Deel
1; beleid en uitvoering
Grondbedrijf
en Erfpachtbedrijf
Gemeente Delft
Vakteam Vastgoed
Postbus 78
2600 ME Delft
Delft, april 2004
Inhoudsopgave
1.
Inleiding............................................................................................................................ 3
2.
Beleid................................................................................................................................ 5
2.1
Grondbeleid in de gemeente Delft........................................................................... 5
2.2
Grondprijzen in de gemeente Delft.......................................................................... 6
2.3
Erfpacht in de gemeente Delft................................................................................. 6
2.4
Vastgoed in de gemeente Delft............................................................................... 7
2.5
Ontwikkeling vakteam Vastgoed............................................................................. 8
3.
Vakgebied in cijfers......................................................................................................... 11
3.1
Activiteiten Erfpachtbedrijf.................................................................................... 11
3.2
Activiteiten Grondbedrijf........................................................................................ 12
3.3
Reserves en voorzieningen
Grondbedrijf................................................................. 16
3.4
Risico’s Grondbedrijf............................................................................................ 20
Bijlage
I; Organogram vakteam Vastgoed................................................................................... 27
Bijlage
II; Schematische samenvatting
grondbedrijfsactiviteiten..................................................... 29
1. Inleiding
Voor u
ligt het meerjarenprogramma Vastgoed 2004 – 2007. Sinds 2002 wordt deze
rapportage jaarlijks opgesteld en ter vaststelling aan het gemeentebestuur
voorgelegd. In dit stuk wordt een uiteenzetting gegeven van de activiteiten van
het Grondbedrijf en het Erfpachtbedrijf van de gemeente Delft. Daarbij wordt
een doorzicht gegeven in de tijd naar de ontwikkeling van de projecten, in
zowel financieel–economische zin alsook het bijbehorende risicoprofiel. Het
vakteam Vastgoed is van mening hiermee het gemeentebestuur door deze
transparantie een goede basis te bieden voor beoordeling en besluitvorming.
In de
vorige uitgaven trof u de naam “meerjarenprogramma
Grond”, wat in deze versie is gewijzigd in meerjarenprogramma Vastgoed. Dit houdt verband met de
naamswijziging van het vakteam (nu Vastgoed, voorheen Grond). Binnen deze term
vastgoed wordt u tevens informatie geboden over het strategische vastgoedbezit
binnen het Grondbedrijf, wat op termijn bedoeld is om bij de herontwikkeling
van het betreffende gebied ingebracht te worden.
Dit meerjarenprogramma Vastgoed
bestaat uit twee delen. In deel 1 vindt u een weergave van het beleid en de
uitvoeringsaspecten van het Grondbedrijf en het Erfpachtbedrijf. Hier wordt
verder inzicht gegeven in het verloop van de reserves en voorzieningen in de
tijd gezien. Alle uitvoeringsaspecten zijn samengebracht in het hoofdstuk
“Vakteam in cijfers”. Deze vervangt de hoofdstukken “Grondbedrijf aan het werk”
en “Erfpachtbedrijf aan het werk” uit eerdere rapportages.
Deel 2 biedt u gedetailleerder
inzicht in de individuele exploitaties en activiteiten van het Grondbedrijf.
Dit MPV onderscheidt binnen het
Grondbedrijf projecten en activiteiten naar status, welke zijn:
-
Actieve
exploitaties (in uitvoering)
·
Resultaat
t.l.v. het Grondbedrijf
·
Resultaat
ten laste van de MRSV
·
Resultaat
ten laste van de Algemene Dienst
-
Niet in
uitvoering
·
Exploitaties
in voorbereiding
·
Ontwikkeling
van derden
·
Strategisch
vastgoed
·
Overige
activiteiten
·
Nieuwe
initiatieven
Ook dit is een wijziging ten
opzichte van voorgaande rapportages. Deze indeling van projecten en
activiteiten sluit beter aan bij de administratieve indeling, zoals die ook ten
grondslag ligt aan de jaarrekening.
Dit meerjarenprogramma is onder
andere opgesteld vanuit de Grondprijzennota 2004. Deze nota wordt u
tegelijkertijd met dit MPV aangeboden.
In het
vorige MPV werd het voornemen gemeld vanaf 2004 ook het vastgoeddeel (gebouwen
voor de huisvesting van gemeentelijke taken en beleidsvelden) in dit
meerjarenprogramma te betrekken. Dit is nu voor het onderdeel strategisch bezit
geëffectueerd, waardoor het overgrote deel van de risico’s op dit vlak tevens
is verwerkt in deze nota.
2. Beleid
2.1 Grondbeleid in
de gemeente Delft
Het
grondbeleid is facilitair beleid om te komen tot een evenwichtige en
verantwoorde stedelijke ontwikkeling. Dit facilitaire karakter impliceert dat
er gewerkt wordt op basis van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Hierbij kan
de fase van planvorming van zeer verschillende aard zijn. In vroege stadia
(vlekkenplannen) zal er sprake zijn van globale haalbaarheidsstudies, terwijl
in de uitvoerende fase er productiemonitoring en sturing plaatsvindt. Het
grondbeleid kent evenwel ook een eigen dynamiek. Om tot de realisatie van
doelstellingen te kunnen komen is er een aantal modellen van ontwikkeling
mogelijk. Een goede interactie met marktpartijen is essentieel om tot succes te
komen. Zaken als benutten van kennis en risicospreiding kunnen hierbij worden
genoemd. Daarbij kan de gemeente optreden als regisseur.
In
hoofdzaak kan er gesproken worden van:
·
Actief
grondbeleid; de bouwrijpe grond wordt door en voor rekening (en risico)
van de gemeente ontwikkeld. Hierbij speelt met name de wens tot sturing van het
gehele proces en de te behalen exploitatieresultaten een grote rol.
·
Faciliterend
(“passief”) grondbeleid; door de “markt” wordt de grond bouwrijp gemaakt en
vervolgens bebouwd. Hierbij is het kunnen verhalen van (gemeentelijke) kosten
een vereiste. Veelal ingegeven door het niet of nauwelijks hebben van een
grondpositie, alsmede niet of nauwelijks aanwezige mogelijkheden van het
inzetten van het onteigeningsinstrument.
·
Een
samenwerkingsverband met marktpartij(en); het gezamenlijk ontwikkelen van
bouwlocaties met een gedeeld risico.
In alle
gevallen betreft het een privaatrechtelijke gemeentelijke opstelling met aan de
andere kant de “publieke taak” vanuit bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening.
