Notitie:  Uniforme interne klachtafhandeling voor het college.                        

                                              

 

 

Inleiding.

Over het college van burgemeester en wethouders als bestuursorgaan kunnen klachten ingediend worden als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Ook over individuele gedragingen van wethouders of de burgemeester (behalve in politiezaken) kan geklaagd worden volgens de procedure van de Awb.

 

a.  Wethouder.

Allereerst een klacht over een gedraging van een wethouder. Hier wordt er voor gekozen eenvoudige klachten door de betrokkene (over wie geklaagd is) zelf te laten afhandelen. Een telefonisch onderhoud of een gesprekje aan tafel kan hierbij voldoende zijn. Bij ingewikkelde klachten, of wanneer de klager (met een eenvoudige klacht) door middel van een telefoontje of een gesprek niet tevreden gesteld is, is een meer formele procedure op zijn plaats waarbij een zekere afstandelijkheid in acht genomen moet worden.

Een wethouder vraagt in een geval als bedoeld de burgemeester de afhandeling van de klacht voor te bereiden middels hoor en wederhoor uitmondend in een advies. Dit advies wordt vervolgens aan burgemeester en wethouders voorgelegd ter besluitvorming (beklaagde onthoudt zich van stemming) en het college beantwoordt tijdig schriftelijk de klacht. Op deze manier wordt rekening gehouden met de wettelijke minimumvereisten. Uit een oogpunt van bestuursinformatie wordt er voor gekozen aantekening van de afdoening te houden. Bovendien schrijft de Awb dit voor, evenals publicatie (art. 9:12a). Het Advies en eindoordeel worden (tevens) aan de beklaagde toegezonden.

 

b. Burgemeester.

Bij klachten over de burgemeester (niet als hoofd van de politie) wordt de volgende gedragswijze gevolgd. Ook hier kunnen eenvoudige zaken door hemzelf afgedaan worden. Maar bij ingewikkelde zaken, is het gerechtvaardigd dat ook hier op het punt van voorbereiding van een antwoord op de klacht een zekere distantie in acht genomen wordt. De burgemeester beslist overigens uiteindelijk zelf over de ingediende klacht, met inachtneming van het uitgebrachte advies en niet het college.

Nu de burgemeester, onder omstandigheden, evenals andere collegeleden een reguliere portefeuillehouder is, bijvoorbeeld voor juridische zaken, wordt er voor gekozen dat de 1e loco-burgemeester hoor en wederhoor pleegt en zijn bevindingen in een advies aan de burgemeester voorlegt, die uiteindelijk op de ingediende klacht zal moeten beslissen. Aan de 1e loco-burgemeester zou nog de adjunct-gemeentesecretaris toegevoegd kunnen worden met name als penvoerder. Registratie en publicatie zijn wettelijk verplicht.

 

c. Het college.

Tenslotte kan ook een klacht ingediend worden over het college als zodanig. Te denken valt aan het geval dat een brief gericht aan het college niet of niet tijdig beantwoord wordt. Hier lijkt het onderscheid eenvoudige en ingewikkelde zaken niet veel soelaas te bieden en in zijn uitwerking moeilijk praktisch voorstelbaar. Wie zou de klager moeten bellen of met deze spreken ? En verder, is een klacht bij het college over het niet tijdig krijgen van een antwoord op een brief in een voor een burger belangrijke kwestie strikt genomen een eenvoudige zaak ? Er wordt voor gekozen in zaken als deze een adviserende rol toe te kennen aan de gemeentesecretaris. Deze pleegt hoor en wederhoor en bereidt de zaak voor, uitmondend in een advies aan het college. Op de ingediende klacht volgt een brief van het college van burgemeester en wethouders, binnen de wettelijke termijn. Registratie en publicatie zijn wettelijk voorgeschreven. 

 

Datum: 22.06.03