Het bezuinigingsprogramma 2006-2008

 

Inleiding

 

Eind 2003 is een bezuinigingsoperatie ingezet van toen nog € 4 miljoen. In het vooronderzoek Bezuinigingen, dat februari 2004 aan de raad werd voorgelegd is een bezuinigingspakket van ruim € 4 miljoen ingevuld. Dit bezuinigingspotentieel is herijkt bij het opstellen van de Programmabegroting 2005-2008. In verband met nieuwe tegenvallers op de Algemene uitkering is voor 2005 een aanvullend berdrag van € 1 miljoen aan bezuinigingen vastgesteld. In de Programmabegroting staat op hoofdlijnen een procesplanning beschreven om in het najaar 2004 te starten proces met een onderzoek voor een aanvullend bezuinigingspakket ten bedrage van € 2 miljoen ingaande 2006. Het totaal te bezuinigen bedrag stond daarmee op € 7 miljoen.

 

Bij brief van 14 oktober j.l. heeft het college aan de raad bericht, dat er forse bedreigingen zijn voor de financiële positie van de gemeente. Voorgesteld wordt om rekening mee te houden met een taakstelling voor de eind 2005 te starten tweede ronde van € 5 miljoen in plaats van de bij de  Programmabegroting vastgestelde € 2 miljoen.

 

Het nu te realiseren  bezuinigingspakket zal ingrijpende maatregelen gaan inhouden. Dat vraagt om diepergaande strategische afwegingen, waarover wij graag met uw raad in gesprek gaan..

 

De bespreking van de Startnotitie Bezuinigingen 2006-2008 a.s. markeert voor de raad het startpunt voor de komende bezuinigingsoperatie. In deze notitie, die in zijn benadering gelijksoortig is aan de vorige startnotitie, wordt in de volgende paragrafen nader ingegaan op:

1.       de stand van de huidige bezuinigingsoperatie, wat is al vast gerealiseerd, waar liggen nog uitzoekopdrachten, waar nog risico’s

2.       de actuele financiële situatie, knelpunten, risico’s, ontwikkelingen in het reservevermogen  en de nieuwe hoogte van de bezuinigingstaakstelling

3.       de uitgangspunten voor de bezuinigingsoperatie

4.       soorten van oplossingen

5.       de procesaanpak en de planning van de bezuinigingsoperatie op hoofdlijnen

6.       advies.

 

1.         De stand van de huidige bezuinigingsoperatie,

-Wat is al vast gerealiseerd en waar liggen de risico’s?

Uit de programmabegroting 2005-2008 is onderstaand overzicht van de gefaseerd te realiseren bezuinigingen af te leiden.

 

 

 

De bezuinigingen in het totaal pakket zijn voor een groot deel hard ingevuld. Bij volledige uitvoering van dit bezuinigingsprogramma is op basis van de huidige cijfers een marge voor mogelijk besparingsverlies van in 2008 circa € 7 ton ingebouwd. Deze risicobuffer is nodig vanwege een aantal onzekerheden binnen het totale bezuinigingspakket. Voor een aantal onderwerpen zullen nog vervolgvoorstellen gedaan moeten worden. Dit geldt met name voor:

a.       de nadere uitwerking van overdracht van taken

b.       de in 2006 en 2007 door te voeren korting op subsidies

c.       de te bereiken kostendekkendheid van leges en tarieven. In november 2004 wordt het onderzoek naar de (kostendekkendheid van de) legesverordening en van de begrafenisrechten aan de raad voorgelegd. Binnen deze taakvelden is een gedeelte van de bezuinigingstaakstelling te realiseren. Via een vervolgonderzoek naar de kostendekkendheid van overige leges en tarieven zal nog aanvulling tot het resterende bedrag gezocht worden.

d.       de door het GMT taakstellend te realiseren bezuinigingen op de organisatie.

