Stuk 37 I Delft, 10 februari
2004.
402838
Onderwerp: Vooronderzoek Bezuinigingen 2005-2007
Aan de gemeenteraad,
Geachte dames en heren,
Na uw vaststelling van de Startnotitie
Bezuinigingen op 18 december 2003 is in opdracht van het college door de
ambtelijke organisatie onderzoek gedaan naar mogelijke maatregelen/oplossingen
volgens de verschillende uitwerkingsthema’s van de Startnotitie:
I.
Herijken gemeentelijke taken
II.
Herijken financiële relaties met derden
III.
Efficiency
IV.
Maatregelen op het vlak van
personeelszaken
V.
Oplossingen via de financiële techniek
VI.
Hogere prijzen en tarieven
o
Bijlage IV omvat het
PersoneelBeheersPlan, dat opgesteld is om vorm te geven aan de te realiseren
reductie van de ambtelijke organisatie.
|
|
|
|
Resultaten vooronderzoek
De eerste uitwerking van de onderzoeksopdrachten geeft
als beeld, dat de gegeven bezuinigingstaakstelling
realiseerbaar is. Het lichte tekort in 2005 wordt opgevangen door de risicobuffer
in de bezuinigingstaakstelling. Het in 2007 te constateren positieve saldo
geeft enige marge voor nu nog onvoorziene omstandigheden bij de verdere
realisatie in de komende jaren. U
dient zich hierbij overigens wel te realiseren, dat sprake is van een vooronderzoek,
nadere uitwerkingen kunnen tot scherpere inzichten leiden voor wat betreft de
financiële gevolgen. Dat kan dan overigens zowel positief als negatief
zijn.
Als er gaandeweg het bezuinigingstraject evenwel
besparingsverliezen ontstaan zullen alternatieve bezuinigingsmogelijkheden onderzocht
worden.
*
1.000 €
|
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
Bezuinigingstaakstelling |
1.500 |
3.000 |
4.000 |
4.000 |
Resultaten vooronderzoek |
1.500 |
2.962 |
4.005 |
4.542 |
Marge ten opzichte van de Bezuinigingstaakstelling |
--- |
- 38 |
5 |
542 |
Onze focus voor de uitwerking
van de onderzoeksopdrachten heeft gelegen bij taak- en of
budgetvermindering,
efficiencymaatregelen en maatregelen op vlak van personeelszaken. Het
doorvoeren van deze bezuinigingsmaatregelen heeft beperkt effect voor het
gemeentelijk beleid en de dienstverlening aan de burger.
Aan externe effecten
is bij de gegeven (omvangrijke) taakstelling niet geheel te ontkomen. Met name in de sfeer van
subsidieverlening aan instellingen resp. financiële bijdragen van een aantal
gemeenschappelijke regelingen stellen we voor om gespreid over een aantal
jaar (2005-2007) ook daar een bezuiniging te realiseren. Denkmodel voor de
bezuinigingstaakstelling is het doorvoeren van een korting voor drie jaar
achtereen met 1% op het gemeentelijk accres voor deze subsidies/bijdragen. In
de praktijk zullen we hier echter gericht mee omgaan, sommige instellingen
zullen ontzien worden, voor andere instellingen denken we echter ook aan
opheffing van de gemeentelijke subsidie. De hoofdlijnen van deze benadering
treft u aan in de bijlagen, in de komende maanden zullen wij nader in contact
treden met betrokken instellingen voor het concretiseren van de
bezuinigingsplannen.
Een ander extern effect voor de
burger betreft het berekenen van hogere prijzen en tarieven van een aantal
gemeentelijke diensten. Naar ons oordeel levert dat echter een bescheiden
bijdrage aan de totale bezuinigingstaakstelling.
Risico’s
rijksbezuinigingen
De
risico’s van verdergaande rijksbezuinigingen blijven onverminderd
aanzienlijk, de begrotingsbehandelingen in de Tweede kamer eind 2003 hebben
op onderdelen enige verlichting gegeven, dit geeft echter geen aanleiding om
de bezuinigingstaakstelling neerwaarts aan te passen. De lagere rijksbezuinigingen
zijn immers vooral incidenteel van aard. Elk dossier zal op zijn eigen
merites gemonitord en beoordeeld
moeten worden. De in bijlage II aangegeven oplossingsrichtingen zijn
daarbij een eerste leidraad.
In
de totale bezuinigingstaakstelling is een risicobuffer opgenomen, die
als volgt te berekenen is. Deze begrotingspost bedraagt in 2006/2007 circa €
9 ton structureel.
