1         Ruimtelijke ordening

 

1.1   Regionaal ruimtelijk beleid: regionaal structuurplan

Delft is blij, dat in de nota wordt geconstateerd dat het in de huidige vorm laten bestaan van het RSP vooral verhoging van de bestuurlijke dichtheid en het dubbele werk betekent. Bij de uiteindelijke oplossing die in de nota uit drie opties naar voren komt, hebben wij echter twijfels. De optie waarbij de streekplanbevoegdheid wordt overgedragen aan de Kaderwetgebieden geniet onze voorkeur. Als deze oplossing niet haalbaar lijkt te zijn, is Delft er voorstander van Haaglanden aan te duiden als voorbereidingscommissie ex. artikel 82 van de Provinciewet ten aanzien van alle ruimtelijke besluiten.In deze situatie stelt Haaglanden een  concept-streekplan  vast, dat door de provincie als hamerstuk wordt afgehandeld.  Deze optie is vergelijkbaar met de tweede optie uit de discussienota. Het bezwaar, dat het regionaal bestuur hiermee ondergeschikt wordt aan het provinciaal bestuur gaat naar onze mening ook op voor de derde optie, waarvoor in de discussienota wordt gekozen.

Als er een bevredigende oplossing kan worden gevonden voor de doublure tussen RSP en Streekplan is Delft voorstander van het behouden van deze taak voor Haaglanden.

1.2   Deelplannen en toekomstverkenningen

In Haaglandenverband zijn verschillende deelprojecten in de sfeer van ruimtelijke ordening uitgevoerd. Het is in bijna alle gevallen lastig om na te gaan wat nu precies de bijdrage van Haaglanden daaraan is geweest. Vastgesteld kan worden dat sommige projecten succesvol zijn afgerond (inrichting Harnaschpolder) en andere totnutoe nauwelijks iets hebben opgeleverd (A4/A12 corridors). Dat neemt niet weg dat in concrete gevallen Haaglanden deelprojecten kan oppakken als de deelnemende gemeenten daar om vragen. Initiatief van onderop is hierbij een voorwaarde.

1.3   Betrokkenheid bij het gemeentelijk ruimtelijk beleid

Deze betrokkenheid komt met name tot uiting bij het toesturen van (concept-) bestemmingsplannen aan het stadsgewest, waarna het stadsgewest zijn zienswijze aan de provincie kan kenbaar maken. De provincie houdt dan rekening met de opvatting van het stadsgewest bij zijn definitieve oordeelsvorming. In feite betekent dit een extra bovengemeentelijke toets op het bestemmingsplan. Dat is niet doelmatig. In het verlengde van wat onder 1.1 is opgemerkt kan voor de bestemmingsplantoets wel een route worden ontwikkeld.

1.4   VINEX, actualisering PKB-VINEX en 5e Nota RO

Ten aanzien van de VINEX kunnen de lopende werkzaamheden zonder problemen worden voortgezet. Er wordt wel op gewezen, dat het hier thans over overzienbare en projectmatige taken betreft. Het is de vraag of na de VINEX periode opnieuw een dergelijke taak aan de orde is. Vermelding in de wet ware daarom te vermijden.

5e nota RO: Een eigenstandige actie in het kader van de ruimtelijke ordening hangt nauw samen met de verantwoordelijkheid van een regionaal structuurplan (zie daarvoor onder  1.1). Vast staat in ieder geval, dat nu het nodige dubbele werk wordt verricht met de provincie. Dit zou in dezelfde samenhang dan meteen kunnen worden opgelost.

1.5   Grondbeleid

Op dit punt kunnen zonodig tussen gezamenlijke gemeenten afspraken worden gemaakt en bij  Haaglanden neergelegd, maar een wettelijke taak is ongewenst. Het huidige grondkostenfonds is eindig. Of daarna nieuwe arrangementen nodig zijn is zeer de vraag en ware aan gemeentelijk initiatief over te laten.


2         Verkeer en vervoer

 

2.1   Verkeers- en vervoersbeleid: het RWP en verkeers- en vervoersstudies

Delft is van mening, dat de taken van Haaglanden ten aanzien van het RVVP zinvol zijn. Het geeft de gemeenten de nodige invloed en bovendien kan effectiever en beter afgestemd worden gewerkt als keuzes en afwegingen door de gemeenten in onderling overleg kunnen worden gemaakt. Deze taak moet daarom in de nieuwe wet worden opgenomen.

2.2   Infrastructuur: programmering en fondsen

Vermelding in de wet zeer gewenst. Hiermee hebben de gemeenten meer geld ter beschikking voor infrastructuur en is er directe invloed op de besteding ervan.

2.3   Bijzondere infrastructuurprojecten

Voor de onder dit kopje in de nota genoemde projecten geldt dat de betrokkenheid van Haaglanden, mede uit het oogpunt van voorgaande taken, nodig is. Vaak zijn de projecten echter ook door de individuele gemeenten, samenwerkende gemeenten of andere overheden op te pakken. Daarbij komt dat de rol van Haaglanden in de projecten lang niet altijd helder is. Per project moeten daarom duidelijker afspraken worden gemaakt.

2.4   Exploitatie Openbaar Vervoer

Delft is er voorstander van deze taak wederom in de wet op te nemen. Het biedt de gemeenten gegarandeerde invloed.

2.5   Aanleg, beheer en onderhoud railinfrastructuur

Behouden in nieuwe wet.