 

 

2.         De actuele financiële situatie

Bij de presentatie van de miljoenennota bleek, dat het rijk 2,5 miljoen extra ging bezuinigen, waarvan zoals gebruikelijk een deel afgewenteld wordt op gemeentes. Voor de verlaging van de uitkering uit het Gemeentefonds is daar bij de Programmabegroting op geanticipeerd;  hoewel de in oktober verschenen septembercirculaire nog wel een aantal ongewisheden bevat. Daarnaast geeft de bezuinigingsproblematiek van het rijk forse risico’s bij m.n. het werkveld sociale zorg, WWB en bijzondere bijstand. Het college heeft u al eerder geďnformeerd over de zorgwekkende ontwikkeling m.b.t. de Wet Werk en Bijstand. Voor 2005 is een fors financieel nadeel te verwachten (deels nog op te vangen in het fonds voor Werk en inkomen). De open vraag is nog in hoeverre de aanpassingen voor het verdeelmodel voor 2006 e.v. voor Delft gunstiger gaat uitpakken. Dit is een grote risicopost voor de gemeentebegroting. Datzelfde geldt ook voor de bijzondere bijstand maar daar is zo nodig nog wel (een deel van) de in de Programmabegroting 2005-2008 opgenomen risicobuffer voor beschikbaar. Daarnaast wordt in de miljoenennota ook een bezuiniging op de Sociale Werkvoorziening aangekondigd.

 

Een bijzonder knelpunt c.q. financieel risico betreft de budgettaire dekking van kosten stadstoezichthouders. Tot op heden worden deze kosten ten laste gebracht van de parkeerreserve. Het is echter het meest zuiver als deze reserve  niet meer met deze kosten belast wordt. Het huidige benodigde bedrag voor de stadstoezichthouders is € 0,24 miljoen. Daarnaast hebben we nog stadstoezichthouders in de I/D regeling die gaat aflopen. Dit levert een risico op van 0,5 miljoen. Ook deze lasten zullen neerslaan op de algemene middelen. Hier zal nader op teruggekomen worden bij de thans plaatsvindende analyse van de begrotingsstructuur, de kostentoerekening en de grondslagen voor de tariefsbepaling. In aanvulling hierop vindt er ook in bredere zin een onderzoek plaats naar de begrotingsstructuur en de belasting van de zgn. gesloten circuits. Ook dat kan leiden tot een verschuiving van lasten naar de algemene dienst.

 

Wij adviseren om rekening te houden met een bezuinigingstaakstelling van € 5 miljoen, dit bedrag is als volgt opgebouwd:

1. de in de PB 2005-2007 genoemde bezuiniging                                    € 2 miljoen

2. financiële knelpunten sociale zorg (o.m. sociale werkvoorziening,
    bijzondere bijstand):                                                                         € 1
miljoen

3. financieel knelpunt/risico WWB                                                         € 1,5 miljoen

4. overige financiële knelpunten                                                             € 0,5 miljoen

                                                                                                          € 5 miljoen

 

2.2     Ontwikkelingen in het reservevermogen

Een positieve ontwikkeling betreft het gemeentelijk reservevermogen,  deze wordt weer versterkt: € 10,2 miljoen aan dividend in verband met de fusie van Waterleidingbedrijf WBE met Delta (in Evides). Dit geeft uiteraard verschillende opties, van inzetten voor het investeringsprogramma tot vastzetten op de “gemeentelijk bank, waarbij de rente ten gunste gebracht wordt van de exploitatie, of voor versterking van het weerbaarheidsvermogen. Ons voorstel is de prioriteit te leggen bij de versterking van het weerbaarheidsvermogen. De rentemarge over de reserve kan zolang de reserve niet aangesproken wordt ten gunste komen van de Algemene Dienst (€ 3 ton op jaarbasis).