Het te
voeren grondbeleid wordt vormgegeven door het te kiezen ontwikkelingsmodel. Zo
zal bij het (van oudsher gevoerde) actieve grondbeleid de nadruk liggen op het
tijdig en financieel-economisch verantwoord verwerven van de benodigde gronden,
het bouw- en woonrijpmaken (afbouw openbare ruimte) en verzorgen van de
uitgifte van de kavels.
Bij het
facilitair grondbeleid zijn de accenten te leggen bij het tijdig betrokken zijn
bij particuliere initiatieven, om te komen tot een juiste afstemming met
gemeentelijke uitgangspunten en om de mogelijkheden van kostenverhaal optimaal
te kunnen benutten.
Alle
genoemde varianten behoren tot de mogelijkheden en kunnen in Delft optreden dan
wel treden op.
Dit
vereist in elk van de gevallen een gedegen kennis en vaardigheden op het gebied
van locatie ontwikkeling en op de vastgoedmarkt in het algemeen.
De te volgen procedures binnen het
vakteam om te komen tot een efficiënte en transparante bedrijfsvoering zijn
verankerd in de recent opgestelde administratieve organisatie en interne
controle (AO/IC).
2.2
Grondprijzen in de gemeente Delft
In de gemeente Delft wordt jaarlijks een Grondprijzennota door het
bestuur vastgesteld, waarin uitgangspunten worden gedefinieerd voor de wijze van
grondprijsbepaling in de te onderscheiden marktsegmenten. Deze Grondprijzennota
vormt de leidraad bij waardebepaling en het vaststellen van uitgifteprijzen
door de gemeente Delft. De nota voor 2004 wordt u gelijktijdig met dit
meerjarenplan aan geboden. In de
genoemde nota zijn prijzen vastgesteld voor de volgende categorieën:
·
Sociale huur- en koopwoningen
·
Woningen in de vrije sector
·
Bedrijfsterreinen
·
Kantoren
·
Detailhandel, horeca en overige
bedrijvigheid
·
Hotels
·
Tuinuitgifte
·
Sociaal maatschappelijke
voorzieningen
·
Recreatieve voorzieningen
·
Nutsvoorzieningen
·
Parkeren
In de nota
wordt ingegaan op factoren en omstandigheden die de prijs van de grond bepalen.
Uiteraard kunnen er bijzondere omstandigheden optreden die invloed hebben op de
grondprijs, echter deze doen op geen enkele wijze afbreuk aan de
basisuitgangspunten.
Voor
gedetailleerde informatie wordt u verwezen naar de eerder genoemde nota.
2.3
Erfpacht in de gemeente Delft
Het in
erfpacht uitgeven van gronden is al sinds 1929 gebruikelijk in Delft. Het ging
toen in hoofdzaak om de gronduitgiftes met een looptijd van 75 jaar aan
de van der Lelijstraat en de van Blommesteinstraat. Vanaf 1975 tot en met 1994
is alle bouwrijpe grond in de gemeente Delft in erfpacht uitgegeven. In
die jaren zijn er een drietal erfpachtvoorwaarden vastgesteld en gehanteerd,
namelijk:
Soort contract |
Doelgroep |
Looptijd |
Afkoop mogelijk |
AB 1976 |
Particulieren Bedrijven |
75 jaar 75-100 jaar |
Ja, 25
jaar Ja, 50
jaar |
AB 1988 |
Particulieren Bedrijven |
Eeuwigdurend Eeuwigdurend |
Ja,
eeuwigdurend Ja,
eeuwigdurend |
AE 1993 |
Particulieren Bedrijven |
Eeuwigdurend Eeuwigdurend |
Ja,
eeuwigdurend Ja,
eeuwigdurend |
Op het oog
zijn de erfpachtvoorwaarden AB 1988 en AE 1993 gelijk, echter in de voorwaarden
AE 1993 zijn toentertijd de wijzigingen die in het Burgerlijk Wetboek optraden
verwerkt in de erfpachtvoorwaarden. In 1994 heeft de gemeenteraad van Delft
besloten om kandidaten bij het verkrijgen van bouwrijpe grond de vrije keuze te
laten tussen of erfpacht of volledig eigendom. Dit is vastgelegd in de Algemene
Verkoopvoorwaarden AV 1994. Ook de woningbezitters die in het verleden een
erfpachtcontract met de gemeente hadden afgesloten werden in de gelegenheid
gesteld om alsnog de ondergrond in eigendom te verkrijgen. Die was vooral
interessant voor de erfpachters met het contract AB 1976. Immers, de
grondwaarde kon na een periode van 25 jaar opnieuw worden getaxeerd. Veel
erfpachters met de contractsoort AB 1976 hebben al van die mogelijkheid gebruik
gemaakt.
Op verzoek
van het gemeentebestuur is nu onderzocht of, en in hoeverre, het huidige
erfpachtbeleid actualisering behoeft. Het erfpachtbeleid is voor het laatst
herzien bij besluit van de gemeenteraad van 29 september 1994. Daarbij is o.m.
besloten alle erfpachters in de gelegenheid te stellen de
erfpacht tegen de oorspronkelijke grondwaarde in eigendom om te zetten. Niet
alle erfpachters hebben van deze voor hen gunstige regeling gebruik gemaakt.
Het aantal
erfpachten in Delft is relatief gering. Inclusief de contracten waarbij de
canon inmiddels werd afgekocht, resteren er momenteel nog ruim 1500 contracten.
Het aantal erfpachtcontracten waarbij de canon (nog) niet werd afgekocht bedraagt
ruim 500. Die laatste categorie kost de gemeente jaarlijks veel geld door de
administratieve lasten van het periodiek in rekening brengen van canon. In zijn
huidige omvang en vorm is het erfpachtbedrijf voor de gemeente Delft een
verliesgevende zaak mede door het gehanteerde systeem van omslagrente. In
hoofdstuk 3 van dit meerjarenprogramma wordt op basis van gecumuleerde
overzichten de huidige stand van zaken weergegeven.
Hoe Delft
de komende jaren omgaat met het begrip erfpacht zal in 2004 duidelijk worden.
In de nota Erfpacht 2004, die binnenkort ter behandeling wordt voorgelegd,
wordt hieromtrent een pakket maatregelen voorgesteld.