*
1.000 €
Bezuinigingstaakstelling |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
Begrotingstekort |
- 1.282 |
- 2.263 |
- 3.020 |
- 3.135 |
Opbouwen risicobuffer |
- 218 |
- 737 |
- 980 |
- 865 |
Totale Bezuinigingstaakstelling |
1.500 |
3.000 |
4.000 |
4.000 |
In aanvulling daarop heeft u de Sociale Reserve ten
behoeve van de minima ingesteld. Hiertoe is de begroting voor 2004 gewijzigd.
De Sociale Reserve wordt gevoed uit:
a. |
Het opheffen van de Zalmsnip in 2004: |
€
1.582.568 |
b. |
De herbestemming van middelen
voor het digitaliseren bestemmingsplannen (Amendement programmabegroting) |
150.000 |
Totaal beschikbaar in de Sociale Reserve: |
1.732.568 |
Bij
de behandeling van de Startnotitie Bezuinigingen in december 2003 heeft u
vragen gesteld over de formatiegroei in de periode 2001-2004 en de
arbeidsproductiviteit.
De
groei van de personele organisatie is het gevolg van een aantal zaken die het
gemeentebestuur de afgelopen jaren
heeft opgepakt. Daar kunnen verschillende redenen aan ten grondslag liggen:
beleidsintensiveringen (sociale sector, parkeren), uitvoeringsintensiveringen
(zoals het toezicht op de openbare ruimte, en wijkzaken), en ook soms door
het zelf gaan uitvoeren van bepaalde taken vanwege de kostenefficiëntie
(zoals zelf doen van de OZB-taxaties). Per saldo is er meer werk gekomen en
dus zijn er meer mensen aan het werk. Een uitgebreide toelichting hierop
treft u aan in de bijlagen.
De in Delft gehanteerde
normeringssystematiek met betrekking tot inzetbare productieve uren geeft ons
geen aanleiding tot de conclusie, dat de productiviteit van Delftse ambtenaren te wensen overlaat.
Wel is op onderdelen, zoals bijvoorbeeld in het ziekteverzuim een nadere
normstelling mogelijk.
Het
college spant zich daarbij in om gedwongen ontslagen te voorkomen.
Het vervolg
In de startnotitie bezuinigingen wordt een eerste
voorzet gedaan voor de totale planning van het bezuinigingsproces. De
vaststelling van de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen geschiedt bij de
vaststelling van de Programmabegroting.
Inmiddels heeft de raadswerkgroep bestuurlijke
vernieuwing voorstellen gedaan voor het proces van voorbereiding en besluitvorming
m.b.t. de Programmabegroting. In lijn van dit voorstel kan het bezuinigingstraject
(na de meningsvorming m.b.t. het vooronderzoek) daar als volgt in opgenomen
worden:
a.
Na een eerste bespreking in de raadscommissie Middelen en Bestuur op 17 februari 2004 zullen de
verschillende bezuinigingsmaatregelen op hoofdlijnen verwerkt worden in de
basisdocumenten Programmabegroting 2005-2008.
b.
Via de commissies extern (tweede helft
maart) en de vakcommissies (april) is er gelegenheid om te reageren op de
bezuinigingsplannen
c.
De bezuinigingsmaatregelen worden verder uitgewerkt ten behoeve van
de Programmabegroting en de Productenramingen.
d.
In september wordt de Programmabegroting
2005-2008 vastgesteld inclusief de voorgenomen bezuinigingsmaatregelen.
In
deze fase van het proces hoeven door de raad dus nog geen besluiten over de
resultaten van het vooronderzoek genomen te worden, wel vergt de voortgang
van het personele traject dat daar de eerdergenoemde bestemmingsreserve
ingesteld gaat worden.
Wij stellen u, onder voorbehoud van gunstig advies
van de commissie middelen en bestuur, in de lijn van het voorafgaande
voor:
a.
In te stellen de bestemmingsreserve “personeelsmaatregelen bezuinigingen
2004-2007”.
b.
Akkoord te gaan met een dotatie van € 1 miljoen uit het
rekeningsresultaat 2003 ten behoeve van deze bestemmingsreserve.
Hoogachtend,
Burgemeester en
wethouders van Delft;
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
H.G.L.M.
Camps ,secretaris.
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 10 februari 2004;
met inachtneming van het advies van de
raadscommissie Middelen en Bestuur van 17 februari 2004;
b e s l u i t :
a.
In te stellen de bestemmingsreserve “personeelsmaatregelen
bezuinigingen 2004-2007”.
b.
Akkoord te gaan met een dotatie van € 1 miljoen uit het
rekeningsresultaat 2003 ten behoeve van deze bestemmingsreserve.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 26 februari 2004.
,burgemeester.
,griffier.