Stuk 128 I
441500
Aan de
gemeenteraad
Delft, 7 juni 2004
Betreft:
borgen presidium in Reglement van Orde van de raad
Geachte
dames en heren,
In het
huidig Reglement van Orde van de raad is vastgelegd dat de raad beschikt over
een presidium, dat griffier of diens plaatsvervanger bij de vergaderingen van
het presidium aanwezig is, dat de voorzitter de secretaris kan uitnodigen en
dat presidiumleden zich door hun
plaatsvervanger kunnen laten vervangen. Na ruim twee jaar functioneren
blijkt dat het presidium een relatief vast pakket werkzaamheden heeft:
vaststellen van de voorlopige raadsagenda, vaststellen van de planning van
vergaderingen, vaststellen welk onderwerp in welke raadscommissie behandeld
behoort te worden als daar onduidelijkheid over is en voorstellen doen op het
gebied van de reglementen van orde van raad en commissies en uitspraak doen
over de uitleg van deze reglementen.
Daarnaast
is stilzwijgend het gebruik ontstaan dat indien de burgemeester in zijn
hoedanigheid van voorzitter raad aanwezig is hij de voorzittershamer hanteert.
Uit duaal oogpunt is dit niet de meest logische situatie. De burgemeester is
immers ook voorzitter van het college, het instituut dat door de raad
gecontroleerd wordt. Het ligt dan ook meer voor de hand het proces van
vaststellen van de conceptagenda in onafhankelijke hand te leggen. Voorstel is
dan ook om degene die in het presidium de voorzittershamer al hanteerde bij
afwezigheid van de burgemeester ook feitelijk voorzitter te maken.
Voorgesteld
wordt dan ook om het huidig artikel 3b in het reglement van orde van de raad in
te trekken en te vervangen door een artikel dat de bestaande werkpraktijk
formaliseert en de het voorzitterschap bij de plaatsvervangend voorzitter van
de raad legt.
Het
presidium stelt u dan ook het volgende nieuwe artikel 3b voor:
1. “De raad heeft een presidium”
Deze tekst
wordt ongewijzigd overgenomen uit het bestaande artikel 3b.
2. “Het
presidium bestaat uit de voorzitter van de raad en de voorzitters van de
raadscommissies. Leden van het presidium kunnen zich laten vervangen door
degene die hen vervangt als voorzitter van raad of raadscommissie.”
Ook het
bestaande artikel 3b benoemt deze
samenstelling. Andere tekst is opgenomen voor het waarnemerschap. In de oude
tekst werd volstaan met ‘hun waarnemer’, waarmee bedoeld werd de vervanger in
de functie die iemand tot lid van het presidium maakt. Deze bedoeling is nu in
tekst vervat.
3.
“Voorzitter van het presidium is het lid van het presidium dat het langst lid
is van de raad. Indien meer leden van het presidium even lang lid zijn van der
raad, is voorzitter het oudste lid in jaren van hen.”
Met deze
tekst wordt voorzitter van het presidium de plaatsvervangend voorzitter van de
raad. Wie plaatsvervangend raadsvoorzitter is, wordt op de in de tekst
aangegeven wijze bepaald. Het presidium stelt voor deze verkiezingswijze
gedurende deze raadsperiode niet te wijzigen, doch geeft in overweging per
aanstaande raadsperiode de verkiezingswijze aan te passen, door hetzij de raad
de voorzitter van het presidium (en daarmee de plaatsvervangend
raadsvoorzitter) te laten kiezen uit haar leden die van het presidium deel
uitmaken; hetzij het presidium de bevoegdheid te geven een voorzitter uit haar
midden te kiezen, waarbij de burgemeester van kandidaatstelling is uitgesloten.
4. “De
griffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van het presidium
aanwezig en kan het presidium adviseren”
In de
bestaande tekst van artikel 3b is reeds de aanwezigheid opgenomen. Het nut van
de aanwezigheid ligt naast de voorbereiding van de vergadering, ondersteuning
en afdoening van de besluiten, ook in de advisering van het presidium. Het is
zinvol om deze rol expliciet vast te leggen.