2.4
Vastgoed in de gemeente Delft
Voor een gemeente is het hebben van vastgoed geen doel op zich. Het bezit
van vastgoed heeft ten doel om strategisch te kunnen inspelen op de economische
en ruimtelijke ontwikkelingen in de stad, de maatschappelijke behoeften en de
behoeften van de eigen organisatie. Voor elk pand of voor elk stuk grond dat de
gemeente in bezit heeft zal dus een specifieke reden aanwezig zijn; zo niet dan
kan het vastgoed in principe worden afgestoten.
Binnen de
gemeente Delft is het vakteam Vastgoed verantwoordelijk voor het vormgeven van
de eigenaarsrol van nagenoeg al het gemeentelijke onroerend goed. Professioneel
management van vastgoed betekent voor de gemeente: het verantwoord en effectief
inzetten van vastgoed ter ondersteuning van de vastgestelde beleidsdoelen, met
een zo gering mogelijk beslag op de algemene middelen. Vastgestelde beleidsdoelen
zijn het huisvesten van de eigen organisatie, het accommoderen van doelgroepen,
het behouden van het gebouwd cultureel erfgoed en het anticiperen op
ruimtelijke/economische ontwikkelingen in de stad.
In NEON
zijn uitgangspunten geformuleerd om het beheer van het gemeentelijke vastgoed
transparanter te maken. In de praktijk blijkt dat er uit bedrijfseconomisch
oogpunt nog steeds geen optimaal inzicht bestaat in het gemeentelijke vastgoed.
Vakteam Vastgoed legt het gemeentebestuur op korte termijn een nota ter
behandeling voor, waarin voorstellen worden gedaan om de huidige situatie te
optimaliseren. Deze voorstellen behelzen onder meer de instelling van een
vastgoedbedrijf en het invoeren van een andere rekenmethodiek bij het opstellen
van vastgoedexploitaties. Pro’s en contra’s van deze oplossingen zijn in deze
nota gespiegeld aan de huidige werkwijze en organisatie.
2.5
Ontwikkeling vakteam Vastgoed
Vakteam
Vastgoed, voorheen vakteam Grond, maakt onderdeel uit van de sector Kennisstad
binnen het cluster Wijk- en Stadszaken. In dit vakteam zijn alle specialisten
op het gebied van vastgoed bij elkaar gebracht, zoals makelaars, rekenaars en
juristen. Zij vervullen dan ook de taak van gemeentelijke “makelaar” en beheren
onder meer het Grondbedrijf.
Productie
van bouwgrond is slechts een onderdeel van de activiteiten. Behartiging van
eigenaarbelangen van het gemeentelijke vastgoed is een andere belangrijke
activiteit. Daarnaast wordt het vakteam steeds meer betrokken bij bijvoorbeeld
particuliere initiatieven en PPS-constructies. Kortom, het gaat meer om alle
aspecten van vastgoed (in brede zin) dan om de productie van bouwrijpe grond
alleen. Per 1 januari 2004 draagt het vakteam daarom de naam vakteam Vastgoed. Een naam die de
lading goed dekt.
Behalve
een naamswijziging is er ook binnen het vakteam het één en ander veranderd. Een
analyse van onze taken en werkprocessen heeft geleid tot een stroomlijning van
de organisatie. Het nieuwe organogram is opgenomen als bijlage I. Heel in het
kort betekent dat het volgende:
·
De projectleiderfunctie, die gedeeltelijk bij dit vakteam
lag, is per 1-1-2004 verplaatst naar de sector Wijkzaken en Projecten.
·
Vakteam Vastgoed bestaat uit twee hoofdonderdelen:
Makelaardij en Plan- en VastgoedEconomie (PVE)
·
De organisatie wordt in de staf ondersteund door het
Bedrijfsbureau, de managementassistente en de adviseur Vastgoed
De locatie en telefoonnummers van
de medewerkers blijven ongewijzigd, aan de bereikbaarheid verandert dus
niets.
Parallel
aan het bovenstaande is gewerkt aan het vastleggen van de bedrijfsprocessen en
het interne controlemechanisme (AO/IC). Dit is in samenwerking met onder meer
het vakteam Financiën gebeurd. Bevindingen uit dit traject staven de gemaakte
keuzes in het nieuwe organisatiemodel en de overlegstructuur. Voor zover nodig
hebben aanpassingen plaatsgevonden om onduidelijkheden weg te nemen.
In
beleidsmatige zin zal het vakteam een ontwikkeling laten zien naar een
adviserend orgaan in het hele spectrum van het vastgoedgebeuren. Vooral in de
initiatieffase zal dit aan de orde zijn, waarbij vanuit een globale stadsvisie
voorstellen kunnen worden gedaan met betrekking tot ruimte-efficiency en
financieel-economische haalbaarheid. Hierbij mag niet onderbelicht blijven de
mogelijkheden van kostenverhaal en strategie ten aanzien van samenwerkingsverbanden.
Delft is
en blijft een voorstander van actief grondbeleid om met name het sturende kader
te kunnen stellen. Zeker in een compacte stad als Delft, met nauwelijks
uitbreidingsmogelijkheden, is het kunnen beschikken over elementaire zaken als
grondeigendom van cruciaal belang. Tevens is een speerpunt het ontwikkelen van
een adequaat instrumentarium (vertaald van rijks- naar gemeentelijk niveau), om
ook in de rol van faciliterend grondbeleid (“passief” grondbeleid) tot
kostenverhaal te kunnen overgaan. De ontwikkeling van de organisatie zal zijn
gericht op het integraal benaderen van oplossingsrichtingen in de
vastgoedsfeer. Dit wel ondersteund door een separate bedrijfsmatige aanpak van
dit ontwikkelingsmodel.
