Inleiding

De Wet dualisering gemeentebestuur vergroot de kaderstellende en controlerende taken van de raad. In de raadsvergadering van 30 oktober 2003 is de financiële verordening vastgesteld, ex art. 212 Gemeentewet. Hierin was het onderdeel waardering en afschrijving vaste activa beknopt beschreven. De voorliggende versie is vollediger.

 

De aanpassingen betreffen:

  1. aanzet om de systematiek van besluitvorming t.a.v. investeringen vast te leggen, met opvolging in de vorm van een in 2004 uit te brengen nota investerings- en onderhoudsbeleid;
  2. Het bij vervangingsinvesteringen, groot onderhoud en renovatie beschikbaar houden van vrijvallende kapitaallasten als dekkingsmiddel
  3. in verband met de rechtmatigheid vergroting van de flexibiliteit voor de toepassing van de verordening;
  4. het beter verwerken van de –complexe– werkelijkheid van vastgoed- en grondexploitaties.
  5. Een op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording verbeterde splitsing van investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

 

Ad 1. De verordening schrijft voor dat bij grotere investeringen de netto contante waarde methode gehanteerd wordt als calculatiemethode ter onderbouwing van het nemen van investeringsbeslissingen. Deze methode bestaat al tientallen jaren en wordt wereldwijd door profit en non-profit organisaties gehanteerd om op professionele wijze investeringsbeslissingen te onderbouwen. De methodiek houdt in dat gedurende de levensduur van een aan te schaffen actief alle ontvangsten en uitgaven in aanmerking worden genomen, die rekening houdende met de tijdswaarde worden gedisconteerd naar een huidige waarde. Een eventuele negatieve huidige waarde wordt ook wel onrendabele top genoemd.

De besluitvorming over investeringen is complex. Zo hanteren door ons ingeschakelde externe partners bij investeringsberekeningen vaak andere disconteringsvoeten dan de algemene binnen de gemeente gebruikelijke disconteringsvoet. Om deze en andere effecten beter in beeld te krijgen wordt in de komende maanden gewerkt aan een nota, die naar verwachting in oktober 2004 leidt tot een nota investerings- en onderhoudsbeleid.

 

Ad 2. Om een vervangingsinvestering, groot onderhoud of renovatie te verrichten is dekking nodig. Het, uiteraard bij ongewijzigd beleid, beschikbaar houden van dekkingsmiddelen uit de vrijvallende kapitaallasten zorgt voor een gezond financieel beheer. Deze systematiek is niet nieuw, want dit staat ook beschreven in de instructie voor de programmabegroting.

 

Ad 3.  Vanaf het boekjaar 2004 neemt de externe accountant zijn oordeel over de rechtmatigheid van de gemeente mee in zijn afweging over de soort accountantsverklaring bij de rekening. Een valkuil is dat de accountant als norm ook de verordeningen in aanmerking neemt. Omdat de praktijk vaak complexer is dan vertaald is in een verordening is flexibiliteit – mits beheerst – gepast. Dat is de reden dat de mogelijkheid tot afwijken is gecreëerd.

 

Ad 4.  De voorliggende aanpassing heeft zijn wortels in het specifieke karakter van de (her)ontwikkeling van vastgoed- en grondexploitaties. Zo geeft de huidige tekst van de verordening aan dat aanschaf van riolering en wegen bij een grondexploitatie als bijvoorbeeld Harnaschpolder geactiveerd moest worden. Terwijl de praktijk is dat het saldo van de grondexploitatie verrekend wordt met de reserve grondbedrijf en activering dus niet aan de orde is.

 

Ad 5. Het Besluit Begroting en Verantwoording hanteert een strikte tweedeling tussen investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Het is in het belang van een goede communicatie raadzaam om deze wettelijk voorgeschreven tweedeling ook afzonderlijk te presenteren in de –mede door onze budgethouders te hanteren– verordening.

 

 

Advies

Aan de raad voorstellen bijgaande aanpassingen op de Financiële verordening gemeente Delft vast te stellen.

 

 

Centrale Staf,

Johan de Ruijter.