Stuk 61
I Delft,
8 april 2003.
03/005142
Onderwerp:
Gedragscode gemeenteraad
Aan de
gemeenteraad.
Geachte
dames en heren,
In de
raadsconferentie van 11 december 2002 heeft u vanuit verschillende invalshoeken
gediscussieerd over de bestuurlijke integriteit van de gemeenteraad. De door de
gemeenteraad vast te stellen gedragscode vormt nu het formele sluitstuk.
U heeft in
de raadsconferentie een duidelijke
richting aangegeven waar voor u de grenzen liggen in gedragingen van leden van
de gemeenteraad en de het eventueel toepassen van sancties zodra deze grenzen
overschreden worden. Daarbij heeft u de volgende thema’s verkend:
a) Belangenverstrengeling
b) Meningsuitingen
c) Omgaan met
informatie
d) Handhaving
van de gedragscode.
Het
verslag van de conferentie, de door Rijnconsult verzorgde presentatie en het op
29 januari 2003 door Rijnconsult uitgebrachte advies aan de gemeenteraad zijn
inmiddels aan u toegezonden.
Rijnconsult
adviseert de navolgende ‘Gouden Regels’ voor het gedrag binnen de gemeenteraad
vast te stellen:
Raadsleden moeten elkaar kunnen
aanspreken op gedrag
Elkaar aanspreken moet een normale
gang van zaken worden. Het opleggen van sancties zal dan ook alleen gebeuren,
indien herhaaldelijk aanspreken niet heeft geholpen.
Een
politiek debat wordt gevoerd op de inhoud en op het scherpst van de snede.
Respect voor de persoon blijft echter altijd de norm. Dat betekent dat van
raadsleden mag worden verwacht dat zij
voorkomen dat zij anderen kwetsen met hun wijze van debatteren of hun
taalgebruik in woord en geschrift.
Indien er sprake is van mogelijke
belangenverstrengeling: geef het raadslid de kans zijn afwegingen vooraf
publiek te maken.
Rond belangenverstrengeling
is in wettelijke regelingen voldoende vastgelegd; de interpretatie van deze
regelingen kan echter in sommige concrete gevallen een rol spelen. De gemeenteraad van Delft
acht het van groot belang dat zijn betrouwbaarheid en geloofwaardigheid niet in
het geding komen. Nakomen van de regelgeving dient dan ook onverkort plaats te vinden. In geval van twijfel biedt
de raad ieder raadslid de ruimte
om zijn afwegingen publiek te
maken.
Alles is openbaar, tenzij………
Alles is in principe openbaar; er
moeten zwaarwegende belangen in het spel zijn wil geheimhouding worden
opgelegd.
Geheim is geheim
Is geheimhouding opgelegd, dan
zullen raadsleden hier ook naar handelen. Wel is het mogelijk dat de raad om
moverende redenen geheime informatie weigert.
Dit kan gelden voor de raad als geheel, fracties, maar zelfs ook voor
individuele raads-/commissieleden.
Bij deze
laatste regel past de aantekening, dat het voor het logistieke proces niet
doenlijk is om voorafgaande de verzending van commissie-/raadsstukken te
informeren of betrokkenen daarvan af willen zien. Het kan wel een vaste
afspraak zijn om degenen, die dat wensen geen geheime stukken toe te
zenden. Als dat niet aangegeven wordt
is het ter beoordeling van commissie-/raadsleden zelf om een
afzonderlijke envelop met geheime stukken wel of niet te openen.
In de nu aan u voorgelegde gedragscode zijn deze ‘Gouden
Regels’ omgezet naar een aantal uitgangspunten.
Formele
kaders voor de vast te stellen gedragscode
In de Gemeentewet zijn bepalingen opgenomen omtrent de
openbaarheid van nevenfuncties, de met het raadslidmaatschap onverenigbare
functies, en de zgn. ‘verboden handelingen’. Ook de bij de benoeming in de raad
af te leggen zuiveringseed (verklaring en belofte) is een belangrijk
uitgangspunt voor het (integer) handelen van raadsleden. De gedragscode is aanvullend
op de Gemeentewet.
Naast de Gemeentewet en de gedragscode bestaan er
voorschriften die in wet of elders geregeld zijn, bijvoorbeeld over fraude en
valsheid in geschrifte. Dergelijke voorschriften zijn evenals de hiervoor
genoemde bepalingen in de Gemeentewet niet in de gedragscode opgenomen.
De leden van de gemeenteraad zijn uiteraard aanspreekbaar op
de naleving van gedragscode. Dit geldt in beginsel ook voor de
commissieleden/niet-raadsleden. Zij vervullen immers hun rol in het
besluitvormingsproces als ware zij raadslid. Zij maken voor het commissiewerk
in het besluitvormingsproces onderdeel uit van de bestuurlijke organisatie. Dat
geeft naar hen toe ook de verplichting van een onafhankelijke en op het algemeen
belang gerichte opstelling. Het regime kan in de praktijk voor hen wel
‘lichter’ toegepast worden dan voor de benoemde raadsleden, die volledig
aangesproken kunnen worden op –de zuiverheid- van hun handelen als
volksvertegenwoordiger.