3. Vakgebied in
cijfers
3.1 Activiteiten
Erfpachtbedrijf
Stand van zaken Erfpachtbedrijf per
1-1-2004
Erfpacht |
Erfpacht |
of |
Afkoop |
Opmerking |
Aantal |
Grondwaarde |
||||
voorwaarde |
|
|
|
|
|
x 1.000 |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
AB 1976 |
|
|
X |
appartementen |
8 |
785 |
|
|||
AB 1988 |
|
|
X |
appartementen |
203 |
1.544 |
|
|||
AB 1988 |
|
|
X |
|
595 |
14.269 |
|
|||
AE 1993 |
|
|
X |
appartementen |
50 |
693 |
|
|||
AE 1993 |
|
|
X |
|
145 |
4.499 |
|
|||
overig |
|
|
X |
Rijksvoorwaarden |
1 |
103 |
|
|||
|
|
|
|
|
1002 |
|
|
|||
|
totale afgekochte grondwaarde |
|
|
21.893 |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
Voor 1976 |
X |
|
|
appartementen |
107 |
141 |
|
|||
AB 1976 |
X |
|
|
|
36 |
323 |
|
|||
AB 1988 |
X |
|
|
appartementen |
32 |
256 |
|
|||
AB 1988 |
X |
|
|
|
111 |
3.250 |
|
|||
AE 1993 |
X |
|
|
appartementen |
90 |
711 |
|
|||
AE 1993 |
X |
|
|
|
143 |
11.218 |
|
|||
overig |
X |
|
X |
rijksvoorwaarde |
2 |
-57 |
|
|||
|
|
|
|
|
521 |
|
|
|||
|
totale grondwaarde met canon |
15.842 |
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
Totaal
- generaal |
1523 |
|
37.735 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
|
Totaalbedrag
erfpachtcanons op jaarbasis |
867 |
|||||||
Einde 1999
is bij het opstellen van de reserves en voorzieningen ten laste van de algemene
reserve van het Grondbedrijf een bedrag gereserveerd € 1.000.000 om zodoende
het jaarlijks terugkerende nadelig saldo ( begroot op € 250.000 ) voor de jaren
2000 tot en met 2003 te dekken. Inmiddels is de omvang van dit nadelig saldo
teruggebracht tot ca. € 100.000 per jaar. Voor de periode 2004 – 2008 is ten
laste van de algemene reserve van het Grondbedrijf een bedrag beschikbaar
gesteld van € 500.000.
Van echte risico’s is geen sprake. Immers, op grond van de aantallen
erfpachters en de in Delft gehanteerde omslagrente is het jaarlijks nadelige
saldo vrij nauwkeurig te voorspellen. De tendens, dat steeds meer
erfpachters kiezen voor het verkrijgen van de grond in volledig eigendom heeft
ook tot gevolg dat het jaarlijkse nadelige saldo lager wordt. De belangrijkste
oorzaak van dit negatieve saldo ligt in het feit dat er jaarlijks over de
balanswaarde van de gronden omslagrente wordt berekend, terwijl de erfpachters
een erfpachtvergoeding op basis van marktrente betalen.
De nota erfpacht zal duidelijk maken welke richting het erfpachtbedrijf in
de nabije toekomst op zal gaan. Momenteel is de conclusie dat het
erfpachtbedrijf conform het huidige beleidskader loopt en er geen afwijkingen
voor wat betreft risico’s in de bedrijfsvoering te melden zijn.
3.2
Activiteiten Grondbedrijf
De
activiteiten van het Grondbedrijf bestaan uit het doen van investeringen ten
behoeve van de ontwikkeling van bouwgrond- en vastgoedexploitaties. De
exploitaties worden in deel II uitgebreid toegelicht. Een schematisch overzicht
hiervan is in dit deel als bijlage II opgenomen. De financiële gevolgen van de
activiteiten kunnen als volgt worden samengevat:
Bouwgrond- en vastgoedexploitaties
Omschrijving |
Aantal |
Boekwaarde ultimo 2003 |
Verwacht saldo einde exploitatie |
Voorzieningen ultimo 2003 |
Verwachte vrijval |
Actieve exploitaties |
|
|
|
|
|
Grondbedrijf |
10 |
-11.583.282
V |
-10.391.402 V |
11.621.987 |
22.647.000 |
Stadsvernieuwing |
2 |
0 . |
|
|
|
Algemene
dienst |
1 |
1.350.636 N |
-1.301.653 V |
|
|
Subtotaal actief |
13 |
-10.232.646 V |
-11.693.055 V |
11.621.987 |
22.647.000 |
Niet actieve exploitaties |
|
|
|
|
|
In
voorbereiding |
5 |
1.415.033 N |
P.M. |
931.000 |
|
Ontwikkeling
derden |
4 |
10.164.165 N |
P.M. |
8.171.759 |
|
Strategisch
vastgoed |
3 |
11.558.702 N |
P.M. |
2.000.000 |
|
Overige |
8 |
18.193.632 N |
P.M. |
|
86.536 |
Rest |
- |
-62.471
V |
|
|
|
Subtotaal niet actief |
20 |
41.269.061 N |
n.v.t. |
11.102.987 |
86.536 |
afgesloten |
- |
75.031
N |
|
|
|
Totaal generaal |
33 |
31.111.446 N |
n.v.t. |
22.724.746 |
22.733.536 |
N.b. Om administratieve redenen
zijn voordelige bedragen weergegeven als negatief getal (met een min- teken).
Voor
de duidelijkheid zijn voordelige bedragen aangegeven met V, nadelige bedragen
met N.
Onderscheid
wordt gemaakt tussen actieve en niet actieve exploitaties. De actieve
exploitaties zijn ingedeeld naar de risicodrager (financieringsbron). Voor
actieve exploitaties zijn meerjarige kostprijsberekeningen vastgesteld. De niet
actieve exploitaties zijn ingedeeld naar soort. Voor niet actieve exploitaties
zijn (nog) geen meerjarige kostprijsberekeningen vastgesteld.
De tot en
met 2003 per saldo gedane investeringen (aan- en verkopen, bouwrijp- en
woonrijpmaken, financieringslasten etc.) van de te onderscheiden exploitaties
zijn weergegeven in de kolom boekwaarde ultimo 2003.
De
verwachte resultaten van de te onderscheiden exploitaties zijn weergegeven in
de kolom verwacht saldo einde exploitatie en moet in principe dekking geven aan
de gedane investeringen (boekwaarde) van deze plannen. Het verwacht saldo is de
resultante van de getroffen voorzieningen (nadelige saldi en onderkende
specifieke risico’s) en de verwachte vrijval (voordelige saldi).
De
beschikbare voorzieningen zijn weergegeven in de kolom voorzieningen ultimo
2003. De voordelige saldi zijn weergegeven in de kolom verwachte vrijval.
De
volgende toelichting kan gegeven worden:
Resultaat ten laste van het Grondbedrijf
Momenteel
zijn een tiental bouwgrondexploitaties actief waarbij de per saldo gedane
investeringen (boekwaarde) wordt afgedekt met de algemene reserve van het
Grondbedrijf.
