Burger@Delft.nl
KIS 2: Jaarplan 2005
Datum: 16 november142septembernovember
20043
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
2.
Jaarplan 2005
2.1
Deelprogramma Toegankelijkheid
2.1.1
Resultaten Toegankelijkheid 2004
2.1.2
Impulsprojecten 2005
2.1.3 Te bereiken
resultaten 2005
2.2
Deelprogramma Doeltreffendheid
2.2.1
Resultaten Doeltreffendheid 2004
2.2.2
Impulsprojecten 2005
2.2.3
Te bereiken resultaten 2005
2.3
Deelprogramma Betrouwbaarheid
2.3.1
Resultaten Betrouwbaarheid 2004
2.3.2
Impulsprojecten 2005
2.3.3 Te bereiken
resultaten 2005
2.4
Deelprogramma Controleerbaarheid
2.4.1
Resultaten Controleerbaarheid 2004
2.4.2
Impulsprojecten 2005
2.4.3
Te bereiken resultaten 2005
2.5
Deelprogramma Doelmatigheid
2.5.1
Resultaten Doelmatigheid 2004
2.5.2
Impulsprojecten 2005
2.5.3 Te bereiken
resultaten 2005
2.6
Jaarprogrammering
3.
Financiën
Bijlagen
1. Inleiding
2. Jaarplan 2004
2.1 Deelprogramma Toegankelijkheid
2.1.1 Resultaten Toegankelijkheid 2003
2.1.2 Impulsprojecten 2004
2.1.3 Te bereiken resultaten 2004
2.2 Deelprogramma Doeltreffendheid
2.2.1 Resultaten Doeltreffendheid 2003
2.2.2 Impulsprojecten 2004
2.2.3 Te bereiken resultaten 2004
2.3 Deelprogramma Betrouwbaarheid
2.3.1 Resultaten Betrouwbaarheid 2003
2.3.2 Impulsprojecten 2004
2.3.3 Te bereiken resultaten 2004
2.4 Deelprogramma Controleerbaarheid
2.4.1 Resultaten Controleerbaarheid 2003
2.4.2 Impulsprojecten 2004
2.4.3 Te bereiken resultaten 2004
2.5 Deelprogramma Doelmatigheid
2.5.1 Resultaten Doelmatigheid 2003
2.5.2 Impulsprojecten 2004
2.5.3 Te bereiken resultaten 2004
2.6 Jaarprogrammering
3. Financiën
4. Beslispunt
Bijlage. 19
2. Landelijke en Europese
ontwikkelingen
3.1 Delftse informatiearchitectuur
Bijlage 1: Nadere toelichting
landelijke ontwikkelingen
Bijlage 2: Prestatienormen
deelprogramma’s KIS II jaarplan 2005
De burger verwacht veel van steeds meer
van de overheid. Hogere eisen worden gesteld aan de
gemeentelijke dienstverlening. Daarnaast hebben opeenvolgende
kabinetten ook toezeggingen
gedaan over de mate waarin dienstverlening van de overheid moet worden
gedigitaliseerddigitaal wordt. Een voorbeeld
hiervan is de doelstelling uit het Zo is vanuit het Programma Andere Overheid van het ministerie
van Binnenlandse Zaken. Het programma stelt als doel dat de
doelstelling 65% van de
overheidsdienstverlening in 2007 digitaal wordt aangebodenis
digitaal in 2007. De vrijblijvendheid van dienstverlening op internet
is eraf. Bestuur
en organisatie in Delft zijn hierop voorbereidDe organisatie moet hierop voorbereid zijn.. Al i In
September 2002 hebben het cCollege en de gemeenterRaad daarom
besloten om te starten met de uitvoering van KIS II (waarbij KIS staat voor Kennis Infrastructuur) op basis van de nota Burger@delft.nl. (werk
in uitvoering??)
Kern van deze nota is dat de burger
beter wordt van de uitvoering van het KIS-programma. En dat aandacht voor
digitale dienstverlening betekent aandacht voor de hele informatieketen van KISdat dienstverlening in zijn
geheel verbetert: van balie, beleid, bedrijf, bestand tot beheer. Niet
alleen snel scoren via een digitaal product, maar de dienst inpassen in een keten
van standaards. Daar gaat het om, omdat daarmee de verbetering van dienstverlening
echt kan worden vastgehouden. Dat betekent investeren niet alleen aan de
‘buiten’-kant, maar ook in de back office.
De
gemeente Delft loopt landelijk gezien voorop met het toegankelijk maken van haar dienstverlening. De burger staat
hierbij centraal. Dat was zo in 2004 en dat blijft zo in 2005. Maar daarnaast worden twee
Daaraan
worden in 2005 twee invalshoeken in toenemende mate
belangrijker: toegevoegd
-
Efficiënter
werken
-
Aansluiting
bij
landelijke ontwikkelingen.
EMaar daarnaast Het
eerste punt: de ewordt efficiency wordt
belangrijker omdat de uitvoering van het KIS-programma voorspoedig loopt
en digitale
dienstverlening uit de pioniersfase komt. Het aspect om kIn
de komende tijdosten moeten kosten beter
in de hand te houden en worden
gehouden en worden terug te dringenged heeft door landelijke en
gemeentelijke bezuinigingen meer prioriteit gekregenrongen. een steeds
belangrijker uitgangspunt.. Kosten moeten in de hand worden gehouden en zelfs
worden teruggedrongen. Het oogpunt van de burger en efficiency staan
centraal wanneer er gekeken wordt naar nieuwe, landelijke ontwikkelingen. Het tweede
punt, de aansluiting bij landelijke ontwikkelingen biedt een perspectief dat
voorheen niet voorhanden was. Delft volgt de ontwikkelingen nauwgezet en speelt hier waar mogelijk op in.Daarnaast
zijn er nieuwe ontwikkelingen. Zo is Iern in 2004 landelijk hard gewerkt aan het bepalen van
standaarden is meer en meer landelijk gebieden
als basisregistratie en authenticatie onderdelen voor van het gebied van
ICT-bouwstenen,een zogenaamde informatiearchitectuur.
vormgegeven
aan standaardisatie
hierbij wil Delft sluiten is, zoals van een
Kennisstad mag worden verwacht, koploper in meer deze ontwikkelingen
vervullen. De website
www.gemeentedelft.info staat niet
voor niets als twee jaar in de top drie van beste gemeentelijke websites (www.webdam.nl).
De
projecten in 2005 komen voor een deelDitwil het
college graag voortzetten, Dmaar voort uit landelijke ontwikkelingen, uiteraard gebaseerd op de uitgangspunten
van Delft.
De andere
projecten uit het jaarplan 2005 geven een extra impuls aan het efficiënter inrichten van
de dienstverlening voor de burger. Meer dan in de jaren hiervoor zullen de projecten
niet alleen voordelen voor de burger bieden maar ook financiële voordelen voor de
gemeentelijke organisatie zelf. Om dit te realiseren zal daarom extra
aandacht worden besteed aan het werken onder een informatiearchitectuur[1].
Het College heeft
met de nota Burger@delft.nl
een duidelijke visie neergelegd. Een visie waarin verwoord
is waar de gemeente Delft na vier jaar wil staan met haar digitale
dienstverlening. De nota beschreef
tevens welke projecten het eerste jaar zouden worden uitgevoerd om de visie in
vier jaar te verwezenlijken. Afgesproken
is dat het College jaarlijks een voorstel doet voor de uitvoering van projecten
binnen de vijf deelprogramma’s
van KIS. Deze deelprogramma’s verbeteren de toegankelijkheid, de
doeltreffendheid, de betrouwbaarheid,
de controleerbaarheid en de doelmatigheid van de gemeente. Het voorstel van het
College wordt verwoord in dit jaarplan
20045.
Via de extra financiering in het KIS-programma
komen zogeheten
impulsprojecten
in uitvoering, waarmee
de digitale dienstverlening
een stimulans krijgt. Die investeringen zijn nodig om een aantal redenen. Het
is efficiënter en klantgerichter. Het zal de
druk op de publieksbalie verminderen. Er is sprake van
betere dienstverlening (een
burger kan meer vanuit huis regelen; hij krijgt meer informatie beschikbaar op
het gewenste moment) en
kwaliteitsverbetering (door verbeterde combinaties van gegevens binnen de
gemeente). Bovendien speelt voor
Delft dat het uitstekend past in de ambities en eigen voorbeeldfunctie
van Delft Kennisstad (het binnen en buiten de eigen
organisatie uitstralen van de kennisstad). En
last but not least, uiteindelijk heeft Delft ook een wettelijke verplichting om
elektronische dienstverlening vorm te geven.
Inmiddels zijn we twee jaar verder en het gaat goed
met de uitvoering van het KIS-programma. De resultaten van de Delftse aanpak
vallen op, ook landelijk. Producten en diensten worden in een snel tempo gedigitaliseerd.
En de organisatie rond het programma
wordt steeds beter. Maar dat betekent niet dat het college nu achterover leunt.
Nu halverwege de looptijd van het programma, is de tijd aangebroken om te
kijken of we nog steeds op de goede weg zitten. De vraag die het college zich heeft gesteld is “zijn we over 2 jaar waar we willen zijn”.
Deze zelfreflectie is nodig. Zoals dit ook is
beschreven in de nota Burger@delft.nl. De verbetering van
gemeentelijke dienstverlening is een dynamisch en voortdurend proces. De bedoeling was om
de voortrazende KIS-trein waar mogelijk bij te sturen aan de hand van nieuwe
inzichten en witte vlekken. Nieuwe inzichten en witte vlekken zoals technische
vernieuwingen, politieke vraag om inverdieneffecten en bijvoorbeeld
organisatorische veranderingen.
Om deze technische vernieuwingen en witte vlekken
in kaart te brengen heeft Delft een aantal analyses uitgevoerd. De resultaten van de analyses zijn verwerkt in het
jaarplan en de daarin voorgestelde impulsprojecten. Het
gaat om de volgende analyses:
-Een vergelijking
tussen de gemeenten Den Haag, Emmen, Ede en Delft op basis van 100 standaarden
geformuleerd door Henk Bos.
-Een advies van de TU
over de technische architectuur van de gemeente Delft op basis van de casus
Horecaloket
-Een INK-analyse aan
de hand van de I-scan. De I-scan is ontwikkeld in opdracht van Elo.
De investeringen van KIS vragen echter natuurlijk ook
om verantwoording. Meetbare doelstellingen zijn daarom een belangrijk onderdeel
van het programma KIS. In april van 2003 is hierover al
gerapporteerd in aan de Rgemeenteraad over de stand van zaken van
de verschillende deelprojecten, via de “Rapportage meetbare
doelen nota burger@delft.nl”. Uit
deze rapportage kon geconcludeerd worden dat we op de goede weg zitten met het
uitvoeren van het programma. Ook in dit jaarplan
vindt u de resultaten van het programma
KIS in de vorm van een rapportage (zie bijlage 1).
Dit jaarplan 20045 begint met geeft een
beschrijving van de
landelijk
ontwikkelingen waarmee Delft te maken krijgt en waarin Delft koploper
wil zijn. In hoofdstuk 3 (Jaarplan 2005) worden deze ontikkelingenontwikkelingen vertaald naar de Delftse situatie. In het
laatste hoofdstuk worden dede verschillende
deelprogramma’s. Per deelprogramma
wordt beschreven wat de gemeenteRaad,
op basis van de nota Burger@delft.nl,
in 2006 bereikt wil hebben,;
wat de behaalde resultaten in 20043
zijn,;
wat het college voorstelt om in 20045
te realiseren; en op welke wijze
de resultaten in 20054
gemeten kunnen worden.
financiële
consequenties van het jaarplan besproken.
