Stappenplan afhandeling klachten

 

Een klacht is een uiting van een burger wegens “vermeend onbehoorlijk gedrag” van een bestuursorgaan of ambtenaar. Een klacht kan mondeling (telefonisch of persoonlijk) of schriftelijk worden ingediend. Voor de afhandeling van een mondelinge klacht geldt de algemene eis dat zorg dient te worden gedragen voor een behoorlijke behandeling van de klacht. Voor de afhandeling van een schriftelijke klacht geldt een aantal minimale vereisten. Deze eisen staan vermeld in de Algemene wet bestuursrecht (hoofdstuk 9 Awb) en in deze procedurebeschrijving klachtenbehandeling.

 

Onderstaand stappenplan beschrijft de uniforme interne klachtenprocedure van de gemeente Delft voor zowel mondelinge als schriftelijke klachten.

 

In het kort komt de procedure hierop neer:

 

Hieronder volgt een uitgebreidere beschrijving.

 

Klachten

 

1. Mondelinge klacht

 

Telefonisch, persoonlijk of via e-mail

 

1.1   Indien opheldering geven of verontschuldigingen aanbieden voldoende is, klacht informeel afhandelen tot tevredenheid van de klant. Ook in het geval van een klacht via e-mail an deze informeel worden afgehandeld, mits de klager hiermee akkoord gaat. N.B.: de klant moet altijd gevraagd worden of de klacht afdoende is behandeld en de klant moet gewezen worden op de mogelijkheid om de gehele, formele, klachtenprocedure te doorlopen.

 

1.2   Schriftelijke bevestiging sturen van afhandeling.

 

1.3   Indien de klant niet tevreden is gesteld met de informele afhandeling, de klant verzoeken zijn  klacht op schrift te stellen.

 

1.4   Ook mondelinge klachten die informeel zijn afgehandeld, worden geregistreerd.

 

2. Schriftelijke klacht

 

Registratie

 

2.1 Een schriftelijke klacht wordt bij binnenkomst voorzien van een stempel (datum ontvangst) door DIV. Indien de klacht niet bij DIV binnenkomt, wordt deze alsnog naar DIV gestuurd ter registratie en in handen gesteld van het vakteamhoofd die het begin van de procedure vormt.

                                      

2.2 Van de klacht worden 5 kopieën gemaakt (1 voor het klachtdossier, 1 voor vakteamhoofd, 1 voor sectorhoofd, 1 voor clusterdirecteur en 1 voor degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft).

 

2.3 Het vakteamhoofd registreert de klacht op het intakeformulier. Hierbij wordt de klacht ingedeeld in één van de volgende categorieën :

  1. informatie en voorlichting (toezeggingen, gewekte verwachtingen)
  2. zorgvuldigheid procesgang (overschrijding afhandelingstermijn, fouten, onjuiste informatieverstrekking, hoor en wederhoor, verslaglegging)
  3. zorgvuldigheid organisatie (informatievoorziening, zoekraken documenten/dossiers, privacy, bereikbaarheid fysiek en telefonisch)
  4. Zorgvuldigheid medewerker (wijze van te woord staan: belediging, intimidatie, discriminatie, vooringenomenheid, nakomen afspraken, hulpvaardigheid/inlevingsvermogen)
  5. overige eisen van behoorlijkheid

 

2.4 Het (digitale) intakeformulier wordt verstuurd naar de clusterdirecteur die de klacht van een registratienummer voorziet en terugstuurt, voorzover niet al eerder door DIV verzorgd.

 

2.5 Verzenden ontvangstbevestiging naar klager met vermelding termijn waarbinnen de klacht wordt afgehandeld, voorzover niet al eerder door DIV verzorgd.

 

2.6 Verzenden van de originele klacht + kopie naar sectorhoofd en clusterdirecteur. Het sectorhoofd en de clusterdirecteur nemen kennis van de klacht.

 

2.7 Toezending van een afschrift van de klacht + eventueel meegezonden stukken naar degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

 

2.8 Het vakteamhoofd (of een door hem/haar daartoe aangewezen persoon, de klachtencoördinator, binnen het vakteam) legt een klachtdossier aan. Dit bevat kopieën van de klacht, het intakeformulier en de ontvangstbevestiging.

 

Onderzoek klacht

 

Het vakteamhoofd voert in beginsel het onderzoek naar de klacht uit. Het is echter ook mogelijk dat het vakteamhoofd een klachtencoördinator binnen het vakteam aanwijst die het onderzoek uitvoert. Dit kan een vaste klachtencoördinator zijn, maar ook kan per geval een persoon worden aangewezen. Behandeling van de klacht dient in ieder geval te gebeuren door iemand die niet betrokken is geweest bij de gedraging waarover wordt geklaagd.

