Stuk 74 I                                                                                             Delft, 13 april 2004.

413561

 

 

Onderwerp:       wijzigingen van de “Verordening op de benoeming

van de openbare ruimte en de toekenning van straat-

naamgeving en huisnummering”

 

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

De bevoegdheid om gedeelten van de openbare ruimte en zich daarin bevindende bouwwerken te benoemen ligt thans op grond van de “Verordening op de benoeming van de openbare ruimte en de toekenning van straatnaamgeving en huisnummering” bij uw raad. Het gaat om een autonome bevoegdheid van de gemeenteraad, nu er geen landelijke wetgeving is die de gemeente regels (in medebewind) ter uitvoering op dit gebied oplegt. Het benoemen van de openbare ruimte behoort tot de huishouding van de gemeente en hiervoor kan de raad bij verordening bevoegdheden toedelen aan het college.

 

In dit verband komt ook de overgang naar het dualistische stelsel in maart 2002 aan de orde. Met dit dualisme heeft zich een ontvlechting van de positie en bevoegdheden van raad en college voorgedaan. De kaderstellende en controlerende bevoegdheden zijn bij de raad gelegd en de bestuursbevoegdheden zijn geconcentreerd bij het college. De Wet dualisering gemeentebestuur heeft de bestuursbevoegdheden behorend tot de autonome bevoegdheden van de gemeente nog niet rechtstreeks bij het college gelegd, nu hiertoe een grondwetswijziging nodig is. Wel kan de raad –het dualiseringsprincipe doortrekkend op het terrein van de gemeentelijke autonomie- bij verordening bestuursbevoedheden in handen van het college geven.

 

Van de hiervoor genoemde mogelijkheid kan naar de opvatting van ons college gebruik gemaakt worden. Daarmee wordt aangesloten bij hetgeen de Commissie Middelen en Bestuur in haar vergadering van 2 december 2003 heeft geadviseerd.

 

Voorts leggen wij u –nu zich de gelegenheid van wijziging voordoet-  de aanpassing van de verordening voor met betrekking tot de aanduiding van ons college. Daar waar “(het college van) burgemeester en wethouders” staat, moet komen te staan: het college. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie die de Gemeentewet hanteert sinds de wijzigingen door toedoen van de Wet dualisering gemeentebestuur.

 

De betreffende verordeningswijzigingen stellen wij referendabel.

 

 

Wij stellen u voor, onder  voorbehoud van gunstig advies van de commissie middelen en bestuur,  bijgaand (in concept opgemaakt) besluit tot vaststelling van de voorgelegde wijzigingen van de “Verordening op de benoeming van de openbare ruimte en de toekenning van straatnaamgeving en huisnummering” te nemen.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.

 

 

H.G.L.M. Camps                       ,secretaris.                       .

 


 De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van 13 april 2004;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

I.

 

de “Verordening op de benoeming van de openbare ruimte en de toekenning van straatnaamgeving en huisnummering” als volgt te wijzigen:

 

a.

Artikel 1, onder h wordt vervangen en komt te luiden:

 

het college: het college van burgemeester en wethouders

 

b.

Artikel 2 wordt vervangen en komt te luiden:

 

1.   Het college verdeelt de gemeente, al dan niet op basis van woonblokken, in wijken en buurten en duidt deze aan met nummers, zo nodig aangevuld met letters of namen.

2.   Het college kan de openbare ruimte en gemeentelijke bouwwerken benoemen.

3.   Alvorens het college een besluit op grond van lid 1 en van lid 2 neemt, wordt het hierover geadviseerd door de commissie straatnaamgeving.

4.   De commissie straatnaamgeving is ingesteld door het college. Voor het functioneren en de samenstelling van de commissie stelt het college regels vast.

 

c.

Artikel 4, lid 1 wordt vervangen en komt te luiden:

 

De door het college aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken toegekende namen worden duidelijk zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

 

d.

Artikel 10, lid 2  wordt vervangen en komt te luiden:

 

Het college kan in overeenstemming met de ingevolge deze verordening toegekende bevoegdheden, in afwijking van het eerste lid, besluiten dat de eerder gegeven en aangebrachte namen en nummers binnen de door het college bepaalde termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.


 

e.

De volgende veranderingen worden aangebracht:

In artikel 3, lid 1 wordt “Burgemeester en wethouders kunnen” vervangen door: het college kan; en wordt “in te dienen bij burgemeester en wethouders” vervangen door: in te dienen bij het college.

In artikel 3, lid 2 wordt “een aanvraag bij burgemeester en wethouders” vernagen door: een aanvraag bij het college.

In artikel 3, lid 4 wordt “burgemeester en wethouders” vervangen door: het college.

In artikel 5, lid 1 wordt “Indien burgemeester en wethouders het nodig oordelen” vervangen door: Indien het college het nodig oordeelt.

In artikel 5, lid 2 wordt “Burgemeester en wethouders stellen” vervangen door: Het college stelt.

In artikel 6, lid 1 en lid 2 wordt “burgemeester en wethouders” vervangen door het: het college

In artikel 6, lid 4 wordt “Burgemeester en wethouders kunnen” vervangen door: Het college kan.

In artikel 7, lid 1 en lid 2 wordt “Burgemeester en wethouders stellen” vervangen door: Het college stelt.

In artikel 10, lid 1 wordt “burgemeester en wethouders” vervangen door: het college.

 

II.

Deze verordeningswijzigingen treden zes weken na de bekendmaking van dit besluit in werking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 april 2004.

 

,burgemeester.

 

,griffier.