Hoewel de resultaten van het
programma Burger@Delft.nl goed zijn te
noemen, moet Delft zich altijd de vraag stellen of de richting waarin zij gaat
op de langere termijn de goede is. De aandacht is voor een groot deel gericht
op het verbeteren van de eigen organisatie, maar hierbij worden de landelijke
ontwikkelingen niet uit het oog verloren. Daarom worden deze landelijke ontwikkelingen
in dit hoofdstuk op hoofdlijnen geschetst. In bijlage 1 worden
deze landelijke
ontwikkelingen nader toegelicht.
Het feit dat Delft op de goede weg is en dat de uitvoering van KIS in lijn is met de in dit hoofdstuk beschreven ontwikkelingen is gebaseerd op twee audits die in 2004 hebben plaatsgevonden.
- De Technische Universiteit Delft heeft een analyse gedaan van de Delftse architectuur, met als casus het Horecaloket.
- In het kader van het ICTU programma Architectuur Elektronische Overheid is een onderzoek gedaan bij de gemeenten Den Haag, Emmen, Ede en Delft naar de mogelijkheden van het ontwikkelen en implementeren van een architectuur voor de gehele gemeentelijke informatie-infrastructuur, als basis voor een zo volledig mogelijk aanbod van geïntegreerde elektronische diensten.
Delft hoort in de ontwikkeling van digitale dienstverlening bij
de ambitieuze
gemeenten. Deze
Echter de ontwikkeling van digitale dienstverlening kan en wil Delft niet alleenin haar eentjealleen vormgeven. Delft is een speler in het totale veld
van aanbieders van digitale overheidsdiensten aan de samenleving. Delft zal haar
positie In 2005 zal Delft nadrukkelijker een positie zoeken in
de kopgroep nog verder verstevigen door in
2005 door te gaan met het invoeren van landelijke standaarden en te streven
naar het mee ontwikkelen van landelijke standaardisatie projecten. Met
als doelstelling
Delft meer te profileren
in landelijke ontwikkelingen.
In deze paragraaf wordt de stand van zaken van de
landelijke ontwikkelingen geschetst. Vervolgens geven wij aan waar Delft nu
staat en waar de focus in het komende jaar op gericht is.
Zoals
aangegeven in het
‘Programma Andere Overheid’, de nota’s ‘Op weg naar de
elektronische overheid’, de rijksbrede ‘ICT-beleidsagenda’ en andere
kamerstukken wil het Kabinet van de
mogelijkheden die door de
toepassing van ICT geboden worden, gebruik maken om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te
verbeteren.
Daarbij zijn onder andere Dde
volgende speerpunten worden geformuleerd:
-
Burgers en bedrijven
hoeven bepaalde gegevens nog maar
één keer aan te leveren bij de overheid;
-
Er komt een
elektronisch systeem waarmee burgers en bedrijven zich éénduidig bekend kunnen
maken bij de overheid;
-
Voor haar
communicatie, zowel intern als met de buitenwereld, gaat de overheid open
standaarden gebruiken, waardoor de
leveranciersonafhankelijkheid wordt vergroot en;
-
Het streven is dat in
2007 65% van de publieke dienstverlening van rijk, provincies en gemeenten kan plaats
vinden via het internet.
Goed
gebruik van nieuwe technologieën biedt evenzeer
kansen voor
verbetering van handhaving van de regelgeving alsook voor een (aanmerkelijk)
efficiëntere overheid. Internet
en daarmee verbonden technologie bieden ook nieuwe mogelijkheden om individuele
en georganiseerde burgers, bedrijven en andere maatschappelijke instellingen
in staat te stellen hun eigen verantwoordelijkheid te
nemen. Het
opent nieuwe wegen voor openbaarheid, transparantie, responsiviteit en het
afleggen van verantwoording door de
overheid.
Een ander zwaarwegend uitgangspunt issue is
de vermindering van
administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Inzet van ICT biedt een
uitgelezen kans om de informatieverplichtingen te vereenvoudigen. Daaruit kunnen interessante
voordelen voortvloeien.
Delft is
als
ambitieuze organisatie koploper in het digitale veld van gemeentelijke
organisaties.
Delft haar
positie nog verder verstevigen door in
2005 door te gaan met het invoeren van landelijke standaarden en te streven
naar het mee ontwikkelen van landelijke standaardisatie projecten. De landelijke en
Europese ontwikkelingen
worden daarom scherp in de gaten gehouden, want ze scheppen zijn
voorwaarden scheppend voor het kunnenhet realiseren van
digitale dienstverlening ook in
Delft. Landelijke ICT-basisvoorzieningen zijn een noodzakelijke
voorwaarde
geworden. De centrale overheid dwingt de invoering van deze
voorzieningen bij wet af. Delft heeft ervoor gekozen om in deze
ontwikkelingen voorop te lopen, maar voor alle gemeenten geldt dat het
aansluiten op deze ontwikkelingen geen vrijblijvendheid meer is.
Onderstaand
geven we nadere toelichting op de verschillende landelijke ontwikkelingen zoals daar zijn daar zijn:
0.Actieprogramma Andere Overheid en aanverwanten
.het Actieprogramma Andere Overheid;
.de nota ‘Op weg naar de elektronische overheid’
opgesteld door BZK
.de Rijksbrede ICT-agenda, opgesteld door EZ
.bestuurlijke afspraken met betrekking tot de
modernisering van de GBA
.Wetgeving eenmalige gegevensverstrekking
.andere bestuurlijke afspraken, o.m. rond de
vastgoedregistratie en het bedrijvenregister”
0.Document
Structuur plan
0.Ontwikkelingen
in de keten Sociale Zekerheid
0.Ontwikkelingen
rond het loket Bouwen en Wonen
0.EGEM
architectuur
Het
programma andere overheid wordt
aangestuurd vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk relaties
(BZK). Daarnaast sturen de ministeries van Economische Zaken (EZ), Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieu (VROM) ook de toepassing van ICT aan. Uitgangspunt is dat BZK een
regierol heeft in deze ontwikkelingen en voorwaarde scheppend is. Daarom wordt onderstaand
vooral het programma Andere Overheid uitgewerkt. Vervolgens komen de andere
ontwikkelingen nog kort aanbod.
Citaat
uit de notitie “Op weg naar de elektronische overheid” vastgesteld door de Tweede Kamer in 2004.
Voor de realisatie van
de elektronische overheid is een goed geregisseerd gebruik van ICT noodzakelijk; technisch zijn
daarvoor geen belemmeringen.
De regie/sturing kent
twee kanten:
2.Het
aanbod van
ICT-basisvoorzieningen als basisregistraties, identificerende nummers, authenticatievoorzieningen,
standaarden voor gegevenstransport en dergelijke.
2.Het ontwikkelen van het
gebruik van de basisvoorzieningen voor nieuwe/betere manieren van dienstverlening, handhaving en
maatschappelijke participatie.
De inspanningen om de
ICT-voorzieningen ten behoeve van de elektronische overheid te realiseren, worden verricht
in zeven domeinen, die bij elkaar het model vormen van de openbare
elektronische “informatie-infrastructuur”:
G.Elektronische toegang
tot de overheid
G.Elektronische
authenticatie
G.Éénduidige nummers voor
personen en bedrijven
G.Basisregisters
G.Elektronische
identificeringsmiddelen (chipcards)
G.Elektronische
informatie-uitwisseling
G.Snelle verbindingen tussen
overheidsorganisaties
Einde
Citaat
Invullen in overleg met Bennie Blom
Tijden
veranderen en digitale informatie doet zijn intrede. Digitale informatie is
snel deelbaar en maakt het mogelijk om het loket in de huiskamer van de burger
te brengen. Hier begint een vraag naar informatie of wordt een proces gestart
door het invullen van een formulier. Dit betekent dat veel werkzaamheden die nu
worden uitgevoerd in administratieve processen, in de toekomst door de
aanvrager worden gedaan. Dat is te vergelijken met telebankieren waarbij de
klant direct zijn of haar bankopdrachten op de computer invoert. Metagegevens
zoals naam, adres en digitale identificatiecode worden door de aanvrager zelf
ingebracht en door het systeem herkend op het moment dat de klant kiest voor
een administratief proces.
De
sector WIZ wordt geconfronteerd met vele (inhoudelijke) ontwikkelingen, die
vragen om een strategische visie voor de toekomst. De belangrijkste:
-doorontwikkeling
WWB:
1inzet op werk boven inkomen (work first –
instrumenten)
1uitwerking van Hoogwaardige Handhaving
1ketensamenwerking (CWI/UWV), mogelijk
Bedrijfsverzamelgebouw
-nieuwe
wet- en regelgeving
0Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
0Wet Kinderopvang (WK)
0Wet Inkomensvoorziening Ondernemers (WIO)
0Wet Kinderalimentatie
0Wet Inburgering
-overige
-doorontwikkeling RIO
Daarnaast wordt WIZ geconfronteerd met landelijke
ICT ontwikkelingen zoals:
-werkproceskoppelingen
in de keten
-ketenprogramma
2005: ketenbrede managementinformatie
-sectorloket
gemeenten
-polisadministratie
Belastingdienst
-doorontwikkeling
Inlichtingenbureau
WIZ
gerelateerde basisregisters
-
Een
ontwikkelingen die
hierin speelt is de Centrale server bouwaanvragen. Delft heeft in 2004 meegewerkt aan een
haalbaarheidstudie voor dit onderwerp. Een centrale server bouwaanvragen houdt in dat er
landelijk of regionaal een centraal digitaal punt komt waar bouwaanvragen
kunnen worden ingediend. Op dit punt kunnen verschillende formaten tekeningen
worden ingelezen en geconverteerd naar een voor de verschillende gemeenten
hanteerbaar formaat. De
afhandeling van de aanvraag vindt plaats bij de individuele gemeenten. Dit is
een voorbeeld van een gemeenschappelijke digitale front office.
Het
ministerie van BZK en de VNG hebben in samenwerking het project Egem
(E-gemeente) ingesteld. Vanuit
dit project wordt regie gevoerd op de ontwikkeling van digitale dienstverlening
door gemeenten. Een
regiegroep bestaande uit vertegenwoordigers van het Rijk en gemeenten geeft
richting aan de ontwikkeling van ICT-beleid binnen gemeenten en stemt
ontwikkelingen vanuit het Rijk af op consequenties voor gemeenten. EGEM is eind 2002 opgericht en heeft in 2004 de
eerste resultaten op het gebied van standaarden opgeleverd. Uitgangspunt voor EGEM is dat vanuit open standaarden eisen gesteld aan leveranciers
voor het openstellen van de applicaties voor digitale gegevensuitwisseling.
EGEM
en met haar ook de gemeenten
werkt vanuit een architectuur waarin een Front Office – Mid Office – Back
Office wordt onderkend. De Front Office is het loket (telefoon, balie, post,
digitaal). In de back office
worden specifieke produkten gemaakt of diensten verleend. De mid office is geen
organisatie onderdeel maar de systemen die de informatie van de Front office in de Back office
brengen en vice versa.
Resultaten
in 2004 zijn:
-voor
enkele produkten zijn koppelvlakken
(op basis van open standaarden) ontwikkeld in samenwerking met de grote leveranciers.
Dit houdt in dat de
backoffice applicaties van bijvoorbeeld Centric en Pink Roccade voor die
produkten kunnen koppelen met midoffice applicaties van andere leveranciers.
-Gemeenschappelijk
functioneel ontwerp Zaak (GFO Zaak) is ontwikkeld en
vastgesteld. Dit is een kernbegrip in het genereren van management informatie
over dienstverleningsniveaus binnen de verschillende kanalen.
-Voor
2005 wordt een definitie van de architectuur verwacht.
Landelijke
ontwikkelingen, relevant voor
Delft in de tijd gezien:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
.
