Stuk 15 I                                                                                             Delft, 11 februari 2003.

03/002092                                                                  

 

Onderwerp:       Aanpassing legesverordening in verband

met wijziging Woningwet per 1 januari 2003.

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

Per 1 januari 2003 is de herziening van de Woningwet in werking getreden. De herziening heeft vooral betrekking op het terugbrengen van drie categorieën bouwwerken (vergunningsvrij, meldingplichtig en vergunningplichtig) naar twee categorieën (vergunningsvrij en vergunningplichtig), waarbij het aantal vergunningsvrije bouwwerken wordt uitgebreid. De beslistermijnen zijn bekort (lichte bouwvergunning 6 weken; reguliere bouwvergunning 12 weken) en er gelden landelijke uniforme indieningvereisten. Ook de regeling van het welstandstoezicht wijzigt, waarbij gestreefd wordt naar een meer objectief en controleerbaar welstandstoezicht.

 

Vergunningsvrije bouwwerken

Vergunningsvrije bouwwerken genereren geen inkomsten. Het gaat hier echter om bouwwerken van geringere betekenis, zoals dakkapellen, uitbouwen, tuinhuisjes e.d. waarvan de bouwkosten tussen de € 2.000 en € 15.000 liggen; derhalve een marginaal bestanddeel van de totale legesopbrengsten. Daarentegen zijn alle kleinere bouwwerken bij een monument of in een beschermd stadsgezicht (binnenstad) licht-vergunningplichtig. De vergunningplicht geldt per 1 januari 2003 ook  voor onderhoud  aan een monument, hetgeen voordien niet het geval was. Per saldo verwachten wij dat de  balans tussen legesderving en –inkomsten in evenwicht zal zijn.

 

Toets

Een aanvraag om een lichte bouwvergunning wordt in principe alleen getoetst aan stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening, bestemmingsplan, welstand, monumentenvergunning vereiste en de voorschriften inzake constructieve veiligheid uit het Bouwbesluit. Een aanvraag om een reguliere bouwvergunning wordt integraal getoetst aan het bestemmingsplan en alle aspecten uit de bouwverordening en het Bouwbesluit. Bij een reguliere bouwvergunning kan om een gefaseerde behandeling worden gevraagd. In de eerste fase wordt het plan op basis van beperkte gegevens (geveltekening en plattegrond) planologisch beoordeeld (ruimtelijke en welstandsaspecten). In de tweede fase wordt het plan getoetst aan bouwtechnische aspecten en bodemrapportage.

 

Legesheffing

Naar verwachting heeft de ingrijpende wijziging van de woningwet nauwelijks gevolgen voor de legesheffing. Aan de hand van ervaringscijfers is een inschatting gemaakt van aantallen bouwaanvragen naar categorie: bouwvergunningsvrij, licht vergunningplichtig, regulier vergunningplichtig en vergunningplichtig 1e en 2e fase. Vervolgens zijn de benodigde uren voor toetsing berekend en vermenigvuldigd met het geldende doorberekeningtarief. Inkomsten en uitgaven zijn naar verwachting met elkaar in evenwicht. De legestarieven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een lichte bouwvergunning is weliswaar hoger dan voorheen een melding bij een meldingsplichtig bouwwerk, maar dat wordt veroorzaakt door de toets aan constructieve veiligheid en bouwverordening.

 

Een aanpassing van de geldende tarieven voor het in behandeling nemen van een reguliere bouwvergunning is niet nodig. Het in behandeling nemen van een aanvraag om een gefaseerde bouwvergunning is een nieuwe categorie, maar daarvan worden nauwelijks aanvragen verwacht. Grootste wijziging in de tarieventabel is dus de categoriebenoeming.

 

Extra leges

Voor aanvragen die worden ingediend als de (ver)bouw al gestart of zelfs gereed is, worden hogere kosten gemaakt. Bij een juist gevolgde procedure komt de buitendienst-inspecteur van bouw- en woningtoezicht pas na de vergunningverlening in actie. Bij indiening achteraf moet de buitendienst inspecteur de situatie beoordelen en afwegingen maken (b.v. stilleggen werk). Ook de afstemming binnen- buitendienst inspecteur vergt meer tijd en datzelfde geldt voor de extra inspanningen van de binnendienst inspecteur bij het inwinnen van adviezen van andere afdelingen (nadrukkelijker begeleiding aanvraag; persoonlijke aandacht).

De afhandeling kan niet volgens de gewone standaardplanning geschieden en kost daardoor meestal anderhalf keer zoveel tijd dan bij een tijdig ingediende aanvraag. Wij stellen u voor om in voorkomende gevallen het legesbedrag voor de bouwvergunning te verhogen met  50%. Dit laat onverlet dat ook andere sancties kunnen worden opgelegd.

