningen.                                     Nadeel € 365.095

Dit betreft de subsidie voor kindertuinen, vogel en egelopvang, en daarnaast het budget voor onderhoud en beheer van de kinderboerderijen en de waterspeeltuinen Korftlaan en Tanthof.

 

Het budget van groen is overschreden met € 279.886. Voor ca. €190.000 is dit het gevolg van extra inzet van personeel. Dit hing samen met personele problemen op de kinderboerderijen. Ook zijn de openstellingstijden van de kinderboerderijen verruimd. De begrote inkomsten ad € 140.000, uit voornamelijk huren en pachten, zijn elders in de jaarrekening verantwoord.

 

 

 


 

Subf. 610.1 Algemene bijstandswet (Abw).                                Voordeel: € 1.259.225

Op deze functie staan de baten en lasten in het kader van de verlening van periodieke bijstand. De bekostiging van de Abw loopt ten dele via het Fonds Werk en Inkomen (FWI)

 

Het positieve resultaat betreft het resultaat dat in de jaarrekening 2001 gemeld is als nog te ontvangen in 2002.

Het resultaat van 2002 is € 68.157 negatief. Hiervoor heeft een onttrekking uit de vereveningsreserve Werk en Inkomen plaats gevonden, waardoor het resultaat zoals in deze jaarrekening gepresenteerd, volledig betrekking heeft op 2001.

 

 

Subf. 620.3 Maatschappelijke voorzieningen                  Voordeel €    401.665

Betreft de maatschappelijke opvang via instellingen voor dak- en thuislozen, zwerfjongeren en vrouwen.

.

Het overschot op deze subfunctie betreft een van het Rijk ontvangen doeluitkering voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg. Dit budget wordt overgeheveld naar 2003.

 

Subf. 620.7 Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG)   Nadeel €      827.724

In bovenstaand nadelig resultaat is een foutieve boeking verwerkt, waardoor het werkelijke nadeel € 746.000 had moeten zijn. Dit exploitatietekort over 2002 wordt veroorzaakt door de groei in het aantal toegekende en uitstaande voorzieningen. Deze groei heeft zich in de afgelopen jaren voltrokken maar komt nu in de exploitatie explosief tot uiting.

 

Dit komt enerzijds door de toenemende vergrijzing en het feit dat steeds meer burgers goed op de hoogte zijn van wetgeving en regelingen. Daar komt nog bij dat in Delft een beperkt aanbod van aanleunwoningen en anderszins aangepaste woningen bestaat, wat extra druk geeft op de WVG in de vorm van aanvragen voor woonvoorzieningen.

Voorts is de nota ‘stand van zaken WVG’ uit 2000 niet meerjarig in de begroting verwerkt.

Daarin werd op basis van verwachte groeicijfers toen al geconcludeerd dat de WVG-uitgaven hoger moesten worden geraamd en dat een onttrekking aan de reserve nodig werd. In de nota werd het tekort over 2002 geprognosticeerd op

€ 417.000 bij een groeicijfer van de hulpmiddelen van 8 – 10 %. In werkelijkheid komt dit groeicijfer uit op 17/18 % waarmee het grotere tekort wordt verklaard.

 

Tot en met 2001 konden voor- en nadelen van de WVG jaarexploitaties nog worden verrekend met de reserve WVG. In de reserve WVG zit nog een bedrag van € 99.000 dat kan worden aangewend om het negatieve resultaat 2002 gedeeltelijk op te vangen. Wij stellen voor het restant van het tekort ten laste van de algemene middelen te brengen.

 

In 2003 zal een beleidsnota worden aangeboden, waarin op het perspectief van de WVG wordt ingegaan. Duidelijk is in ieder geval dat de reserve WVG met de overschrijding in 2003 is uitgeput en de ruimte voor nieuw beleid beperkt is.

 


 

Functie 721 Afvalverwijdering en –verwerking.                             Nadeel: € 781.474

Dit nadeel wordt verrekend met de reserve Afvalverwerking, zodat het geen onderdeel is van het resultaat op deze hoofdfunctie (zie grafiek).

Het grootste deel van het nadeel wordt verklaard door extra inhuur van personeel van derden. De ruimte in het personeelsbudget (vacatureruimte) was onvoldoende om dit op te vangen. De extra inhuur is o.a. noodzakelijk geweest door een hoger dan geraamd ziekteverzuim en vereiste vorming en opleiding. Daarnaast is extra personeel ingehuurd voor inzameling van grof vuil bij de ondergrondse containers, en de aanscherping van de arbo-normen voor huisvuilbeladers. Ook kosten van brandstof en onderhoud zijn hoger uitgevallen dan begroot.

Uit de analyse van het resultaat is gebleken dat de begroting op onderdelen moet worden bijgesteld. Dat geldt bijvoorbeeld voor de raming van kosten en opbrengsten van werken voor derden en aangeleverd afval op het overlaadstation.

Daarnaast behoeft het beheersen van planning, uitvoering en budgetten verbetering. In dat kader zal ook de managementinformatievoorziening (zowel personeel als financieel) worden verbeterd en worden toegesneden op de verschillende managementniveaus. De begrotingssystematiek – met als zwaartepunt de doorbelasting van apparaatskosten en overhead naar de verschillende producten van de reiniging – zal inzichtelijk gemaakt worden, zodat het management beter in staat is financiële informatie ‘te lezen’ en voor sturing en beheersing te gebruiken.

 

Bij functie 210 wordt de door het Gemeentelijk Management Team ingestelde projectgroep vermeld, die deze analyse verder uitwerkt en op elk van de boven genoemde onderdelen met verbetervoorstellen gaat komen. Deze verbetervoorstellen zijn voor de zomer beschikbaar. Alle aandacht is er op gericht om verdere financiële overschrijdingen te voorkomen.

Wij handhaven bij dit alles ons, in de Zomernota 2003 geformuleerde, uitgangspunt dat verdere bovennominale tariefstijgingen voor de reiniging achterwege moeten blijven. De ruimte daarvoor is in de afgelopen jaren reeds benut. Dat betekent dat de oplossingen vooralsnog worden gezocht in een betere beheersing binnen de kaders van de bestaande begroting.

 

 

Subf. 722.9 Overige derden.                                                     Voordeel: € 213.682

Dit betreft het uitvoeren van werkzaamheden voor derden in de vorm van het aansluiten van percelen op het rioleringssysteem en ledigen van vet- en beerputten.

Hier is sprake van een soortgelijke situatie als op de subfunctie 210.9 Overige derden (wegen, straten en pleinen). De opbrengsten zijn achtergebleven bij de begroting, doordat er minder rioolaansluitingen zijn aangelegd dan geraamd. De kosten zijn echter nog sterker achtergebleven, waardoor een positief resultaat op de begroting is ontstaan. De werkzaamheden voor derden zijn ook hier wel ‘rendabel’ in die zin dat baten en lasten met elkaar in evenwicht zijn.

 

 

Subf. 723.0 Milieuverontreiniging.                                              Voordeel: € 196.636

Deze subfunctie betreft beleid en uitvoering binnen het thema Milieu.

De onderschrijding van het budget wordt veroorzaakt door personele onderbezetting. Inhuur van personeel heeft de onderbezetting niet volledig gecompenseerd. Uitzondering hierop vormt het onderdeel Bodem. Hier is sprake van een overschrijding omdat meer adviezen moesten worden opgesteld dan voorzien (o.a.vanwege wettelijke verplichtingen).

 

 

Subf. 724.0 Begraafplaatsen en lijkbezorging                 Voordeel: € 121.425

Extra baten worden ontvangen uit de afkoop van het onderhoud aan graven door nabestaanden. In 2002 is daarop een voordeel ontstaan. Overigens was dit ook in de rekening 2001 het geval.

Daarnaast was sprake van een overschrijding van de lasten, deels door correcties van kostenplaatsen en deels door een inhaalslag betreffende achterstallig onderhoud van de begraafplaatsen.

In de beleidsnota ‘kostendekkend begraven’, die in de loop van 2003 zal verschijnen, zullen kosten en baten, en bijgevolg de hoogte van de leges, structureel tegen het licht worden gehouden.

 


 

822.0 Bouwen en Wonen                                                          Voordeel € 197.771

Bouwtoezicht en monumenten heeft hogere baten (bouwleges) gerealiseerd doordat meer grotere bouwprojecten in 2002 zijn uitgevoerd dan waarmee rekening is gehouden. Tegenover deze extra opbrengsten staan ook hogere lasten op deze subfunctie.

Vanwege de grootschalige aanpak van het bouwproject Zuidpoort is de beoordeling van constructies en toetsing aan het Bouwbesluit uitbesteed.

Tevens is vanwege vertrek van eigen personeel tijdelijk een externe kracht aangetrokken.

Voor het toezicht openbare ruimte is een formatieplaats is door een begrotingsfout op een andere subfunctie begroot. De werkelijke uren zijn echter wel op subfunctie 822.0 geboekt, waardoor er een overschrijding van de kosten is ontstaan. Daarnaast is tijdelijk een medewerker ingehuurd voor het wegwerken van achterstanden.

 

 


 

 

De grootste componenten van het voordeel van deze hoofdfunctie zijn: het financieringsresultaat, de gemeentelijke belastingen, het gemeentefonds, beheerskosten, bedrijfsvoorziening, kapitaallasten en kostenplaatsen. Aangezien elders in dit hoofdstuk van het financieel verslag  op het gemeentefonds en belastingen wordt ingegaan, is de toelichting op die voordelen hier summier gehouden.

 

 

911.0 Financiering exploitatie algemeen                                     Nadeel € 381.688

Diverse voor- en nadelen veroorzaken het financieringsresultaat. De voordelen zijn ontstaan door: intensief cashmanagement door te profiteren van een lage rentestand en het sturen op het nulsaldo (€ 1,3 miljoen), de rente op de Escrowrekening (€ 0,1 miljoen) en de rente bouwfondsgelden (€ 0,3 miljoen).