2.6   Flankerend beleid

Taak behouden.

2.7   Informatie en informatietechnologie

Mede met het oog op het schaalniveau is regionale afstemming op het gebied van informatietechnologie verkeer en vervoer wenselijk. De rol van Haaglanden komt echter niet voldoende uit de verf. Versterking op dit punt is gewenst.

 

3         Wonen

 

3.1   Woonvisie

Opnemen in de nieuwe wet.

3.2   Woningbouwprogrammering

Het is noodzakelijk dat er in de toekomst een regionaal afstemmingsniveau blijft, mede gelet op een VINAC-periode, ISV/herstructureringsplannen gemeenten en wellicht de regionale woonvisie.

3.3   Woonruimteverdeling

De taak op het gebied van de woonruimteverdeling is vooral een afstemmingstaak tussen gemeenten onderling, met het ministerie van VROM en de regionale corporaties SVH. Het is verstandig om deze afstemmingstaak in de wet te houden.

3.4   Besluit woninggebonden subsidies

Taak eindigt.

3.5   Statushouders

Met de inwerkingtreding van de nieuwe Vreemdelingenwet is deze taak overbodig geworden. Vluchtelingen met een tijdelijke status kunnen als gevolg van de nieuwe   wet voortaan zelf reageren op woningaanbod en bepalen daarmee zelf waar zij willen wonen.


4         Milieu

 

4.1   Milieubeleidsplan en –programma en regionale milieuprojecten

Milieubeleidsplannen en –programma’s zijn ingevolge de Wet Milieubeheer verplichte taken voor de provincie. Voor de gemeente is het opstellen van een milieubeleid niet verplicht. Het maken van een milieuprogramma is wel een verplichte taak van de gemeente. Feitelijk vormt het stadsgewest hier nu een extra schakel, die te verklaren is vanuit de toenmalige verwachting dat het stadsgewest een provincie zou worden. Nu dat niet meer het geval is, is deze taak dus overbodig en moet vermeden worden dat ze in de wet wordt genoemd.

4.2   Externe integratie

Op dit punt zijn de inspanningen van het stadsgewest totaal overbodig. Deze taak kan worden uitgevoerd door provincie of gemeente.

4.3   Vergunningverlening en handhaving

Er is veel aandacht besteed aan de handhavingsstrategie en het gelijk trekken van vergunningverlening en handhaving. Dit is echter ingegeven vanuit de bestuursovereenkomst handhaving die is gesloten en waarin de rollen tussen de provincie, het stadsgewest en de gemeente worden afgebakend. Als Haaglanden er niet zou zijn, zou een dergelijke constructie ook noodzakelijk zijn. De taak van vergunningverlening en handhaving kan op zich goed door de gemeenten zelf worden uitgevoerd, zeker na de komende schaalvergroting van gemeenten. Alleen voor de coördinatie bij de uitvoering van de bestuursovereenkomst is er iets nodig. Dat kan overigens ook door de provincie worden opgepakt en sluit daar beter bij aan. Regeling in de wet dus vermijden. Dit betekent wel, dat het bestaande handhavingsconvenant een zorgvuldige afwikkeling behoeft en dat de afspraken met zorg opnieuw moeten worden ondergebracht.

 

5         Groen

 

5.1   Ontwikkeling van regionale groenvoorzieningen.

Niet in de wet opnemen. Het staat ons overigens vrij op dit punt stappen te zetten.

 

6         Economische ontwikkeling

 

6.1   Economische ontwikkelingsstrategie en onderzoek

Door vraag en aanbod en de fasering van de ontwikkelingen op regionaal niveau met elkaar af te spreken kan de ontwikkeling van locaties met de bijbehorende ruimtelijke ordeningprocedures, wegenaanleg en openbaar vervoerverbindingen beter worden geregeld. Deze taak moet daarom voor Haaglanden behouden blijven.

6.2  Programmering kantorenlocaties, bedrijventerreinen en detailhandel

Vraag en aanbod op het gebied van kantoren, bedrijfsterreinen, detailhandel en hotels spelen zich ook af op regionaal niveau. Tegelijkertijd zijn gemeenten elkaars concurrenten. Door gezamenlijk marketingstudies te verrichten en beleid te maken ontstaat een toegevoegde waarde en synergie voor de regio. Dit bevordert de   concurrentiekracht ten opzichte van andere regio’s. Daarom lijkt het verstandig deze taak in de wet te behouden.

6.3  Acquisitie

Op het gebied van acquisitie heeft Haaglanden geen meerwaarde nu een aantal gemeenten terzake eigen afspraken heeft gemaakt.

6.4. Toerisme en leisure

De meerwaarde van Haaglanden op deze punten is zeer marginaal. Taken beëindigen.

6.5   Arbeidsvoorziening

Deze taak is feitelijk al beeindigd. Niet in de wet, dus.

 

7         Agribusiness

 

7.1  Deze taak hoort een onderdeel te zijn van 6.1, zeker nu er ook een sterke grote glasgemeente ontstaat.  Als apart thema afbouwen. Niet in wet opnemen.

 

 

8         Jeugdzorg

 

8.1  Regionale jeugdzorg: het beleidskader jeugdzorg

Haaglanden kan zeker een meerwaarde hebben, maar de taak van Haaglanden ten aanzien van de jeugdhulpverlening is tot nu toe te vrijblijvend. Met de nieuwe Wet op de Jeugdzorg zal de positie van Haaglanden op dit punt worden versterkt.