In het kader van de te voeren discussie over de toekomst van Haaglanden als geheel en haar takenpakket in het bijzonder, sturen wij u hierbij onze reactie op uw discussienota van 14 mei jongstleden. Wij hopen op een vruchtbare discussie in het Algemeen Bestuur naar aanleiding van onze visie en die van de andere gemeenten. We willen er bij het Dagelijks Bestuur nadrukkelijk op aandringen bij het Rijk te pleiten voor de insteek die Haaglanden uiteindelijk voor haar toekomst zal kiezen, opdat de wettelijke vereisten die daarvoor nodig zijn ook daadwerkelijk zullen landen in de wetgeving die geldt als opvolging van de Kaderwet. Om te kunnen onderhandelen met de rijksoverheid en andere bestuursorganen moeten we in Haaglanden nú praten over de kerntaken. Delft is blij dat hiermee nu een serieuze start is gemaakt.

 

Delft is er voorstander van na 2005 door te gaan met het stadsgewest. We zien in het algemeen de meerwaarde die gemeentelijke samenwerking in onze dichtbebouwde regio kan hebben. Dat neemt niet weg, dat we ten aanzien van een aantal taken, dat het stadsgewest op dit moment uitvoert (en vooral ten aanzien van de wijze waarop dit gebeurt) onze kanttekeningen plaatsen. Het stadsgewest is in de loop der jaren te log geworden. In uw discussienota constateert u, dat de situatie waarbij het principe “mens volgt werk” opgaat steeds minder aan de orde is. Voor Delft geldt dit principe echter nog steeds. We zijn er geen voorstander van het ambtelijk apparaat van Haaglanden nog verder uit te breiden.

 

Ook ten aanzien van bestuur en besluitvorming moeten de zaken na 1 januari 2005 beter worden geregeld. In de nieuwe structuur zal Haaglanden wat Delft betreft vooral een regionale hulpstructuur zijn. Haaglanden voert vooral taken uit die in principe gemeentelijke taken zijn, maar waarvan het meerwaarde heeft ze regionaal uit te voeren. Wij gaan er in deze reactie vanuit, dat die rijkslijn nog steeds van kracht is. Zou dat anders zijn dan zal daarover afzonderlijk debat moeten plaatsvinden.

Dit heeft in onze optiek overigens wel  gevolgen voor de taken van Haaglanden: die zullen veel meer uitvoeringsgericht en afstemmend zijn en minder beleidsvormend.


Verder is het AB nodeloos omvangrijk en zijn de besluitvormingsprocedures van DB en AB te gecompliceerd en te zeer verpolderd. Daardoor is efficiënte besluitvorming soms lastig. Terugdringing van het aantal leden heeft al lang onze voorkeur. Met de fusieprocessen die in de regio hebben plaatsgevonden en ook in het komende jaar nog hun beslag zullen krijgen lijken al flinke stappen in de goede richting te kunnen worden gezet. Een halvering van het aantal leden lijkt mogelijk. Ook het DB kan met aanzienlijk minder leden toe. Daarnaast moet, om het DB slagvaardiger te laten opereren, de stemkracht in het DB in overeenstemming worden gebracht met die in het AB.

 

Voor onze visie op de afzonderlijke kerntaken verwijzen wij u nogmaals naar bijgevoegde notitie.

 

We hopen op een gedegen en vruchtbare takendiscussie in het AB

 

 

Hoogachtend,