De nadelen betreffen het toerekenen van marktrente in plaats van omslagrente aan bepaalde exploitaties (€ 0,9 miljoen), hogere rente op het eigen vermogen (€ 0,9 miljoen), herfinanciering van geldleningen (€ 0,3 miljoen).

 

 

920.0 Belastingen                                                                    Voordeel € 3.438.499

De opbrengsten van de OZB zijn € 3,6 miljoen hoger dan geraamd. In dit voordeel zit een bedrag van € 0,8 miljoen dat betrekking heeft op 2001. Daarnaast zijn er voordelen op kwijtscheldingen OZB (€ 0,1 miljoen), reclamebelasting (€ 0,1 miljoen) en de Zalmsnip (€ 0,1 miljoen). Een nadeel van € 0,5 miljoen is ontstaan door lagere bijdragen van WOZ-afnemers.

 

 

921.0 Algemene uitkering Gemeentefonds                                 Voordeel € 2.538.602

€ 1,9 miljoen van het voordeel betreft de ontvangen nacalculatie van het accres  over het jaar 2001. € 0,7  miljoen betreft de hogere uitkering 2002 uit het gemeentefonds conform de septembercirculaire 2002. In de maartcirculaire 2003 is – op basis van nacalculatie – ook nog sprake van een voordeel van € 360.000 dat betrekking heeft op 2002. Omdat dit voordeel bekend werd na afsluiting van het boekjaar, zal dit voordeel in de jaarrekening 2003 worden verantwoord.

 

 

922.1 Stelpost nominale ontwikkelingen                         Voordeel € 264.226

Op deze stelpost is een nabetaling vanuit het gemeentefonds opgenomen, die bestemd is voor compensatie van prijs- en loonstijgingen in de gemeentebegroting. In 2002 is er, om technische redenen, vanaf gezien dit bedrag via een begrotingswijziging toe te delen aan de diverse kostenplaatsen en kostendragers. Het voordeel kan gezien worden als compensatie van prijs- en loonverschillen in de begroting

 

 

922.4 Doorberekening beheerskosten                            Nadeel € 199.668

Het nadeel op deze functie betreft een taakstelling voor het vakteam ICT, in de begroting 2002 opgenomen om het aansluitverschil te compenseren en te realiseren via maatwerk-werkzaamheden. De capaciteit van ICT is in 2002 nagenoeg volledig ingezet voor standaard - taken. Voor het verwerven van baten via maatwerk was geen capaciteit beschikbaar geweest, zodat deze taakstelling niet is gehaald.

 

 

922.6 Voorziening bedrijfsvoering                                              Voordeel € 689.964

In het jaar 2002 is geen beroep gedaan op dit budget, maar het is aangehouden om als dekking te dienen voor overschrijdingen in de begroting als gevolg van overschrijdingen in de bedrijfsvoeringsfeer. (zie hierna onder 990.0 Saldi kostenplaatsen)

 

 

922.7 Stelpost kapitaallasten schoolgebouwen               Voordeel € 349.448

Door temporisatie van geplande investeringen in schoolgebouwen is er een voordeel op deze functie ontstaan.

 

 

922.8 Stelpost kapitaallasten                                        Nadeel € 721.704

Op deze subfunctie was in de begroting een bedrag van € 522.000 geraamd voor kapitaallasten van categorie 1 investeringen. Door temporisatie van de investeringen is er een voordeel ontstaan van € 253.000.

 

Bij de Zomernota 2003-2006 is in de jaarkolom 2002 een meevaller opgenomen van € 975.000 voor het vermoedelijke voordeel op de kapitaallasten voor het totale gemeentelijk investeringsvolume. Deze meevaller is hier geraamd, maar er staan op deze begrotingspost geen werkelijke baten tegenover, zodat als resultaat per saldo een nadeel resteert van € 722.000. Dit nadeel moet echter geplaatst worden in relatie tot de voordelen op de kapitaalslasten, die op de subfuncties zijn verantwoord.

 

 

990.0 Saldi kostenplaatsen                                                       Nadeel € 1.402.378

Op de kostenplaats Huisvesting is een nadeel ontstaan van € 401.000, voornamelijk als gevolg van  dubbele lasten (Hooikade 30, Zuiderstraat, Marshallaan en Meisjeshuis). Verder waren er hogere lasten voor OZB, aflossing en rente lening Torenhove (niet begroot), aanpassing balie en fietsenstalling Torenhove en kosten voor onderhoud en verzekering.

 

Op de kostenplaats Facilitaire Dienstverlening is een nadeel van € 876.000 verantwoord. Dit betreft onvoorziene kosten wegens een niet gerealiseerde detachering van een voormalig personeelslid (€ 60.000), een niet gerealiseerde taakstelling en hogere bureaukosten (samen € 160.000). Daarnaast zijn er overschrijdingen op personeelskosten, postbezorging, en reprokosten (totaal € 128.000). De kosten van mobiele telefonie zijn in 2002 nog niet doorbelast naar de vakteams. (€ 151.000.).

 

Bij het vakteam Huisvesting Services en Middelen (HSM) is bij de reorganisatie te weinig budget (o.a. voor bodes) meegekomen, waardoor het vakteam kampt met bovenformatieve kosten (€ 181.000); inhuur van extern personeel bij ziekte en zwangerschapsverlof ( € 130.000). Bij het vakteam Juridische Zaken (JZ) is de achterstand weggewerkt van terugvorderingszaken, kamer II (€ 66.000). 

 

Tenslotte staan op de kostenplaatsen twee inkomstenstelposten geraamd. De eerste betreft een stelpost ( € 134.134)van het vakteam Civiel, waarvan de herkomst te maken heeft met een aansluitverschil van voorgaande jaren en waarop geen inkomsten zijn gerealiseerd. De tweede betreft een stelpost van Stadsbeheer (€ 141.000) voor een bezuinigingstaakstelling om de werkzaamheden voor derden kostendekkend te maken. Uit onderzoek is gebleken, dat de ramingen voor werken voor derden wel een positief resultaat opleveren, maar de omvang van de werkzaamheden veel minder zijn dan wordt geraamd. Tegenover de nadelen van deze twee stelposten staan een voordeel van € 152.994, zijnde verschillen, die betrekking hebben op voorgaande jaren.

 

 

 

4.3               De personeelskosten in 2002

 

De totale personeelslasten

Wordt het totaal aan personeelslasten in de analyse meegenomen, dan is € 70 miljoen uitgegeven. Naast de salarissen gaat het om de lasten van interim-management, inhuur, werving en selectie en vorming en opleiding.

 

Bekostiging van deze zaken vindt vaak plaats in de loop van het jaar vanuit niet uitgegeven personeelsbudget of uit andere budgetten (bijvoorbeeld projectbudgetten en kredieten).

 

 

 

Het totaal van de personeelslasten is als volgt samengesteld:

 

Personeelskosten

* € 1 mln.

Salarissen

57,7

Interim-management

1,0

Inhuur overig personeel

9,7

Werving en selectie

0,7

Vorming en opleiding

1,4

Totaal

70,5

 

 

De salarislasten

Voor de salarissen van het gemeentelijk apparaat is in totaal € 60 mln. begroot. In 2002 is op deze post per saldo € 57,5 mln. uitgegeven aan salarissen.

De lagere uitgaven ad € 2,5 mln. op de post salarissen worden in hoofdzaak veroorzaakt door vacatures. In 2001 was het resultaat op salarissen overigens

€ 4,2 miljoen positief.

 

Uit de analyse blijkt dat als gevolg van de nieuwe CAO en stijging van vooral de pensioenpremies de werkelijke personeelslasten ruim € 1 mln. hoger uitvallen dan geraamd in de begroting 2002. Het premiebedrag is met 1,5% meer gestegen dan geraamd. Van de verlaging van de WAO-premie is 0,5 % daarbij niet meegerekend omdat deze conform besluit van het College van B en W is ingezet voor reïntegratiebeleid.

 

Er is dus, evenals in 2001, sprake van een negatief verschil. In principe is dit incidenteel omdat in de volgende gemeentefondscirculaires de premiestijging weer gecompenseerd behoort te worden. Of er voldoende compensatie wordt ontvangen, kan pas op langere termijn worden beoordeeld in verband met de wijze van nacalculatie in het gemeentefonds.

 

Conform de Zomernota 2003-2006 is op grond van de meicirculaire 2002

€ 236.000 opgenomen voor nominale ontwikkelingen binnen het personeelsbudget op de stelpost nominale ontwikkelingen. Deze stelpost is in 2002 niet verdeeld over de personeelsbudgetten van de verschillende sectoren Het achterblijven van de compensatie is geheel ten laste gekomen van de personeelsbudgetten van de sectoren. De stelpost wordt in 2003 structureel ingezet voor het oplossen van voornamelijk personele knelpunten.

 

Ontwikkeling interim-management en inhuur van overig personeel

In 2002 is voor inhuur van personeel en interim-management in totaal € 10,7 miljoen uitgegeven. Dat is 16% van de totale personeelskosten. In totaal is hieraan in 2001 € 10,3 miljoen uitgegeven.

 

Bij interim-management is ten opzichte van 2001 een daling te zien van € 0,7 miljoen. Dat betekent dat de stijging geheel veroorzaakt wordt door het inhuren van overig personeel. Bij een aantal vakteams is sprake geweest van problemen in de personele organisatie, waardoor voor de gemeente als geheel per saldo de kosten ‘inhuur derden’ ten opzichte van 2001 zijn gestegen, dit betreft m.n. vakteams TOR  en Burgerzaken/publieksbalie. Voor een aantal andere vakteams (bijv. vakteam Financiën) is sprake geweest van een aanmerkelijke kostendaling.

 

In 2002 zijn door het GMT maatregelen genomen om het inhuren van personeel beter te beheersen door vooraf de noodzaak daarvan te toetsen. Het college maakt ook voor 2003 met het gemeentelijk managementteam nadere afspraken over het ook via tussentijdse rapportages kunnen monitoren van de uitputting van personeelsbudgetten en de gepleegde inhuur van derden. Van belang is daarbij onderscheid te maken naar wat als reguliere inhuur beschouwd moet worden (bijvoorbeeld in verband met seizoensarbeid), respectievelijk waar inhuur van derden te maken heeft met probleemsituaties.