De burger wordt voorop gesteld in de uitvoering van programma KIS II. De website van de gemeente (www.gemeentedelft.info) is voor de burger de toegang tot de digitale gemeente. Deze website staat inmiddels twee jaar lang in de top 3 ranking van beste overheidswebsites (www.webdam.nl). In 2004 heeft de website zelfs vier maanden op de 1ste plek gestaan. Deze hoge ranking wordt veroorzaakt door het hoge aantal digitale diensten dat de gemeente via de website toegankelijk heeft gemaakt. Maar daarnaast is het voor de gemeentelijke organisatie van belang, onzichtbaar voor de buitenwereld, dat voor de digitale producten de aansluiting op de backoffice goed is geregeld. Dit blijkt ook onder andere uit de verantwoording van de per deelprogramma gestelde doelen in 2004. Deze verantwoording is te lezen in de KIS monitor 2004 (Bijlage 3). In bijlage 2 van deze notitie worden de nieuwe prestatie-indicatoren voor 2005 gepresenteerd.
In dit hoofdstuk worden de projecten beschreven die in 2005 een extra impuls geven aan de digitale ontwikkelingen van de gemeente. Termen als toegankelijkheid, doeltreffendheid, betrouwbaarheid, contoleerbaarheid en doelmatigheid zijn hierbij leidend in de vorm van de deelprogramma’s waar de projecten onder vallen.
De projecten in 2005 komen voor een deel voort uit de in hoofdstuk twee beschreven landelijke ontwikkelingen,
uiteraard gebaseerd op de uitgangspunten van Delft. De andere projecten uit het
jaarplan 2005 geven een extra impuls aan het efficiënter inrichten van de
dienstverlening voor de burger vanuit de informatiearchitectuur. Meer dan in de
jaren hiervoor zullen de projecten niet alleen voordelen voor de burger bieden
maar ook financiële voordelen voor de gemeentelijke organisatie zelf. Daarnaast
geldt voor de projecten dat ze een gemeentebrede impact moeten hebben en dat ze
bijdragen aan de informatiearchitectuur. Delft stuurt met deze projecten aan op een
verdere verbetering en uitbouw in de richting van Burger@Delft.nl en daardoor op het behouden van de landelijke koppositie.
Voor efficiënter kunnen
inrichten van de dienstverlening is het van belang dat een In
de realisatie van de Elektronische overheid vordert Delft in een goed tempo. Tot nu toe is dit op eigen wijze vormgegeven, mede
door het ontbreken van landelijke standaarden. Om de elektronische dienstverlening echter
structureel op te zetten is de implementatie van de landelijke
basisvoorzieningen een noodzaak.
De stand van zaken in Delft op de onderkende onderwerpen is als volgt:nieuw deelprogramma
in het leven wordt geroepen. Dit deelprogramma zal zich richten op de Delftse informatiearchitectuur en heeft invloed op
alle andere deelprogramma’s. Organisatorisch zal het deelprogramma vallen
onder de voorzitter van de Regiegroep Digitale Kennisorganisatie.
De Delftse digitale
dienstverlening staat er goed voor. Delft heeft een koppositie. Dit betekent
niet dat we in 2005 achterover kunnen leunen, want de landelijke ontwikkelingen
gaan snel. Zoals in hoofdstuk twee over landelijke ontwikkelingen is beschreven komen steeds meer
standaarden en basisvoorzieningen beschikbaar. Het jaar 2005 zal in het teken
staan van het incorporeren en uitbouwen van deze ontwikkelingen om ook op
termijn een efficiënte en effectieve dienstverlening te kunnen leveren. De Delftse informatiearchitectuur
heeft dit tot doel. De informatiearchitectuur stelt randvoorwaarden voor
het totale KIS-programma, zoals een stedenbouwkundig structuurplan dit doet
voor bouwprojecten.
Vanuit dit
deelprogramma wordt de samenhang op het gebied van informatiearchitectuur
tussen de verschillende
KIS projecten bewaakt. Daarnaast wordt in dit deelprogramma de aansluiting gezocht bij landelijke
ontwikkelingen en bij de Delftse strategische visie op de Delftse informatiearchitectuur. De richting van het deelprogramma is
duidelijk, maar de uitvoering en prioriteitstelling nog niet. Het plan van
aanpak voor de informatiearchitectuur is als volgt:
- Vastleggen ontwerp van architectuur in aansluiting op landelijke standaarden.
- Ontwikkelen meerjarenprogramma op basis van geplande projecten en architectuur
- Aanwijzen programmacoördinator voor aansturing van projecten binnen het KIS programma
Kosten van het deelprogramma worden geraamd op € 95.000,-.
Burgers en bedrijven hebben recht op maximale toegang tot producten en diensten van de gemeente. Dat is het uitgangspunt van het deelprogramma Toegankelijkheid. De gemeente moet het zo gemakkelijk mogelijk maken om deze producten en diensten te verkrijgen. Dit betekent op de eerste plaats informatie verstrekken over welke producten en diensten worden geleverd, op welke plaats dit gebeurt en onder welke voorwaarden ze te verkrijgen zijn. Het programma Toegankelijkheid wordt daarom ook in directe samenhang uitgevoerd met het programma Dienstverlening.
De eerste twee jaar van KIS II hebben een
behoorlijke impuls gegeven aan het toegankelijker maken van de diensten en
producten van de gemeente. Delft beschikt over een groot aanbod van
digitale producten. Voor een groot aantal kan inmiddels digitaal worden betaald
en via het internet de status worden bekeken. De nadruk zal in 2005 met name liggen op de eenmalige
gegevens verstrekking van de burger. Hierbij gaat het om eenmalige registratie,
meervoudig gebruik[4]. Producten
worden daardoor toegankelijker voor de burger en tevens efficiënter voor de
gemeente. Om
dit te realiseren worden vier impulsprojecten uitgevoerd.
Eenmalige registratie, meervoudig
gebruik daar gaat het om in dit project. Dit houdt in dat het mogelijk wordt
gemaakt dat eenmalig ingevoerde gegevens in een systeem door verschillende
andere systemen kunnen worden gebruikt (delen van gegevens). Dit vereist het toekennen
van een uniek nummer aan personen en bedrijven. Vanaf 1 januari
2006 zal het
Burger Service Nummer gebruikt voor personen. Het Burger Service
Nummer (BSN) zal worden uitgegeven door gemeenten. Voor efficiëntere en
toegankelijkere dienstverlening aan personen zal Delft dit nummer gaan
implementeren.
Ook aan bedrijven zal een
uniek nummer worden toegewezen. Vanaf 1 januari 2006 wordt het Bedrijf Service
Nummer gebruikt voor bedrijven. Onderdeel van het project is het invoeren
van het Bedrijf Service Nummer in
de gemeentelijke organisatie, zodat ook de dienstverlening naar bedrijven
efficiënter en toegankelijker kan verlopen. De kosten worden geraamd op € 50.000,-
Dienstverlening aan
de publieksbalie en callcenter moet efficiënt worden georganiseerd, maar vooral ook efficiënt worden ondersteund. Monitoring van
dienstverlening is hierbij een vereiste. Het project dienstverlening bestaat uit twee
onderdelen,
efficiënte dienstverlening en informatievoorziening dienstverlening.
1.
Efficiënte
dienstverlening: de huidige balieondersteuning, op technisch vlak, is verre van
ideaal. Elke applicatie/softwareprogramma
ondersteund maar één of een beperkt aantal producten. Dit levert een
aantal problemen op:
-
Medewerkers moeten kennis hebben van al deze programma’s.
Momenteel
werkt de publieksbalie met minstens 10 verschillende applicaties.
-
Het aantal applicaties brengt veel
improductiviteit met zich mee. Baliemedewerkers moeten namelijk, bij zowel de start
en het einde van de dag, maar ook bij pauzes en wisseling van werkzaamheden
gedurende de dag, al deze programma’s opstarten, beëindigen, in- en uitloggen.
2.
Informatievoorziening
dienstverlening: het ontbreekt bij
dienstverlening aan samenhangende managementinformatie. Alle applicaties zijn
gericht op het verstrekken van één product. Onderlinge samenhang tussen
producten is niet aangebracht, waardoor verbanden niet kunnen worden gelegd.
Het gaat hierbij niet alleen om horizontale verbanden op productniveau, maar
ook om verticale verbanden op medewerkerniveau. Een informatiemodel moet worden opgesteld van die
informatie die nodig is voor het monitoren van het dienstverleningsniveau,
zodat servicenormen
kunnen worden vastgesteld.
Het doel van dit
project is een toename van het aantal producten dat aan de publieksbalie
en het call center kan worden verleend. De verschillende kanalen moeten identieke
informatie verstrekken en dienstverlening leveren, zodat het voor de klant niet
uit maakt op welke manier hij zijn vraag heeft gesteld. Door het terugbrengen
en beheersbaar maken van het aantal applicaties waarmee aan de Publieksbalie en
het call center wordt
gewerkt wordt de balieondersteuning efficiënter ingericht. Daarnaast
wordt een informatiemodel voor managementinformatie opgesteld. Voor het
uitvoeren van beide deelprojecten is een bedrag van € 45.000,- gereserveerd.
Sommige
vormen van nieuwe digitale dienstverlening komen tot stand door
op een creatieve manier naar (on)mogelijkheden te kijken,
vanuit het perspectief van de burger/klant. Gewoonten, regels en procedures moeten
kritisch tegen
het licht worden gehouden om het de klant via digitale diensten
makkelijker te maken. Dit project is daar een voorbeeld van.
Doel van
het project is het snel verlenen maar vooral het integraal handhaven van vergunningen en
ontheffingen, op basis van een goede serviceverlening en de wettelijke eisen
van rechtmatigheid, doelmatigheid en rechtsgelijkheid. Nadrukkelijk
wordt in dit project gestreefd naar , in combinatie
met een voortdurend streven naar kostenreductie. Dit project
houdt enerzijds in dat dienstverlening via internet plaats vindt. Anderzijds
wordt
Naastde handhaving
digitaal ondersteund. Momenteel wordt er met dit doel een proef
uitgevoerd binnen de Sector Toezicht Openbare Ruimte (TOR). Hierbij wordt
gekeken naar verstrekken en handhaven van producten binnen deze sector.
Integrale handhaving gaat echter verder en is niet beperkt tot deze sector.
Daarom wordt in dit project gekeken in hoeverre de ervaringen, die worden opgedaan
in de proef bij TOR, verbreed kunnen worden naar de totale gemeente. Doel van
dit project is na te gaan in hoeverre het proces van verstrekken en handhaven
van vergunningen en ontheffingen voor de totale gemeente efficiënter kan worden
georganiseerd. De bedoeling is dat het vHandhaving kan
integraal worden georganiseerd door uitbreiding van de taken van bijvoorbeeld
de parkeercontroleurs. Ook andere vergunningen (ia de handheld
computer mogelijk wordt om niet alleen parkeervergunningen of ,Algemeen Plaatselijke Verordeningen, bouwvergunningen)
kunnen te controleren. (en ook op
digitale wijze worden verstrekt) Maar ook , bijvoorbeeld meldingen openbare ruimte digitaal kunnen
worden doorgegeven en bijvoorbeeld milieuvergunningen kunnen worden gecontroleerd.
Resultaat van het project is een organisatieverbetering en een analyse van de mogelijke
efficiency winsten die hieruit voorvloeien. Voor dit project is een bedrag van € 40.000,- gereserveerd.