Voor deze
actieve bouwgrondexploitaties is voor de totale planperiode een
kostprijsberekening vastgesteld. Deze berekening laat voor het eind van de
planperiode een (verwacht) resultaat zien. Jaarlijks vindt een beoordeling van
dit resultaat plaats op basis van de reeds gemaakte kosten, de ramingen van de
nog te maken kosten en de op dat moment bestaande inzichten in de planning en
marktontwikkelingen. Voor nadelige saldi zijn
ten laste van de algemene reserve Grondbedrijf voorzieningen getroffen.
Voordelige saldi van de plannen worden verrekend met deze algemene reserve. Het
verloop van de algemene reserve is hierna toegelicht.
Resultaat ten laste van de Stadsvernieuwing (MRSV)
Ten
behoeve van het Stadsvernieuwingsfonds worden een tweetal bouwgrondexploitaties
binnen het Grondbedrijf geadministreerd. Jaarlijks worden de gedane
investeringen met het Stadsvernieuwingsfonds afgerekend. Voor het Grondbedrijf
bestaat hierdoor geen risico.
Vooralsnog
wordt een nadeel op deze exploitaties verwacht. Dit nadeel zal bij het eind van
de exploitatieduur worden afgerekend met het eerder genoemde
Stadsvernieuwingsfonds.
Resultaat ten laste van de Algemene Dienst
Ten
behoeve van de Algemene Dienst wordt één bouwgrondexploitatie geadministreerd.
De dekking van de ten behoeve van deze exploitatie gedane investeringen kan
naar verwachting binnen de uitkomst van het plan plaatsvinden. Als gevolg
daarvan zijn geen voorzieningen getroffen en is geen vrijval inzake een
voordelig saldi opgenomen.
Niet actieve exploitaties
Hieronder
worden verantwoord gedane investeringen betreffende exploitaties waarvoor (nog)
geen meerjarige kostprijsberekening is vastgesteld, te onderscheiden in
onderstaande soorten.
Exploitaties in voorbereiding:
Voor een
vijftal exploitaties hebben investeringen plaatsgevonden. Voor deze
exploitaties worden momenteel voorstellen voorbereid waarin de o.a. de dekking
van deze investeringen nader zal worden aangegeven. Uitgangspunt daarbij is de
mogelijke risico’s op te vangen in de resterende beschikbare ruimte in de
algemene reserve Grondbedrijf en het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf.
Ontwikkeling derden
In
samenwerking met derden worden een viertal plannen geëxploiteerd. Naar
verwachting zullen de uitkomsten van deze exploitaties tegenvallen. Voor de
gedane investeringen zijn grotendeels voorzieningen getroffen.
Strategisch vastgoed
Een
drietal vastgoedexploitaties zijn momenteel actief. De gedane investeringen
moeten worden terugverdiend via verhuurmogelijkheden. Waar naar verwachting
deze exploitaties (al of niet op korte termijn) niet rendabel kunnen worden
geëxploiteerd, wordt ten laste van de algemene reserve van het Grondbedrijf een
voorziening getroffen (ter dekking van de onrendabele top in de investering).
Overige.
Hieronder
worden de overige exploitaties opgenomen welke niet elders zijn onder te
brengen. Momenteel worden voorstellen voorbereid daar waar noodzakelijk te
komen tot een nadere invulling van de dekking van de gedane investeringen.
Vooralsnog zijn geen voorzieningen getroffen.
Hieronder
zijn tevens verantwoord de gedane investeringen in de verwervingen ten behoeve
van het project Spoorzone. Voorlopig wordt dit vastgoed geëxploiteerd binnen
het Grondbedrijf. Binnen het Grondbedrijf zijn voor de dekking van de
investeringen in dit vastgoed geen voorzieningen getroffen. Risicodrager voor
dit project is de algemene dienst. Uitgangspunt daarbij is dat binnen de
algemene dienst de eventuele noodzakelijke voorzieningen aanwezig zijn.
Afgesloten plannen.
Ten
behoeve van al afgesloten plannen zijn nagekomen kosten gemaakt. De verrekening
hiervan zal binnen de hiervoor bestaande voorzieningen van het Grondbedrijf
plaatsvinden.
Totaaloverzicht grondvoorraad actieve exploitaties.
In onderstaande tabel staat de
totale voorraad aan uitgeefbare grond weergegeven, uitgesplitst naar
uitgegeven/voorraad en woningbouw/niet-woningbouw. De gegevens in deze
totaaltelling bevatten alleen de exploitaties, die de status ‘actief’ kennen.
Totaaloverzicht
fysieke plangegevens in m²
|
|||||||||
Totaal netto uitgeefbare m² Uitgegeven tot 31-12-03 Voorraad per 1-1-04 |
|
Totaaloverzicht
fysieke plangegevens in %
|
|||||||||
Totaal netto uitgeefbare m² Uitgegeven tot 31-12-03 Voorraad per 1-1-04 |
|
3.3 Reserves en
voorzieningen Grondbedrijf
omschrijving |
2004 |
2005 |
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
beginstand |
rente |
mutaties |
beginstand |
rente |
mutaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemene reserve |
3.014.936
|
60.299 |
-132.918 |
2.942.316 |
58.846 |
13.528.000 |
|
|
|
|
|
|
|
Weerstandsvermogen Grondbedrijf |
2.182.287
|
43.646 |
3.479.696 |
5.705.628 |
114.113 |
-46.000 |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal reserves |
5.197.222 |
103.944 |
3.346.778 |
9.147.945 |
172.959 |
13.482.000 |
|
|
|
|
|
|
|
Risicovoorzieningen
: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Techpark Zuid - fase 1 / Technopolis |
7.071.759
|
141.435 |
0 |
7.213.194 |
144.264 |
0 |
Delftechpark |
870.000 |
17.400 |
0 |
887.400 |
17.748 |
0 |
Zuidpoort |
6.730.000 |
134.600 |
0 |
6.864.600 |
137.292 |
0 |
Staalweg |
400.000 |
8.000 |
0 |
408.000 |
8.160 |
0 |
Brahmslaan |
931.000 |
18.620 |
0 |
949.620 |
18.992 |
-968.612 |
Pand de Boer |
2.000.000 |
40.000 |
0 |
2.040.000 |
40.800 |
0 |
Pand C-1000 / Hoogovenpand |
1.300.000 |
26.000 |
0 |
1.326.000 |
26.520 |
0 |
Harnaschpolder Woningbouw |
2.321.987 |
46.440 |
381.758 |
2.750.185 |
55.004 |
0 |
Bedrijvenschap Harnaschpolder |
1.100.000
|
22.000 |
400.000 |
1.522.000 |
30.440 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal risicovoorzieningen |
22.724.746 |
454.495 |
781.758 |
23.960.999 |
