Stadsgewest Haaglanden

 

Het stadsgewest Haaglanden is een regionaal samenwerkingsverband tussen negen verschillende gemeentes, te weten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland, Zoetermeer. De samenwerking in zijn huidige vorm vindt plaats binnen een in 1995 opgestelde gemeenschappelijke regeling, op basis van de Kaderwet bestuur in verandering. Deze Kaderwet verplicht de gemeenten in de zeven grootstedelijke regio’s een regionaal bestuur in te stellen. In de Kaderwet is voorgeschreven aan welke eisen dit bestuur moet voldoen.

 

De belangrijkste taak van het stadsgewest is het sturen, integreren en uitvoeren van de in de gemeenschappelijke regeling genoemde belangen met een regionaal karakter. Die belangen of beleidsterreinen zijn ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, milieu, verkeer en vervoer, economie en werkgelegenheid, grondbeleid, jeugdhulpverlening en volwasseneneducatie. Aan laatstgenoemde taak wordt echter geen inhoud gegeven.

 

De taken en bevoegdheden moeten in samenhang worden gezien met de verschillende wetten op basis waarvan aan de regionale openbare lichamen, die op basis van de Kaderwet bestuur in verandering zijn ingesteld, bevoegdheden zijn toegekend. Het gaat dan bijvoorbeeld om de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Huisvestingswet, de Planwet Verkeer en Vervoer, de Wet personenvervoer 2000, de Wet Infrastructuurfonds, de Wet milieubeheer en de Wet op de jeugdhulpverlening.

 

Het stadsgewest bestaat uit drie bestuursorganen: een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en de voorzitter. Het algemeen bestuur is het hoogste bestuursorgaan van het stadsgewest Haaglanden. Voor zover niet anders is bepaald, beslist het algemeen bestuur over alle zaken, waarover een bestuurlijk besluit moet worden genomen. Het algemeen bestuur vergadert 5 maal per jaar. Het dagelijks bestuur verzorgt de voorbereiding van voorstellen aan het algemeen bestuur en is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en enkele specifieke taken. Het dagelijks bestuur komt in principe elke veertien dagen bijeen. De regeling bepaald dat de burgemeester van Den Haag voorzitter is van het stadsgewest.

 

De gemeentebesturen wijzen hun vertegenwoordigers voor het stadsgewest Haaglanden aan volgens een vastgestelde verdeelsleutel. De huidige zetelverdeling binnen het algemeen bestuur is als volgt:

 

Gemeente Delft

6 zetels

Gemeente Midden-Delfland

2 zetels

Gemeente Den Haag

24 zetels

Gemeente Leidschendam-Voorburg

5 zetels

Gemeente Pijnacker-Nootdorp

3 zetels

Gemeente Rijswijk

4 zetels

Gemeente Wassenaar

3 zetels

Gemeente Westland

6 zetels

Gemeente Zoetermeer

7 zetels

 

Het bestuur van het stadsgewest wordt ondersteund door een viertal commissies. Dit zijn de commissies voor:

·          Algemene bestuurlijke zaken, financiën, personeel en organisatie (AFPO)

·          Ruimtelijke ordening, grondbeleid, volkshuisvesting en milieu (RGVM)

·          Verkeer en vervoer en economische ontwikkeling (VVEZ)

·          Sociale zaken, werkgelegenheid en zorg (SWZ)

 

Het aantal keren per jaar dat de commissie per jaar bijeenkomen, varieert en is afhankelijk van de lopende onderwerpen binnen het bestuur.

 

 

De Delftse delegatie

 

Zoals hierboven aangegeven beschikt Delft over zes zetels in het algemeen bestuur van stadsgewest Haaglanden. De delegatieleden vertegenwoordigen in het stadsgewest niet de specifieke partijfracties waartoe zij behoren, maar het gehele gemeentebestuur. Enkele dagen voorafgaand aan elke vergadering van het AB komt de Delftse delegatie bijeen om de voortgang van lopende zaken te bespreken en standpunten en strategieën te bepalen.


 

Op dit moment bestaat de Delftse delegatie uit de volgende personen,

 

H.J. Grashoff

mw. M.D.Th.M. de Jong

P. Kiela

A. Meuleman

H.M.C.M. van Oorschot (tot 1 mei)

R. Vuijk

 

De delegatieleden zijn verdeeld over de verschillende commissies, waarbij zij in elke commissie steeds met twee personen zijn vertegenwoordigd.