Het vakteamhoofd blijft eindverantwoordelijk en dient ook de afhandelingstermijn te bewaken.

Wat exact het onderzoek inhoudt, hangt uiteraard af van de omstandigheden van het geval.

In ieder geval omvat het onderzoek:

 

2.9 Formele toetsing

- ondertekening;

- naam en adres indiener;

- dagtekening;

- omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht;

 

Indien de klacht niet aan bovenstaande eisen voldoet, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het gebrek te herstellen (brief wordt teruggestuurd met het verzoek de brief alsnog te ondertekenen, bijvoorbeeld).

Wordt het gebrek niet door de klager hersteld: de klacht hoeft niet in behandeling te worden genomen. Dit volgt uit artikel 9:4 lid 2 Awb.

 

 

 

- er is reeds eerder een klacht ingediend over de gedraging en deze is volgens de regels van de Awb afgehandeld;

- de bestreden gedraging heeft langer dan een jaar geleden heeft plaatsgevonden;

- de mogelijkheid van bezwaar of beroep staat nog open of heeft opengestaan en er is (nog) geen gebruik van die mogelijkheid gemaakt;

-  de gedraging is door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie onderworpen of is daaraan onderworpen geweest;

- er is een opsporingsonderzoek gaande of vervolging is ingesteld n.a.v. de gedraging waarover wordt geklaagd;

- het belang van de klager of het gewicht van de gedraging is kennelijk onvoldoende.

 

Doet één van die situaties zich voor, dan hoeft de klacht niet in behandeling te worden genomen. De klager wordt binnen vier weken na ontvangst van de klachtbrief hiervan in kennis gesteld.

 

Indien de klacht niet aan deze voorwaarde voldoet, is de klacht niet-ontvankelijk. De klacht dient dan wel te worden doorgestuurd naar de juiste instelling.

 

Bij twijfel kan uiteraard altijd de lijnjurist of de juridisch adviseur van Juridische Zaken worden ingeschakeld.

 

2.10 Hoorzitting.

Zowel de klager als degene over wie wordt geklaagd, dienen te worden gehoord. Onder omstandigheden mag dat telefonisch. Is de klacht kennelijk niet gegrond, dan behoeft er niet worden gehoord. Evenmin behoeft te worden gehoord indien klager aangeeft daar geen prijs op te stellen. Een klacht kan derhalve worden afgehandeld zonder dat de klager gehoord wordt, maar klager dient wel in de gelegenheid te worden gesteld om te worden gehoord. Dit volgt uit art. 9:10 Awb.

 

2.11 Verslag hoorzitting.

Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Dit verslag kan worden gestuurd naar de klager, maar dit is niet verplicht. Het wordt echter wel sterk aanbevolen.

 

2.12 Inhoudelijke toetsing van de klacht.

Hierbij worden de criteria van de Nationale Ombudsman als uitgangspunt genomen, zij het sterke vereenvoudigd en teruggebracht tot de in de praktijk meest voorkomende gevallen (zie hierboven bij punt 2.3). Aan dit criterium wordt getoetst. Dit is het concrete, inhoudelijke onderzoek van de klacht.

 

2.13 Opstellen advies + conceptbrief

De bevindingen van het onderzoek en de eventueel daaraan verbonden conclusies worden gevat in een conceptantwoord aan de klager waarin de bevindingen van het onderzoek en de eventueel daaraan verbonden conclusies worden verwoord. Dit conceptantwoord gaat voor afdoening naar de clusterdirecteur, door tussenkomst van het sectorhoofd. Dit conceptantwoord kan begeleid gaan door een beknopte oplegnotitie. In het schriftelijke antwoord op de klacht moet melding worden gemaakt van de mogelijkheid zich te wenden tot de gemeentelijke ombudscommissie (binnen 6 weken na verzending kennisgeving).

Indien de klacht niet binnen de termijn kan worden afgedaan, stuurt het vakteamhoofd de klager schriftelijk en gemotiveerd bericht over de vertraging en geeft de nieuwe afhandelingstermijn aan. De afhandelingstermijn kan met ten hoogste vier weken worden verdaagd. Ook degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van de verdaging.

 

 

 

 

Formele eindafhandeling klacht

 

2.14 De clusterdirecteur neemt het besluit over de afdoening. De definitieve brief wordt ondertekend door de clusterdirecteur namens burgemeester en wethouders. Het oordeel houdt in: de gedraging was wel of niet onbehoorlijk. Tevens worden te nemen (of reeds genomen) maatregelen (waar mogelijk) vermeld in de antwoordbrief.

 

2.15 De definitieve brief wordt verzonden naar de klager en naar degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft. Het vakteamhoofd ontvangt een kopie van de verzonden brief.

