Stuk 59 I Delft,
8 april 2003.
03/008057
Onderwerp:
verzelfstandiging Bestuursacademie,
financiële
slotbijdrage en liquidatie gemeenschappelijke regeling
Aan de
gemeenteraad.
Geachte
dames en heren,
Onze organisatie neemt deel in de Gemeenschappelijke
Regeling Bestuursacademie Zuid-Holland, die op haar beurt onderdeel uitmaakt
van de Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Randstad. Deze laatste
Gemeenschappelijke Regeling houdt de Bestuursacademie Randstad in stand. Al
langer speelt dat een aantal deelnemers in de Gemeenschappelijke Regeling hun
bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid voor de instandhouding en de
bedrijfsvoering van de academie willen beëindigen. Dat heeft geleid tot de
keuze om de Bestuursacademie te verzelfstandigen, door deze onder te brengen in
een private stichting. Met deze verzelfstandiging komt er een eind aan die
verantwoordelijkheid van de deelnemers.
Achtergrondinformatie
over deze keuze is terug te vinden in de brief van het bestuur van de Bestuursacademie
aan al haar deelnemers d.d. 10 juli 2002. De besluitvorming is inmiddels in een
vergevorderd stadium. Onderdeel daarvan vormt de noodzaak tot het heffen van
een extra financiële bijdrage van de deelnemers. Daarover handelt dit voorstel.
Tevens vormt als onderdeel van de verzelfstandigingoperatie het liquideren van
de Gemeenschappelijke Regeling Randstad, gevolgd door liquidatie van de andere
drie Gemeenschappelijke Regelingen, waaronder de Gemeenschappelijk Regeling
Bestuursacademie Zuid-Holland, waaraan onze gemeente deelneemt. Ook op dit onderdeel
wordt in dit voorstel nader ingegaan.
Overigens
past het plan om de Bestuursacademie te verzelfstandigen op de afspraken die in
het najaar van 2001 door het bestuur
van Bestuursacademie Randstad, samen met de besturen van de Bestuursacademies
Noord-Nederland en Oost-Nederland zijn gemaakt om met elkaar een proces van
integratie in te gaan. Om die integratie te kunnen realiseren moet
Bestuursacademie Randstad namelijk eerst in een stichting worden ondergebracht.
Aan het
slot van dit voorstel leggen wij u enkele voorstellen ter besluitvorming voor.
De
Bestuursacademies zijn opgericht door en voor de lokale overheden. Deze binding
komt sterk tot uiting in het aanbod van de Bestuursacademies. Inmiddels is
echter het inzicht ontstaan dat deze binding niet per se in de juridische vorm
van een Gemeenschappelijke Regeling
behoeft terug te komen. Zoals gezegd heeft dit geleid tot een oriëntatie
op mogelijkheden om het bestuursdienstonderwijs in een nieuwe vorm voort te
kunnen zetten. Op basis van deze oriëntatie is gekozen voor de variant, waarin
Bestuursacademie Randstad wordt ondergebracht in een private stichting, de
Stichting Bestuursacademie West-Nederland.
Een belangrijk
uitgangspunt voor de verzelfstandigingoperatie is, dat het bestuursdienstonderwijs
in stand wordt gehouden. Om te voldoen aan de verwachtingen van de lokale overheid
is het van belang het bestaande opleidingsaanbod te bestendigen en de kwaliteit
ervan te garanderen. Dat vormt een voorwaarde voor de omzetting naar de stichtingsvorm.
2.
