15 juli 2005

Besluitenlijst commissie Middelen en Bestuur 31 mei 2005

 


naar agenda
31 mei 2005



naar agenda
21 juni 2005


 

Voorzitter:

Mevrouw Van der Hoek

Commissiegriffier:

Mevrouw Van Delft

Portefeuillehouders:

Wethouder Mooiweer

Aanwezig:

De dames Bolten en Geursen
De heren Buis, Blinker, De Wit, Van Tongeren,
Van den Doel, De Koning, Meuleman, Van Putten,
Van Breukelen, Tas en Vuijk.
De heer Van Doeveren was aanwezig bij agendapunt 8.

Onafhankelijk raadslid Kroon en de SP waren in deze commissievergadering niet vertegenwoordigd. Zij hebben geen mededeling vooraf gedaan aangaande hun opvatting over één of meer agendapunten.
Mevrouw Lourens heeft zich afgemeld en verklaart zich akkoord met het voorliggende voorstel.

 

0. Presentatie ´Evaluatie Begroting en Verbetervoorstellen´ door de heren
    Den Uijl en Talsma, afdeling Strategie en Control. Handout bijgevoegd.

1.

Opening en mededelingen
De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur.

   

2.

Inventarisatie sprekers
Er zijn geen insprekers.

   

3a.

Vaststellen besluitenlijst Middelen en Bestuur 19 april 2005 en besluitenlijst van de Algemene Commissie van 26 april 2005
De besluitenlijst van 19 april 2005 wordt conform vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag (p.3) merkt de heer Van den Doel (ChristenUnie-SGP) op dat hij wel voelt voor een permanente Delftse feestdag op 8 mei, zolang die dag niet op zondag valt.
De heer Van Tongeren (CDA) vraagt naar aanleiding van pagina 1 van het verslag wanneer de heren Van den Doel en Vuijk met hun initiatiefvoorstel aangaande wijziging van het reglement van orde richting commissie komen. De heer Van den Doel antwoordt dat dit in juni zal gebeuren.

De besluitenlijst van de Algemene Commissie van 26 april 2005 wordt vastgesteld. Mevrouw Bolten (GroenLinks) stelt voor om bij de volgende vergadering van een Algemene Commissie het vastgestelde verslag bij de ingekomen stukken te voegen.

   

4.

Vaststellen lijst niet te bespreken stukken
De commissie gaat akkoord met de lijst niet te bespreken stukken.

   

5.

Rondvraag
De heer De Wit (Leefbaar Delft) vraagt of burgemeester Verkerk inmiddels woonruimte in Delft heeft gevonden. Wethouder Mooiweer antwoordt dat de burgemeester daar rond de zomer een mededeling over zal doen.

De heer De Wit (Leefbaar Delft) vraagt of burgemeester Verkerk zijn e-mails wel beantwoordt en binnen welke termijn dit het geval is. Wethouder Mooiweer stelt dat de burgemeester zijn e-mails beantwoordt wanneer daar aanleiding toe is. In het geval van de e-mail die de heer De Wit bedoelt (vraag over touringscars op de Nieuwe Langendijk) heeft Verkerk doorverwezen naar portefeuillehouder Grashoff. De heer De Wit vindt dat er een e-mailprotocol moet komen. Mevrouw Bolten (GroenLinks) merkt op dat de heer De Wit een initiatiefvoorstel daartoe zou kunnen indienen.

De heer De Wit (Leefbaar Delft) vraagt of het Delft Internet Panel (DIP) in eigen beheer uitvoeren extra formatie bij de gemeente tot gevolg heeft en hoe de onafhankelijkheid van de gemeente gewaarborgd blijft. Wethouder Mooiweer antwoordt dat het in eigen beheer uitvoeren van DIP iets meer capaciteit vraagt, maar dat de gemeente per saldo goedkoper uit is. Externe inhuur blijkt duurder dan zelf doen. De gemeente hanteert dezelfde gedragscodes als onafhankelijke bureaus en is aangemeld bij het register persoonsgegevens.

Mevrouw Bolten (GroenLinks) vraagt naar aanleiding van een brief van de OR van Eneco naar de inbreng van wethouder Mooiweer als aandeelhouder namens de gemeente Delft. Zij vraagt aandacht voor de kwaliteitseisen richting consumenten, waaraan Eneco op dit moment niet voldoet.
De heer Meuleman (Stadsbelangen) heeft deze vraag al in de commissie CKE & M gesteld. Wethouder Mooiweer komt met een korte notitie in de commissie M&B. Hij streeft ernaar dit in juni te doen.

De heer Blinker (PvdA) verwijst naar een artikel in de Delftse Courant van vandaag (d.d. 31 mei 2005) waarin staat dat huiseigenaren teveel belasting betalen aan het Hoogheemraadschap van Delfland. Hij vraagt of het bericht juist is en of de wethouder actie kan ondernemen. Wethouder Mooiweer heeft het artikel ook gelezen en zal contact opnemen met de heer Bremer. Hij zal hem wijzen op de recent aangenomen motie aangaande tarieven van het Hoogheemraadschap en zal het resultaat terugkoppelen naar de commissie.

De heer Buis (PvdA) vraagt opheldering over een ingezonden brief in de Delft op Zondag. Een inwoner van Delft heeft gedurende een aantal jaren rioolbelasting betaald, maar blijkt niet op de riolering te zijn aangesloten. De gemeente is bereid het betaalde bedrag over 2004 terug te betalen, maar niet over de voorgaande jaren. Waarom is dat zo?
Wethouder Mooiweer legt uit dat er formeel een termijn van 6 weken staat voor het bezwaar maken tegen een aanslag. Echter, de wethouder vindt dit ook een bijzonder geval en gaat verder uitzoeken wat de mogelijkheden zijn.