479.220 |
-968.612 |
|
|
|
|
|
|
|
Overige voorzieningen : |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bouwfonds Haaglanden |
323.198 |
6.464 |
-329.662 |
0 |
0 |
0 |
Riolering Tanthof |
37.052 |
741 |
-37.793 |
0 |
0 |
0 |
Strategische aankoop panden Binnenstad |
907.759 |
18.155 |
-250.000 |
675.914 |
13.518 |
-250.000 |
BTW Hoornse Hof |
147.674 |
2.953 |
0 |
150.628 |
3.013 |
0 |
van Kinschotstraat |
115.742 |
2.315 |
0 |
118.057 |
2.361 |
0 |
Vml. Paulus Mavo |
481.416 |
9.628 |
0 |
491.044 |
9.821 |
-500.865 |
Groenfonds Midden-Delfland |
1.299.578 |
25.992 |
-1.325.570 |
0 |
0 |
|
Exploitatie erfpachtgronden |
0 |
0 |
400.000 |
400.000 |
8.000 |
-100.000 |
Verbouwing bibliotheek |
2.467.151
|
49.343 |
-2.516.494 |
0 |
0 |
0 |
Koepoortgarage |
158.580 |
3.172 |
-161.751 |
0 |
0 |
0 |
Incidentele opdrachten grond |
422.912 |
8.458 |
-150.000 |
281.370 |
5.627 |
-150.000 |
|
|
|
|
|
|
|
Totaal overige voorzieningen |
6.361.062 |
127.221 |
-4.371.270 |
2.117.013 |
42.340 |
-1.000.865 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal-generaal |
34.283.030 |
685.661 |
-242.734 |
34.725.956 |
694.519 |
11.512.523 |
|
|
|
|
|
|
|
omschrijving |
2006 |
2007 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
beginstand |
Rente |
mutaties |
beginstand |
Rente |
Mutaties |
Eindstand |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemene reserve |
16.529.163 |
330.583 |
846.000 |
17.705.746 |
354.115 |
0 |
18.059.861 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Weerstandsvermogen Grondbedrijf |
5.773.741 |
115.475 |
-241.000 |
5.648.216 |
112.964 |
0 |
5.761.180 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal reserves |
22.302.904 |
446.058 |
605.000 |
23.353.962 |
467.079 |
0 |
23.821.041 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Risicovoorzieningen
: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Techpark Zuid - fase 1 / Technopolis |
7.357.458 |
147.149 |
0 |
7.504.607 |
150.092 |
0 |
7.654.699 |
Delftechpark |
905.148 |
18.103 |
0 |
923.251 |
18.465 |
0 |
941.716 |
Zuidpoort |
7.001.892 |
140.038 |
0 |
7.141.929 |
142.839 |
0 |
7.284.768 |
Staalweg |
416.160 |
8.323 |
-424.483 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Brahmslaan |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Pand de Boer |
2.080.800 |
41.616 |
0 |
2.122.416 |
42.448 |
0 |
2.164.864 |
Pand C-1000 / Hoogovenpand |
1.352.520 |
27.050 |
0 |
1.379.570 |
27.591 |
0 |
1.407.162 |
Harnaschpolder Woningbouw |
2.805.188 |
56.104 |
0 |
2.861.292 |
57.226 |
0 |
2.918.518 |
Bedrijvenschap Harnaschpolder |
1.552.440 |
31.049 |
0 |
1.583.489 |
31.670 |
0 |
1.615.159 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal risicovoorzieningen |
23.471.607 |
469.432 |
-424.483 |
23.516.556 |
470.331 |
0 |
23.986.887 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Overige voorzieningen : |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bouwfonds Haaglanden |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Riolering Tanthof |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Strategische aankoop panden Binnenstad |
439.432 |
8.789 |
-250.000 |
198.221 |
3.964 |
-202.185 |
0 |
BTW Hoornse Hof |
153.640 |
3.073 |
0 |
156.713 |
3.134 |
0 |
159.847 |
Van Kinschotstraat |
120.418 |
2.408 |
0 |
122.826 |
2.457 |
0 |
125.283 |
Vml. Paulus Mavo |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Verbouwing bibliotheek |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Groenfonds Midden-Delfland |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Exploitatie erfpachtgronden |
308.000 |
6.160 |
-100.000 |
214.160 |
4.283 |
-100.000 |
118.443 |
Koepoortgarage |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Incidentele opdrachten grond |
136.998 |
2.740 |
-139.738 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal overige voorzieningen |
1.158.488 |
23.170 |
-389.738 |
691.920 |
13.838 |
-302.185 |
403.573 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal-generaal |
46.932.999 |
938.660 |
-209.221 |
47.462.437 |
951.249 |
-302.185 |
48.211.501 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Alle actieve grondexploitaties
worden op basis van de gemeentelijke omslagrente (nu 6,0%) en de vastgestelde
kosten- en opbrengstenstijging doorgerekend naar een eindwaardesaldo. Dit
eindwaardesaldo is de prognose van de boekwaarde op het moment dat het plan
wordt afgesloten.
Om in geval van een verliesgevende
exploitatie het tekort aan het einde van de looptijd te kunnen dekken, wordt
reeds nu geld gereserveerd in de vorm van een ‘risicovoorziening’. Deze
voorziening is rentedragend en groeit in de loop der jaren naar het gewenste
bedrag (in principe eindwaardesaldo).
In bovenstaande overzichten is
gerekend met een jaarlijkse inflatiecorrectie van 2%. Hierdoor sluiten de
hoogtes van de voorzieningen niet meer aan bij de berekende ‘netto contante
waarde’ van de exploitaties (welke zijn berekend op basis van 6%). In de
praktijk betekent dit dat er meer geld gereserveerd moet worden om de
exploitatietekorten af te dekken, dan de netto contante waarde aangeeft. In
bovenstaande overzichten is hiermee rekening gehouden.
Algemene
reserve
De
algemene reserve van het Grondbedrijf is de enige vrije reserve. Voeding van
deze reserve geschiedt vanuit de batige exploitatiesaldi van afgesloten plannen
en de winstnemingen binnen nog niet afgesloten complexen, die een batig saldo
van een bepaalde norm te boven gaan. Onttrekkingen aan deze reserve vinden o.a.
plaats ten behoeve van het afdekken van de nadelige saldi exploitatie van
erfpachtgronden en de nadelige exploitatiesaldi van afgesloten grondcomplexen,
voor zover geen speciale voorziening voor het betreffende plan is ingesteld.