 

 

3.         Uitgangspunten voor de bezuinigingsoperatie

De raad heeft in de vorige startnotitie bestuurlijke uitgangspunten voor de bezuinigingsoperatie vastgesteld. Deze uitgangspunten zijn toegepast om tot het lopende bezuinigingsprogramma te komen. Nu bijna 1 jaar later, voor de aanvang van de tweede ronde 2005, kan onderstaand overzicht een voorzet zijn voor de uitgangspunten van de tweede ronde. De eerder gestelde uitgangspunten zijn voor een belangrijk deel overgenomen, wel zijn de financiële uitgangspunten aangescherpt.

De inzet van de bezuinigingsoperatie

  1. Alles is bespreekbaar, in de nadere uitwerking worden daartoe de volgende categorieën onderscheiden:

-              Beleidsvoering: herijking gemeentelijke taken, overdracht van taken, aanpassing financiële relaties met derden

-              Bedrijfsvoering

-              Oplossingen via de financiële techniek

-              Eventuele verhoging van gemeentelijke prijzen en tarieven

 

 

 

Effecten voor de burger

b.       Zoveel mogelijk ontzien van kwetsbare groepen in Delftse samenleving

c.       Verhoging van gemeentelijke prijzen en tarieven kan noodzakelijk zijn

d.       Andere maatregelen kunnen leiden tot hogere bijdragen van burgers aan gesubsidieerde voorzieningen

 

Financieel

  1. Het financiële scenario kan een combinatie zijn van incidentele en structurele dekkingen/maatregelen
  2. Er wordt een bezuinigingstaakstelling van € 5 miljoen gerealiseerd ten behoeve van een sluitende meerjarenbegroting 2006-2009. Bij deze taakstelling mag het voor 2006 een bedrag van ten hoogste € 1,5 miljoen op incidentele basis worden ingevuld, idem voor 2007 maximaal 0,5 miljoen
  3.  De (buffer-)ruimte voor nieuw beleid in 2006 wordt gehandhaafd, indien genoeg financiële ruimte is vrijgespeeld

 

Personeel

  1. Maatregelen in kader takenreductie/-vermindering, leiden tot personeelsreductie. De gemeente spant zich in om gedwongen ontslagen te voorkomen.

 

 

 

4.         Soorten van oplossingen

In de vorige startnotitie bezuinigingen (november 2003) is aangegeven, dat bij bezuinigen aan verschillende opties gedacht kan worden, zoals de overdracht van taken, dan wel taakvermindering, efficiencymaatregelen, verhoging van inkomsten van derden, en zuiver financieel technische oplossingen. Ook verhoging van gemeentelijke fiscale tarieven en prijzen was daarbij een optie. In de verdere uitwerking wordt steeds onderscheid gemaakt naar de volgende soorten van maatregelen/oplossingen:

 

I.             Beleidsvoering  (Taakvermindering, herprioriteren en/of herfaseren, overdracht van taken, verlagingen van subsidies en bijdrage aan derden)

II.           Bedrijfsvoering

III.          Financiële technische oplossingen

IV.        Hogere prijzen en tarieven.

 

Voor de komende bezuinigingsoperatie gaat het met name enerzijds om inhoudelijke keuzes in de beleidsvoering waar met name college en raad aan zet zijn, en anderzijds gaat het om door het GMT te realiseren bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Dit kan dan aangevuld met maatregelen in de financiële sfeer en prijzen en tarieven voor gemeentelijke producten en diensten.

 

Het moet uiteindelijk gaan om structurele bezuinigingen, voor de overbrugging naar het structureel niveau zo nodig met incidentele maatregelen aangevuld.

 

Ad I.

Heroverweging van de taakomvang moet een substantieel aandeel in het bezuinigingspakket leveren. Hierbij zijn verschillende situaties denkbaar, de gemeente kan bestaande taken overdragen aan een derde, er kan gesneden worden in het huidig taakniveau, en er kan op voorgenomen activiteiten (nieuw beleid, investeringen) een herprioritering en/of herfasering toegepast worden.

 

De raad kan nadere aanwijzingen aan college geven voor welke beleidsvelden nader onderzocht zou moeten worden of/hoe daar bezuinigingen in te realiseren zijn. We stellen ons daarbij voor, dat dat zo gericht mogelijk gebeurt op basis van huidige kennis en inzichten.