De site www.delft.nl is
digitale wegwijzer van en voor de stad; een virtueel informatiecentrum voor inwoners,
bezoekers en ondernemers. Met een gemiddelde van meer dan 20.000 unieke
bezoekers per maand is de website ‘het digitale gezicht’ van Delft. Delft.nl is
een stadssite door verschillende aanbieders. Belangrijkste functie is informatie
doorlinken en gerelateerde autonome informatie bieden. De gemeente is weliswaar
beheerder van de site, maar niet de enige informatieverschaffer. In die zin is
de rol van de gemeente faciliterend. De stadssite moet verder worden uitgebreid
tot een virtueel informatiecentrum: een product van een publiekprivate samenwerking.
Zo zal Delft Marketing beheerder worden van de toeristische informatie op de
stadssite. Dat betekent dat het nodig is dat Delft Marketing extern in het
content management systeem kan werken om informatie te beheren. Een zelfde
werkwijze is weggelegd voor een partner voor de ondernemersinformatie,
bijvoorbeeld Delft Kennisstad. Deze ontwikkeling heeft twee belangrijke
voordelen: enerzijds een eenduidige, heldere uitstraling naar buiten, één
Delfts gezicht. Aan de beheerkant is het voordeel dat alle informatie verzameld
wordt in een container en de verschillende partners hieruit kunnen putten. Het
project houdt in het volledig restylen van de site en om de publiekprivate
samenwerking mogelijk te maken zal de technische infrastructuur moeten worden
vernieuwd en uitgebreid. De gereserveerde kosten komen neer op een bedrag van €
35.000,-
Meer invloed van de burger op het gemeentelijk beleidsproces. Dat is de kern van het deelprogramma Doeltreffendheid. Gemeentelijk beleid raakt belangen van mensen. De burger moet het proces van beleidsvorming kunnen volgen en er invloed op uitoefenen als hij dat wil. Ook moet hij toegang kunnen hebben tot informatie over de uitvoering van beleid en over de resultaten.
Het aantal digitale meningspeilingen in 2004 is,
mede door het uitvoeren van het deelprogramma Doeltreffendheid, behoorlijk
groot geweest. Het project vernieuwen van het RaadsInformatieSysteem is inmiddels
opgepakt door de nieuwe griffier en zal daarom samen met de Raad in 2005 worden
vormgegeven. In
2005 wordt vooral
aandacht
besteed
aan de projecten die in 2004 zijn opgestart. De nadruk ligt daarmee op het vernieuwen
van het RIS en het verder uitbreiden van de instrumenten voor interactieve
beleidsvorming. Voor het programma Doeltreffendheid worden in 2005 geen
nieuwe impulsprojecten uitgevoerd.
De gemeente heeft
een monopoliepositie voor vele van de door haar geleverde producten en diensten.
Burgers hebben dus niet de mogelijkheid een andere aanbieder te zoeken die
wellicht die producten en/of diensten tegen een gunstigere prijs-kwaliteitverhouding
levert. Daarom moeten burgers erop kunnen vertrouwen dat de gemeente er alles
aan doet om de beste kwaliteit te leveren. Om dit te kunnen bereiken is het van
belang dat de interne processen van de organisatie op orde zijn. Het programma
Betrouwbaarheid richt zich op de ondersteuning van de bedrijfsvoering in de
organisatie wat moet leiden tot een efficiëntere en doelmatiger dienstverlening
aan de burger.
De projecten die in
2004 onder dit programma vallen, worden in 2005 voortgezet. Het zijn meerjarige
projecten die gefaseerd worden uitgevoerd, waarbij per fase overigens een
resultaat wordt bepaald. Kernwoorden zijn het vervolg van de implementatie van
het Documentair Informatiesysteem (DIS), het vernieuwen van het Intranet en
verbeteren van de managementinformatie.
De eerste fase van
het DIS is in 2004 afgerond. Dit betrof de vervanging van het oude
postregistratiesysteem POVO door het nieuwe DIS. De tweede fase van DIS wordt
per 1-1-2005 voltooid. Dan wordt het grootste deel van de ingekomen poststukken
digitaal gedistribueerd en afgehandeld. De derde fase behelst het koppelen van
DIS aan andere applicaties en het verkennen en uitvoeren van nieuwe gebruiksmogelijkheden
met het DIS. Voorbeelden hiervan zijn de koppeling met het scannen van
facturen en het bouwen van een
rapportage over de voortgang van de afhandeling van bezwaarschriften en
klachten in het DIS. De 4e fase bestaat uit de aansluiting van de
hele organisatie op het DIS. In 2005 ligt de nadruk op fase 3 (uitvoeren van
proefprojecten) en het verkennen van de mogelijkheden voor fase 4.
Het reeds
gereserveerde incidentele budget voor de proefprojecten is toereikend. De
structurele kosten van aansluiting van de hele organisatie op DIS worden uit de
bestaande budgetten bekostigd.
Vorig jaar is reeds
onderkend dat er belangrijke randvoorwaarden zijn voor de goede implementatie
van het DIS, met name in de sfeer van het informatiebeheer. Dat leidt ertoe dat
in 2005 twee projecten worden opgenomen in het jaarplan KIS:
-
Het
Documentair Structuur Plan
-
Informatiebeheer
Gegevens
Het Documentair Structuurplan (DSP)
De structuur van de
documentaire informatievoorziening dient in het DSP te worden vastgelegd. Dit
is een wettelijke verplichting sinds 1-1-2004. De huidige structuur en
toegankelijkheid is vastgelegd in de Basisarchiefcode. Deze is echter erg
aanbodgericht en voor de eindgebruiker (medewerker en burger) niet geschikt.
Bovendien is het geen geschikte ontsluiting voor managementinformatie. Het DSP kan
worden opgezet op basis van het dienstverleningsconcept (bijvoorbeeld conform
de productcatalogus). Voor de ontsluiting ten behoeve van de dienstverlening is
dat een grote verbetering. Als het DSP is vastgelegd kan het worden
geïmplementeerd in het DIS. Voor het beheer is extra software nodig. De kosten
voor het opzetten van het DSP en de extra software kunnen worden betaald uit
het bestaande incidentele budget voor implementatie DIS.
Informatiebeheer Gegevens
Voor efficiënte
dienstverlening aan de burger is eenmalige gegevensverstrekking van belang.
Daarvoor is een goed informatiebeheer een noodzakelijke voorwaarde. Verschillende
systemen kunnen alleen met elkaar communiceren als ze dezelfde taal spreken[5].
In de verdeling van taken en verantwoordelijkheden in de informatievoorziening
is het informatiebeheer een nog onontgonnen terrein. Het gaat om:
-
Opstellen van
een gegevensbeleid
-
Standaardisatie
en uniformering van gegevens
-
Bewaken van de
logische samenhang / consistentie van de gegevens, opgeslagen in verschillende
databases en documenten
-
Bijhouden van
het gegevenswoordenboek (definities, herkomst)
Deze taak ligt op
het snijvlak van applicatiebeheer, informatiearchitectuur en control, maar is
niet eenduidig belegd in de organisatie. Om goed aan de eisen van eenmalige
gegevensverstrekking te kunnen voldoen is een integrale aanpak noodzakelijk. Op
dit moment is er onvoldoende deskundige capaciteit in de organisatie aanwezig
om deze taak goed te kunnen organiseren, terwijl de urgentie om deze taak in te
vullen, zeker gezien de landelijke ontwikkelingen, steeds groter wordt. Voor
het opstellen van een model voor informatiebeheer is € 20.000 nodig om de
noodzakelijke externe deskundigheid in te huren.
De gemeente Delft beschikt sinds 1998 over een intranet. Het intranet is
in die periode opgezet om het delen van kennis in de organisatie te stimuleren,
vanuit de één gemeentegedachte. Sindsdien is het intranet niet meer veranderd.
In 2004 is een onderzoek uitgevoerd naar de vernieuwingen die het intranet
moeten ondergaan. Op basis van dit onderzoek wordt het intranet in 2005 en 2006
vernieuwd.
De oorspronkelijke doelstelling is inmiddels veranderd en uitgebreid.
Het intranet is daardoor qua vormgeving en functionaliteit verouderd. Het
Intranet kan, veel beter en meer dan nu het geval is, worden ingezet ter
ondersteuning van de bedrijfsvoering. Het intranet is van en voor de
medewerkers van de gemeente Delft. Een Intranet moet de juiste gegevens op de
juiste plaats en op de juiste tijd verstrekken aan de juiste persoon. Deze
gedachte is om te zetten in meerdere doelstellingen, van waaruit het nieuwe
intranet zal worden opgezet. Het intranet:
-
is de plek waar de kennis die in de organisatie zit
te vinden is.
-
stimuleert de één organisatie gedachte, het is een
bindingsmiddel.
-
is een intern communicatiemiddel.
-
is de plek voor interne dienstverlening.
-
is een middel om managers en medewerkers te
voorzien van de gewenste informatie ten behoeve van de bedrijfsvoering
Vanuit bovenstaande doelstellingen zal een vernieuwd intranet worden
ontwikkeld. Het vernieuwen van het intranet, gebaseerd op bovenstaande
doelstellingen, zal twee jaar in beslag nemen. Kosten van het project zijn €
50.000,- per jaar (totaal € 100.000).
In 2004 is een
budget beschikbaar gesteld aan de sector WIZ voor het opstellen van een
informatiebeleidsplan. Dit plan heeft een voorbeeldfunctie voor de andere sectoren
van de gemeente en zal ook daar navolging krijgen. Eind 2004 wordt het
Informatiebeleidsplan WIZ opgeleverd. Hierin hebben de landelijke
ontwikkelingen en de ICT ontwikkelingen een plaats. Aan bod komen onder andere
het optimaliseren van de dienstverlening van WIZ en de daarbij horende
hoogwaardige ICT ondersteuning. Het plan biedt door verbeterde
informatievoorziening mogelijkheden om de financiële risico’s van WIZ
(bijvoorbeeld in het kader van de WWB) beter te beheersen. Dit informatiebeleidsplan
wordt gefaseerd ingevoerd, om te beginnen met de eerste fase in 2005. Voor een
versnelde implementatie wordt een (deel)bijdrage van €40.000 uit het KIS-programma gereserveerd.
In 2004 is vanuit
het KIS-programma incidenteel financieel ondersteuning geboden aan een project
om de managementinformatie te verbeteren. Insteek van dit project was het
verschaffen van de managementinformatie via rapporten-op-maat aan de managers
en medewerkers in de organisatie. Daartoe is het programma Reportnet aangeschaft.
In 2004 is gestart met een pilot op het gebied van financiële en personele
informatie. De eerste resultaten zijn nu opgeleverd. In 2005 zal dit project
zich concentreren op het tot stand brengen van goede en betrouwbare rapportages
op financieel en personeel gebied. Dit kan met de bestaande middelen. Voor 2006
staat een verdere ontwikkeling van de managementinformatie op het programma.
Daarvoor zal te zijner tijd nieuw budget worden gevraagd.
De overheid dient controleerbaar en transparant te functioneren. In het verlengde van het deelprogramma Betrouwbaarheid ligt het deelprogramma Controleerbaarheid. Om te kunnen constateren of burgers eerlijk en redelijk worden behandeld, of de geleverde producten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen, of de juiste doelgroepen met de juiste producten worden bediend, is het noodzakelijk dat het functioneren van de overheid controleerbaar is. En dit niet alleen om te kunnen ingrijpen op het moment dat dingen verkeerd gaan, maar vooral om zo’n negatieve situatie te voorkomen. Hierbij kunnen we denken aan het overschrijden van budgetten, het gebruikmaken van foutieve persoonsgegevens, het weigeren van een bouwvergunning op basis van foutieve informatie, enzovoort.
Basisadministraties
zijn hiervoor van enorm belang. Dit blijkt ook onder andere uit de landelijke
aandacht die er voor deze administraties is. In 2005 zal daarom veel aandacht
uitgaan naar de projecten in het programma Controleerbaarheid. Met name de basisadministraties
zijn hierbij van belang. Deze projecten vormen de basis voor administratieve
lastenverlichting.