De gedragscode bevat zowel normen over hoe in een bepaalde
situatie te handelen als regels over procedures die moeten worden gevolgd. Deze
procedureafspraken zijn een onlosmakelijk onderdeel zijn van de gedragsregels
en vergroten daarmee de controleerbaarheid.
In de gedragscode wordt onderscheid gemaakt naar te
vervullen rollen door:
a)
Het raadslid. Een raadslid onthoudt zich
van al hetgeen het aanzien van het raadlidmaatschap en het aanzien van de raad
schaadt. De gedragscode is voor elk raadslid het uitgangspunt voor de
verwachtingen omtrent het optreden van de raadsleden. Raadleden zijn
daarmee aanspreekbaar op de naleving van gedragscode, en spreken
elkaar ook aan op ongewenst gedrag.
b)
Het fractievoorzittersoverleg.
In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet
eenduidig is, vindt afstemming plaats in het fractievoorzittersoverleg.
Zonodig vindt bespreking plaats in de gemeenteraad. Raadsleden
kunnen via hun fractievoorzitter het overleg attenderen op ongewenst gedrag. Het fractievoorzittersoverleg
kan de beoordeling van voorkomende klachten in handen geven van de
adviescommissie klachtbehandeling. Uitgangspunt daarbij is, dat er pas sancties
aan de raad zullen worden voorgesteld als herhaaldelijk aanspreken niet heeft
geholpen. Dit laatste geldt overigens niet als het een klacht van een derde
betreft. Deze leidt, mits ontvankelijk, altijd tot een publiek oordeel!
c)
De adviescommissie klachtbehandeling. Het
reglement voor het werkgebied en werkwijze van de adviescommissie
klachtbehandeling is 19 december 2002 door de gemeenteraad vastgesteld. De
adviescommissie ‘klachtbehandeling’ beoordeelt of een klacht wel/niet
ontvankelijk is. Indien de klacht ontvankelijk wordt bevonden wordt beoordeeld of de klacht gegrond is.
Bij de beoordeling op ontvankelijkheid wordt tevens beoordeeld of behandeling
door andere instanties (bijv. via een gerechtelijke procedure) aangewezen is.
d)
De raad. De raad kan wegens schending van de gedragscode
besluiten tot een sanctie. Het raadslid in kwestie onthoudt zich daarbij van
stemming.
e)
De burgemeester. De burgemeester treedt op
bewaker/stimulator van bestuurlijke integriteit van de raad.
f)
De griffier. De griffier treedt op als ‘vertrouwenspersoon
integriteit’
Voorstel
Wij
stellen u voor - met medeneming van het advies van de raadscommissie Middelen
en Bestuur - vast te stellen de ‘Gedragscode Gemeenteraad’.
Hoogachtend,
H.M.C.M.
van Oorschot , burgemeester.
R. de
Groot , griffier.
De
raad der gemeente Delft;
gelezen
het voorstel van 8 april 2003;
gezien het
advies van de raadscommissie Middelen en Bestuur van 4 maart 2003;
gelet op
artikel 15 lid 3 van de Gemeentewet
b e s l u
i t :
vast te
stellen de navolgende ‘Gedragscode Gemeenteraad’:
gedragscode Gemeenteraad
1 de toepassing van de
gedragscode
De code wordt op de met een © gemarkeerde
onderdelen naar analogie
toegepast op
commissieleden/niet-raadsleden.
1.1© De gedragscode is voor elk raadslid het
uitgangspunt voor de verwachtingen
omtrent het optreden van de raadsleden. Een raadslid onthoudt zich van al
hetgeen het aanzien van het raadlidmaatschap en het aanzien van de raad
schaadt. De raadsleden zijn aanspreekbaar op de naleving van gedragscode. Raadsleden
spreken elkaar aan op ongewenst gedrag.
1.2© De leden van raad ontvangen bij hun
aantreden een exemplaar van de code. De
door de raad vastgestelde gedragscode is openbaar en door derden te raadplegen.
1.3© In gevallen waarin de code niet voorziet of
waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt afstemming plaats in het fractievoorzittersoverleg.
Zonodig vindt bespreking plaats in de gemeenteraad. Het fractievoorzittersoverleg
kan de beoordeling van voorkomende klachten in handen geven van de
adviescommissie klachtbehandeling.
1.4© De raad kan wegens schending van de
gedragscode besluiten tot een sanctie.
Algemeen uitgangspunt daarbij is, dat er pas sancties
aan de raad zullen worden voorgesteld als herhaaldelijk aanspreken niet heeft
geholpen. Het raadslid in kwestie onthoudt zich daarbij van stemming.