 

2.16 De klacht wordt afgeboekt en gearchiveerd.

 

2.17 De klacht wordt opgenomen in de klachtenstatistiek.

 

2.18 Individuele klachten kunnen onderwerp van gesprek zijn in de bilaterale gesprekken tussen de directeur en het sectorhoofd.

Het vakteamhoofd bespreekt de klacht  met de betrokken ambtenaar.

Het vakteamhoofd bespreekt de klacht binnen het regulier werkoverleg van het vakteam en neemt repressieve/preventieve maatregelen.

 

Nazorg

 

Klachten geven inzicht in knel- en verbeterpunten waardoor de gemeente Delft diensten en processen kan verbeteren. Klachten kunnen leiden tot verbetering van de kwaliteit en klantgerichtheid van de dienstverlening. Het registreren en beantwoorden van klachten is dan ook niet voldoende. Dit houdt namelijk het gevaar in dat bepaalde klachten blijven terugkomen. Het is derhalve noodzakelijk dat na afhandeling van de klacht acties worden ondernomen ter voorkoming van vergelijkbare klachten. Ook als een klacht ongegrond wordt verklaard, is het zinvol aandacht te besteden aan het ontstaan van de klacht.

 

Klachtenstatistiek

 

De klacht wordt in samengevatte vorm opgenomen in de klachtenregistratie van het vakteam (zie klachtenregistratie vakteam). In het overzicht worden geen namen opgenomen van klager of betrokken ambtenaar. 

 

De termijnen van productie van een overzicht van de klachten is gelijk aan de termijnen van de managementrapportages. Het vakteam kan deze gegevens gebruiken voor haar eigen managementrapportage.

 

Gelijktijdig met de managementrapportages wordt het klachtenoverzicht en de eventuele maatregelen besproken in het GMT en ter kennis gebracht aan de Ondernemingsraad.

Jaarlijks wordt er op ingegaan in het burgerjaarverslag zoals dat sinds de Wet dualisering gemeentebestuur vereist is.

 

 

Bijzonderheden

 

·       Indien de medewerker waarop de klacht betrekking heeft, tevens klachtencoördinator voor klachten is, treedt het vakteamhoofd op als contactpersoon.

·       Indien de klacht direct betrekking heeft op een gedraging van het vakteamhoofd, geschiedt de behandeling door de clusterdirecteur of door een door hem aangewezen klachtencoördinator.

·       Indien de klacht niet binnen de termijn kan worden afgedaan, stuurt het vakteamhoofd de klager schriftelijk en gemotiveerd bericht over de vertraging en geeft de nieuwe afhandelingstermijn aan. De afhandelingstermijn kan met ten hoogste vier weken worden verdaagd. Ook degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van de verdaging. Het vakteamhoofd informeert de clusterdirecteur over de vertraging en geeft een toelichting.

·       Indien de klacht gaat over een medewerker van een ander cluster, wordt de klacht met een begeleidend briefje gestuurd naar de clusterdirecteur van de medewerker waarover de klacht gaat.

·       Er kan ook een klacht worden ingediend over een clusterdirecteur. Ook ten aanzien van klachten over directeuren kunnen eenvoudige klachten door betrokkene zelf worden afgedaan. Bij ingewikkelde klachten kunnen deze door de gemeentesecretaris afgehandeld worden, met inachtneming van de wettelijke minimumvereisten en namens burgemeester en wethouders. Formeel is er immers sprake van een hiërarchische relatie tussen gemeentesecretaris en directeuren. De gemeentesecretaris is de direct leidinggevende van de directeuren. Ook deze klachten worden kwantitatief en kwalitatief bijgehouden en periodiek in het GMT besproken. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd in het burgerjaarverslag.

·       Klachten over de gemeentesecretaris: eenvoudige klachten kunnen door de gemeentesecretaris zelf worden afgehandeld. Bij ingewikkelde klachten is een rol voor burgemeester en wethouders weggelegd. Eén van de leden bereidt de afhandeling van de klacht voor, met inachtneming van de wettelijke minimumvereisten en brengt advies uit aan het college. Het college geeft schriftelijk antwoord op de klacht. Ook hier wordt betrokkene afschrift gegeven van voorbereidend advies en afdoening. Op de adjunct-secretaris alsmede de loco-secretarissen is het voorgaande van overeenkomstige toepassing wanneer betrokkene, middels een klacht aangesproken wordt op zijn functioneren in de genoemde hoedanigheid.

 

Bijlagen:

-          stroomschema klachtenprocedure op hoofdlijnen

-          intakeformulier

-          standaard ontvangstbevestiging

-          standaard antwoordbrief klacht