Reg.nr.
404006
Het
college van de gemeente Delft,
gelet op artikel 7 van de Niet-correctieve referendumverordening Delft 2002
respectievelijk artikel 4 van de Correctieve Referendumverordening Delft 2002;
B E S L U
I T E N :
Tot het vast stellen van de volgende nadere regeling betreffende de
referendumcommissie.
De referendumcommissie adviseert het college in het kader van zowel de
Correctieve referendumverordening Delft 2002 als de Niet-correctieve
referendumverordening Delft 2002.
1.
De
referendumcommissie bestaat uit drie leden die geen lid zijn van de raad, drie
plaatsvervangende leden die geen lid zijn van de raad, twee leden die lid zijn
van de raad en twee plaatsvervangers die lid zijn van de raad.
2.
De leden
worden door het college voorgedragen en benoemd. Hiervoor komen niet in
aanmerking de burgemeester en ambtenaren in dienst van de gemeente Delft, met
uitzondering van onderwijzend personeel. Het college wijst een van de leden als
voorzitter aan.
3.
De
leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Aftredende leden kunnen
terstond worden herbenoemd.
4.
Zij
kunnen te allen tijde ontslag nemen en dienen dit schriftelijk in bij het
college. Zij die aftreden dan wel zij die ontslag hebben genomen blijven hun
functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.
5.
Tussentijds
benoemde leden treden af op het tijdstip dat voor het aftreden van hun
voorgangers was bepaald.
6.
Het
college draagt aan een ambtenaar van de gemeente het secretariaat van de
referendumcommissie op.
7.
De
referendumcommissie kan zich laten bijstaan door externe adviseurs.
1. Het college
kan de referendumcommissie verzoeken om advies inzake budgetten als bedoeld in
artikel 3 van de Correctieve referendumverordening Delft 2002.
2. Tevens heeft de referendumcommissie in ieder
geval tot taak:
a. het adviseren
van de burgemeester bij de vaststelling van de feitelijke samenvatting van het
aan het referendum onderworpen besluit als bedoeld in artikel 114, derde lid
van de Tijdelijke referendumwet;
b. het toetsen
van de gemeentelijke voorlichting en in het bijzonder het
voorlichtingsmateriaal;
c. het behandelen
van klachten over de organisatie van of voorlichting bij een referendum;
d. het uitvoeren
van evaluaties over gehouden referenda en het uitbrengen van verslag
hieromtrent aan de raad.
3. De
referendumcommissie heeft geen rol bij de vaststelling van de vraagstelling
tijdens een correctief referendum aangezien dit reeds uitputtend is geregeld in
de artikelen 114 en 115 van de Tijdelijke referendumwet.
1. De
referendumcommissie heeft in het kader van de Niet-correctieve
referendumverordening Delft 2002 in ieder geval tot taak:
a. het college te
adviseren over de toelaatbaarheid van het onderwerp waarvoor een
referendumverzoek is ingediend;
b. de
vraagstelling te ontwerpen voor de handtekeningenlijsten ten behoeve van het
definitieve referendumverzoek;
c. het college te
adviseren over de referendumvraag;
d. de
voorlichting te begeleiden;
e. het publieke
debat te begeleiden;
f. het college te
adviseren inzake de verlening van subsidie aan maatschappelijke groeperingen
als bedoeld in artikel 11 van de Niet-correctieve referendumverordening;
g. toezicht te
houden op de uitvoering van de Niet-correctieve referendumverordening en de
stemprocedure;
h. te adviseren
bij geschillen tussen de gemeente en de initiatiefnemers.
2. De adviezen van de
referendumkamer zijn openbaar.
Aldus
besloten in de vergadering van 3 februari 2004.
,burgemeester.
,secretaris.