 

Het handhaven van de kwaliteit van de dienstverlening, de politieke actualiteit en de krapte op de arbeidsmarkt zullen ook de komende jaren de afweging om al of niet aanvullende personele capaciteit in te huren beïnvloeden. Het blijft een dure, maar soms onvermijdelijke oplossing. Om die redenen moet er steeds een goede afweging gemaakt worden tussen noodzaak en kosten, waarbij ook de risico’s worden betrokken.

 

Eén van de maatregelen voor het verder terugdringen van ínhuur derden betreft de in 2003 door het college ingestelde interne inleenpool voor interim personeel (Delft Interim Management: DIM)’. Deze inleenpool voor de Delftse organisatie zal zich vooral manifesteren op het vlak van interim-management en projectleiderschap, en zal dus zeker een positieve werking hebben op de inhuur voor deze segmenten. Een groot deel van de inhuur betreft echter uitvoerende medewerkers (zoals reinigingsmedewerkers en parkeerwachters); op dit terrein zal de invloed van DIM gering zijn.

 

 

Interim-management

In 2002 is € 968.000 uitgegeven aan interim-management. Ter vergelijking: in 2001 was dit € 1,7 miljoen. 80% van de uitgaven in 2002 komt voor rekening van de clusters Wijk- en Stadszaken en Publiekszaken.

 

Uit de bijna halvering van de uitgaven voor interim-management zou voorzichtig kunnen worden geconcludeerd dat de organisatie voor wat betreft het management in rustiger water terecht is gekomen. Er is in een aantal gevallen bijvoorbeeld bewust gekozen voor interne interim-vervanging door een andere manager in plaats van externe inhuur.

 

 

Inhuur

Het inhuren van personeel voor de gemeentelijke organisatie heeft € 9,7 miljoen gekost. Dat is € 1 miljoen meer dan in 2001. In dit bedrag is opgenomen zowel de inhuur voor regulier werk als de inhuur ten behoeve van incidentele projecten.

 

 


De inzet van inhuur in de organisatie kan voor 2002 globaal in drie delen worden onderscheiden:

 

a)       Een groot deel van de totale inhuur komt voor rekening van twee grote opdrachtgevers (samen ruim € 3,2 miljoen), te weten de vakteams Reiniging en Toezicht Openbare Ruimte.

b)       Een vijftal vakteams heeft om (hierna nader toegelichte redenen) fors ingehuurd (samen € 3,3 miljoen). Dat is ruim een derde van het totaal.

c)       En het resterende deel van de totale inhuur is verspreid over de overige 43 vakteams in de organisatie.

 

 

Dit is als volgt verdeeld over de gemeentelijke sectoren en vakteams:

 

bedragen x € 1.000

 

 

inhuur overig personeel

2001

2002

Reiniging

1.555

1.710

TOR

616

1.512

WIZ

977

1.070

Grond

10

709

Belastingen

378

600

Burgerzaken/Publiekszaken

73

405

Financiën

1.146

510

overige vakteams

3.852

3.158

totaal

8.607

9.674

 

In 2001 is met betrekking tot het inhuren van personele capaciteit al de aparte positie aangegeven van de Reiniging en het Toezicht Openbare Ruimte (TOR). Deze positie doet zich onverminderd gelden in 2002.

Inhuur van personeel bij TOR vloeit voort uit de Verbeteragenda Parkeren. Op grond hiervan zijn inmiddels 15,5 formatieplaatsen extra toegekend die voorlopig zijn bezet door uitzendkrachten. De werving voor vaste medewerkers loopt.

 

Bij de uitvoerende diensten van Stadsbeheer, in het bijzonder de Reiniging, is inhuur een normaal onderdeel van de bedrijfsvoering, noodzakelijk om de continuïteit in de dienstverlening te garanderen en om piekbelasting op te vangen. Dit is onderdeel van de exploitatieopzet van de reiniging, inhuur behoort dan niet te leiden tot extra kosten voor de gemeente. In 2002 was inhuur noodzakelijk door vacatures, additionele incidentele werkzaamheden en extra inzet voor wijkgericht werken. Per saldo is er daardoor meer dan normaal gebruikelijk aan extra personeel ingehuurd.

 

 

 

Bij de overige grotere opdrachtgevers om aanvullend personeel in te huren zijn belangrijke oorzaken geweest:

Ø       het inhuren van expertise (bijv. taxateurs voor taxaties op grond van de WOZ, de projectleider verzelfstandiging openbaar onderwijs, adviseurs en projectleiders voor het vakteam Grond);

Ø       hoog ziekteverzuim en andere uitval (zie vakteam Burgerzaken/Publieksbalie);

Ø       veel en soms moeilijk te vervullen vacatures (bijv. vakteam Financiën) of een combinatie van factoren.

 

Waar mogelijk en nuttig wordt gestreefd naar het in dienst nemen van eigen medewerkers. Zo is aan de hand van de nota “Bepalen op eigen kracht”, in 2002 besloten om de taxaties voor de WOZ voortaan in eigen beheer door eigen medewerkers te laten verrichten in plaats van door ingehuurde taxateurs. In 2003 moet deze koerswijziging vruchten afwerpen.

Waar vacatures echter moeilijk te vervullen zijn, zal inhuur toch de continuïteit en de kwaliteit van de bedrijfsvoering moeten garanderen.

 

v      Bij vakteam WIZ was het totale bedrag van de inhuur bij de sector WIZ ruim
€ 1 miljoen. Een fors deel van de inhuur is besteed aan de interims bij vakteam Nieuwe Klanten, adjunct sectorhoofd en WVG. Verder was m.n. een aantal functies in de uitvoeringscapaciteit van de productgroep Inkomen niet ingevuld. Tevens is externe expertise ingehuurd t.b.v. de Pilot INK. Voor een groot deel wordt de inhuur echter gecompenseerd door de onderbesteding op kostenplaats.

v      Bij vakteam Grond is niet bij het vakteam aanwezige expertise ingehuurd te weten een adviseur voor het vastgoedbeleid, een projectleider voor een specifieke grondexploitatie, en een adviseur voor de administratieve organisatie. Daarnaast was inhuur nodig wegens langdurige afwezigheid. De extra kosten van deze inhuur komen niet ten laste van het rekeningsresultaat.

v      Bij Belastingen gaat het zoals aangegeven om taxateurs voor de Waardering Wet Onroerende Zaken (WOZ). Hiervoor is een krediet beschikbaar. Tot nu toe werd de taxatie beschouwd als een incidentele taak, die eens per 3 jaar moest worden uitgevoerd. Daarom werd hiervoor personeel ingehuurd. Inmiddels is besloten om zelf taxateurs in dienst te nemen.

v      Bij vakteam Burgerzaken/de Publieksbalie lag het verzuim door ziekte en andere uitval boven de 20%. Om de dienstverlening te garanderen is extra personeel ingehuurd. Het als incidenteel te beschouwen nadeel voor het rekeningsresultaat is verantwoord op de desbetreffende subfunctie. Inmiddels zijn maatregelen getroffen in de nota Handen en Voeten 2 om te voorkomen dat deze situatie opnieuw ontstaat. 

v      Bij vakteam Financiën is al enige jaren sprake van moeilijk te vervullen vacatures. Ondanks de grote inspanning om mensen te werven is de bezetting van het vakteam nog steeds niet op peil. Om de dienstverlening wel op peil te houden zijn extra medewerkers ingehuurd. In 2003 zullen er nieuwe inspanningen gedaan moeten worden om de basisformatie op orde te krijgen. Het nadeel van de hoge kosten aan inhuur is onderdeel van het rekeningsresultaat (verantwoord op de subfunctie ‘kostenplaatsen’).

 

 

Werving en selectie

In het totaal is aan werving en selectie € 669.000 uitgegeven in 2002. Dat is ruim 1% van de loonsom. Er zijn ca. 160 wervingen geweest.

 

 

Vorming en Opleiding

Aan vorming en opleiding is in totaal € 1.419.000 uitgegeven. Daarbij zijn de uren van de cursisten en de kosten van de ondersteunende facilitaire eenheid (vakteam P&O) niet meegerekend. De uitgaven voor vorming en opleiding bedragen circa 2,5% van de loonsom en stijgen daarmee uit boven de gewenste norm van 2%. Verdeeld over de organisatie ziet het beeld van de inzet van middelen voor vorming en opleiding er als volgt uit:

 

 

Cluster

Rekening 2002

In Euro

Aantal

medewerkers

Gemiddeld

per medewerker

Centrale staf

13.000

36

361

Facilitair

251.000

311

807

Wijk-/ Stads-zaken

337.000

155

2174

Publiekszaken

204.000

421

484

Bedrijven

385.000

538

715

GMT/Programma’s en Projecten

3.000

2

1500

Centraal v en o

226.000

 

 

Totaal

1.419.000

1463

969

 

 

Deze verdeling zegt op zich nog niets over de gerichte inzet van de middelen. Het laat wel zien dat er verspreid door de hele organisatie geld wordt uitgegeven aan vorming en opleiding van medewerkers. De middelen hiervoor komen overigens niet uitsluitend uit het personeelsbudget, maar ook uit projectbudgetten.

 

 

 

4.4               Het Gemeentefonds

De mutaties ten gevolge van de mei- en septembercirculaire 2002 zijn verwerkt in het rekeningsresultaat 2002. Het totale toegelichte verschil ten opzichte van de begroting 2002 bedraagt € 2.538.602.

De verklaring ten opzichte van de begroting bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Uitkering 2002

Begrote algemene uitkering o.b.v. septembercirculaire                 € 84.312.000

Totale opbrengst 2002 (incl. behoedzaamheidreserve)                 € 84.974.450

Verschil                                                                                                   662.450

 

 

Nacalculatie 2001                                                                                   1.876.152

 

Dit verschil betreft de ontvangen nacalculatie van het accres over het jaar 2001. De structurele doorwerking van deze positieve nacalculatie is in de meicirculaire 2002 verwerkt in de begroting voor de jaren 2002 t/m 2006.