Het invoeren van een basisadministratie
natuurlijke personen is van belang omdat het momenteel zo is dat iedere
applicatie zijn eigen basisgegevens bijhoudt. Door aan te sluiten op de
basisadministratie natuurlijke personen komt dit te vervallen. Voor iedere
applicatie die wordt aangesloten op de deze basisadministratie geldt dat een
deel van het administratieve werk van de invoer, de controle en de wijziging
van de gegevens komt te vervallen. Gegevens worden hierdoor betrouwbaarder en
voor de burger beter controleerbaar. In 2005 staat de modernisering van het GBA op de
agenda. Vooruitlopend op de invoering van het Burger Service Nummer, wordt
een deel van de GBA gegevens van alle gemeenten landelijke centraal beschikbaar
gesteld. Dit wordt de Het gebruik van de LRD (landelijk raadpleegbare deelverzameling van
GBA) genoemdkomt hierin aan
de orde. Delft is
hier enerzijds leverancier van en anderzijds afnemer van gegevens. Bij verschillende
vakteams wordt in de huidige situatie een ingewikkeld proces van het volgen van
de belastingbetaler of de uitkeringsgerechte uitgevoerd, wanneer deze bijvoorbeeld
verhuist
naar een andere gemeente. Dit proces kan worden vereenvoudigd als de LRD
beschikbaar is. De gereserveerde kosten voor implementeren van zijn € 25.000,-.
Delft loopt voorop als het
gaat om de basisadministratie van bedrijven en ondernemers. In 2004 is in Delft in het project
“stroomlijning Subjectinformatie” een definitiestudie naar dit onderwerp
uitgevoerd. Vanaf 2006 zal de gemeente gebruik moeten maken van
het Basis Bedrijven Register (BBR) zoals dat door de Kamer van Koophandel wordt gevoerd. In 2005 zal de koppeling aan
de Kamer van Koophandel en het daarvan afgeleid intern inrichten van een
bedrijvenregistratierealisatie aan de orde komen, met de invoering van een module
“Bedrijvenregister”. Voor de aankoop en inrichting van de module Bedrijvenregister
wordt € 50.000,- gereserveerd.
Basisadministratie
geografische basiskaarten. Om gegevens uit de authentieke
basisadministraties, bijvoorbeeld die van natuurlijke personen, te kunnen
koppelen aan geografische informatie is het nodig dat de basisadministratie van
geografische basiskaarten grondig wordt vernieuwd. Gegevens zullen hierdoor
toegankelijker worden voor inwoners van Delft. In 2005 zal deze administratie moeten gaan
voldoen aan toekomstige landelijke standaarden. De gereserveerde kosten hiervoor zijn € 25.000,-.
1.
Andere Overheid
. Elektronische toegang tot de overheid
Met
de gemeentelijke website www.gemeentedelft.info
en de stadsportal www.delft.nl heeft Delft de realisatie van elektronische
toegang voortvarend ter hand genomen. In 2004 is de gemeentelijke website
verbetert en daarmee heeft Delft een goede uitgangspositie voor verdere
ontwikkelingen.
Het project vernieuwing RIS loopt onder aanvoering van de griffier. In 2005 zal het vernieuwde RaadsinformatieSysteem
(RIS) in gebruik worden genomen.
.Elektronische
authenticatie
Waar staat Delft nu met wijkwebs, pincode ed. Wat
moet er in 2005 gebeuren?
Dirk-Jan kun jij dit invulllen?
.Éénduidige
nummers voor personen en bedrijven
Eenduidige
opslag van gegevens vereist het toekennen van een uniek nummer. Dit betreft
twee type nummers: het Burger Service Nummer en het Bedrijfsservice Nummer. Vanaf 1
januari 2006 worden deze nummers gebruikt.
-Het
Burger Service Nummer (BSN) zal
worden uitgegeven
door gemeenten. Basis voor het BSN is het sofi-nummer, dat hebben alle
Nederlandse bugers immers al.
De uitgifte van dit nummer verhuist daarmee van de Belastingdienst naar de
gemeenten, onder regie van
het ministerie van BZK.
Delft zal hiervoor in 2005 de voorbereidingen moeten treffen. De sector Inwonerszaken is hiervoor de trekker. Karin kun jij de
hoogte van de claim inschatten?
-Het
Bedrijfsservice Nummer
zal naar alle waarschijnlijkheid door de Kamer van Koophandels worden uitgegeven, onder regie van het ministerie van EZ. Onderleiding
van de sector Inwonerszaken zal Delft
zich in 2005 voorbereiden op het gebruik van dit nummer. . Karin kun jij de hoogte van de claim inschatten?
.Basisadministraties
-Basisadministratie
natuurlijke
personen (GBA en BRV), In 2005 staat de modernisering van het GBA op de
agenda. Het gebruik van de
LRD (landelijk raadpleegbare
deelverzameling van GBA) komt hierin aan de orde. Ook hierin is Inwonerszaken leidend. . Karin kun jij de hoogte van de claim inschatten?
-Basisadministratie
bedrijven/ondernemers
(BBR), In 2004 is in het
project “stroomlijning Subjectinformatie” een definitiestudie naar dit
onderwerp uitgevoerd.
In 2005 zal de realisatie aan de orde komen, met de invoering van een module
“Bedrijvenregister”. Voor
de aankoop en inrichting van de module Bedrijvenregister wordt €50.000
gereserveerd.
-Basisadministratie
gebouwen en adressen Delft loopt met dit onderwerp voorop, vanuit het
project Stroomlijnen Objectinformatie. In
2005 wordt profijt getrokken uit de resultaten van het project uit 2004. Voor 2007 zal nog een slag gemaakt moeten worden
in de aansluiting op de dan geldende landelijke standaarden.
-Basisadministratie
Vastgoed, In het project
Stroomlijnen Objectinformatie is dit onderwerp aan de orde gekomen. Voor het onderdeel distributie
zal in 2005 nog een slag gemaakt worden, met de invoering van een viewer (claim €10.000).
-Basisadministratie
geografische basiskaarten,
in 2005 is een conversie nodig
naar Oracle om te voldoen aan landelijke standaarden (claim €20.000)
-Basisadministratie
Puber, Vanaf 2006 zijn gemeenten wettelijk verplicht deze te voeren vanuit de wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke
Beperkingen te voeren.
(claim €20.000)
Voor
de volgende onderwerpen wordt in 2005 nog geen actie ondernomen omdat deze op
langere termijn spelen.
Elektronische
identificeringsmiddelen (chipcards)
.Elektronische
informatie-uitwisseling
.Snelle
verbindingen tussen overheidsorganisaties
Evenals in de private sector mogen de producten en diensten die de gemeente levert op geen enkele manier hun gebruikers schade berokkenen. Dat wil zeggen: ze moeten geschikt zijn voor het doel dat zij dienen, ze moeten veilig zijn, ze moeten doelmatig zijn. Hierbij gaat het om de beveiliging en het beheer van de informatiesystemen. Wie mag van welke informatie gebruik maken, wie heeft welke hardware en software nodig voor het uitoefenen van zijn/haar functie. De mogelijkheden voor de gebruikers (burgers via het internet, gebruikers van het extranet en medewerkers voor het intranet) worden in regels vastgelegd. Deze vormen de beheersinformatie. Op deze manier krijgt iedereen de beschikking over die informatie waar men recht op heeft en kan doelmatigheid worden bereikt.
Het deelprogramma Doelmatigheid heeft vooral in de eerste vier jaar van KIS (KIS 1) een enorme impuls gekregen. Het beheer van de informatiesystemen is goed georganiseerd. De gemeente Delft loopt voorop op het gebied van standaarden voor hardware, software en netwerk. De vervanging van pc’s, de overgang op Windows XP zijn hier goede voorbeelden van.
3.6.1 Beveiligingsplan
In 2004 is begonnen met het opstellen van het beveiligingsplan. Hierin zijn
de risico’s van dienstverlening op het internet in kaart gebracht. Het gaat
hier bijvoorbeeld om de beveiligingsrisico’s van persoonsgegevens die voor
digitale dienstverlening worden gebruikt. Daarnaast is gekeken naar de risico’s
voor de bedrijfsvoering met betrekking tot de informatiesystemen. Deze risico’s
kunnen komen van hackers (mensen die van buitenaf het systeem van de gemeente
Delft in willen komen), maar ook door bijvoorbeeld een brand. Op basis van het
beveiligingsplan moeten maatregelen worden genomen om de risico’s te beperken.
De kosten hiervoor worden geraamd op € 25.000,-.
Bij de invoering van de EGEM referentiearchitectuur
komt de vraag naar voren: in welk tempo wil Delft overgaan van de eigen
ontwikkelde architectuur naar de landelijke standaard? Het antwoord op deze
vraag wordt gegeven in het project “Winst
met ICT”.
In de eindrapportage van dit project wordt aandacht
besteed aan de volgende onderwerpen:
Invoering van Mid Office
Koppelvlakken
GFO zaak
Referentie-architectuur
6.
Speerpunten voor 2005
Analyse
van de stand van zaken
in Delft ten opzichte van de landelijke
ontwikkelingen leert dat Delft een aantal speerpunten in 2005 moet adresseren:
invoering elektronische authenticatie (DJ of is dit al klaar??)
voorbereiding op uitgifte van en gebruik van
burgerservicenummer
voorbereiding op gebruik van het bedrijfsservicenummer
Modernisering GBA (basisregistratie natuurlijke
personen)
Implementatie
van Document Structuurplan
Eerste fase implementatie Informatiebeleidsplan WIZ
EGEM
architectuur:
Definieren architectuur in lijn met EGEM
referentiearchitectuur
Verder ontwikkelen mid office
2. Jaarplan 20045
De resultaten van de Delftse aanpak vallen op,
ook landelijk. De website www.delft.nlwww.delft.nl waaronder de
site www.gemeentedelft.info, is inmiddels gestegen
naar staat momenteel op de 1ste 2de plek
in de landelijke ranglijst van websites van gemeenten (www.webdam.nl). Deze stijging
wordt onder andere veroorzaakt door de uitbreiding van digitale diensten
van de gemeente. Maar het
belangrijkste hierbij is, onzichtbaar voor de buitenwereld, dat vooral ook de
backoffice goed wordt geregeld.Het gaat dus niet alleen om
het snel scoren via een digitaal product, maar de dienst wordt ingepast in een
keten van standaards. Zo bleek bijvoorbeeld uit
onderzdoek
van webdam dat de reactie van de gemeente op e-mails, net als in 2003, van burgers goed en
snel is.
Op het gebied van Toegankelijkheid
van dienstverlening loopt gemeente Delft voorop. Dit wil De stijgende
lijn wil het cCollege
graag voortzetten. De positieve resultaten van het eerste jaar worden
doorgezet in 2004 Maar daarnaast worden andere factoren belangrijker, zoals efficiency
in de vorm van doelmatigheid en controleerbaarheid. De
mogelijkheden om digitale producten af te nemen en het uitbouwen van
interactieve beleidsvorming moeten
de komende jaren verder toenemen. Eenmalige verstrekking van persoonsgegevens, betere managementinformatie, standaardiseren van de midoffice worden belangrijker.
Voor deze onderwerpen zijn nu, anders dan in eerder jaren landelijke
standaarden beschikbaar. Nu is het meer dan voorheen mogelijk de aansluiting te maken bij landelijke ontwikkelingen. De
ontwikkeling van frontoffice, midoffice en backoffice moeten in evenwicht zijn
met elkaar. Wil de backoffice dit goed
kunnen ondersteunen dan moeten gegevensbestanden verder worden
gestandaardiseerd, het documentair informatiesysteem worden uitgebreid en de
kantoorautomatisering verder worden geprofessionaliseerd.Dit vraagt om
aandacht voor een aantal intern gerichte impulsen, die bedoeld zijn om het
extern gerichte programma nog beter te laten verlopen.