Aanpak van de verzelfstandiging
De
verzelfstandiging van Bestuursacademie Randstad komt in vier stappen tot stand:
1. oprichten
Stichting Bestuursacademie West-Nederland
2. overdracht
van de thans door de Gemeenschappelijke Regeling geëxploiteerde academie aan de
Stichting Bestuursacademie West-Nederland en het meegeven van een startvermogen
aan deze stichting, dit in combinatie met overdracht van het personeel aan de
reeds bestaande Stichting Werkgever Bestuursacademie West-Nederland
3. oprichten
van de Stichting Waarborgfonds en het regelen van baangaranties ingeval van een
onverhoopt faillissement van de private Stichting, dit ter zekerstelling van
lopende verplichtingen jegens (ex-) personeelsleden
4. wijzigen
van de regeling Gemeenschappelijke Regeling Randstad nu en liquideren ervan op
termijn, alsmede het liquideren op termijn van de nog bestaande Gemeenschappelijke
Regelingen Noordhollandse Bestuursacademie, Bestuursacademie Zuid-Holland en
Utrechtse Bestuursacademie.
Beslissingen
hieromtrent de onderdelen 1, 2 (deels) en 3 zijn inmiddels genomen in het Algemeen
Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BAR, terwijl voorstellen voor de onderdelen
2 (deels) en 4 zijn vastgesteld in de
Algemeen Besturen van één of meerdere van de vier betrokken Gemeenschappelijke
Regelingen. In het kader van de onderdelen 2 (deels) en 4 worden u hierna
enkele besluiten voorgelegd, die behoren tot de competentie van u als
besluitvormend orgaan van onze gemeente.
Voor een
uitvoerige toelichting op het traject van verzelfstandiging en de samenhang
tussen de voorstellen die in dat kader aan de verschillende bestuursorganen
worden uitgebracht verwijzen wij u naar bijgaande beschrijvingsbrief, die ons
is aangeboden door het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling
Randstad.
Het
Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie
Zuid-Holland heeft op 16 december 2002 besloten om u op grond van de
desbetreffende bepaling uit de geldende regeling, voor te stellen deze
Gemeenschappelijke Regeling te liquideren. Daaraan voorafgaand had het Algemeen
Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Randstad reeds uitgesproken te
streven naar liquidatie van die Gemeenschappelijke Regeling. Het voorstel
daartoe wordt één dezer dagen uitgebracht aan de Algemene Besturen van de drie
onderliggende Gemeenschappelijke Regelingen en Provinciale Staten van
Noord-Holland, die ter zake op grond van de regeling beslissingsbevoegd zijn.
Met de
geplande overdracht van de Bestuursacademie aan de private Stichting en het voorzien
in een Waarborgfonds voor achterblijvende verplichtingen jegens ex-personeelsleden,
vervalt de bestaansgrond aan de Gemeenschappelijke Regelingen. Reden om tot
liquidatie ervan over te gaan. Deze liquidatie kan worden geëffectueerd zodra
alle verplichtingen van de Gemeenschappelijke Regelingen zijn afgewikkeld. Dat
is zo geregeld in artikel 9 van de WGR. Tot deze afwikkeling rekenen wij ook
het op een adequate manier invulling geven aan de garanties en zekerstellingen
die de Gemeenschappelijke Regeling Randstad, en daarmee de Gemeenschappelijke
Regelingen Noordhollandse Bestuursacademie, Bestuursacademie Zuid-Holland en
Utrechtse Bestuursacademie jegens de Stichting Bestuursacademie West-Nederland
stellen in de notariële akte, waarmee de academie wordt overgedragen. Welke periode nodig is om dit
finaal te regelen kan op dit moment nog niet met zekerheid worden vastgesteld,
maar alles is er op gericht dat uiterlijk per 31 december 2003 te realiseren.
Tot dat tijdstip zullen de Gemeenschappelijke Regelingen nog blijven bestaan,
maar dit zal materieel geen betekenis meer hebben zodra alle deelnemers hun
financiële bijdrage aan de verzelfstandigingoperatie hebben voldaan (zie
hierna). Dit is voorzien in het voorjaar van 2003.