 

Commissie:

Volledig

Leden

AFPO

algemene bestuurlijke zaken, financiën, personeel en organisatie

R. Vuijk

A. Meuleman

RGVM

ruimtelijke ordening, grondbeleid, volkshuisvesting en milieu

H. v. Oorschot (vz)

P. Kiela

M. de Jong

VVEZ

verkeer en vervoer en economische ontwikkeling

P. Kiela

A. Meuleman

SWZ

sociale zaken, werkgelegenheid en zorg

M. de Jong

R. Vuijk

 

Burgemeester Van Oorschot was daarnaast lid van het dagelijks bestuur van stadsgewest Haaglanden. Zijn portefeuille in het DB omvatte Ruimtelijke Ordening, Vinex en Grondbeleid. Normaal gesproken wordt bij het vertrek van een DB-lid de portefeuille waargenomen door de plaatsvervanger (mw. G.M. Smid-Marsman) totdat een nieuw lid is benoemd.

 

In dit specifieke geval is door de heer Van Oorschot voorgesteld om de portefeuille op te splitsen, waarbij de heer Grashoff de thema’s Ruimtelijke Ordening en Waterbeleid onder zijn hoede zou nemen en mevrouw Smid zich zou ontfermen over Vinex en Grondbeleid (incl. Verstedelijkingsafspraken). Op dit moment is hierover nog geen besluit genomen, maar naar verwachting zal dit positief zijn.

 

 

VVEZ

 

Zoals bovenstaand is beschreven, functioneren er 4 commissies in Haaglanden. In alle commissies nemen leden van de Delftse delegatie deel. De zwaarste commissies zijn RGVM en VVEZ. Dat is ook logisch omdat juist in de beleidsvelden als ruimtelijke ordening en volkshuisvesting en verkeer en vervoer het stadsgewest aanzienlijke bevoegdheden heeft.

 

Voor bijvoorbeeld  verkeer en vervoer heeft het stadsgewest de functie van verdeler van middelen gekregen. Grote projecten, zoals de aanleg van het traject voor tramlijn 19 dat in Delft de TU wijk verder zou gaan ontsluiten, lopen via het stadsgewest. De Delftse delegatie heeft zich in de discussie over invulling van dit traject via een buslijn dan wel via een tramlijn sterk gemaakt voor een tramlijn. Dit overigens in nauwe samenwerking met het College van Delft. Ook zaken als de ontsluiting van Harnaschpolder via een hoogwaardige verbinding (ook hier heeft Delft weer voorkeur voor een tram) lopen via het stadsgewest. Voorlopig heeft het stadsgewest hier gekozen voor een buslijn.

 

De stadsgewestelijke regeling van het openbaar vervoer staat eveneens ter discussie in deze commissie. Zo is ook het besluit om tramlijn 1 niet langer via het Centraal Station in Den Haag te laten rijden in de commissie VVEZ aan de orde geweest. Voor andere steden dan Delft spelen in deze commissie ook belangrijke zaken, denk bijvoorbeeld aan Randstadrail en de ontsluiting van Wateringseveld of andere VINEX-wijken.

Daarnaast wordt over afstemming en samenhang op economisch gebied gesproken in deze commissie. Denk bijvoorbeeld aan zaken als de kantorenmarkt of de keuze voor Delft kennisstad. Dit laatste betekent dat andere steden in de regio minder kunnen opteren voor deze ontwikkelingsrichting. Het gremium Haaglanden wordt door de Delftse delegatie en door het Delftse College ook benut om steun te verwerven voor zaken zoals de spoortunnel. De steun van Den Haag is van wezenlijk belang voor druk op de rijksoverheid.

 

 

RGVM

 

De andere commissie RGVM is evenzeer van groot belang. In deze commissie vindt besluitvorming plaats over onder andere de woonvisie van Haaglanden en over het woonverdeelsysteem. Dit laatste is van belang omdat Haaglandse gemeenten onderling afspraken hebben gemaakt over min of meer vrije vestiging in elkaars gemeenten. Dit woonverdeelsysteem wordt soms als onrechtvaardig beschouwd. Zo probeert Delft in de Harnaschpolder woningen te bouwen of de doorstroming op haar eigen woningmarkt te bevorderen. Dat wordt natuurlijk een stuk moeilijker als die woningen niet naar Delftenaren gaan. Over het woonverdeelsysteem wordt ook druk gesproken op het ogenblik.