 

Het bedrag dat in 2002 als nacalculatie 2001 is ontvangen, is niet meegenomen in een begrotingswijziging, waardoor genoemd voordeel in het rekeningsresultaat is begrepen.

 

 

Behoedzaamheidsreserve

Een deel van de gemeentefondsuitkering wordt door het rijk voorzichtigheidshalve geblokkeerd, door middel van de behoedzaamheidreserve.

Als er namelijk op rijksniveau sprake zou zijn van onderuitputting zouden gemeenten verkregen inkomsten uit het gemeentefonds weer deels moeten restitueren. In de totale opbrengst 2002 is de behoedzaamheidreserve als volgt meegenomen:

 

Begrote behoedzaamheidsreserve 2002                                        453.800

Werkelijk behoedzaamheidsreserve 2002                                     453.800

Verschil                                                                                              0

 

De behoedzaamheidreserve is voor 2002 op € 453.800 in de begroting opgenomen. De verwachting in de septembercirculaire 2002 was dat de behoedzaamheidreserve volledig zou worden uitgekeerd. Op de datum van het afsluiten van het boekingsjaar 2002 is echter rondom de behoedzaamheidreserve nog geen duidelijkheid gegeven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken of dit inderdaad plaats zal vinden.Om deze reden wordt alleen het begrote bedrag van € 453.800 als verwachte uitkering ten gunste van het resultaat 2002 toegerekend.

 

In de maartcirculaire 2003 is bekend geworden, dat de behoedzaamheidsreserve over 2002 alsnog geheel zal worden uitgekeerd. Dit betekent dat circa € 1,0 miljoen ten gunste van het rekeningsresultaat 2003 zal komen. Daarnaast blijkt het accres voor 2002 ook nog iets gunstiger uit te vallen, een voordeel € 6 ton dat in de rekening 2003 als incidenteel voordeel verwerkt zal worden.

 

 

 

4.5       Belastingen

Onder de gemeentelijke belastingen vallen de heffingen van de gemeente, die algemeen aanwendbaar zijn, te weten: de opbrengsten Onroerendzaakbelasting (OZB), de toeristenbelasting, de reclamebelasting alsmede de lasten van de zgn. Zalmsnip.

 

 

Onroerendzaakbelastingen

De opbrengsten van de OZB zijn aanmerkelijk hoger dan begroot. Met betrekking tot de haren tot en met 2001 bedraagt de extra opbrengst €  850.000 en voor 2002 € 2.710.000 (dit is excl. kwijtschelding ). De totale meeropbrengst is dus

€ 3.570.000.

 

De grote verschillen hebben vooral te maken met de vaststelling van de begrotingsbedragen en de relatie met het tarievenbeleid.

 

Zoals bekend is bij de nieuwe WOZ - ronde (ingaande begrotingsjaar 2001) ten aanzien van de begroting ook uitgegaan van een te laag totaal volume ( totale economische waarde).Hieronder ziet u een specificatie van de OZB – opbrengst in 2002:

 

Bedragen:         2001 extra opgelegd:                                            787.000

                        2001 minder vermindering                      -                  63.000

                        2002 (verwachte) opbrengst                   -           19.593.000

                        2002 (verwachte) verminderingen            -                676.000

                        2002 oninbaar                                       -                157.000

                        2002 overig                                           -                  10.000

Totaal:                                                                                  19.600.000       

Begroting                                                                     -           16.024.318

Meeropbrengst                                                                       3.576.222

Kwijtscheldingen                                                                           311.000

Totaal  OZB rekeningjaar 2002:                                              3.265.222                  

 

 

Kwijtschelding onroerendzaakbelastingen

In 2002 is er een bedrag van € 170.000 minder aan OZB kwijtgescholden, dan waar in de begroting rekening mee is gehouden. Gelet op de in de afgelopen jaren genomen maatregelen (automatische kwijtschelding, meer publiciteit enz) mag er van worden uitgegaan dat de doelgroep thans optimaal wordt/is bereikt.

Aan de andere kant is er door langdurige zieke medewerkers meer dan voorheen een beroep gedaan op externe krachten. Hierdoor zijn de personeelslasten overschreden met € 22.000. Het voordeel over 2002 bedraagt derhalve

€ 148.000.

 

 

Wet WOZ

Ten aanzien van de uitgaven is er een voordeel van € 570.000. Daar staat aan de opbrengstenkant een nadeel tegenover van € 810.000, te weten € 540.000 lagere bijdrage afnemers van de WOZ-informatie en € 270.000 wegens het niet onttrekking van een bedrag uit de Voorziening ‘Bepalen op eigen kracht’.

 

 

Toeristenbelasting

Ten aanzien van de Toeristenbelasting is een te hoog bedrag in de begroting opgenomen (€ 308.000,-). Volgens de besluitvorming had er € 295.000 begroot moeten worden. Van dit bedrag is € 282.286 gerealiseerd.

 

Omdat er in 2002 een extra controle heeft plaatsgevonden op de Toeristenbelasting heeft er een overschrijding plaatsgevonden van de perceptiekosten met € 6.500. Gelet op de afgesproken storting in het Toeristenfonds van € 295.000 is er per saldo sprake van een nadeel van

€ 32.000.

 

 

Zalmsnip

Zoals ieder jaar geeft de uitbetaling van de zogenaamde. Zalmsnip een voordeel ten opzichte van de uitkering van het Rijk. In 2002 bedraagt het voordeel

€ 136.000.

 

 

Reclamebelasting

In 2002 heeft er een inhaalslag plaatsgevonden ten aanzien van de reclamebelasting.

Zowel de aanslagen 2000, 2001 als 2002 zijn in de loop van het jaar verzonden. Omdat in de oorspronkelijke begroting slechts rekening is gehouden met één belastingjaar is er een eenmalig voordeel gerealiseerd van € 163.000.  Daartegenover staat dat voor de inhaalslag meer gebruik is gemaakt dan gepland van externe inhuur voor enerzijds de inventarisatie van de gegevens en anderzijds voor de afhandeling van de bezwaarschriften. Dit resulteert in een eenmalig nadeel op de uitvoeringskosten van € 39.000.

Met ingang van 2003 worden de bezwaarschriften binnen de bestaande formatie (voor deze werkzaamheden uitgebreid met 0,5 Fte) afgehandeld.

 

Totaal voordeel reclamebelasting: € 122.000.

 

 

 

4.6       Reserves

In dit onderdeel van het Jaarverslag 2002 wordt ingegaan op een aantal specifieke reserves. Hierbij wordt zoveel mogelijk de volgorde van de Zomernota 2002-2005 gevolgd.

 

 

Reserve Nutswinsten

Deze reserve is in 1999 ingesteld en evenals in voorgaande jaren in 2002 gevoed door baten van het energiebedrijf Eneco en het waterleidingbedrijf Europoort. In 2002 is, inclusief rentebijschrijving, € 1,6 miljoen aan de reserve toegevoegd. Tot en met 2002 is het incidenteel nieuw beleid (€ 454.000) uit deze reserve betaald. Vanaf 2003 wordt het incidenteel beleid gedekt vanuit een daartoe gereserveerd deel uit de Algemene Reserve, waarvan de rente à 5% ten gunste gebracht wordt van de lopende uitgaven.Deze reservering is in 2000 ontstaan door uit de reserve EZH (zie aldaar) € 8,35 miljoen af te zonderen.

 

 

 

Daarnaast is, evenals in voorgaande jaren, geld aan de reserve onttrokken voor activiteiten in het kader van Delft Kennisstad (€ 204.000); Milieu Technologie

(€ 159.000); energiebesparing (€ 204.000), bijdragen aan de reserve Toerisme en het project cultuurbereik ( € 99.000).Het saldo van de Reserve Nutswinsten bedraagt aan het einde van het dienstjaar 2002 € 2,2 miljoen.

 

 

Reserve Opbrengst verkoop bouwfonds

Delft heeft zijn aandelen Bouwfonds Nederlandse Gemeenten eind 1999 verkocht. Totale opbrengst € 12.950.000 (ƒ  28,5 miljoen), te ontvangen in 3 tranches:

 

a)             € 6.448.515,50 per 21/02/2000 (50%)

b)             € 3.224.257,75 per 02/01/2003 (25%)

c)             € 3.224.257,75 per 04/01/2005 (25%).

 

De rentes op de uitgestelde bedragen worden jaarlijks betaald.

Het gemeentebestuur heeft eind 1999 bepaald dat ca de helft van de totale opbrengst gereserveerd zou worden voor een belegging om de begrotingseffecten van het wegvallend jaarlijks dividend te compenseren.

De restantopbrengst wordt ingebracht in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten. Delft heeft daarin een bedrag van € 6,5 miljoen gestort. Er zijn zes projecten aangewezen voor laagrentende leningen uit dit stimuleringsfonds:

 

1.         De Delfgaauwse Weije

2.         Plukkebol

3.         Parking BV

4.         Mondriaan

5.         Ipse

6.         Gezondheidscentrum

 

Voor de twee eerstgenoemde projecten zijn in 2001 laagrentende leningen verstrekt, voor het derde project heeft dat plaatsgevonden in het verantwoordingsjaar 2002. De voorbereidingen voor de overige drie projecten zijn nog gaande.

 

 

Reserve Opbrengst Verkoop EZH

In 2000 zijn de aandelen EZH verkocht. De eerste tranche van de verkoop heeft per saldo € 60,5 miljoen opgeleverd. Hiervan is € 8,35 miljoen afgezonderd en in de algemene reserve gestort als compensatie voor het vervallen dividend. De gemeenteraad heeft via de EZH-campagne budgetten toegekend aan dertig (hoofd-)projecten. De besteding van de reserve EZH loopt gelijk op met de realisatie van deze veelal meerjarige EZH-projecten.

Aan het begin van het jaar 2002 bedroeg het saldo van deze reserve nog ruim

 € 29 miljoen. Er werd in 2002 € 0,9 miljoen aan rente bijgeschreven en per saldo € 3,0 miljoen bijgedragen aan projecten. Voor een specificatie van deze projecten verwijzen wij u naar de staat “Reserves en Voorzieningen 2002” in boek 3 van deze jaarrekening. Het resterende saldo van de Reserve Opbrengst verkoop EZH bedraagt per 31 december 2002 nog bijna € 27 miljoen.