.
5. “De
vergaderingen van het presidium zijn besloten, tenzij het presidium anders
bepaald. De besluiten van het presidium zijn openbaar tenzij het presidium
anders bepaald.”
In het
verleden was soms onduidelijkheid over de openbaarheid van de vergadering en
van de besluiten. In het artikel is de regel inzake deze openbaarheid, zoals
die in de afgelopen jaren is ontstaan, opgenomen en heeft het presidium
mogelijkheid zelf uitzondering op die regel vast te stellen.
6. “Het
presidium of de voorzitter kan een of meerdere leden van het college of de
gemeentesecretaris uitnodigen bij de vergadering aanwezig te zijn. Zij kunnen
het presidium in deze vergadering desgevraagd adviseren.”
Een enkele
keer is gebleken dat behoefte aan uitnodigen van collegeleden kan ontstaan. De
mogelijkheid de secretaris uit te nodigen is overgenomen uit het bestaande
artikel. Hoewel van de mogelijkheid nooit gebruik is gemaakt, is geen reden de
mogelijkheid nu te doen vervallen.
7. “Het
presidium stelt de voorlopige agenda van de raad, alsmede eventuele
aanvullingen en wijzigingen hierop, vast.”
Dit is één
van de hoofdtaken van het presidium. Of het presidium een rol heeft bij
aanvullingen en wijzigingen was niet altijd helder. In de loop der tijd is het
vragen van een presidium uitspraak bij wijziging steeds meer gebruik geworden.
Een gebruik dat formalisering behoeft.
8. “Het
presidium stelt de planning vast van vergaderdata voor raad, raadscommissies en
hoorzittingen van de raad”.
Feitelijk
gebeurt dit al, echter de basis waarop dit gebeurt ontbreekt. Het is ook niet
een ander bestuurslichaam dat nu formeel deze planningbevoegdheid heeft. Uit
oogpunt van duidelijkheid en éénduidigheid verdient het aanbeveling om de
bestaande praktijk ook op dit punt te formaliseren.
9. “Het
presidium bepaalt welk onderwerp aan welke raadscommissie voor advies of ter
kennisname wordt voorgelegd.”
De reden
voor deze vastlegging is analoog het bepaalde onder 8.
10. “Het
presidium kan voorstellen doen voor de reglementering van de orde van de raad
en van de raadscommissies en adviseert hierover bij voorstellen van anderen.”
Ieder
presidiumlid heeft thans dit recht vanuit de hoedanigheid van raadslid. Of het
presidium formeel eigenstandig de bevoegdheid heeft is nu niet helder. Juist
omdat het presidium qualitate qua veel met de reglementen bezig is zou zij die
bevoegdheid wel ondubbelzinnig moeten
hebben. Belangrijker evenwel is het vastleggen van een adviesrecht waar anderen
(ook) de bevoegdheid hebben tot aanpassing van de reglementen. Juist vanwege
het feit dat het presidium op dit punt een deskundigheid opbouwt en de
individuele presidiumleden vanwege hun voorzittersrol zeer afhankelijk zijn van
een goed reglement van orde, behoort het presidium op dit punt adviesrecht te
hebben.
11.”Het
presidium doet uitspraak over de uitleg van de gereglementeerde orde van de
raad of raadscommissies”.
Bij het
vorig punt is al melding gemaakt van de expertise die het presidium op dit punt
opbouwt. Dat argument geldt hier onverkort. Daar komt bij dat om een zekere
eenheid in interpretatie van de reglementen vast te houden het aan het
presidium moet zijn om, waar deze eenheid ontbreekt, dan wel waar dat
verondersteld wordt, het presidium zelf die eenheid bewaakt of herstelt. Ter
bestendiging van het gezag van de voorzitters, behoort het presidium dit ook
met enig gezag te doen. Daarom wordt voorgesteld vorenstaande vast te leggen.