 

De invulling van de schaarse ruimte in onze regio loopt ook via deze commissie. Haaglanden heeft een zogenoemd Regionaal Structuurplan (RSP) vastgesteld, waarin de ruimtelijke ontwikkeling van de regio wordt vormgegeven. Zo´n RSP is van groot belang omdat de afstemming tussen gemeenten over ruimtelijke ontwikkeling van met name woningbouwlocaties noodzakelijk is om tot een evenwichtige bevolkingsverdeling, en economische groei te komen. Planvorming van VINEX-locaties als Wateringsveld en Ypenburg komen in dit kader aan de orde, maar ook kleinere locaties zoals de ontwikkeling van de Zwethzone worden besproken in deze commissie. In deze commissie wordt ook over het milieubeleid gesproken. Een interessant product in dit kader is bijvoorbeeld het MIRUP.  Dit betreft een blauwdruk voor planners om milieuaspecten zo goed en zo vroeg mogelijk met ruimtelijke ordening te koppelen en milieukwaliteit gelijk op te laten gaan met ruimtelijke en woningkwaliteit. Ongetwijfeld zal in onze commissie duurzaamheid ook over dit MIRUP gesproken gaan worden.

 

 

Takendiscussie

 

De Kaderwet bestuur in verandering, de wettelijke basis van het stadsgewest, loopt per 1 januari 2005 af. Met het oog op de wetgeving die per 1 januari 2005 moet voorzien in de opvolging van de Kaderwet bestuur in verandering, heeft het stadsgewest zich in het afgelopen jaar beraad op zijn taken. Overleg vond plaats aan de hand van de discussienota getiteld ‘De taken van stadsgewest Haaglanden’. Er gaat in de stadsregio ongeveer 400 miljoen euro per jaar om. Voor het grootste deel betreft het hierbij rijksmiddelen die toegedeeld moeten worden. Dat maakt al duidelijk dat het niet over niets gaat.

 

De stadsregio is daarnaast een tamelijk ondoorzichtig orgaan, waarvan weinig mensen het bestaan kennen en het belang kunnen inschatten. In dat kader wordt ook de discussie gevoerd over het democratisch gat. Immers het gaat over een niet direct gekozen orgaan, waarin delegatie van gemeenten zitten, die hun gemeente vertegenwoordigen en niet hun partij. Er is dan ook in Haaglanden geen PvdA fractie of een CDA fractie. De takendiscussie is van belang uit een oogpunt van efficiency en democratie. We moeten bijvoorbeeld geen nevengeschikte bevoegdheden hebben, die tot dubbels leiden. Een bekend voorbeeld is het RSP. De regio Haaglanden heeft dit plan vastgesteld, maar de provincie heeft een streekplan bevoegdheid . De provincie heeft ervoor gekozen om haar eigen bevoegdheid hier uit te oefenen en heeft dus ook een streekplan opgesteld.

 

Met betrekking tot het laatste is de provincie nu tot afspraken gekomen met het stadsgewest, om dubbel werk in de toekomst te voorkomen. In de takendiscussie heeft Delft het standpunt ingenomen dat in de toekomst Haaglanden vooral een regionale hulpstructuur dient te zijn, die taken uitvoert, waarvan een regionale uitvoering een meerwaarde heeft of waar sprake is van “rijksonmiddellijkheid”. De samenwerking binnen het stadsgewest moet worden voortgezet, maar bij enkele taken die op dit moment worden uitgevoerd, plaatst Delft kanttekeningen.

 

De takendiscussie in zijn geheel is wat Delft betreft niet volledig naar tevredenheid verlopen. Er liepen twee zaken door elkaar, namelijk hetgeen in de nieuwe Kaderwet moet worden vastgelegd en hetgeen Haaglanden feitelijk doet. De discussie over het laatste werd sterk beïnvloed door het eerste. Delft is van mening dat het toegestane takenpakket van de regio, zoals aan te geven in de toekomstige wet, breder zou mogen zijn dan hetgeen Haaglanden feitelijk oppakt. De discussie ging echter veel meer over welke taakvelden in de nieuwe regeling moeten worden verankerd, dan over welke taken de regio vervolgens daadwerkelijk gaat invullen en op welke wijze dit gebeurt. Er leek onvoldoende kritisch naar het takenpakket te worden gekeken. Het gevolg hiervan was dat het uiteindelijke voorstel voor de toekomstige taken vooral de sfeer ademde van “alles blijven doen en hier en daar intensiveren”.