 

 

Meerjarenraming Stadsvernieuwing (MRSV)

Vanwege de eis van het Rijk dat alle SV-gelden per 31 december 2004 moeten zijn besteed of verplicht, moet Delft de onderschrijdingen van de laatste jaren verder terugbrengen door het in de MRSV opgenomen programma daadwerkelijk te voltooien. In 2002 is daarvoor een aantal maatregelen doorgevoerd, die in de op 19 december 2002 vastgestelde MRSV 2003 – 2004 tot uiting zijn gekomen. In deze MRSV zijn daarnaast geen nieuwe accenten gelegd in vergelijking met voorgaande jaren. Naast de actualisatie van lopende ‘gebieden en projecten’ is voor de subsidies het ingezette beleid gehandhaafd en is opnieuw prioriteit gegeven aan de bouw van nieuwe buurtaccommodaties, aan herstructurering en bevordering van de leefbaarheid (Minervaplein, Genestetstraat, wijkbudgetten, diverse herinrichtingen en enkele reserveringen voor herstructureringsplannen) en aan de vormgeving van het brede schoolconcept. In totaal is in de periode 2002 t/m 2004 ruim €  9,3 miljoen voor SV - uitgaven uitgetrokken en per 31 december 2004 komt de ‘kasreserve stadsvernieuwing’ volgens de raming op een tekort uit van ca. € 1,2 miljoen. Dit tekort zal vervolgens worden gefinancierd vanuit de MR-ISV.

 

Het restant saldo van de ‘Reserve Stadsvernieuwing’ (SV-fonds) bedraagt per 31-12-2002 circa € 4,7 miljoen. Aan de reserve is in 2002 bijna € 3 miljoen onttrokken. De onderschrijding van de SV- uitgaven en inkomsten (in het boekjaar 2001 nog ruim € 800.000,-) is hiermee drastisch teruggebracht, en wel tot circa € 300.000,-. Dat het saldo van de reserve per 31 december 2002 circa € 0,2 miljoen hoger is dan op grond van de begroting kon worden verwacht, komt naast iets tegenvallende inkomsten (rente/ prijscompensatie) vooral door de, ten opzichte van de begroting, iets minder snelle realisatie van de buurt-accommodaties, minder snelle afboeking van subsidies dan verwacht (verplichtingen 2002 worden afgeboekt in 2003) en door de onverwachte vertraging van de herstructureringsplannen voor Die Delfgaauwse Weye (DDW). Daarnaast waren er lagere inkomsten in het Doelengebied en enkele kleinere tegenvallers (post herstructurering en leefbaarheid). De lagere uitgaven zijn echter geen meevaller, want ze schuiven door naar de jaren 2003 en 2004. Voor de reserveringen voor DDW zal het college zich beraden of een heroverweging nodig is in het kader van de eind 2003 vast te stellen MRSV 2004.

 

 

Meerjarenraming Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (MR-ISV)

Sinds begin 2001 ontvangt de Gemeente Delft van de Provincie Zuid Holland zogenaamde ISV - voorschotten. In totaal komt naast de kasreserve volgens de raming over de periode 2002-2004 ongeveer € 15,3 miljoen ter beschikking voor de uitvoering van het Delftse ISV-programma. Dit is inclusief de geplande verhoging van het ISV - budget als gevolg van nog over te dragen Wbb - gelden voor de ‘ISV -bodemsaneringmodule’ ad circa € 5,9 miljoen. Over deze overdracht is echter nog geen overeenstemming bereikt, wat een groot risico voor de raming en voor de voortgang van ISV - projecten (onder andere Zuidpoort en Oostsingel) kan inhouden.

 

Via jaarlijks door de Raad vastgestelde Meerjarenramingen Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (MR - ISV) worden de gemeentelijke ISV - gelden verdeeld. De meest recente, de MR - ISV 2002-2004 is op 19 december 2002 door de Raad vastgesteld.

 

In deze raming zijn rond het thema ‘economie’ bijdragen opgenomen voor de ontwikkeling van het TU - gebied, bedrijvensubsidie, revitalisering en verduurzaming van het gebied Schie - oevers, het geplande Aardewerkcentrum, de te realiseren Stadshal en voor het zogenaamde Twinningcentre.

 

Rond het thema ‘mobiliteit’ zijn bijdragen voor de autoluwe binnenstad en de herinrichting van de Markt opgenomen. Het themaprogramma ‘wonen’ behelst vervolgens reserveringen voor een voortzetting van SV - subsidies, een bijdrage voor herstructurering en leefbaarheid, voorbereidingskosten en een reservering voor de financiering van het tekort van de MRSV.

 

Het programma Water en Ecologie en Bodem - en Geluidssaneringen ISV zijn posten uit het themaprogramma ‘duurzaamheid’. Het themaprogramma ‘leefbaarheid’ tenslotte, bevat reserveringen voor het ingezette bouwtraject voor nieuwe buurtaccommodaties, fysieke maatregelen in het kader van veiligheid, sporthallen/ sportzalen, enkele sport- en spelvoorzieningen, verplaatsing van scholen in het kader van het brede schoolconcept, service- en informatiepunten en bijdragen voor het Provinciaal Stedenbeleid (PSB).

 

Rekening houdend met de verplichtingen van het ISV-programma 2002-2005 komt de ‘kasreserve stedelijke vernieuwing’ (ISV - fonds) per 31 december 2004 volgens de raming op een gering negatief saldo uit  (€ 353.000,-). Om te meten in hoeverre de ISV -doelstellingen worden bereikt, is in 2002 de (inhoudelijke en procesmatige) ISV monitor opnieuw geactualiseerd. Dit heeft geleid tot een aantal aandachtspunten voor het resterend ISV-tijdvak (t/m 2004), die in de raming zijn verwerkt.

 

Het restant saldo van de ‘reserve stedelijke vernieuwing’ (ISV-fonds) bedraagt per 31-12-2002 circa € 2,9 miljoen en is dus lager dan eind 2001 nog het geval was (circa € 3,5 miljoen). Aan de reserve is in 2002 ruim € 0,64 miljoen onttrokken.

 

Het tempo van de uitgaven is in 2002 achtergebleven op de begrotingsraming: totaal is € 2.7 miljoen minder besteed dan het begrote bedrag van € 4.2 miljoen. Dit komt vooral omdat de in uitvoering zijnde ISV - projecten over de gehele linie (met uitzondering van de bijdrage aan de Brede School) met aanmerkelijk lagere uitgaven konden volstaan. Deels doordat andere dekkingsbronnen eerst zijn benut, deels doordat projecten door uiteenlopende oorzaken niet volgens planning in uitvoering kwamen of konden komen.

 

Ook aan de inkomstenkant is sprake van een grote onderschrijding, circa

€ 1,8 miljoen hetgeen wordt veroorzaakt doordat geplande inkomsten zoals Wbb-gelden, de gemeentelijke bijdrage en de geraamde PSB - gelden nog niet binnenkwamen. Per saldo is er sprake van een onderschrijding van de begroting met bijna € 0,9 miljoen, waardoor de begrote onttrekking uit de reserve met dit bedrag kon worden verlaagd.

 

De ISV - ramingen krijgen meer het karakter van een langdurige reservering als de uitgaven voor een aantal projecten doorschuiven tot buiten de lopende planningstermijn van 2000 t/m 2004. Omdat dit de effectiviteit van het ISV - beleid niet ten goede komt, zal het college zich in het kader van de MR - ISV 2004 beraden of heroverweging van dit soort reserveringen nodig is.

Daarnaast zullen de in 2002 niet gerealiseerde inkomsten in 2003 en 2004 alsnog worden geraamd.

 

 

Wijkreserve

Delft geeft hoge prioriteit aan de wijkaanpak. In de afgelopen jaren zijn wijkbeschrijvingen en wijkplannen geproduceerd. De wijkplannen zijn vertaald in wijkprogramma’s. Sluitstuk van de wijkplancyclus is het budgetteren van de wijkprogramma’s en het voteren van benodigde gelden. Op deze wijze zijn budgetten naar wijken gedecentraliseerd ter bevordering van de leefbaarheid in de wijken, waarbij bewoners en instellingen een grote mate van invloed, dan wel zeggenschap hebben over de besteding van die budgetten.

Het totaal van de zeven wijkbudgetten wordt de wijkreserve genoemd. Deze wijkreserve wordt gevoed met € 908.000 per jaar, bestaande uit € 363.000 uit de post herstructurering en leefbaarheid uit de meerjarenraming Stadsvernieuwing en € 545.000 uit het jaarlijkse raamkrediet openbare ruimte MRSA. Hiertoe is in de gemeenteraad van 29 maart 2001 besloten. Het resterende saldo van de Wijkreserve bedraagt per 31 december 2002 nog € 625.000.

 

De gekozen wijze van financieren geldt voor drie jaar. Na twee jaar zou een evaluatie van de werking van de wijkbudgetten plaats vinden.

 

 

Algemene Reserve Grondbedrijf

Voor het verloop deze reserve wordt u verwezen naar het Meerjarenprogramma Grondzaken 2003 – 2006. Daarin wordt verantwoording afgelegd over grondexploitaties en ontwikkelingen, die de exploitaties beïnvloeden. De hoogte van de Algemene Reserve Grondbedrijf bedraagt per 31 december 2002

€ 4.6 miljoen. 

 

 

Parkeerfonds

De hoogte van de reserve Parkeervoorzieningen per ultimo 2002 bedraagt

€ 5.6 miljoen. De gevolgen van de exploitatie van de parkeergarage, van de groeiende omvang van het vergunningparkeren en ook van de exploitatie van de Zuidpoort- en later de Koepoortgarage zullen pas in latere jaren zichtbaar worden. In 2003 zal een nieuw financieel rekenmodel voor het parkeerfonds worden geïntroduceerd die het mogelijk maakt een betrouwbare inschatting te maken van het verloop van de hoogte van het parkeerfonds tot 2034. Er zal steeds kritisch moeten worden bekeken welke projecten op dit fonds mogen drukken.