Termen als toegankelijkheid, doeltreffendheid,
betrouwbaarheid, contoleerbaarheid en doelmatigheid zijn leidend bij het
verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening.
Daarom is
er in de nota Burger@delft.nl voor gekozen
de uit te voeren deelprogramma’s hiernaar te vernoemen. Ook in 20045
wordt deze lijn doorgezet.
De resultaten van de uitvoering van het totale
programma KIS II (dus deelprogramma overstijgend) zijn zullen in
2004 op
een
aantal drie manieren vergeleken met landelijke ontwikkelingen. zichtbaar
worden gemaakt. Allereerst door het
uitvoeren van een tweede zelfevaluatie
aan de hand van een I-scanhet INK-model. Daarnaast heeft Delft
meegedaan aan een vergelijking gemaakt tussen een vier zal
een tweede Klanttevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd. En ten derde zal de
TU een onderzoek verrichten naar de procesinrichting en de technische
architectuur van de gemeente
Delft.
In voorliggend jaarplan 20054
wordt per deelprogramma beschreven wat de gemeente, op basis van de nota Burger@delft.nl, als einddoel
wil bereiken in 2006. Tussentijdse doelen voor 2005
komen in deze nota Om deze einddoelen te halen
zijn tussentijdse doelen voor 2004
gesteld, die per deelprogramma
in deze nota aan bod komen.
De deelprogramma’s overstijgend moeten in 2004 de
volgende onderstaande resultaten behaald.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Projecten voor 2005 komen vanuit:
§landelijke
ontwikkelingen
§bedrijfsvoering (beoordeling vanuit winst met ICT)
§lopen
door vanuit 2004
Dirk-Jan
check jij dit ook nog met de basislijst?
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De projecten 2 en 3
zijn zoals beschreven in paragraaf 2.2 vertraagd. Deze worden verschoven naar
2004 inclusief het
budget. Voor project
4 is momenteel € 120.000,= uitgegeven c.q. zijn verplichtingen aangegaan. Het resterende bedrag wordt meegenomen
naar de projectenbegroting 2004.
Uit bovenstaande blijkt een zekere onbalans tussen de begroting
2003 en de prognose van het rekeningresultaat voor 2003. Een aantal redenen
liggen hieraan ten grondslag. De voornaamste reden is dat de uitvoering van een
aantal projecten is vertraagd (zie ook de monitorgegevens). Deze projecten zijn
in de begroting 2004 weer opgenomen. Omdat de dekking plaatsvindt uit de (niet
jaargebonden) reserve KIS levert dat financieel-technisch geen problemen op.
Het raamplan dat is
ingediend voor de programmabegroting, is uitgewerkt in een gedetailleerd plan.
Bij de nadere uitwerking zijn enige onderdelen toegevoegd of gewijzigd. Het
project “verbetering informatievoorziening WIZ – externe partners” is later
toegevoegd. Het project “vernieuwing intranet” is voorzien van een budget van €
20.000,=.
Het totaalbedrag van de in het jaarplan 2004
opgenomen impulsprojecten KIS II komt uit op
€ 500.000,-. De dekking hiervoor is opgenomen in de
Programmabegroting 2004 - 2007. Tevens zijn in het onderstaande overzicht de
onder regie van het KIS-programma lopende DIS-projecten opgenomen. Ook hiervoor
is het budget via de Programmabegroting 2004 beschikbaar gesteld.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Digitale
dienstverlening is
zich op een goede manier aan het ontwikkelen en heeft daarmee vaste voet aan de grond gekregen binnen (delen van) de organisatie. Ook de regie op de uitbreiding van digitale diensten wordt steeds beter. Het gaat dus goed, maar nog steeds blijven mogelijkheden onbenut. De gemeentelijke
organisatie is klaar om door
te pakken met de
uitvoering van het programma
KIS. Het
wordt hierbij belangrijker om intern te
investeren om extern te scoren. Zo zal de mogelijkheid geschapen worden om
capaciteit in de vorm van
projectleiders beschikbaar
te stellen binnen het programma. Hiertoe is € 50.000,=
voorzien.
In de nota burger@delft.nl stonden baten voor de burger centraal. Door de landelijke en gemeentelijke ontwikkelingen
op het gebied van financiën is
de vraag over baten
van het programma,
naast de baten voor de burger, ook meer in een financieel kader geplaatst. Dat
betekent dat de focus van KIS ook een sterkere interne component krijgt.
Eind 2004 is het vierjarige programma KIS op de
helft. Het is dan nodig om opnieuw scherper te kijken naar de uitvoering van de
diverse deelprojecten in relatie tot de einddoelen van het KIS-programma. Naar
verwachting is hiervoor externe ondersteuning nodig. Gedacht wordt dan aan een
advies over de verdere ontwikkeling van het monitoringprogramma. Dit kan gekoppeld
worden aan de uitvoering van de INK-zelfevaluatie, die eveneens voor volgend
jaar op de agenda staat en aan activiteiten die de uitvoering van het programma
(nog) beter borgen in de interne organisatie. Hier is € 35.000,= voor beschikbaar.
Het KIS-budget is bedoeld voor impulsprojecten om
de verandering naar een digitale organisatie te stimuleren. Dit zijn
incidentele uitgaven. Structurele lasten komen in principe te laste van de
organisatie-onderdelen waar het project tot een verbetering van de werkwijze
zal leiden. De baten krijgen de vorm van een verbetering van de kwaliteit dan
wel een vermindering van de noodzakelijke inzet van mensen en middelen. Dit
zijn de terugverdieneffecten voor de incidentele investeringen door middel van
impulsprojecten. Er moet een balans ontstaan in de uitgaven in impulsprojecten
en de terugverdieneffecten, ook in financiële zin. Bij de beoordeling van de
projecten door de regiegroep zal dit criterium scherper worden gehanteerd.
Het totaaloverzicht,
van de in 2004 uit te voeren impulsprojecten met de daarbij behorende budgetten,
ziet er als volgt uit:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In 2003 waren de volgende projecten opgenomen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De projecten 2 en 3 zijn om diverse redenen
vertraagd. Deze worden verschoven naar 2004. In project 4 is momenteel € 120.000,=
uitgegeven c.q. zijn verplichtingen aangegaan. In project 5 is € 11.000 minder
uitgegeven dan volgens de begroting zou kunnen. Deze bedragen worden meegenomen naar het budget uitgaven 2004.
Het raamplan dat is ingediend voor de programmabegroting, is uitgewerkt in een
gedetailleerd plan. Bij de nadere uitwerking zijn enige onderdelen toegevoegd
of gewijzigd. Het project “verbetering informatievoorziening WIZ – externe
partners” is later toegevoegd. Het project “vernieuwing intranet” is voorzien
van een budget van € 20.000,=.
In meer bedrijfsmatige zin is door de regiegroep
DKO geconstateerd, dat de effectiviteit van de uitvoering van het
programma verbeterd kan worden. Zowel in het op gang brengen van projecten als
in het in lijn houden van het KIS-programma met de werkplannen van de diverse
organisatie-onderdelen. Het is dan ook nodig geoordeeld om verschuiving in de
budgetten aan te brengen en het zodoende mogelijk te maken hier een financiële
impuls aan te geven. Onderscheiden worden daarin de meer communicatieve/marketingkant
en de ondersteuning van de organisatie bij de implementatie van digitale
dienstverlening(sprojecten).
Het KIS-budget is bedoeld voor impulsprojecten om
de verandering naar een digitale organisatie te stimuleren. Dit
zijn incidentele uitgaven. Structurele lasten komen in principe te laste van de
organisatie-onderdelen waar het project tot een verbetering van de werkwijze
zal leiden. De baten krijgen de vorm
van een verbetering van de kwaliteit dan wel een vermindering van de
noodzakelijke inzet van mensen en middelen.
De structurele lasten van de projecten worden
daarom in principe gedekt uit de besparingen ten opzichte van de
oude werkwijze met als uitgangspunt budgettaire neutraliteit. Waar
kwaliteitsverbetering voorop staat,
zullen structurele lasten uit intensivering van beleid (nieuw beleid) moeten
worden bekostigd.
Het totaaloverzicht van in 2004 uit te voeren
projecten met de daarbij behorende budgetten (inclusief de projecten die met
budget zijn doorgeschoven uit 2003) ziet er als volgt uit:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het in de programmabegroting
2004 toegekende bedrag aan KIS middelen van € 500.000,= toe te wijzen aan de
volgende impulsprojecten in de daarbij aangegeven deelprogramma’s:
Deelprogramma Toegankelijkheid:
€ 35.000,= Callcenter
€ 42.000,= Ontwikkeling
standaardmodulen ten behoeve van (pro-)actieve benadering klanten
€ 50.000,= Aansluiting
organisatie en klant
Deelprogramma Doeltreffendheid:
€ 37.500,= Digitale
beleidsmonitors
€ 35.000,= Opzetten
en uitbreiden communities
Deelprogramma
Betrouwbaarheid:
€ 20.000,= Vernieuwen
Intranet
€ 40.000,= Management
informatievoorziening WIZ
Deelprogramma
Controleerbaarheid:
€ 120.000,= Stroomlijning
objectinformatie
€ 20.000,= Stroomlijning
subjectinformatie
€ 50.000,= Geografisch
Informatie Systeem
Deelprogramma
Doelmatigheid:
€ 52.500,= Beveiligingsplan
Algemeen:
€ 20.000,= Zelfevaluatie
INK-model en Monitoring
€ 59.000,= Marketing
€ 60.000,= Bevordering
digitale dienstverlening in de interne organisatie
0.Prestatienormen
deelprogramma’s KIS II jaarplan 20045
0.Rapportage meetbare
doelen burger@delft.nl 2004
0.
Rapportage
meetbare doelen burger@delft.nl 2003
0.
Prestatienormen
deelprogramma’s KIS II jaarplan 2004
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
||
|
|
|
|||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
|||
|
|
|
|
||
|
|
|
|||
|
|
|
|
||
|
|
|
|||
|
|
|
|
||
|
|
|
|||
|
|
|
|
||
|
|
|
|
||
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Communicatie over KIS II en digitale dienstverlening in het bijzonder moet goed worden georganiseerd. Zowel binnen de gemeentelijke organisatie, als naar de afnemers van producten en diensten van de gemeente. De centrale boodschap in de communicatie is het bekend maken met digitale dienstverlening van de gemeente (waarbij zoveel mogelijk het gebruik van digitale producten en diensten gestimuleerd wordt). Voor verbetering van de communicatie zullen een aantal communicatiemiddelen structureel worden ingezet om de (nieuwe) producten en diensten beter onder de aandacht te brengen. Hierbij staan een digitaal loket op internet en een vaste wekelijkse advertentie in de Stadskrant centraal.
Voor de uitvoering van het KIS-programma is het daarnaast van essentieel belang dat medewerkers van de gemeente de gedachte van het KIS-programma kunnen meenemen in hun eigen werkzaamheden. Digitalisering kan worden gebruikt om beter en slimmer te gaan werken, maar vaak ook anders. Interne communicatie binnen de gemeente is daarom van groot belang.
Communicatie over KIS II kent de volgende doelen:
Intern
- bekend maken technische ontwikkelingen KIS2;
- aanzetten tot meedenken over gebruik Delftse informatiearchitectuur;
- aanzetten tot meedenken over ontwikkeling nieuwe producten/diensten;
- verdergaande digitalisering van producten/werkprocessen;
- stimuleren door successen te delen.