 

Afronding

Met de invoering van de euro zijn de in de legesverordening genoemde guldenbedragen van bouwkosten 1 op 1 omgezet in euro’s. Ter bevordering van de duidelijkheid willen wij de bedragen van opgegeven bouwkosten afronden op bedragen van duizend en/of vijfhonderd. Er is rekening mee gehouden dat dit niet in het nadeel van de aanvrager is.

 

Procedure artikel 19 WRO

Op 14 januari 2002 hebben wij ingestemd met de voorstellen voortkomend uit nota Evaluatie wijziging WRO. Sinds de invoering van de wijzigingen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening per 1 april 2000, worden gedifferentieerde tarieven gehanteerd bij de verlening van vrijstellingen. Deze zijn gebaseerd op de rechtstreekse kosten die worden gemaakt (publicatie, hoorzitting, enz.), zonder onderscheid in aard en omvang van bouwplannen . De differentiatie is gebaseerd op de actualiteit van het bestemmingsplan. De personeelslasten zijn daarbij niet rechtstreeks doorvertaald in de legesberekening voor de vrijstelling, maar wel in de bouwleges. Inmiddels kan een kostendekkende tariefstelling voor de vrijstelling ex artikel 19 WRO worden bepaald. In de nota is voorgesteld om voor het voeren van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 en 4 WRO een percentage van 1% van de bouwkosten in rekening te brengen met een minimum van € 900,- (= 10,5 uur ŕ

€ 85,-).

De legesheffing voor vrijstellingsprocedures ex artikel 19 lid 2 en artikel 19 lid 3 WRO (planologische kruimelgevallen) blijft ongewijzigd.

 

Aanlegvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanlegvergunning (gebied bouwrijp maken, een weg aanleggen, terreinverharding e.d.) is leges verschuldigd. De tariefstelling kwam abusievelijk niet voor op de tarieventabel. Deze correctie wordt nu aangebracht. De leges bedraagt € 419,75.

 

Voorstel

Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie Middelen en Bestuur stellen wij u voor

1. in te stemmen met de nota

2. vast te stellen de wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening op de

    heffing en invordering van leges 2003.

3. deze na een jaar te evalueren.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot , burgemeester

 

           

N. Roos                        , secretaris


 

Stuk 15 II

03/002092

 

 

De raad van de gemeente Delft

 

gelezen het voorstel van het college van 11 februari 2003;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen:

 

de 4e wijziging van de tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en de invordering van leges 2002.

 

Artikel 1

 

De teksten en de tarieven in de tarieventabel worden gewijzigd in:

 

Hoofdstuk 5

Bouwvergunning

 

 

 

5.2.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

 

 

5.2.1.

een lichte bouwvergunning, indien de bouwkosten,

 

 

 

a. minder bedragen dan € 10.000,--:

 

 

 

    van elk heel bedrag boven de € 500

          13,21;

 

    met een minimum van

41,20;

 

b. € 10.000,-- of meer bedragen

        264,20;

 

    vermeerderd met

12,48;

 

    van elk heel bedrag van € 500,-- boven € 10.000,--

 

 

5.2.2.

een reguliere bouwvergunning, indien de bouwkosten

a.   minder bedragen dan € 10.000,--

 

 

 

     van elk heel bedrag van € 500,--

14,50;

 

     met een minimum van

42,80;  

 

b.  € 10.000,-- of meer bedragen,

 

 

 

     maar minder dan € 45.000,--

290,00;

 

     vermeerderd met

          13,70;

 

     van elk heel bedrag van € 500,-- boven € 10.000,--

 

 

 

c.   € 45.000,-- of meer bedragen,

    maar minder dan € 136.000,--

 

 

1.262,70;

 

    vermeerderd met

11,95;

 

    van elk heel bedrag van € 500,-- boven € 45.000,-

 

 

 

d. € 136.000,-- of meer bedragen

3.425,65;

 

    vermeerderd met

10,55; 

 

    van elk heel bedrag van € 500,-- boven € 136.000,--.

 

 


 

 

 

 

 

5.2.3.1.

 

 

 

 

 

 

 

5.2.3.2.

 

 

 

 

 

 

 

 

5.3

Een regulier bouwvergunning 1e fase,

indien de bouwkosten

a. minder bedragen dan € 136.000,--

    van elk heel bedrag van € 500,--

    met een minimum van

b. € 136.000,-- of meer bedragen

    vermeerder met

    van elk heel bedrag van € 500,-

Een reguliere bouwvergunning 2e fase,

indien de bouwkosten

a. minder bedragen dan € 136.000

    van elk heel bedrag van € 500,--

    met een minimum van

b. € 136.000,-- of meer bedragen

    vermeerder met

    van elk heel bedrag van € 500,--

 

Indien de bouwvergunning wordt afgegeven nadat de bouw is aangevangen of heeft plaatsgevonden, wordt het op grond van 5.2.1, 5.2.2. en 5.2.3 verschuldigde bedrag verhoogd met 50%.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4,73;

190,00;

1.286,56

4,18;

 

 

 

 

11,54;

463,65;

3.138,88;

10,18

 

5.6

Mededeling als bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de Woningwet.