Naast het
voorstel tot borging van de positie van het presidium wordt voorgesteld artikel
3 De Griffier nader aan te vullen. Naast de algemene bepalingen in de
gemeentewet is dit artikel, samen met een ambtsinstructie de enige wettelijke
basis voor het werk van de griffier.
De raad is
bevoegd tot benoemen, schorsen en ontslaan van de griffier. Kernkwaliteit van
de raad is echter het divergerend karakter. Deze divergentie waarborgt het
democratisch functioneren van onze samenleving. Een divergerend instituut is
echter niet geschikt om als instituut één persoon aan te sturen. Ter oplossing
van dat vraagstuk wordt voorgesteld dat een lid uit de raad, dat vanwege een
bijzondere taak in de raad waarmee dat lid meer dan gemiddeld zicht heeft op de
werkzaamheden van een griffier aangewezen moet worden om voor de griffier
eerste aanspreekpunt te zijn. Vanwege de taak van de griffier die zich met name
toespitst op advies en ondersteuning en assistentie in en bij procedurele
aspecten van zowel raad als commissies lijkt de voorzitter van het presidium,
mits dit een raadslid is zoals eerder voorgesteld, hiertoe de eerst aangewezen
persoon.
Dit eerst
aanspreekpunt zijn moet, alleen al ter borging dat de griffier de gehele raad
dient en in dat verlengde, ter bescherming van zowel het betreffend raadslid
als van de griffier wel duidelijke
kaders meekrijgen. De ambtsinstructie biedt hiertoe uitkomst. Vanwege het
belang van deze instructie wordt voorgesteld om de wijze van vaststellen van de
instructie vast te leggen en om de redenen die reeds genoemd zijn bij het
voorstel tot wijziging van artikel 3b ook hier het adviesrecht van het
presidium op te nemen. Vanwege de nauwe relatie tussen griffier en burgemeester
in zijn hoedanigheid van voorzitter van de raad is voorzien van een
eigenstandig adviesrecht voor de burgemeester op de instructie voor de
griffier. Tenslotte is vastgelegd wie de knoop doorhakt in geval van verschil
in interpretatie of uitleg van de instructie. Om reeds eerder genoemde redenen
wordt voorgesteld dit bij het presidium neer te leggen. Ter realisatie van
vorenstaande wordt voorgesteld artikel 3 met een lid 4 en een lid 5 uit te
breiden.
Voorstel:
U wordt
voorgesteld in het Reglement van Orde van de raad in te trekken artikel 3b Het
Presidium en te vervangen voor een nieuw lid 3b Het Presidium luidende:
1. De raad heeft een presidium
2. Het
presidium bestaat uit de voorzitter van de raad en de voorzitters van de
raadscommissies. Leden van het presidium kunnen zich laten vervangen door
degene die hen vervangt als voorzitter van raad of raadscommissie.
3.
Voorzitter van het presidium is het lid van het presidium dat het langst lid is
van de raad. Indien meer leden van het presidium even lang lid zijn van der
raad, is voorzitter het oudste lid in jaren van hen.
4. De
griffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van het presidium
aanwezig en kan het presidium adviseren.
5. De
vergaderingen van het presidium zijn besloten, tenzij het presidium anders
bepaald. De besluiten van het presidium zijn openbaar tenzij het presidium
anders bepaald.
6. Het
presidium of de voorzitter kan een of meerdere leden van het college of de
gemeentesecretaris uitnodigen bij de vergadering aanwezig te zijn. Zij kunnen
het presidium in deze vergadering desgevraagd adviseren.
7. Het
presidium stelt de voorlopige agenda van de raad, alsmede eventuele
aanvullingen en wijzigingen hierop, vast.
8. Het
presidium stelt de planning vast van vergaderdata voor raad, raadscommissies en
hoorzittingen van de raad.