Extern
- bekend maken ontwikkelingen dienstverlening Gemeente Delft;
- bekend maken nieuwe digitale diensten;
- stimuleren gebruik digitale diensten.
In de nota Burger@Delft.nl zijn de contouren vastgesteld voor de 2e
fase van het programma KIS. De uitwerking van dit programma vindt plaats in
jaarplannen, waarin per jaar wordt uitgewerkt welke projecten in dat jaar
worden voorbereid en/of uitgevoerd. Bij de behandeling van het jaarplan 2004
heeft de raad ingestemd met het beschikbaar stellen van raambudgetten van resp.
500.000, 500.000 en 450.000 voor de jaren 2004 t/m 2006. Aan het programma KIS
is een reserve gekoppeld waarin het beschikbare raambudget wordt gestort. Deze
constructie zorgt voor een flexibele en slagvaardige uitvoering van dit
meerjarige programma. Het jaarplan wordt voor de toewijzing van de KIS middelen
aan de impulsprojecten voorgelegd aan de raadscommissie Middelen en Bestuur.
Het totaalbedrag van de in het jaarplan 2005
opgenomen impulsprojecten KIS II komt uit op
€ 500.000,-. Tevens zijn
in het onderstaande overzicht de onder regie van het KIS-programma lopende
DIS-projecten opgenomen. Ook hiervoor is het budget via de Programmabegroting
2004 beschikbaar gesteld. Voorgesteld wordt nu deze budgetten samen te voegen.
Een aantal projecten uit 2004 is met redenen vertraagd. Deze projecten komen
met het toegekende bedrag terug in 2005.
BUDGET BEGROOT |
2004 |
2005 |
KIS 2 |
500.000 |
500.000 |
DIS |
135.000 |
- |
Het KIS-budget is
bedoeld voor impulsprojecten om de verandering naar een digitale organisatie te
stimuleren. Dit zijn incidentele uitgaven. Structurele lasten komen in principe
te laste van de organisatie-onderdelen waar het project tot een verbetering van
de werkwijze zal leiden. De baten krijgen de vorm van een verbetering van de
kwaliteit dan wel een vermindering van de noodzakelijke inzet van mensen en
middelen. Dit zijn de terugverdieneffecten voor de incidentele investeringen
door middel van impulsprojecten. Er moet een balans ontstaan in de uitgaven in
impulsprojecten en de terugverdieneffecten, ook in financiële zin. Bij de
beoordeling van de projecten door de regiegroep zal dit criterium scherper
worden gehanteerd.
In onderstaand totaaloverzicht
worden de budgetten getoond van de impulsprojecten in 2005.
Tevens zijn opgenomen de budgetten van de nog niet gestarte projecten uit 2004.
BUDGET ROJECTEN 2005 |
|
|
1. Delftse informatiearchitectuur |
95.000 |
Nieuw
deelprogramma |
2. Unieke nummers voor bedrijven en burgers |
50.000 |
Toegankelijkheid |
3. Dienstverlening |
45.000 |
Toegankelijkheid |
4. Digitale ondersteuning van integrale handhaving |
40.000 |
Toegankelijkheid |
5. Vernieuwen www.delft.nl |
35.000 |
Toegankelijkheid |
6. Informatiebeheer gegevens |
20.000 |
Betrouwbaarheid |
7. Vernieuwen intranet |
50.000 |
Betrouwbaarheid |
8. Informatievoorziening Werk, Inkomen en Zorg |
40.000 |
Betrouwbaarheid |
9. Natuurlijke personen |
25.000 |
Controleerbaarheid |
10. Bedrijven en ondernemers |
50.000 |
Controleerbaarheid |
11. Geografische basiskaart |
25.000 |
Controleerbaarheid |
12. Beveiligingsplan |
25.000 |
Doelmatigheid |
|
|
|
13. Instrumentarium interactieve beleidsvorming |
50.000 |
2004 |
14. Vernieuwing RIS |
50.000 |
2004 |
In deze bijlage wordt een nadere
toelichting gegeven op de verschillende landelijke ontwikkelingen. Het gaat om
de volgende landelijke plannen:
-
Actieprogramma
Andere Overheid en aanverwanten
a.
het Actieprogramma
Andere Overheid;
b.
de nota ‘Op weg naar
de elektronische overheid’ opgesteld door BZK
c.
de Rijksbrede
ICT-agenda, opgesteld door EZ
d.
bestuurlijke
afspraken met betrekking tot de modernisering van de GBA
e.
Wetgeving eenmalige
gegevensverstrekking
f.
andere bestuurlijke
afspraken, onder meer rond de vastgoedregistratie en het bedrijvenregister”
-
Document Structuur Plan
-
Ontwikkelingen in de keten Sociale Zekerheid
-
Ontwikkelingen rond het loket Bouwen en Wonen
-
EGEM architectuur
Bovenstaande plannen
zijn vanuit verschillende ministeries opgesteld. Het Ministerie van
Binnenlandse Zaken is in deze plannen regisseur en voorwaarde scheppend. Daarom
wordt in het jaarplan 2005 vooral het programma Andere Overheid uitgewerkt. Vervolgens
komen de andere ontwikkelingen nog kort aanbod.
Citaat uit de
notitie “Op weg naar de elektronische overheid” vastgesteld door de Tweede
Kamer in 2004.
“Voor de realisatie
van de elektronische overheid is een goed geregisseerd gebruik van ICT noodzakelijk;
technisch zijn daarvoor geen belemmeringen.
De regie/sturing
kent twee kanten:
-
Het aanbod van ICT-basisvoorzieningen als
basisregistraties, identificerende nummers, authenticatievoorzieningen, standaarden
voor gegevenstransport en dergelijke.
-
Het ontwikkelen van het gebruik van de
basisvoorzieningen voor nieuwe/betere manieren van dienstverlening, handhaving
en maatschappelijke participatie.
De inspanningen om
de ICT-voorzieningen ten behoeve van de elektronische overheid te realiseren,
worden verricht in zeven domeinen, die bij elkaar het model vormen van de
openbare elektronische “informatie-infrastructuur”:
A.
Elektronische
toegang tot de overheid
B.
Elektronische
authenticatie
C.
Éénduidige
nummers voor personen en bedrijven
D.
Basisregisters
E.
Elektronische
identificeringsmiddelen (chipcards)
F.
Elektronische
informatie-uitwisseling
G.
Snelle
verbindingen tussen overheidsorganisaties”
Tijden
veranderen en digitale informatie doet zijn intrede. Digitale informatie is
snel deelbaar en maakt het mogelijk om het loket in de huiskamer van de burger
te brengen. Hier begint een vraag naar informatie of wordt een proces gestart
door het invullen van een formulier. Dit betekent dat veel werkzaamheden die nu
worden uitgevoerd in administratieve processen, in de toekomst door de
aanvrager worden gedaan. Dat is te vergelijken met telebankieren waarbij de
klant direct zijn of haar bankopdrachten op de computer invoert. Metagegevens
zoals naam, adres en digitale identificatiecode worden door de aanvrager zelf
ingebracht en door het systeem herkend op het moment dat de klant kiest voor
een administratief proces.
Digitaal
informatiebeheer vraagt om een digitaal archief. De documenten die daarin zijn
opgenomen zijn betrouwbaar, niet te wijzigen, beschikbaar voor iedereen die daartoe
is gemachtigd en goed te beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik. Hiervoor dienen
de documenten wel in een uniforme structuur te worden ondergebracht. Deze structuur
wordt vastgelegd in een Documentair Structuur Plan (DSP) – eigenlijk
dus een digitaal structuurplan – dat is
gebaseerd op de werkprocessen in de organisatie. Het DSP geeft
daarmee inzicht en transparantie in de informatiehuishouding.
De sector WIZ wordt
geconfronteerd met vele (inhoudelijke) ontwikkelingen, die vragen om een
strategische visie voor de toekomst. De belangrijkste:
-
Doorontwikkeling Wet Werk en Bijstand (WWB):
-
Nieuwe wet- en regelgeving
-
Doorontwikkeling RIO
Daarnaast wordt WIZ
geconfronteerd met landelijke ICT ontwikkelingen zoals:
-
werkproceskoppelingen in de keten
-
ketenprogramma 2005: ketenbrede
managementinformatie
-
sectorloket gemeenten
-
polisadministratie
-
belastingdienst doorontwikkeling
-
Inlichtingenbureau WIZ
-
gerelateerde basisregisters
Het ministerie van
BZK en de VNG hebben in samenwerking het project Egem (E-gemeente) ingesteld.
Vanuit dit project wordt regie gevoerd op de ontwikkeling van digitale
dienstverlening door gemeenten. Een regiegroep bestaande uit vertegenwoordigers
van het Rijk en gemeenten geeft richting aan de ontwikkeling van ICT-beleid binnen
gemeenten en stemt ontwikkelingen vanuit het Rijk af op consequenties voor
gemeenten. EGEM is eind 2002 opgericht en heeft in 2004 de eerste resultaten op
het gebied van standaarden opgeleverd. Uitgangspunt voor EGEM is dat vanuit
open standaarden eisen gesteld aan leveranciers voor het openstellen van de
applicaties voor digitale gegevensuitwisseling.
EGEM en met haar ook
de gemeenten werkt vanuit een architectuur waarin een Front Office – Mid Office
– Back Office wordt onderkend. De Front Office is het loket (telefoon, balie,
post, digitaal). In de back office worden specifieke producten gemaakt of diensten
verleend. De mid office is geen organisatie onderdeel maar de systemen die de
informatie van de Front office in de Back office brengen en vice versa.
Resultaten in 2004
zijn:
-
voor enkele producten zijn koppelvlakken
(op basis van open standaarden) ontwikkeld in samenwerking met de grote
leveranciers. Dit houdt in dat de backoffice applicaties van bijvoorbeeld
Centric en Pink Roccade voor die producten kunnen koppelen met
midoffice applicaties van andere leveranciers.
-
Gemeenschappelijk functioneel ontwerp Zaak (GFO
Zaak) is ontwikkeld en vastgesteld. Dit is een kernbegrip in het genereren van
management informatie over dienstverleningsniveaus binnen de verschillende
kanalen.
-
Voor 2005 wordt een definitie van de architectuur
verwacht.