Voor wat
betreft de volgorde van liquidatie van de vier Gemeenschappelijke Regelingen is
nog relevant te vermelden, dat ertussen de betrokken Algemene Besturen commitment
bestaat over het feit, dat de liquidatie van de Gemeenschappelijke Randstad geëffectueerd
moet zijn, voordat de liquidatie van de drie andere Gemeenschappelijke Regelingen
in gang kan worden gezet. Dat heeft te maken met het feit, dat deze drie, samen
met de provincie Noord-Holland, de dragers vormen van de Gemeenschappelijke Regeling
Randstad en een andere volgorde van liquidatie ongewenste gevolgen voor de deelnemers
aan de nog niet geliquideerd zijnde Gemeenschappelijke Regelingen zou kunnen
hebben. Zij zijn dan immers minder in getal maar de verantwoordelijkheid voor
instandhouding van de academie blijft wel volledig aanwezig. Het is daarom van
belang er rekening mee te houden dat een besluit tot liquidatie van onze
Gemeenschappelijke Regeling de facto pas in uitvoering wordt genomen als het
liquidatiebesluit van de Gemeenschappelijke Regeling Randstad geëffectueerd is
en ook de deelnemers aan de twee andere Gemeenschappelijke Regelingen tot liquidatie
van hun Gemeenschappelijke Regeling hebben besloten. Begin april 2003 zal hierover
duidelijkheid bestaan.
Wij
stellen u voor, onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie
middelen en bestuur, in te stemmen het de voorgestelde liquidatie van de
Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Zuid-Holland per 31 december 2003 of zoveel later als noodzakelijk mocht
blijken, een en ander ter beoordeling van en te besluiten door het Algemeen
Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.
4. Kosten van verzelfstandiging van
Bestuursacademie Randstad en liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling
Bestuursacademie Zuid-Holland
Zoals
gezegd is een belangrijke voorwaarde voor de verzelfstandigingoperatie van Bestuursacademie
Randstad, dat het bestuursdienstonderwijs op langere termijn in stand kan
worden gehouden. Dat verplicht ons als deelnemer van de Gemeenschappelijke
Regeling Bestuursacademie Zuid-Holland om, samen met deelnemers aan deze en de
andere Gemeenschappelijke Regelingen, ook in financieel opzicht onze
verantwoordelijkheid te nemen om dat mogelijk te maken. Ter dekking van de
kosten van verzelfstandiging en liquidatie en voor het bijeen brengen van het
startvermogen van de Stichting wordt van de deelnemers een eenmalige
aanvullende bijdrage gevraagd. Ons is de afgelopen periode duidelijk geworden,
dat de verzelfstandiging van de Bestuursacademie en de liquidatie van de Gemeenschappelijke
Regelingen niet gerealiseerd kan worden als de deelnemers deze bijdrage niet
opbrengen.
De
verzelfstandiging brengt noodzakelijkerwijs frictiekosten met zich mee. Onder
andere voor het afkopen van de verplichtingen jegens het voormalig personeel,
voor het voldoen van de schadeloosstelling aan IZA, voor de uitvoering van het
sociaal plan en voor de externe begeleiding van dit traject. En ook het
liquideren van de Gemeenschappelijke Regelingen brengt kosten met zich mee. De
kosten zijn voor beide onderdelen gezamenlijk geraamd op € 3.1 mio.
Tabel 1:
kosten verzelfstandiging en liquidatie
|
|
Lasten |
X
1.000 |
|
|
Kosten van verzelfstandiging
|
|
1. Voorziening wachtgeld, IZA-premie en
FPU |
€ 1.600 |
2. Sociale regeling |
€
850 |
3. Slotcontrole fiscus e.d. |
€
200 |
4. Kosten externe ondersteuning, notaris,
accountant e.d. |
€
350 |
|
€ 3.000 |
Kosten
liquidatie vier GR-en
|
€ 100 |
Totaal |
€ 3.100 |
Restant € 0,23 als dekking |
€
250 |
Resteert te dekken |
€ 2.850 |
Deze kosten vallen onder de categorie
verplichte uitgaven en worden door de deelnemers aan de Gemeenschappelijke
Regelingen opgebracht in de vorm van een bijdrage van € 0,35 per inwoner voor
gemeenten en een daarvan op de gebruikelijke wijze afgeleid bedrag voor de
provincies, waterschappen en regio’s. Deze bijdrage staat overigens los van de
eerder in 2002 aan de deelnemers gevraagde bijdrage, welke voor een belangrijk
deel nodig was om exploitatieverliezen uit voorafgaande jaren te dekken. Zoals
uit tabel 1 blijkt is het restant van de hiermee gegenereerde opbrengst met de
nu gevraagde extra bijdrage verrekend.
