In 2003 is door het vakteam Strategie & Control
een onderzoek uitgevoerd naar het gevoerde beleid omtrent waardering en
presentatie van materiële vaste activa binnen de Gemeente Delft. Er was een
tweetal redenen voor het instellen van het onderzoek:
1.
De invoering van de nieuwe
comptabiliteitsvoorschriften, het zogenaamde Besluit Begroting en
Verantwoording provincies en gemeenten (hierna: BBV) en de mate waarin de
Gemeente Delft voldoet aan de voorwaarden zoals deze in het BBV zijn gesteld.
2.
Het op basis van de regelgeving aanpassen van
beleid inzake waardering en presentatie van materiële vaste activa binnen de
Gemeente Delft.
2.
Financiële gevolgen
Op grond van:
· de
gewijzigde regelgeving;
· de
in de programmabegroting 2004-2007 opgenomen wijziging om met terugwerkende
kracht niet meer af te schrijven op grond;
· een
geschat percentage van 20 voor in het verleden aangeschafte panden waarbij de
kostprijs van de grond niet is afgesplitst, zo mogelijk nauwkeuriger te
bepalen;
· de
in de programmabegroting 2004-2007 opgenomen wijziging om met terugwerkende
kracht periodieke investeringen (in de openbare ruimte met maatschappelijk nut)
direct ten laste van het resultaat te boeken;
· de
in de financiële beheersverordening ex artikel 212 Gemeentewet opgenomen
aanpassing van de afschrijvingstermijnen (schattingswijziging) die effect heeft
met terugwerkende kracht;
ontstaat een eenmalige afboeking ten laste van de
reserves in het jaar 2003 ad circa € 15,4 miljoen (vgl. programmabegroting blz.
134: € 17 miljoen). Inclusief rente ontstaat meerjarig een beeld zoals
beschreven in de programmabegroting.
Meerjarig beeld:
€
* 1.000 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
Programma-begroting |
|
|
|
|
- grond |
500
V |
500
V |
500
V |
500
V |
-
periodieke kredieten |
200
V |
300
V |
400
V |
500
V |
Actuele gegevens |
|
|
|
|
- grond |
700
V |
700
V |
750
V |
700
V |
-
aanpassen afschrijf-termijnen |
100
V |
50
V |
50
N |
100
N |
-
periodieke kredieten |
0 |
100
V |
200
V |
400
V |
Totaal verschil |
100
V |
50
V |
nihil |
nihil |
Per saldo is het meerjarig beeld licht voordelig
ten opzichte van de bedragen zoals opgenomen in de programmabegroting.
Doordat de effecten van de investeringen over 2003
en met name het vierde kwartaal 2003 nog niet bekend zijn zullen de definitieve
bedragen afwijken van de bovenstaande bedragen. Het effect op de begroting van
2004 is daardoor pas in het tweede kwartaal 2004 nauwkeurig te bepalen.
De ingrijpende gevolgen van het BBV op het terrein
van materiële vaste activa moet voor de ingangsdatum van het BBV, 1 januari
2004, bekend zijn bij de budgethouders. Daartoe is het bijgevoegde memo ‘Beleid
waardering en presentatie materiële vaste activa, handreiking voor
budgethouders en budgetbeheerders’ opgesteld.
Daarin is ondermeer de belangrijkste wet- en regelgeving omtrent
materiële vaste activa opgenomen, bestaand uit:
3.
Besluit
1. De Raad voorstellen de
beschreven eenmalige financiële gevolgen ad
€ 15,4 miljoen in 2003 af te boeken ten laste van de reserve Nutswinsten
middels ATW4.
2.
Kennisnemen van de nieuwe regelgeving ten aanzien van waardering en presentatie
van materiële vaste activa op basis van bijgevoegd memo ‘Beleid waardering en
presentatie materiële vaste activa, handreiking voor budgethouders en
budgetbeheerders’.
3.
Opdracht geven aan het Vakteam Strategie & Control om de uit vorenstaande
verandering voortvloeiende effecten voor de periode 2004-2007 in het tweede
kwartaal 2004 aan te bieden aan college en Raad middels een
begrotingswijziging.