In onderstaand
overzicht worden de voor Delft relevante ontwikkelingen schematisch
weergegeven.
|
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
Document Structuur
Plan |
Vastgesteld |
|
|
|
|
EU richtlijn
overheidsinformatie van kracht |
|
Wettelijk
verplichte openbaarmaking elektronisch |
|
Elektronische authenticatie |
Pilot
Overheidtoegangsvoorziening (OTV) |
OTV operationeel,
uitrol |
OTV verdere uitrol
|
OTV operationeel |
Eenduidige nummers |
Besluitvorming
Burgerservicenummer en Bedrijfsnummer |
Besluitvorming invoering
BSN en Bedrijfsnummer |
Invoering BSN en Bedrijfsnummer
|
|
Basisregisters |
|
- GBA – LRD operationeel - BBR – wet in de
Tweede kamer - Beleidsnotitie
basisregisters |
-
GBA in Tweede kamer - BBR wet in werking - Vrijwillige invoering
Basis Register Adressen - Basisregister
niet-ingezetenen operationeel - Basisregistratie Puber
operationeel |
-
Basisgebouwenregister in de Tweede Kamer - Basis registratie
Adressen - Invoering Wet
Publiekrechtelijke beperkingen |
Elektronische
identificeringsmiddelen |
|
Besluitvorming
over biometrie |
- besluitvorming
over samenwerking met banken op chipcard gebied - invoering BSN
kaart voor EU/EER ingezetenen |
|
Open standaarden |
- EGEM Definitie
GFO zaak - EGEM ontwikkelt
gemeentebrede berichtenuitwisselingsstandaard (StUF2) |
Gemeenten ontwikkelen
met EGEM alle koppelvlakken generiek |
|
GFO zaken algemeen
toegepast |
Deelprogramma Toegankelijkheid |
|
|
||
|
Prestatienorm
2005 |
Prestatienorm
2004 |
Prestatienorm
in 2003 |
|
Tevredenheid
website groter dan 65 % |
Tevredenheid
website groter dan 60 % |
Tevredenheid
website groter dan 50 % |
||
2. |
Plaats in de top-10 van landelijke gemeentesites |
Plaats in de top-10 van landelijke gemeentesites |
- |
|
3.
|
Meer dan 150
digitale formulieren/diensten aanwezig via de Internetsite van de gemeente |
Meer dan 100
digitale formulieren/diensten aanwezig via de Internetsite van de gemeente |
Meer dan 50
digitale formulieren/diensten aanwezig via de Internetsite van de gemeente |
|
4.
|
Meer dan 20
diensten waarvoor digitaal betaald kan worden beschikbaar op de internetsite.
|
Meer dan 20
diensten waarvoor digitaal betaald kan worden beschikbaar op de internetsite.
|
Het is mogelijk
om digitaal te betalen voor een product van de gemeente |
|
5.
|
Meer dan 35 % van
de verhuisberichten wordt digitaal afgehandeld. |
Meer dan 35 % van
de verhuisberichten wordt digitaal afgehandeld. |
Dienst
beschikbaar. Percentage digitale afhandeling 35% |
|
6.
|
Voor meer dan zes
soorten vergunningaanvragen is het mogelijk de status te volgen via internet. |
Voor meer dan
vier soorten vergunningaanvragen is het mogelijk de status te volgen via internet. |
- |
|
7.
|
Meer dan 20 % van
de meldingen openbare ruimte wordt digitaal afgehandeld. |
Meer dan 20 % van
de meldingen openbare ruimte wordt digitaal afgehandeld. |
- |
|
8.
|
Meer dan 40 % van
de grofvuil meldingen wordt digitaal afgehandeld. |
Meer dan 20 % van
de grofvuil meldingen wordt digitaal afgehandeld. |
Meer dan 10 % van
de grofvuil meldingen wordt digitaal afgehandeld. |
|
9.
|
Meer dan 20 % van
de aanvragen voor uittreksels uit het GBA wordt digitaal afgehandeld. |
Meer dan 20 % van
de aanvragen voor uittreksels uit het GBA wordt digitaal afgehandeld. |
Meer dan 20 % van
de aanvragen voor uittreksels uit het GBA wordt digitaal afgehandeld. |
|
10.
|
Een daling van
meer dan 5% van het aantal bezoekers aan de gemeentelijke balie. |
Een daling van
meer dan 5% van het aantal bezoekers aan de gemeentelijke balie. |
- |
|
11.
|
Gemiddeld meer
dan 13.000 unieke bezoekers per maand op www.gemeentedelft.info |
Gemiddeld meer
dan 11.000 unieke bezoekers per maand op www.gemeentedelft.info |
- |
|
12.
|
- |
Callcenter is in
gebruik genomen |
- |
|
13.
|
De gemiddelde
afhandelingstijd is verminderd tot minder dan 17 minuten. |
De gemiddelde
afhandelingstijd is verminderd tot minder dan 20 minuten. |
Vermindering van
de gemiddelde afhandelingtijd |
|
14.
|
Implementatie van
een uniek nummer voor personen |
- |
- |
|
15.
|
Implementatie van
een uniek nummer voor bedrijven |
- |
- |
|
16.
|
Terugbrengen en
beheersbaar maken van het aantal applicaties aan de publieksbalie |
- |
- |
|
17.
|
Opgesteld
informatiemodel voor managementinformatie aan de publieksbalie |
- |
- |
|
18.
|
Organisatieverbetering
en een analyse van de mogelijke efficiency winst die voorvloeit uit het
project mobiel TOR. |
- |
- |
|
19.
|
Vernieuwd www.delft.nl |
- |
- |
|
Deelprogramma Doeltreffendheid |
|
|
|
|||
|
Prestatienorm
2005 |
Prestatienorm
2004 |
Prestatienorm
in 2003 |
|||
Een vernieuwd
RaadsInformatieStysteem |
Randvoorwaarden
vernieuwing RaadsInformatieSysteem bekend en met doelgroep gecommuniceerd. |
- |
||||
21. |
Een permanent
gebruik van discussiefora op de wijkwebs |
Het
discussieforum is meer dan 7 keer ingezet. |
- |
|||
22.
|
Het Delfts
Internet Panel (DIP) is meer dan 6 keer ingezet. |
Het Delfts
Internet Panel (DIP) is meer dan 6 keer ingezet. |
- |
|||
23.
|
50% van de
Delftenaren is bekend met wijkwebs |
7 wijkwebs zijn
in gebruik genomen |
- |
|||
24.
|
De gemeente
beschikt over meer dan 3 digitale beleidsmonitors |
De gemeente
beschikt over meer dan 3 digitale beleidsmonitors |
- |
|||
25.
|
- |
3
wijkinformatiepunten zijn in gebruik genomen |
1
wijkinformatiepunt is in 2003 in gebruik genomen. In 2004 in totaal 3 en in
2005 totaal 4 |
|||
Deelprogramma Betrouwbaarheid |
|
|
|
|||
|
Prestatienorm
2005 |
Prestatienorm
2004 |
Prestatienorm
in 2003 |
|||
Het in gebruik
nemen van het vernieuwde intranet |
Het in gebruik
nemen van het vernieuwde intranet |
- |
||||
27. |
Vernieuwd
documentair Structuur Plan |
Digitale
postverzending is gerealiseerd |
- |
|||
28. |
Opgesteld model
voor informatiebeheer |
- |
- |
|||
29. |
Implementatie eerste
fase van informatiemodel WIZ |
- |
- |
|||
30. |
Betrouwbare
rapportages voor het management op het gebied van financiën en personeel |
- |
- |
|||
Deelprogramma Controleerbaarheid |
|
|
|
|||
|
Prestatienorm
2005 |
Prestatienorm
2004 |
Prestatienorm
in 2003 |
|||
- |
De objectgegevens
zijn voor 95 % juist |
- |
||||
32. |
- |
Quickscan
stroomlijning subjectinformatie is uitgevoerd |
- |
|||
33. |
- |
Aanschaf en
implementatie standaard Geografisch Informatie Systeem |
- |
|||
34. |
Implementatie
vernieuwde basisadministratie natuurlijke personen |
- |
- |
|||
35. |
Implementatie
basisadministratie bedrijven en ondernemers |
- |
- |
|||
36. |
Implementatie
basisadministratie geografische basiskaart |
- |
- |
|||
Deelprogramma Doelmatigheid |
|
|
|
|||
|
Prestatienorm
2005 |
Prestatienorm
2004 |
Prestatienorm
in 2003 |
|||
Meer dan 70 % van
de calls bij de servicedesk ICT wordt binnen de afgesproken termijn afgehandeld |
Meer dan 70 % van
de calls bij de servicedesk ICT wordt binnen de afgesproken termijn afgehandeld |
Meer dan 70 % van
de calls bij de servicedesk ICT wordt binnen de afgesproken termijn afgehandeld |
||||
38. |
Alle pc’s en
servers beschikken over het nieuwe besturingssysteem Windows XP |
Besturingssysteem
servers en pc’s naar nieuwe versie opgewaardeerd. |
- |
|||
39. |
- |
Beveiligingsrisico’s
zijn in kaart gebracht |
- |
|||
[1] Informatiearchitectuur is te
vergelijken met een stedenbouwkundig structuurplan, waarin globale bestemmingen
worden vastgelegd die door de betrokkenen op eigen initiatief en naar eigen
inzicht nog in detail kunnen worden ingevuld. In het structuurplan staan de
voorwaarden voor de uitvoering van stedenbouwkundige projecten. De
infrastructuur is vastgesteld en aangelegd in de vorm van wegen en ondergrondse
kabels en buizen. Die infrastructuur is in hoge mate gestandaardiseerd. Niemand
haalt het in zijn hoofd om maatwerk rioolbuizen te gaan maken. Standaardisatie
voorkomt problemen en zorgt voor flexibiliteit, maar zeker ook voor efficiency.
Iets dat heel logisch is in de stedenbouw is voor informatiearchitectuur nieuw
en een noodzakelijke voorwarde om in de toekomst te efficiënter te gaan werken.
[2] Met online authenticatie kunnen
overheidspartijen persoonlijke diensten aanbieden aan burgers en bedrijven. De
authenticatie zorgt ervoor dat de identiteit van de bezoeker van de
overheidssite wordt gecontroleerd. Na deze authenticatie kunnen overheidspartijen
op maat geleverde diensten aanbieden of inzage geven in persoonlijke gegevens.
[3] Het is niet de bedoeling dat
elke gemeente opnieuw het wiel uitvindt. Daarom moet er gewerkt worden met open
standaarden. Dit houdt in dat als de ene gemeente iets ontwikkeld het door
andere gemeenten kan worden hergebruikt. Het is hierbij nodig dat standaarden
worden gekozen en regie wordt gevoerd op deze standaarden.
[4] Een voorbeeld hiervan is het
doorgeven van een adreswijziging aan de gemeente. Een adreswijziging aan de
gemeente wordt momenteel verwerkt in de gemeentelijke basis administratie
(GBA), maar vervolgens niet automatisch in het gemeentelijke belastingensysteem
en in het uitkeringensysteem. Eenmalige
registratie, meervoudig gebruik moet dit wel mogelijk maken.
[5] Een simpel voorbeeld is de
postcode. Om twee systemen te koppelen kan de postcode worden gebruikt als
gemeenschappelijk gegeven in beide systemen. Het koppelen is alleen mogelijk
als beide postcodes er hetzelfde uitzien. Dit blijkt niet altijd het geval. Een
postcode kan bijvoorbeeld worden bijgehouden in tabel 2624ES of in twee
tabellen 2624, ES. Koppelen van
systemen wordt dan moeilijk, tenzij hier duidelijke afspraken over worden
gemaakt en deze afspraken ook worden gecontroleerd. Dit was bijvoorbeeld ook de
oorzaak van het ‘Millennium’-probleem.
[i] Een
formulierengenerator is een softwareprogramma waarmee op een eenvoudige wijze internet formulieren kunnen worden gemaakt. Een internetformulier kan op het internet worden ingevuld en
vervolgens per e-mail
worden verstuurd of in de back-office
worden verwerkt (zoals
bijvoorbeeld het grofvuil formulier).
[iii] Multi-channeling
is een
dienstverleningsconcept. Uitgangspunt is dat via verschillende kanalen (een kanaal is een plek
waar dienstverlening wordt aangeboden zoals het internet of de
publieksbalie) eenzelfde
niveau van dienstverlening wordt
geboden.
[iv] Een kennismakelaar
vergelijkt een profiel van bijvoorbeeld een burger of een
bedrijf met de producten van de gemeente. Voorbeeld
een bedrijf wil zich vestigen in Delft, meldt dit aan de gemeente en de
gemeente informeert pro-actief welke vergunningen moeten worden aangevraagd.
[v]
De meninsgpeiling rond de herinrichting van de markt is uitgevoerd in december
2002 en wordt hier daarom niet meegerekend.
[vi] Met dit
systeem kan door verschillende medewerkers, ongeacht hun kennis van techniek, de gemeentelijke website worden gevuld met actuele informatie.
[vii] DIVOSA is de landelijke vereniging van personen
die op leidinggevend niveau werkzaam zijn bij Nederlandse overheidsorganisaties
of aan de Nederlandse overheid verbonden organisaties op het terrein van werk,
inkomen en zorg.