 

In de sfeer van overdracht van taken doet zich op dit moment een aantal concrete cases voor, die overigens niet per definitie hoeven te resulteren in bezuinigingen. De raad kan vanuit zijn inzichten aangeven voor welke gemeentelijke taakonderdelen hiertoe nader onderzoek moet plaatsvinden.

 

Bij herprioritering en/of herfasering van voorgenomen activiteiten kunnen ter discussie komen de hoogte van beschikbare budgetten, temporiseren van investeringsplannen, en eventueel het versoberen van het totale investeringsprogramma.

 

Verlagingen van subsidies en bijdrage aan derden

In het Vooronderzoek Bezuinigingen is de verlaging van subsidies/bijdragen aan derden bescheiden geweest (over het totaal subsidiebudget: 3% in 3 jaar tijd). Voorbeelden van het rijk en bij andere gemeentes laten verdergaande maatregelen in de subsidiesfeer zien. Het totale bezuinigingspakket, dat door de gemeente doorgevoerd moet worden is dermate omvangrijk (immers: € 10 miljoen op een beďnvloedbaar budget van ca € 100 miljoen), dat enige verdere verlaging van subsidies en bijdragen ook in de tweede ronde weer aan de orde kan komen.

 

Ad II. Bedrijfsvoering

Er loopt op dit moment een meerjarig efficiency-/personeelstraject. Daarnaast zullen de inhoudelijke keuzes (ad I.) zich vertalen in organisatorische/personele consequenties. En daar nog eens bovenop speelt er een aantal verzelfstandigingstrajecten (brandweer/onderzoek reiniging) en inhoudelijke ontwikkelingen zoals bijv. bij de invoering van de Wet Werk en Bijstand waar ook de nodige personele consequenties aan verbonden zijn. Dubbelingen met het deze al lopende bezuinigingsplan moeten ook vermeden worden. Desondanks zal er een aanvullende taakstelling voor bezuinigingen in de bedrijfsvoeringstaken met het GMT overeengekomen moeten worden. Wij zijn hier inmiddels met het GMT ook over in gesprek.

 

Ad III: Financiële technische oplossingen

In de afgelopen meerjarenbegrotingen en de lopende bezuinigingsronde zijn financieel technische oplossingen in ruime mate ingezet, bijvoorbeeld in de sfeer van het treasuryresultaat, of in de vorm van vervroegde afschrijvingen etc. Voor de tweede ronde zijn hier in structurele zin geen hoge verwachtingen aan te verbinden. Zo zal het treasuryresultaat ten gevolge van een stijgende tendens op de geld-/kapitaalmarkten eerder onder druk komen te staan, dan dat hier extra voordelen uit te verwachten zijn. Er zijn vooralsnog geen meevallers op dit werkveld te verwachten.

 

Ad IV: Hogere prijzen en tarieven.

Kunnen ook in de tweede ronde aan de orde komen. Het net uitgevoerde legesonderzoek geeft een beperkte bezuinigingsmogelijkheid om leges kostendekkend te maken, de bezuinigingstaakstelling voor de begrafenisrechten zal ook leiden tot kostendekkendheid. Nader onderzoek zal gedaan worden naar de overige leges en tarieven voor gemeentelijke producten en diensten.


5.         Procesaanpak

5.1       Reikwijdte/diepgang van de takendiscussie

Hoe wilt u het raadsproces inrichten? Via een uitgebreide kerntakendiscussie of via een gerichte takendiscussie?

Bij de behandeling van de Programmabegroting heeft u een motie aangenomen om een aantal varianten voor een kerntakendiscussie uit te werken. Zoals in het raadsvoorstel aangegeven ontraden wij sterk een uitgebreide en allesomvattende kerntakendiscussie. Dit begrip is in gemeenteland gaan leven in de jaren “90. De ervaringen daarmee zijn overwegend negatief. Het gaat om tijdrovende en zware bestuurlijke processen die aan het eind van de rit toch weer neerkomen op traditionele bezuinigingen.