9. Het
presidium bepaalt welk onderwerp aan welke raadscommissie voor advies of ter
kennisname wordt voorgelegd.
10. Het
presidium kan voorstellen doen voor de reglementering van de orde van de raad
en van de raadscommissies en adviseert hierover bij voorstellen van anderen.
11. Het
presidium doet uitspraak over de uitleg van de gereglementeerde orde van de
raad of raadscommissies.
En in het
Reglement van Orde van de Raad aan artikel 3 De griffier toe te voegen:
een lid 4
luidende:
“De
instructie met nadere regels over de taak en bevoegdheden van de griffier
worden, gehoord het advies van de burgemeester en het presidium, door de raad
vastgesteld.”
en een lid
5 luidende:
“Eerste
aanspreekpunt voor de griffier over de uitleg van de in het vorig lid bedoelde
instructie is de voorzitter van het presidium. Het presidium doet uitspraak bij
verschil van uitleg of interpretatie.”
Hoogachtend,
Het
Presidium van de raad
N.A.J.M. van Doeveren, plaatsvervangend
voorzitter
R. de Groot, griffier
Stuk 128 II
441500
De raad van
de gemeente Delft,
gelezen het
voorstel van het presidium van 7 juni 2004,
gezien het
advies van de commissie Middelen en Bestuur van 15 juni 2004,
b e s l u i
t
vast te
stellen de volgende wijziging van het Reglement van Orde van de Raad
I
In te
trekken artikel 3b Het Presidium en te vervangen voor een nieuw lid 3b Het
Presidium luidende:
“1. De raad heeft een presidium
2. Het
presidium bestaat uit de voorzitter van de raad en de voorzitters van de
raadscommissies. Leden van het presidium kunnen zich laten vervangen door
degene die hen vervangt als voorzitter van raad of raadscommissie.
3.
Voorzitter van het presidium is het lid van het presidium dat het langst lid is
van de raad. Indien meer leden van het presidium even lang lid zijn van der
raad, is voorzitter het oudste lid in jaren van hen.
4. De
griffier of diens plaatsvervanger is in elke vergadering van het presidium
aanwezig en kan het presidium adviseren.
5. De
vergaderingen van het presidium zijn besloten, tenzij het presidium anders
bepaald. De besluiten van het presidium zijn openbaar tenzij het presidium
anders bepaald.
6. Het
presidium of de voorzitter kan een of meerdere leden van het college of de
gemeentesecretaris uitnodigen bij de vergadering aanwezig te zijn. Zij kunnen
het presidium in deze vergadering desgevraagd adviseren.
7. Het
presidium stelt de voorlopige agenda van de raad, alsmede eventuele
aanvullingen en wijzigingen hierop, vast.
8. Het
presidium stelt de planning vast van vergaderdata voor raad, raadscommissies en
hoorzittingen van de raad.
9. Het
presidium bepaalt welk onderwerp aan welke raadscommissie voor advies of ter
kennisname wordt voorgelegd.
10. Het
presidium kan voorstellen doen voor de reglementering van de orde van de raad
en van de raadscommissies en adviseert hierover bij voorstellen van anderen.
11. Het
presidium doet uitspraak over de uitleg van de gereglementeerde orde van de
raad of raadscommissies.
II
Toe te
voegen aan artikel 3 De griffier:
een lid 4
luidende:
“De
instructie met nadere regels over de taak en bevoegdheden van de griffier
worden, gehoord het advies van de burgemeester en het presidium, door de raad
vastgesteld.”
een lid 5
luidende:
“Eerste
aanspreekpunt voor de griffier over de uitleg van de in het vorig lid bedoelde
instructie is de voorzitter van het presidium. Het presidium doet uitspraak bij
verschil van uitleg of interpretatie.”
Aldus
vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 juni 2004
,
plaatsvervangend voorzitter
N.A.J.M.
van Doeveren
,
griffier
R. de Groot