 

 

Reserve Delft Kennisstad

Op deze reserve worden de kosten verantwoord die de gemeente maakt in het kader van het uitvoeren van de Delf Kennisstad Strategie. In de reserve Delft Kennisstad wordt jaarlijks € 2 ton gestort ten laste van de Reserve Nutswinsten. De voornaamste uitgaven in 2002 waren:

 

·         Aan ICT-projecten (Computers in het onderwijs, Sensor Competence centre Delft en iCiT) is uitgegeven een bedrag van ruim € 85.000.

·         Personeelskosten Delft Kennisstad € 30.000.

·         Diverse (stimulering)subsidies voor een bedrag van ruim € 70.000 (Stichting Delft Kennisstad, Project Nieuwe bedrijvigheid en Technologiedag).

 

De hoogte van de Reserve Delft Kennisstad bedraagt per 31 december 2002

€ 461.000.

 

 

Economisch Structuurfonds

Op deze reserve worden de kosten verantwoord die de gemeente maakt om de economische structuur van Delft te beïnvloeden.

Grote projecten/ beleidsthema’s die hieruit zijn gedekt zijn de projectontwikkeling van en een reservering voor het Delfts Aardewerk Centrum, het flankerend detailhandelsbeleid (centrum managementactiviteiten, kosten propositie Vermeer, startsubsidie Stichting Promotie Delft) en de dekking van de kosten voor de (internationale) acquisitie (bedrijfsinformatiesysteem Zwaan, bijdrage aan de WFIA / Israël Office Delft). Het saldo is geheel opgenomen in lopende verplichtingen. Het saldo van de Reserve Economisch Structuurfonds bedraagt aan het einde van het dienstjaar 2002 € 611.000.

Voorziening Spoorzone

In 2002 heeft de gemeente in samenwerking met Railinfrabeheer (inmiddels  samen met Railned en de Railverkeersleiding opgegaan in  ProRail) gewerkt aan de Planstudie voor de spoortunnel in combinatie met de gebiedsontwikkeling van de Spoorzone. Dit zal in 2003 leiden tot de bepaling van de financiële haalbaarheid van het project. Daarvan maakt de gemeentelijke bijdrage van € 45,4 miljoen onverkort onderdeel uit, naast bijdragen van Rijkswege (MIT en VROM) en het stadsgewest Haaglanden. De bijdrage van ‘marktpartijen’ zal ook pas in 2003 vastgesteld worden. Een consortium van NS Vastgoed en Ballast Nedam is gevraagd een bod uit te brengen.

De negatieve stand van de voorziening Spoorzone wordt in 2003 gecorrigeerd door dit ten laste te brengen van het medio 2002 gevoteerde kapitaalkrediet voor de ontwikkeling van de Spoorzone.

 

 

 

4.7       Risico’s in de jaarrekening 2002

 

In de Zomernota 2002 –2005 is een aantal ontwikkelingen geschetst dat de financiële positie van de gemeente kan beïnvloeden. In de volgorde van genoemde Zomernota wordt hieronder over de stand van zaken rond deze risico’s gerapporteerd. Aan het einde van deze paragraaf zijn enkele nieuwe risico’s opgenomen.

 

 

 

4.7.1     Risico’s uit de Zomernota 2002 - 2005

 

Stationsplein

Het nieuw ingerichte Stationsplein is medio 2000 in gebruik genomen. De doorlooptijd van dit gesubsidieerde project was langer dan oorspronkelijk voorzien. Om deze reden en andere exogene omstandigheden zijn de oorspronkelijk begrote kosten ruim overschreden.

In juli 2001 is het eindverantwoordingsverslag bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ingediend, terwijl nogmaals om toekenning van aanvullende subsidie is verzocht.

 

Op grond van de ingediende einddeclaratie heeft de subsidiegever eind 2001 aanvullende subsidie toegekend. Naar de mening van de Gemeente was deze te laag vastgesteld, tegen de hoogte van de aanvullende subsidie dan ook bezwaar is ingediend. Sinds februari 2003 is bekend dat dit bezwaar is afgewezen, daarom is de Gemeente op dit moment bezig met de voorbereiding van een juridische procedure (beroep). Als aan het nog in te dienen beroep in volle omvang tegemoet wordt gekomen, kan Delft rekenen op een extra aanvullende subsidie ad € 0,239 miljoen en restitutie van rentekosten ad € 0,434 miljoen. Thans bedraagt de overschrijding van het krediet voor het Stationsplein

€ 0,4 miljoen.

 

 

Hoogovenpand/nieuwbouw bibliotheek in Zuidpoort

Het zogenaamde Hoogovenpand in Zuidpoort (waar nu onder meer supermarkt C 1000 is gehuisvest) zal herontwikkeld worden tot een mediatheek, bestaande uit: bibliotheek, kunstuitleen en discotheek.

Het gaat hier om een bouwproject dat in opdracht van de gemeente wordt uitgevoerd, waarbij sprake is van de gebruikelijke risico’s, zoals een tegenvallende aanbesteding en onvoorzien meerwerk.

 

 

Bodemvervuiling Braat en locatie voormalig gasfabriek Zuidwal

Met de Staat zijn gesprekken gaande over het terugvorderen van sanerings-kosten van het Braatterrein (Hooikade/Zuideinde) en de voormalige gasfabriek aan de Zuidwal.

De staat stelt voor beide locaties één schikkingsbedrag voor, waarvan een gedeelte gedekt kan worden uit een in de MRSV gereserveerd bedrag voor de afhandeling van de claim van de Braat - locatie. Voor de rest (€ 0,3 miljoen) van het bedrag moet nog dekking worden gevonden.

 

 

Bluswatervoorziening

Hierover zijn in 2002 afspraken gemaakt, zodat er geen risico meer is.

 

 

Erfpachtbeleid

De daadwerkelijke canons zijn gebaseerd op de marktrente en die is lager dan de omslagrente van de begroting. Daarnaast worden beheerskosten niet doorberekend in de canon. Bij elkaar zorgt dat er voor dat het erfpachtbedrijf verlies maakt.

 

In 2003 zal de nota Erfpacht worden gepresenteerd. Vooruitlopend op deze nota is in het Meerjaren Programma Grond (MPG) 2002-2005 aangegeven dat er vanuit de algemene reserve van het Grondbedrijf een bedrag van € 1,0 miljoen vrijgemaakt wordt ter dekking van het jaarlijks nadelige exploitatieresultaat.

 

 

Krediet renovatie begraafplaats Iepenhof

Dit risico is geheel tot nul gereduceerd. In die zin, dat is afgesproken op welke wijze het beschikbaar gestelde krediet nog zal worden aangewend. Ook is een aantal bezuinigingen in het plan doorgevoerd en is een aantal onderdelen ten laste van het jaarlijks onderhoud gebracht. Onder andere is ruimte gecreëerd voor de urnenmuur, die meer kost dan werd geraamd. Voor de gebouwen (ontvangstruimte, aula en wellicht een crematorium) wordt een nieuw krediet aangevraagd. Hierin wordt een klein onderdeel van het oorspronkelijke renovatiekrediet opgenomen, voor het opknappen van de ruimte rondom de gebouwen .

 

 

Kinderopvang en Activering

In 2002 is geen tekort aan kinderopvangplaatsen opgetreden. Enerzijds wordt dit verklaard  doordat de verwachte toename uitbleef en anderzijds doordat de algemeen toegankelijke plaatsen als achtervang hebben gefungeerd. Een knelpunt dat wel is blijven bestaan betreft het verschil in de hoogte van de subsidie van het Rijk ten opzichte van de inkoopprijzen van de kindercentra. Hiervoor is nog geen oplossing gevonden. Het verschil bedraagt € 21.625.

De speciale regelingen, zoals de Flexibele kinderopvang, zijn intussen opgeheven en met terugwerkende kracht tot april 2001 ondergebracht in de algemeen toegankelijke plaatsen.

 

 

Educatie

De kosten van het Praktijkleercentrum zijn in 2002 opgenomen in het contract met het Mondriaan College. De financiering daarvan was in 2002 dekkend. Bij de VAVO is conform verwachting een overschrijding van het budget opgetreden. Deze overschrijding is gecompenseerd vanuit de beschikbare middelen Volwassen Educatie

Voor een aantal projecten uit 1999 is uiteindelijk in 2002 een negatieve ESF-beschikking afgegeven. Dat betekent dat de gemeente Delft ontvangen ESF-bijdragen moest terugbetalen. Deze bedragen zijn ten laste van de egalisatiereserve Integratie gebracht. Gezien de perikelen rondom ESF is besloten in 2002 niet opnieuw ESF-gelden aan te vragen.

 

 

Fonds Werk en Inkomen (FWI) en Activering

Om budgettair neutraal uit te komen met het inkomensdeel van het Fonds Werk en Inkomen zou het aantal bijstandsgerechtigden in 2002 met 165 cliënten moeten dalen en in 2003 met 25 (gemiddeld 95 cliënten per jaar). In 2002 is het aantal bijstandsgerechtigden, onder invloed van de economische laagconjunctuur, echter gestegen met ongeveer 90 klanten. Het budget is op deze macro-ontwikkeling wel aangepast, maar voor de gemeente Delft niet evenredig gestegen. Hierdoor is er in 2002 een tekort ontstaan van ruim€ 68.000.

 

 

GGD

De voorgenomen fusie van de GGD Delfland met de GGD West-Holland per

1 januari 2002 van kracht te worden, is uiteindelijk per 1 juni 2002 doorgegaan.

 

 

 

Deze latere ingangsdatum plus de overheveling vanuit 2001 van incidenteel budget van € 53.000, specifiek ten behoeve van de incidentele fusiekosten GGD, hebben ervoor gezorgd dat de door de GGD opgevoerde incidentele fusiekosten volledig uit de in de begroting 2002 voor GGD beschikbaar gestelde middelen konden worden gedekt.