De bij een uitgebreide kerntakendiscussie gevolgde werkwijze is, dat het complete gemeentelijke takenveld onder de loep genomen wordt, en op vergaand detailniveau in kaart gebracht wordt of er wel/niet sprake is van een wettelijke taak, of er mogelijkheden zijn om taken uit te besteden of af te stoten, en welke financiële en maatschappelijke consequenties daaraan verbonden zijn. Ook Delft heeft een dergelijk proces omstreeks 1996 gedaan. Dat proces vergt onevenredig veel van de bestuurlijke en ambtelijke organisatie en is naar onze opvatting niet voor herhaling vatbaar. Een ander bezwaar van een kerntakendiscussie is dat deze zich vaak beperkend eenzijdig richt op de zgn. wettelijke taken. Het is te mechanistisch om te veronderstellen, dat het gemeentelijke taakgebied op deze wijze opnieuw in te richten is. Dat doet geen recht aan de locale behoeftes en gemaakte keuzes.

 

Wij adviseren u daarom een gerichte kerntakendiscussie te voeren. Hierbij kan wel in vogelvlucht het gehele takenpakket tegen het licht gehouden worden, maar de bestuurlijke en ambtelijke focus richt zich op onderzoek en analyse waar gewenst en waar u de grootste  kansen ziet. Welke taken wilt u wel ter discussie stellen en welke niet? Waar denkt u dat het wat minder kan? Wij verwachten, dat u net zo goed als het college en de ambtelijke organisatie vanuit uw werkervaring en contacten met de samenleving ideeën zult hebben over waar de taakuitvoering verminderd kan worden, of waar mogelijkheden zijn om dat meer aan anderen over te laten. Wij bevelen u aan daarvoor 1 of meer (thema-)sessies te organiseren, op basis waarvan u vervolgens aan ons weer vraagstellingen/opdrachten kan meegeven voor het door ons gestarte onderzoek. Onderdeel van dit raadsproces kan zijn, dat aan de fracties op voorhand gevraagd wordt een lijst  op te stellen van concrete bezuinigingsmogelijkheden, deze lijsten kunnen gebundeld worden en ingebracht worden in de themabijeenkomsten van de raad. U kan daarbij dan verder inzoomen op onderwerpen waar u de grootste kansen ziet voor te treffen bezuinigingen.

 

5.2       Kaderstelling gemeenteraad  voor de bezuinigingsoperatie

Wij adviseren u om in nauwe samenwerking tussen raad en college de taakstelling te realiseren. Op dit moment vinden er vanwege de noodzakelijke voortgang in het proces al voorverkenningen plaats van de collegeleden en de gemeentesecretaris  om binnen de inhoudelijke portefeuilles dan wel de bedrijfsvoering te zoeken naar mogelijkheden om te bezuinigen.

 

De raad zal zijn eigen proces nog vorm moeten geven en kan vanuit dat proces ook zijn visie op de bezuinigingen meegeven aan het college om dit betrekken bij het onderzoek naar bezuinigingsmogelijkheden.

 

De raad zal daarvoor dan zijn eigen proces kennen. In het besluitvormingsproces zijn twee formele momenten voorzien waarbij de raad zijn kaderstellende en besluitvormende rol vervult, t.w. de behandeling van de startnotitie, en de voorlopige vaststelling van de bezuinigingen. Verwerking, nadere uitwerking en definitieve vaststelling vindt dan plaats in het proces van de Programmabegroting.

 

De kaderstellende rol van de raad aan het begin van het bezuinigingsproces kan tot uitdrukking komen door op basis van deze startnotitie helderheid te verkrijgen over de volgende vragen: 

 

A. Wat moet voor uw raad de hoogte van de totale bezuinigingstaakstelling zijn (zie § 2)?

 

B. Welke uitgangspunten (zie § 3) wilt u daarbij hanteren? Staan rekening houdend met de uitgangspunten voor u alle beleidsvelden ter discussie of zijn bepaalde onderwerpen voor uw gemeenteraad “off limit”.?