Gelet op
het feit dat het hier een onbeïnvloedbare tegenvaller betreft wordt voorgesteld
dit bedrag voor de begroting 2003 mee te nemen in de Programmabegroting 2004
(voorheen Zomernota).
Daarnaast
moet worden voorzien in de vermogens- en liquiditeitenbehoefte van de nieuwe
stichting, wil deze op een verantwoorde basis kunnen starten. Het hiervoor benodigde
bedrag is op basis van algemeen geldende regels en gebruiken bij verzelfstandiging
bepaald op € 2,5 mio. Dit bedrag moet zeker niet hoog worden geacht om de
eerste jaren van verzelfstandiging goed door te komen.
Tabel 2:
bijdrage in startvermogen stichting
Componenten |
X 1.000 |
|
|
Normatief eigen vermogen |
€
812 |
Liquiditeitenbehoefte |
€ 1.688 |
Totaal |
€ 2.500 |
|
|
Hiervoor
wordt van de deelnemers een bijdrage gevraagd van € 0,31 per inwoner voor gemeenten
en een daarvan weer op de gebruikelijke wijze afgeleid bedrag voor de
provincies, waterschappen en regio’s. De oprichting van de nieuwe organisatie
moet worden gezien als een verlengstuk van de liquidatie van de
gemeenschappelijke regeling. Het is een onbeïnvloedbare tegenvaller. Daarom
wordt voorgesteld dit bedrag voor de begroting 2003 mee te nemen in de Programmabegroting
2004 (voorheen Zomernota).
De hoogte
van de totaalbijdrage voor de verschillende categorieën deelnemers is weergegeven
in onderstaande tabel.
Tabel 3: bijdrage per categorie deelnemers naar het
inwonertal per 01.01.2002
Deelnemer |
Bijdrage in € |
|
|
Gemeenten
individueel |
0,66 per inwoner |
Provincie
Noord-Holland |
167.380,= |
Provincie
Zuid-Holland |
220.070,= |
Provincie
Utrecht |
90.000,= |
Waterschappen
Noord-Holland totaal |
39.600,= |
Waterschappen
Zuid-Holland totaal |
47.650,= |
Waterschappen
Utrecht totaal |
7.000,= |
Gewesten
individueel |
3.025,= |
|
|
Wij stellen u voor het voor onze organisatie
op € 63.759,96 bepaalde bedrag als tegenvaller voor de begroting 2003 mee
te nemen in de Programmabegroting 2004 en dat vóór 1 juni 2003 te voldoen.
Hoogachtend,
Burgemeester
en wethouders van Delft,
H.M.C.M.
van Oorschot ,burgemeester.
N. Roos ,secretaris.
De raad
der gemeente Delft;
gelezen
het voorstel van het college van 8 april 2003;
gezien de
brief van het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling 20 december
2002;
gelet op
de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelet op
de Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Zuid-Holland;
b e s l u
i t :
1. ten
behoeve van de voorgenomen verzelfstandiging van Bestuursacademie Randstad en
liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Bestuursacademie Zuid-Holland een
eenmalige extra bijdrage ad € 63.759,96 beschikbaar te stellen en deze
vóór 1 juni 2003 te voldoen;
2. de lasten
verband houdend met het besluit als tegenvaller voor de begroting 2003 mee te
nemen in de Programmabegroting 2004;
3. in te
stemmen met de voorgestelde liquidatie van genoemde Gemeenschappelijke Regeling.
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 april 2003.
,burgemeester.
,griffier.