1.5© De burgemeester treedt vanuit zijn functie
als voorzitter van de gemeenteraad op als bewaker/stimulator van bestuurlijke
integriteit van de raad.
1.6© De griffier treedt op als
‘vertrouwenspersoon integriteit’.
2 belangenverstrengeling
Uitgangspunt
is, dat een raadslid te allen tijde vrij moet zijn in
zijn toekomstige beslissingen en keuzes, en zich niet verbindt aan particuliere
belangen (eigen belangen of die van derden).
2.1© Een raadslid maakt in eerste
aanleg een eigen afweging rond mogelijke
belangenverstrengeling. Bij twijfel wordt het raadslid in staat gesteld
zijn afwegingen zelf publiek te maken
2.2© Een raadslid zal bij aangelegenheden, die
hem direct of indirect persoonlijk aangaan, of waarbij hij als
vertegenwoordiger is betrokken, niet aan de beraadslagingen voorafgaande aan de
besluitvorming deelnemen.
2.3© Een raadslid neemt van een aanbieder van
producten of diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die
zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden
3 nevenfuncties
Algemeen uitgangspunt is, dat een
raadslid geen nevenfuncties vervult, waarbij strijdigheid is of kan zijn met het
belang van de gemeente.
3.1 Een raadslid maakt melding van al zijn
nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet
bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.
4
omgaan met informatie
Uitgangspunt is, dat in principe alles openbaar is. Er
moeten zwaarwegende belangen in het spel zijn wil geheimhouding worden
opgelegd. Is geheimhouding opgelegd, dan zullen raadsleden hier ook naar
handelen.
4.1© Raadsleden kunnen er voor kiezen geen kennis
te nemen van geheime informatie. Als
men in algemene zin geen vertrouwelijke stukken toegezonden wil hebben, wordt
dit tevoren kenbaar gemaakt aan de griffier
4.2© Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om
met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen
informatie waaromtrent de geheimhoudingsplicht is opgelegd.
4.3© Een raadslid houdt geen informatie achter,
tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het op grond van artikel 10 van de
Wet openbaarheid van bestuur aangewezen is deze informatie niet te verstrekken.
4.4© Een raadslid maakt niet ten eigen bate of
van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt
verkregen informatie.
5
meningsuitingen
Uitgangspunt is, dat een politiek debat wordt gevoerd op de
inhoud en op het scherpst van de snede. Respect voor de persoon blijft echter
altijd de norm. Dat betekent dat van raadsleden mag worden verwacht dat zij te
allen tijde trachten te voorkomen, dat zij anderen kwetsen met hun wijze van
debatteren of hun taalgebruik in woord en geschrift.
5.1© Het raadslid formuleert zijn (schriftelijke
en mondelinge) meningsuitingen zorgvuldig, draagt zorg voor een degelijke
feitenonderbouwing, en legt daar rekenschap over af.
5.2© Het raadslid geeft de aangesprokene volop
gelegenheid direct op het in het openbaar beweerde te reageren. Bij voorkeur
via debatten in raad, commissies of anderszins.
5.3© Het raadslid draagt er zorg voor, dat de
toonzetting van de beweringen niet geschiedt in persoonlijke grievende bewoordingen
5.4© Naderhand onjuist gebleken beweringen
worden door het betrokken raadslid
ruiterlijk
toegegeven, en publiekelijk gerectificeerd.
6. aannemen van
geschenken
6.1© Geschenken en giften die een raadslid uit
hoofde van zijn ambt ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom
van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.
6.2© Indien een raadslid eenmalige geschenken of
giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen
deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te
worden gemeld en geregistreerd.
7. gebruik
van gemeentelijke voorzieningen
7.1© Gebruik van gemeentelijke eigendommen of
voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan, als dit gebruik extra
kosten voor de gemeente met zich brengt.
8. reizen
buitenland
8.1© Buitenlandse reizen voor de gemeenteraad
vinden in beginsel plaats op uitnodiging van het college en worden afgestemd in
het fractievoorzittersoverleg.
8.2© Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en
dergelijke op kosten van derden worden besproken in het
fractievoorzittersoverleg en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk
belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming
8.3© Het ten laste van de gemeente meereizen van
de partner van een raadslid is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op
uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee
gediend is.
8.4© Het anderszins meereizen van derden op
kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen
kosten is toegestaan.
8.5© Het verlengen van een buitenlandse reis
voor privé-doeleinden is toegestaan. De extra reis- en verblijfkosten komen
volledig voor rekening van het raadslid.
86© Van de reis wordt een verslag opgesteld.
De buitenlandse reizen worden vermeld in het gemeentelijk jaarverslag.
9. uitgaven
en declaraties
9.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed op
basis van bestaande afspraken en regelingen
9.2 Declaraties
worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde procedure
9.3 De
griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve
afhandeling.
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 april 2003.
,burgemeester.
,griffier.