 

C. Welke kansen ziet u om te bezuinigen?

 

D. Hoe richt u het proces in?

 

 

 

 

5.3  De raadsanalyse

De raad kan voor deze discussie vanuit vele bronnen putten voor achtergronddocumentatie:

a.       De programmabegroting geeft een beschrijving van het gemeentelijk beleid, waarbij ook veel aandacht wordt gegeven aan nieuwe initiatieven en het uitgebreide meerjarige investeringsprogramma.

b.      De door het college vastgestelde productenraming heeft een vooral intern karakter voor de nadere vaststelling van het budgettair kader op productniveau voor de organisatie. Deze productenraming kan ter beschikking gesteld worden aan de gemeenteraad.

c.       Daarnaast heeft u vanuit het commissiewerk en raadswerk een uitgebreide informatieverzameling en ook een netwerk van relaties met maatschappelijke instellingen en burgers opgebouwd wat u ook voor uw beeldvorming m.b.t. de bezuinigingsmogelijkheden ten dienste zal staan.

 

De precieze werkwijze voor de raadsanalyse kan ten vervolge op deze startnotitie nog nader uitgewerkt worden, maar het zou op product-/taakniveau tot concrete aanwijzingen moeten leiden, waar u mogelijkheden ziet voor:

o        een aantal taken niet meer zelf uit te voeren maar over te dragen aan derden

o        het taak- en dus budgetniveau te verminderen

o        investeringen en grote projecten te temporiseren en/of het investeringsvolume te beperken

o        het voorzieningenniveau binnen bepaalde beleidsvelden te versoberen

o        meer over te laten aan het maatschappelijk middenveld


5.4   Planning

In hoofdlijnen geldt (goeddeels overeenkomstig het in de Programmabegroting 2005-2008 opgenomen schema) de volgende planning voor de tweede ronde bezuinigingen:

 

Bezuinigingstaakstelling 2006-2008

Door

Data

Startnotitie over de inzet van de bezuinigingsoperatie tweede ronde. Kaderstelling van de raad bij aanvang van het proces.

B&W Commissie M+B Raad

November

7 december

16 December

Takendiscussie in de raad

Raad

 December/januari

Aanbieding resultaat takendiscussie aan college

Raad

Voor 1 februari

Analyse Beleidsvoering/taken

College

Nov./januari

Analyse op de Bedrijfsvoering

GMT

Nov./januari

Bezuinigingsvoorstellen 

College

Februari

Voorlopige vaststelling bezuinigingspakket

Commissie

Raad

 

24 Februari

Opname in startdocumenten Programmabegroting

Griffie

maart

Bespreking startdocumenten met de stad

Commissies extern

april

Nadere uitwerking in Programmabegroting 2006-2009

College

April/juni

Vaststelling Programmabegroting

Raad

september

 

Na de besluitvorming over de bezuinigingen op 24 februari 2005 zijn de betrokken sector-/vakteamhoofden proceseigenaren voor realisatie van de bezuinigingen in hun sector. Het monitoren van de realisatie van de bezuinigingen kan volgens de reguliere verantwoordingslijn verlopen via de clusters en het GMT met gebruikmaking van de reguliere rapportages in het kader van de beleidscyclus.

 

 

6.           Advies

a.           de bestuurlijke uitgangspunten voor het bezuinigingsproces vaststellen

b.           de gefaseerd te realiseren bezuinigingstaakstelling voor de periode 2006-2008 vaststellen op € 3.5 miljoen structureel in 2006, € 4,5 miljoen structureel in 2007, tot € 5 miljoen structureel in 2008

c.           instemmen met de onderzoeksaanpak (proces, inhoud, fasering)

d.           voor de realisatie van het nog uit te werken bezuinigingsplan een nog nader te bepalen flankerend budget ter beschikking stellen