Voor alle nu bekend zijnde grondexploitaties met een nadelig saldo is een
risicovoorziening getroffen. Opgemerkt dient te worden het Grondbedrijf een
dynamisch proces is, hetgeen zich ook jaarlijks in het verloop van de reserves
en voorzieningen laat terugzien.
Het
verwachte beginsaldo van de algemene reserve in het MPG 2003-2006 was op 1
januari 2004 nog € 3,3 mln. De werkelijke stand per 1 januari 2004 bedroeg €
3,0 mln. en is uitgangspunt voor het MPV 2004-2007. In bovenstaande tabel is
het verwachte verloop van de algemene reserve gedurende de te beschouwen
periode weergegeven.
De te
verwachten stortingen (totaal € 22,7 mln.) zijn de verwachte voordelige saldi
betreffende de bouwgrondexploitaties welke of aan het einde van de exploitatie-duur
worden afgesloten en of tussentijds worden afgeroomd. De te verwachten
onttrekkingen zijn enerzijds (totaal € 5,3 mln.) de ten laste van de algemene
reserve te treffen voorzieningen ter dekking van verwachte risico’s (nadelige
saldi en andere voorziene kosten). Anderzijds (totaal € 3,2 mln.) wordt het
restant van de in 2003 reeds besloten gedeeltelijke afroming van de algemene
reserve inzake de verplichtingen tot stortingen in het Groenfonds
Midden-Delfland (€ 4,5 mln.) en de bouw van de Koepoortgarage (€ 0,2 mln.)
verrekend. De rentebijschrij-vingen zijn gebaseerd op een jaarlijkse
inflatievergoeding van 2%.
Per saldo
muteert in de te beschouwen periode de reserve voor een bedrag van ca. € 15,1
mln., waardoor eind 2007 het saldo naar verwachting ca. € 18,1 mln. zal
bedragen. In de programmabegroting 2004 – 2007 was rekening gehouden met de
voorgenomen (voor)afromingen € 23,2 mln. Rekening met de voorafroming van € 4,7
mln. ligt het saldo van € 18,1 mln. in de lijn van deze verwachting.
Uiteraard
worden daarbij een aantal veronderstellingen gehanteerd zoals geen vertraging
in de uitvoering van de exploitaties, een rentecompensatie van jaarlijks
minimaal 2% over de reserves en voorzieningen en geen tussentijdse afroming in
de periode 2004 – 2007.
Weerstandsvermogen
Binnen de
gemeente Delft wordt als minimaal weerstandsvermogen voor het Grondbedrijf een
bedrag van € 1,0 mln. gehanteerd. Dit bedrag wordt gereserveerd om snel op
actuele ontwikkelingen te kunnen inspelen en dient dus altijd in portefeuille
te blijven. Naast dit minimale vermogen is deze reserve ook ingesteld om de
fluctuaties binnen de grondexploitaties te kunnen opvangen. Daartoe wordt 7,5%
(voorheen 10%) van alle nog te maken kosten bouw- en woonrijpmaken
gereserveerd. De keuze voor een verlaging naar 7,5% is gebaseerd op het feit
dat de meeste civieltechnische activiteiten (bouw- en woonrijpmaken) in de
actieve exploitaties al zijn uitgevoerd. Wat resteert, is een betrekkelijk
overzichtelijk geheel aan nog uit te voeren werkzaamheden, waardoor de risicofactor
kan worden verlaagd.
Met ingang
van 2004 wordt tevens 10% van de boekwaarden in aankoop van strategisch
vastgoed in deze reserve als weerstand aangehouden.
Risicovoorzieningen
Binnen de
actieve bouwgrondexploitaties en strategisch vastgoedexploitaties doen zich
ontwikkelingen voor welke een negatief effect hebben op de uiteindelijke
exploitatie-uitkomsten van de projecten. Hiervoor worden ten laste van de
algemene reserve van het Grondbedrijf voorzieningen getroffen.
Voor een
nadere toelichting per project wordt verwezen naar deel II.
Overige
voorzieningen
Indien
bestuurlijk afspraken worden gemaakt direct uit een project of uit de algemene
reserve van het Grondbedrijf kosten te dekken, worden op grond hiervan de
verwachte kosten afgezonderd in daarvoor specifieke bestemmingsreserves. In
principe worden deze reserves in een korte periode afgewikkeld via realisering
van de bestemming al of niet via het vakteam.
Ten laste van de algemene reserve
van het Grondbedrijf is een voorziening gevormd ter dekking van de verwachte
nadelige saldi op de exploitatie van erfpachtgronden voor de periode 2004 –
2008 (omvang € 500.000).
De reserve Bouwfonds Haaglanden
(aflopende verplichting Stadsgewest Haaglanden) en riolering Tanthof
(verrekening met exploitatie) worden in 2004 afgewikkeld. De reserves
Verbouwing bibliotheek en Koepoortgarage worden in 2004 afgewikkeld met de
beschikbaar gestelde kredieten. Het
saldo van de voorziening Groenfonds Midden-Delfland wordt in 2004 overgedragen.
3.4 Risico’s
Grondbedrijf
Het
produceren van bouwrijpe grond is een bedrijfsmatig en veelal langdurig proces.
Dit proces wordt gekenmerkt door zowel publiekrechtelijke kanten, zoals de te
volgen ruimtelijke ordeningsprocedures als “drager’ van de stedelijke
ontwikkeling, als privaatrechtelijke zaken waaronder verwervingen van grond met
de daaraan gekoppelde procesplanningen. In het geheel kan worden gesproken van
een bedrijfsmatige activiteit met een relatief hoog gehalte aan externe
factoren, welke in principe risico inhouden.
Door de
lange tijdslijnen per exploitatiecomplex is het marktgegeven een duidelijke.
Bij de start van het proces wordt op basis van de dan geldende waarden met een
zeker doorzicht naar de toekomst, de verhouding prijs –volume bepaald. Dit in
het licht van een realisatietijdstip, wat veelal ruim verder in de tijd gelegen
is. Veranderende markten als uitkomst van veranderende algemene economische
omstandigheden zijn daarmee in principe risicodragend.