 

 

Regionaal Indicatie Orgaan (RIO)

In de Zomernota 2001-2004 is het voornemen geuit de WVG-indicatiestelling per 1 januari 2001 bij het RIO onder te brengen. Dat is nog niet gebeurd. Het integratieproces verloopt enigszins moeizaam, temeer omdat de aangesloten gemeenten hierin op één lijn moeten komen. Bestuurlijk is in ieder geval de wens uitgesproken, het hele proces van aanvraag tot en met advies bij het RIO onder te brengen. Er wordt ook nog nagedacht over de creatie van gemeentelijke zorgloketten, waarin meerdere voorzieningen worden aangeboden.

Recent is een plan van aanpak opgesteld om het integratieplan in gang te zetten. Er komt een bedrijfsplan en een sociaal plan voor het RIO–nieuwe stijl. Er wordt een subsidieaanvraag in het kader van het project Robuuste RIO’s ingediend.

Bovenstaande ontwikkelingen vragen veel aandacht, sturing en begeleiding. Er zal hierbij sprake zijn van financiële risico’s onder andere oplopende integratiekosten.  De jaarrekening 2000 van RIO sluit met een tekort, dat ook doorwerkt op de begroting 2001 en volgende jaren. De oorzaak van dit tekort ligt vooral in de CAO-ontwikkeling.

 

 

 

4.7.2     Overige risico’s

 

Nieuwbouw brandweerkazerne

De oude brandweerkazerne wordt vervangen door nieuwbouw, waarbij de kazerne samen met een commercieel kantoor wordt ondergebracht in één pand. Dit commercieel kantoor wordt ontwikkeld door een projectontwikkelaar. Gelet op de stagnerende markt voor kantoren is er een risico voor de afzetmogelijkheden voor de commerciële kantoren en aldus een risico met betrekking tot de start van de bouw van de brandweerkazerne.

Uitstel van de bouw van de kazerne heeft financiële gevolgen. Hierbij valt te denken aan stijging van de bouwkosten van de kazerne, aanvullende voorzieningen van de tijdelijke huisvesting kazerne en rentederving van grondopbrengsten commercieel kantoor. Overigens geeft uitstel van de bouw ook een voordeel in de vorm van lagere kapitaallasten.

 

 

ISV bodemprogramma

Voor het uitvoeren van het ISV-bodemprogramma heeft Delft bij de provincie Zuid-Holland € 7,39 miljoen aangevraagd. Hiervan is door de provincie € 3,19 miljoen toegezegd.

De sanering van de Zuidwal is in gang gezet. De kosten die met deze sanering samenhangen bedragen circa € 4,25 miljoen. Deze sanering wordt voorgefinancierd door de gemeente Delft. De gemeente loopt hierdoor een financieel risico van € 1,06 miljoen op deze sanering. Aan de provincie is gevraagd het ontbrekende bedrag alsnog toe te kennen door middel van voorfinanciering ('bestuurlijk gebonden bedrag') (€ 7,39-€ 3,19 miljoen).

Hierover is nog geen uitsluitsel te geven. Als de provincie geen extra middelen toezegt, kan de sanering op de locatie Oostsingel niet uit ISV-middelen bekostigd worden.

 

De bodemonderzoeken die in het ISV-programma opgenomen zijn worden wel uitgevoerd (€ 190.000), omdat de resultaten van deze onderzoeken nodig zijn om de ISV-aanvraag voor de volgende periode te kunnen onderbouwen. Het risico bestaat, dat de ISV doelstellingen uit het Delfts Ontwikkelingsprogramma door ontoereikende middelen niet gehaald kunnen worden.

 

 

Exploitatiebegroting CombiWerk

De exploitatiebegroting 2003 sluit met een nadelig saldo (€ 395.000); 2004 en 2005 met een voordelig saldo. Hoewel in de meerjarenbegroting geen expliciet taakstellingsrisico wordt opgenomen is er natuurlijk wel degelijk sprake van risico. Met name de bedrijfsresultaten van de in 2002 nog sterk verliesgevende bedrijven Metaal & Montage en Grafisch kunnen lager uitkomen.

 

 

Rijkssancties uitvoering WSW

Het betreft hier het boeterisico op `Uitvoering Begeleid Werken` over 2000 en 2001 (maximaal risico: € 550.000; zie nota ‘Zicht op CombiWerk). In het kader van de verantwoording aan het ministerie (IWI) is door dossieropbouw een aanzienlijke risicoreductie tot stand gebracht. Wij schatten het risico nu in op

€ 100.000. Ter minimalisering van mogelijke toekomstige boetes zijn adequate maatregelen genomen. Dit risico wordt afgedekt in de exploitatiebegroting.

 

 

Arbeidsgeschillen Combiwerk

Met een aantal personeelsleden is in de afgelopen jaren een arbeidsconflict ontstaan, waarover wordt onderhandeld. Hier zullen waarschijnlijk financiële verplichtingen uit voortvloeien. Bedragen kunnen in dit stadium nog niet worden geschat.

Arbeidsgeschillen met niet ambtelijke medewerkers worden afgedekt in de exploitatiebegroting.

 

 

Subsidieaccres en CAO

De gemeente subsidieert circa vijftien grote geprofessionaliseerde instellingen om activiteiten of diensten in deze stad te verrichten op de terreinen van maatschappelijke zorg en welzijn, cultuur, onderwijs. Het personeel van die instellingen valt onder verschillende CAO's: welzijn, zorg, onderwijs. Het lijkt erop dat de ontwikkeling van de CAO's en dus de loonkostenstijging van de instellingen geen gelijke tred houdt met de trendmatige stijging, die dat de gemeente bij subsidies hanteert. Overigens is dit in eerste aanleg een probleem voor de desbetreffende instellingen, het gemeentelijk principe voor indexering van subsidies is, dat wijzigingen in loon - en prijsaanpassingen niet hoger zijn dan die voor de gemeentelijke organisatie.

 

 

BTW

De gemeente heeft een vordering ingesteld op de Belastingdienst betreffende BTW die betrekking heeft op indirecte kosten en investeringen.

Het betreft BTW over de jaren 1996 tot en met 2001 die de gemeente eerder (ten onrechte) niet had teruggevorderd. Het totaalbedrag van deze claim bedraagt ruim € 1,5 miljoen.

De uitkomst van deze claim is overigens onzeker; de gesprekken met de Belastingdienst hierover lopen nog. Als de claim geheel of gedeeltelijk wordt gehonoreerd levert dit een voordeel op, omdat deze vordering niet in de boeken is verantwoord. Er is hier dus sprake van een positief risico.

Ook over 2002 moet de BTW over indirecte kosten en investeringen overigens nog worden teruggevorderd. Hiermee is naar schatting een bedrag gemoeid van maximaal € 400.000.

De Gemeente Delft heeft ook een vordering van € 250.000 op de Belastingdienst voor BTW over investeringen in het zwembad Kerkpolder. Deze vordering is ontstaan in 1999 en nog ingesteld door de toenmalige dienst WOC. Deze vordering staat overigens wel in de boeken. Als de Belastingdienst besluit om deze vordering geheel of gedeeltelijk af te wijzen, ontstaat dus een nadeel.

Het is de verwachting dat de Belastingdienst in de loop van 2003 tot een uitspraak komt en dat de bovenbeschreven vorderingen dan dus kunnen worden afgewikkeld. Eventuele voor- of nadelen zullen dan worden opgenomen in de jaarrekening 2003.

 

 

BTW Compensatiefonds

In 2002 zijn voorbereidingen getroffen voor de invoering van het BTW Compensatiefonds per 1 januari 2003. Met ingang van het jaar 2004 zal de Algemene Uitkering van het Gemeentefonds worden verlaagd. In de komende jaren zal blijken wat het effect is van het BTW Compensatiefonds voor de exploitatie van de Gemeente Delft. Thans wordt ingeschat dat het risico ligt tussen een voordeel van € 200.000 en een nadeel van € 200.000.

 

 

Onderhanden werk

Evenals in de jaarrekening 2001 is een bedrag via de noemer ‘Onderhanden werk’ ten laste van de exploitatie 2002 en investeringskredieten gebracht (in het totaal € 2,6 miljoen).  Daarbij is geen gebruik gemaakt van de systematiek van de reguliere budgetoverhevelingen, zoals die jaarlijks aan het einde van het dienstjaar plaats vindt. De tot en met 2002 gevolgde methode van het volboeken van budgetten met ‘onderhanden werk’ loopt daardoor niet via een begrotingswijziging (budgetrecht van de gemeenteraad) maar via de balans. Een ander bezwaar is dat de exploitatie en kredieten ten onrechte en/of te vroeg worden belast, wat leidt tot te hoge kapitaallasten.

De accountant heeft bij de controle van de jaarrekening 2001 geadviseerd voor de boekingsmethodiek van ‘onderhanden werk’ een andere en meer zuivere methodiek te ontwikkelen. Door werkdruk in relatie tot capaciteitsgebrek is er in 2002 nog geen nieuwe systematiek uitgewerkt. Bij de jaarrekening 2003 moet de budgetoverheveling van onderhanden werk via de reguliere budgetoverheveling onderbouwd plaats vinden en via de jaarrekening en een begrotingswijziging worden geformaliseerd.

 

 

Wet Voorziening Gehandicapten

De toelichting op subfunctie 620.7 Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) geeft aan, dat door de groei in het aantal toegekende en uitstaande voorzieningen.een fors exploitatietekort wordt veroorzaakt.

De reserve WVG is nu ook uitgeput. Voor de Programmabegroting 2004 zullen nadere keuzes aangaande het voorzieningenniveau in relatie tot de daarvoor beschikbare budgetten gemaakt moeten worden.

 

 

 

4.8       Treasuryparagraaf jaarrekening 2002

 

Planning & control treasury

In lijn van het Treasurystatuut is, evenals voorgaande jaren, het treasuryberaad in 2002 elk kwartaal bijeengekomen. In het treasuryberaad vond afstemming plaats over het te voeren financieringsbeleid en over de transacties die volgen uit de uitvoering van dat beleid. Het treasuryberaad droeg tevens zorg voor informatievoorziening naar College en Raad.