 

 

 

Vervallen.

 

 

 

 

Vergunning met toepassing van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (art. 19 lid 1, 2, 3, of 4).

 

 

5.8.

Ter zake van

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, waarop alleen positief kan worden beschikt na vrijstelling op basis van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zal het tarief als bedoeld in 5.2. of 5.6. worden vermeerderd voor de te volgen procedure conform

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.8.1.

lid 1 van bedoeld artikel voor een bouwwerk van meer dan geringe omvang in een bestemmingsplan jonger dan 10 jaar zonder specifieke verklaring van geen bezwaar vooraf van Gedeputeerde Staten met

1% van de bouwkosten met een minimum van

 

 

 

 

 

 

 

 

900,00;

5.8.2.

lid 2 van bedoeld artikel voor een bouwwerk van meer dan geringe omvang in een bestemmingsplan jonger dan 10 jaar met specifieke verklaring van geen bezwaar vooraf van Gedeputeerde Staten met

 

 

 

 

 

 

1.386,10;

5.8.3.

lid 3 van bedoeld artikel voor een bouwwerk van geringe omvang in een  bestemmingsplan jonger dan 10 jaar zonder specifieke verklaring van geen bezwaar vooraf van Gedeputeerde Staten met

 

 

 

 

 

 

953,75;

 

5.8.4.

lid 4 van bedoeld artikel voor een bouwwerk van meer dan geringe omvang in een bestemmingsplan ouder dan 10 jaar zonder specifieke verklaring van geen bezwaar vooraf van Gedeputeerde Staten met

1% van de bouwkosten met een minimum van

 

 

 

 

 

 

 

 

900,00.

 

 

Aanlegvergunning

 

 

5.9.2.

Het tarief bedraagt ter zake van

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 of 21, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning)

 

419,75;

 

 

 

5.15

Planschadevergoeding Artikel 49 WRO

Het tarief bedraagt ter zake van

het in behandeling nemen van een verzoek om schade

vergoeding als gevolg van een onherroepelijke planologische maatregel

 

 

 

 

 

 

 

 

129,00;

 

Artikel 2

 

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van vaststelling.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 februari 2003.

 

 

 

,burgemeester.

 

 

 

,lo.secretaris.

 

TOELICHTING OP DE 4e  WIJZIGING VAN

DE TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING LEGES DELFT 2002

 

I. Toelichting

II. Kostendekking

 

I.  Toelichting

 

Hoofdstuk 5 Bouwvergunning

 

5.2.

Per 1 januari 2003 is de Woningwet gewijzigd en daarmee de categorieën bouwwerken. Daarom is artikel 5.2 vernummerd in een artikel 5.2.1. voor lichte bouwvergunningen, artikel 5.2.2. voor reguliere bouwvergunningen en artikel 5.2.3 voor gefaseerde bouwvergunningen.

 

5.3.

Dit is een nieuw artikel. Voor bouwvergunningen die worden afgegeven nadat de bouw is aangevangen of heeft plaatsgevonden, worden extra werkzaamheden verricht.

 

5.6.

De categorie meldingplichtige bouwwerken is in de gewijzigde Woningwet komen te vervallen.

 

5.8.

In de nota Evaluatie wijziging WRO wordt de kostendekkende tariefstelling voor vrijstellingsprocedures artikel 19 WRO lid 1 (artikel 5.8.1.) en 4 (artikel 5.8.4.) bepaald op 1% van de bouwkosten met een minimum van € 900. Burgemeester en wethouders hebben daar op 14 januari 2003 mee ingestemd.

 

5.9.

Artikel 5.9. wordt vernummerd in een redactioneel ongewijzigd artikel 5.9.1. “Vrijstelling bestemmingsplan met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening” en een nieuw artikel 5.9.2. omtrent het verkrijgen van een aanlegvergunning. Voor deze werkzaamheden wordt een tarief van  419,75 opgenomen.

 

5.15

Dit is een nieuw artikel. Op 21 december 2002 heeft de gemeenteraad besloten tot het opnemen in de legesverordening van een planschadevergoeding van € 129,--.

 

II Kostendekking

 

Kosten/opbrengsten 2003

 

Directe kosten

x € 1000

Begrotings

post

Indirecte kosten

x € 1000

Begrotings

post

Opbrengst

x € 1000

Begrotings

post

Dekkings

percentage

 

1.659

 

-

 

680

 

-

 

2.324

 

-

 

99%