Voor de
bedrijfsvoering is het van belang dat er inzicht bestaat in de risico’s. Dit
zowel in algemene zin als per project. De in het MPV opgenomen
grondexploitatieberekeningen zijn op zich uitkomsten van aannames en
definities. Dit daaruit voortvloeiende exploitatieresultaat is daardoor
bedrijfseconomisch “gefixeerd”, maar kent een samenhang tussen de onderliggende
variabelen. Het inzicht in de onderliggende keuzes met hun consequenties in het
licht van algemene dan wel specifieke gegevens per complex, is de basis voor
het beschouwen van het risicoprofiel.
In dit MPV
is per exploitatie een risicoprofiel aangegeven. De basis voor de risicobeschouwing
wordt gevormd door:
·
Fase van het project; een project doorloopt een aantal
stadia (initiatief-, defintie-, ontwerp- en uitvoeringsfase), waarbij per fase
het risicoprofiel verandert.
·
Relatie tussen reeds gerealiseerde opbrengsten en totaal
verwachte opbrengsten.
·
Boekwaarde; als indicator wat het betekent indien er acuut
integraal gestopt zou worden (als gechargeerd model) bij een volledig “afwezige
economie”.
·
Relatie tussen tijdsplanning en de berekening van de
financiële resultaten (gevoeligheid t.a.v. rente en inflatie).
De
aangegeven risicoprofielen hebben betrekking op het ontwikkelingsrisico van het
specifieke plan. Deze zijn in drie categorieën aangegeven:
·
Risicoprofiel: Hoog
·
Risicoprofiel: Middel
·
Risicoprofiel: Laag
De
exploitaties met een laag risicoprofiel behoeven geen beschouwing in dit
hoofdstuk. Wel worden hieronder de risico’s van plannen met het profiel hoog en
middel toegelicht.
Actieve exploitaties
Harnaschpolder
In de
Harnaschpolder wordt een grootschalige ontwikkeling voorzien, waarbij wordt
uitgegaan van actief grondbeleid. Het geheel doorloopt momenteel de ontwerpfase
en de uitvoering is nog niet gestart. Bedacht moet worden dat hier een hoge
inkoopcomponent aanwezig is (aankoop kassen), wat de rentedruk groot maakt. Dit
betekent een planningsgevoeligheid (vertraging). In eerste instantie wordt een
“aftopping” verwacht van de bovenzijde van de woningmarkt ( > € 500.000 ).
Dit heeft invloed, waarbij opgemerkt wordt dat er nog in een redelijke mate
flexibiliteit bestaat in de planvorming, zowel ruimtelijk als financieel, om
hier een oplossing te kunnen bieden.
In de
risicoafweging leidt dit voor de Harnaschpolder tot het volgende:
Voor de
gehele locatie is een risicoreserve gevormd van € 4,3 miljoen, zijnde het
berekende negatieve saldo van de grondexploitatie. De marktrisico’s en de
planningsrisico’s worden geacht binnen de exploitatie te worden opgevangen.
Zuidpoort
Deze
integrale grondexploitatie voor de diverse deelgebieden geeft inzicht in de
financieel economische aspecten van zowel het totaal als per deelgebied. De
fase van ontwikkeling is per deelgebied verschillend. De algemene
marktomstandigheden hebben met name invloed op de bedrijfsmatige zaken. Deze
zijn niet in grote mate vertegenwoordigd in de nog te realiseren deelplannen.
De onderhandelingen met de diverse participanten zijn in een afrondend stadium
waarbij er nog geen definitieve contractvorming moet plaatsvinden. In dit kader
wordt veiligheidshalve een marge van 10% aangehouden. Voor de
woningbouwaspecten wordt een risicobandbreedte van 10% van de te verwachten
grondopbrengsten voorgesteld. Dit wordt in geld gesteld op € 2 miljoen.
Hiervoor is geen aparte voorziening opgenomen. Mocht dit risico zich
voltrekken, dan dient het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf te worden
aangesproken aangezien de flexibiliteit van het plan, door de fase waarin het
zich bevindt, gering is.
Niet in
exploitatie; exploitaties in voorbereiding
Delft
Gelatin
Station
Zuid
De onderhandelingen met de geselecteerde ontwikkelaar
zijn in een afrondende fase. Verwacht mag worden dat medio 2004 de gezamenlijke
op te richten exploitatie maatschappij (GEM) een feit is. Op dat moment is 50%
van het risico bij de ontwikkelaar weggezet. Indien onverhoopt toch niet tot een definitieve overeenstemming kan
worden gekomen, dan zal, gelet op de marktsituatie, een heroverweging over het
ontwikkelingsmodel moeten plaatsvinden. Dit betekent tijdverlies en mogelijk
minder uit te geven m2 bvo. Een geschat bedrag van € 2 miljoen wordt
aangehouden. Inmiddels is er een aparte voorziening á € 2 miljoen opgenomen
ten behoeve van de vastgoedexploitatie van het pand De Boer. Hiermee is het
financiële risico in deze exploitatie gedekt.
Verwervingen Spoorzone
In 2000 is begonnen met de aankoop
van panden voor de aanleg van de Spoortunnel. De aankoop van de panden aan de
Van Leeuwenhoeksingel en de Houttuinen worden bij het grondbedrijf
geadministreerd. Het risico ligt echter niet bij het grondbedrijf, maar wel bij
de gemeente in het algemeen en daarom wordt het hier toch genoemd. Om een
inschatting te maken van het risico, wordt gesteld dat eind 2004 bekend wordt
dat de spoortunnel niet doorgaat en dat de panden weer verkocht worden. In dit
geval zal de gemeente de rente, de voorbereidingskosten en een deel van de
aankooplasten niet terugkrijgen. De aankoop op basis van onteigening brengt
ruwweg 20% extra kosten met zich mee.
Dit zal ongeveer 20% zijn van 25 mln., oftewel 5 mln. De
voorbereidingskosten tot en met 2003 zitten al in de € 17,3 mln. die tot nu toe
is uitgegeven. De voorbereidingskosten in 2004 worden ingeschat op € 0,5 mln.
De rentekosten worden ingeschat op circa € 1,5 mln. per jaar. Een grove
inschatting van het totale risico eind 2004 is dus € 7 mln.
Bovenstaande risicoinschatting is
theoretisch, aangezien de panden niet verkocht zullen worden. Er zal nieuwe
planontwikkeling plaatsvinden waardoor het risico kleiner zal zijn, doordat in
dat geval meer kosten in rekening gebracht kunnen worden bij dat nieuwe plan.
Het risico wordt dan op € 3,5 mln. geschat.
Bijlagen