 

Daarnaast werd de discussie niet gekoppeld aan de aangekondigde bezuinigingen en de omvang van het ambtenarenapparaat van het stadsgewest, zaken die wat Delft betreft wel verbonden zouden moeten worden aan de uit te voeren taken.

 

De taken die uiteindelijk werden vastgesteld komen grotendeels overeen met de huidige taken van het stadsgewest, waarbij een aantal taken wordt geïntensiveerd. Dit jaar zal er echter, gezien de bezuinigingen binnen de gemeentes, een discussie gevoerd worden over de gemeentelijke bijdrages aan het stadsgewest, waarbij opnieuw de taken ter sprake zullen komen.

 

 

Bestuur en besluitvorming

 

Er is het afgelopen jaar binnen het stadsgewest ook veel gesproken over de bestuurlijke verhoudingen en de besluitvorming. Dit gebeurde mede in het kader van de takendiscussie, maar ook in verband met de gemeentelijke herindeling van het Westland.

 

Delft heeft zich in deze discussie steeds op het standpunt gesteld dat de besluitvormingsprocedures dienen te worden vereenvoudigd en het aantal bestuursleden te worden teruggedrongen. Het AB wordt als nodeloos omvangrijk beschouwd en kan wat Delft betreft met de helft van het aantal leden toe. Ook het DB kan kleiner en slagvaardiger.

 

Op dit punt zijn het afgelopen jaar de nodige resultaten geboekt. Naar aanleiding van de herindeling in het Westland werd de stemprocedure binnen het DB vereenvoudigd. Volgens de oorspronkelijke procedure had het lid afkomstig uit Den Haag 11 stemmen, de leden uit Delft en Zoetermeer ieder 3 stemmen en de overige leden ieder 1 stem. Om een voorstel aan te nemen was niet alleen een meerderheid van de gewogen stemmen, maar tevens een meerderheid van stemmen van de aanwezige leden noodzakelijk. In de nieuwe procedure heeft het lid afkomstig uit Den Haag 3 stemmen en de overige leden ieder 1. Dit geeft een totaal van 11 stemmen, waarbij een meerderheid met 6 stemmen wordt bereikt. De dubbele stemprocedure komt volgens het voorstel bij deze stemverhoudingen te vervallen. Hoewel Delft de procedure nog ingrijpender had willen wijzigen, is dit zeker een stap in de goede richting.

 

Ook het AB is door de gemeentelijke herindeling afgeslankt, al leidde dit lang niet tot de gewenste halvering en telt het nog altijd 60 leden. Om het debat in het AB te verlevendigen, is door Delft voorgesteld om het debat dat nu in de voorbereidende commissies wordt gevoerd, in het vervolg in het AB zelf te voeren. Het opheffen van de commissies zou het mogelijk maken om ook de toezendingstermijn van de stukken aan de gemeentelijke delegaties te verruimen. Daarmee ontstaat voor hen de gelegenheid om zich met behulp van de gemeentelijke raadscommissies en ambtenaren goed voor te bereiden op de discussie in het AB. Dit voorstel moet op dit moment nog worden besproken.


 

Verwachtingen voor 2004

 

Zoals hierboven al aangegeven zal er in 2004 in het stadsgewest op het gebied van verkeer en vervoer zeker verder gepraat worden over de aanleg van lijn 19 en de ontsluiting van de Harnachspolder. Op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling zullen het woonruimteverdeelsysteem en het MIRUP onderdeel van discussie blijven.

 

Dit jaar zal er binnen Haaglanden ook gesproken worden over het effect dat de door het rijk aangekondigde bezuinigingen zullen hebben op de gemeentelijke bijdrage aan het stadsgewest. Het bestuur van het stadsgewest beseft terdege dat ook het stadsgewest zal moeten bijdragen aan de bezuinigingen die bij de gemeenten noodzakelijk zijn. Op dit moment wordt een voorstel uitgewerkt hoe hiermee moet worden omgegaan. Delft zal er op aan dringen om hierbij opnieuw kritisch te kijken naar de taken die het stadsgewest uitvoert.