 

 

Ontwikkeling geldleningportefeuilles in het boekjaar

In 2002 heeft een 12-tal mutaties plaatsgevonden in de portefeuille van uitgeleende gelden (u/g, vooral aan woningcorporaties) en een 10-tal mutaties in de portefeuille van opgenomen geldleningen (o/g).

 


De mutaties kunnen als volgt worden weergeven:

 

 

 


In het boekjaar zijn geen middelen uitgezet. Wel is voor een totaalbedrag van

€ 42 miljoen aan nieuwe leningen opgenomen. Rekening houdend met de vervroegde aflossing van dure leningen en ontvangen aflossingen uit de u/g portefeuille, is per saldo in 2002 een financieringsbehoefte ontstaan van circa

€ 1,5 miljoen.

 

De modaliteiten van de aangetrokken leningen zijn volledig afgestemd op het risicoprofiel van de gemeente.

 

Door herschikking van de o/g portefeuille is de gewogen gemiddelde rente gedaald naar 6,29% ( 2001: 6,95%). De gewogen gemiddelde rente van de u/g portefeuille is eveneens gedaald, en wel naar 6,50% (2001: 7,04%).

 


In 2002 heeft slechts één renteconversie plaatsgevonden vanuit de o/g portefeuille. In de u/g portefeuille zijn acht renteconversies geaccepteerd.

 

De samenstelling van de portefeuille per ultimo boekjaar wordt onderstaand weergeven:

 

 

 


                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                     

Kredietrisico uitzetting

Zoals in paragraaf 3 is vermeld, is 96,89% van de u/g portefeuille uitgezet bij de Delftse woningcorporaties met een garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Deze portefeuille vindt zijn oorsprong in het begin van de jaren negentig toen de gemeente nog een directe financieringsfunctie had en

 

 

deze functie werd gezien als ‘behorend tot de publieke taak’ van de gemeente. Halverwege de jaren negentig werd deze directe financieringsfunctie beëindigd en zijn er geen nieuwe leningen meer verstrekt aan de Delftse corporaties.

 

In 2002 nam de portefeuille verder af. Ook in de komende jaren zal door aflossingen deze portefeuille geleidelijk in omvang afnemen.

 

De onder WSW-garantie verstrekte leningen aan de Delftse corporaties kunnen worden beschouwd als zeer kredietwaardig. De rating van het WSW is “triple A”. Naast deze corporatieportefeuille heeft de gemeente een lening uitstaan bij de Nederlandse Waterschapsbank (NWB). Met een omvang van € 6,8 miljoen vormt deze geldlening 3,09% van de totale portefeuille uitstaande gelden. Aangezien de NWB een AAA-rating heeft, is deze geldlening eveneens zeer kredietwaardig en is er sprake van ‘prudent beheer’ van deze middelen. De overige 0,02% betreft vrij oude leningen die destijds werden verstrekt op grond van de publieke taak van de gemeente.

 

 

Derivaten

Het treasurystatuut voorziet in de mogelijkheid om derivaten te gebruiken voor risicobeperkende doeleinden. De gemeente beschikte in 2002 niet over derivatenlijnen bij  financiële instellingen. In 2002 zijn geen derivaten gebruikt.

 

 

Renterisico

De wet FiDO hanteert twee normen voor het beheersen van renterisico, te weten de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Over beide normen wordt in deze paragraaf gerapporteerd.

 

 

Renterisiconorm

Onderstaande tabel geeft inzicht in hoe het renterisico dat in 2002 op de vaste schuld werd gelopen, zich verhoudt met de norm zoals die wordt voorgeschreven door de wet FiDO (‘modelstaat B’). Er zijn twee berekeningswijzen opgenomen: de wijze zoals de provincie Zuid-Holland die in haar circulaire beschrijft en de wijze zoals de gemeente Delft die voorstaat.

 

Deze tabel laat zien dat Delft volgens beide zienswijzen ruim onder de wettelijke norm is gebleven in 2002. De wet FiDO hanteert als norm 20% van de bruto vaste schuld op 1 januari van het betreffende jaar. Wordt de berekeningswijze zoals de gemeente Delft die zelf voorstaat gehanteerd, dan is de ruimte onder de norm in 2002 zelfs 47%.

 

 

 


 


Kasgeldlimiet

Om het renterisico op de vlottende schuld te beheersen hanteert de wet FiDO een kasgeldlimiet. In 2002 is aan het einde van elk kwartaal de liquiditeitspositie en de daarop van toepassing zijnde kasgeldlimiet gerapporteerd aan de provincie Zuid-Holland. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de rapportages uit 2002.

 

 


 

 


De tabel laat zien dat Delft in de eerste drie kwartalen van 2002 ruim onder de kasgeldlimiet bleef. In het vierde kwartaal zat Delft tegen de kasgeldlimiet aan.

 

 

Renterisico: prospectief

De renterisico-rapportage zoals de wet FiDO die strikt voorschrijft, is in essentie ‘terugkijkend’ van aard. Vanwege het besef dat een renterisiconorm alleen betekenisvol kan zijn als het vizier ook op de toekomst wordt gericht, houdt Delft het risicoprofiel van de portefeuilles nauwlettend in de gaten.

 


In onderstaand figuur wordt inzicht gegeven in het renterisicoprofiel van de portefeuilles.

 

 

 

 

 

 

 

 

De grafiek laat zien dat de bedragen voor aflossing en netto renteherziening in Delft in de komende jaren onder de renterisiconorm conform FiDO zullen blijven. Er is de komende jaren ruimte om de renterisico’s die voorkomen uit de vermogensbehoefte van investeringen, te kunnen dragen. Bij alle transacties in 2002 werd gestreefd naar verbetering van het risicoprofiel van de leningen-portefeuille.

 

 

 


4.9       Gevolgen en leerpunten Jaarrekening 2002 voor de toekomst

 

Hoewel de afwijking van de rekeningscijfers 2002 ten opzichte van de begrotingscijfers 2002 per saldo zeer gering is (0,3%), resulteren verscheidene afzonderlijke subfuncties nog in aanzienlijke afwijkingen. Dit betekent, dat de beheersing van de middelen, en daarmee de budgetdiscipline nog voor verbetering vatbaar is.

 

De informatievoorziening is in de loop van 2002 verbeterd o.a. door middel van de periodieke beheersrapportages. Er zijn duidelijk nog leemtes in de managementinformatievoorziening. De ‘voorspellende waarde’ van de periodieke rapportages is voor verbetering vatbaar, vooral ook omdat verplichtingen in de organisatie niet overal consequent worden vastgelegd. In de loop van 2003 zal hier verder aandacht aan worden besteed, waarbij ook een vorm van periode-afsluiting van de financiële administratie wordt betrokken.

 

De meeste over- en onderschrijdingen in deze jaarrekening hebben een incidenteel karakter. Daar waar sprake is van structurele afwijkingen of afwijkingen met een gemengd karakter, zal de begroting daarop aangepast moeten worden.

 

Voor enkele grote tegenvallers, die in deze jaarrekening zijn opgenomen, zijn in 2003 maatregelen getroffen. Dit geldt bijvoorbeeld ten aanzien van de reiniging, de afvalverwerking en de lagere opbrengsten uit rioolrechten grote afvoeren. De uitkering vanuit het Gemeentefonds zal in het vervolg zoveel mogelijk via begrotingswijzigingen worden geformaliseerd.De hogere opbrengsten van de gemeentelijke belastingen worden betrokken bij het opstellen van de Programmabegroting 2004 – 2007.

 

Opvallend in deze jaarrekening is, dat diverse taakstellingen (stelposten) niet zijn gerealiseerd. Deze taakstellingen dienen in de Programmabegroting 2004 - 2007 alsnog ingevuld te worden of, indien dit niet mogelijk is, moet naar alternatieven worden gezocht. Daarnaast zijn er ook inkomstenstelposten in de begroting opgenomen (zie bijv. subfunctie 990.0), waarop geen baten verantwoord zijn, maar waarvoor elders in de jaarrekening (bij subfuncties 210.9 en 722.9) toch voordelen zijn behaald. Dit zal in de Programmabegroting 2004 – 2007 gecorrigeerd worden.

 

Een ander aandachtspunt is, dat een veronderstelde dekking niet altijd gerealiseerd kon worden. Zo zijn bijvoorbeeld op subfunctie 002.0 (subfunctie GMT: Publiekszaken) tegenvallers verantwoord, waarvoor dekking binnen reguliere budgetten geprognosticeerd was. Achteraf blijkt deze prognose niet realiseerbaar, waardoor in de rekening een nadeel ontstaat. Voor de toekomst zullen voorstellen en dekkingsplannen meer getoetst gaan worden, trefwoorden daarbij zijn: specifiek, meetbaar, acceptabel, realiseerbaar en tijdig (SMART).

 

Een algemeen aandachtspunt is de tijdige en correcte verwerking van besluiten door de gemeenteraad in begrotingswijzigingen. Wij zullen hier in 2003 verbetering in aanbrengen.

 

 

 

 

Wij menen, bovenstaande leer- en aandachtspunten ten spijt, dat deze jaarrekening weer een stap vooruit is ten opzichte van de vorige jaarrekening. Met name de toelichtingen en de verklaring van het resultaat op de subfuncties hebben aan kwaliteit en informatiewaarde gewonnen.

 

De ontwikkeling van een Programma- en Productbegroting, voor de periode vanaf 2004, is naar onze verwachting een volgende stap in de verbetering van de informatiewaarde van de cyclusdocumenten.


 

 

 

 

Accountantsverklaring

 

 

 

Opdracht

Wij hebben de jaarrekening 2002 van de gemeente Delft gecontroleerd.

De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.

 

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het College van Burgemeester en Wethouders daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

 

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat deze jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en samenstelling van de financiële positie op 31 december 2002 en van de baten en lasten over 2002 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in het Besluit Comptabiliteitsvoorschriften 1995.

 

 

 

 

 

 

Ernst & Young Accountants,

29 april 2003