   

6.

Conclusies benchmarkonderzoek accountant (549915)
De voorzitter verwijst in haar inleiding naar de discussie die in maart in deze commissie over het rapport heeft plaats gevonden. Met name de fractie van Stadsbelangen had aanvullende vragen. De bedoeling van het nogmaals agenderen van het rapport is vast te stellen of alle fracties zich nu in de conclusies van het rapport kunnen vinden.

De heer De Koning (Stadsbelangen) merkt op dat de presentatie van de heer Den Uijl voorafgaande aan deze vergadering een deel van zijn openstaande vragen heeft opgehelderd. De systematiek van het college is de heer De Koning duidelijk. Overigens is er nog geen aanvullende informatie gekomen van de accountant betreffende de overhead. De voorzitter meldt dat de accountant gisteren heeft bericht nog geen verdere informatie van gemeente A over de overhead te hebben ontvangen. Richting de accountant is de wens uitgesproken dat deze informatie alsnog richting de commissie zal komen.

Mevrouw Bolten meldt als voorzitter van de aanbestedingscommissie dat de commissie een brief van de heer De Koning heeft ontvangen waarin hij concludeert dat een vervolgopdracht aan de accountant niet zinvol is, omdat de vaststelling van de berekeningssystematiek een gemeentelijke aangelegenheid is. De aanbestedingscommissie onderschrijft de conclusie van de heer De Koning.

Wethouder Mooiweer bevestigt dat er over en weer beter begrip is ontstaan tussen Stadsbelangen en het college. Het onderzoek van de accountant bevat een aantal aanbevelingen die Mooiweer op zal volgen. Een deel van de budgetten zal nader worden bezien, maar dat leidt waarschijnlijk niet tot lagere kosten.

De fractie van Stadsbelangen kan zich in de conclusies van het benchmarkonderzoek van de accountant vinden. De overige fracties hebben niets meer toe te voegen.

De nieuwe opzet voor de presentatie van de begroting voor komend jaar zal rond juli ter informatie aan de commissie worden gestuurd.

   

7.

Participatienota Interactieve Beleidsvorming (560374)
De discussie wordt meningsvormend in de commissie gevoerd.

De heer Van Breukelen (STIP) is tevreden met de opzet. Hij ziet diverse punten vanuit de werkgroep terugkomen. Hij vraagt extra aandacht voor communicatie. Verder vraagt hij zich af wie bepaalt welk niveau van participatie wordt gekozen. Het zou handig zijn een beslisboom voor het bepalen van de participatiegraad toe te voegen.

Mevrouw Bolten (GroenLinks) stelt dat het voorliggende stuk zeer werkbaar is. Zij vraagt hoe de verschillende participatieprocessen worden afgehecht. Bij aanvang van een proces moet ook aangegeven hoe de resultaten worden gebruikt. Mevrouw Bolten stelt voor om de oude lokale referendumverordening weer in ere te herstellen. Door het vervallen van de Tijdelijke Referendumwet per 1 januari jl. zijn de wettelijke mogelijkheden voor het houden van een referendum vervallen.

De heer Blinker (PvdA) wil meer duidelijkheid over het toetsingskader. Hij vraagt om een checklist aan de hand waarvan wordt bepaald hoe een proces wordt opgepakt. Bovendien vraagt hij om duidelijkheid over de rol van de gemeenteraad. Het is wenselijk dat de raad vooraf bij een belangrijk proces besluit over de mate van participatie.

De heer Van Tongeren (CDA) stelt dat de nota een aantal aardige inzichten geeft. Hij mist inzicht in de transparantie en controleerbaarheid van het proces voor de raad. Nu is dat vaak ongrijpbaar. In het verleden zijn er ook minder goede voorbeelden van burgerparticipatie geweest, bijvoorbeeld de panels.

De heer De Wit (Leefbaar Delft) is sceptisch over de panels, maar is voorstander van een cliëntenraad. De nota gaat over participatie, maar mist echte medezeggenschap van de burger. In de verschillende processen moet een democratische afspiegeling van diegenen die het aangaat worden betrokken. De heer De Wit pleit voor inspraak op alle niveaus en is voorstander van gekozen wijkraden met een eigen buurtbudget. Deze wijkraden zijn laagdrempelig en moeten beslissen over alles wat leefbaarheid aangaat: veiligheid, groen en de straten.

De heer Vuijk (VVD) herkent veel van zijn initiatief terug in het stuk. Hij vraagt om een afbeelding die duidelijk maakt op welke wijze deze instrumenten in een dualistisch systeem passen. Een helder plaatje, waarin de  verantwoordelijkheden duidelijk worden, zou dat duidelijk kunnen maken.

De heer Meuleman (Stadsbelangen) vraagt zich af of deze nota leidt tot verkleining van de kloof tussen burger en politiek, maar stelt wel dat interactieve beleidsvorming steeds meer vorm moet krijgen. Communicatie blijft heel erg belangrijk. De kosten moeten in overweging worden genomen, maar zijn niet het belangrijkste. Stadsbelangen is geen voorstander van het vooraf doseren van interactieve beleidsvorming. De criteria bepalen of en in welke mate het nodig is in een proces. De raad moet daar ook een stem in hebben.

De heer Van den Doel (ChristenUnie/SGP) wijst er nog eens op in een proces van interactieve beleidsvorming het verwachtingspatroon van beide kanten goed weer te geven. Wat is het invloed van een burger en wat gaat er gebeuren? Een goede checklist is een welkome aanvulling in de nota.

Wethouder Mooiweer stelt voor de verantwoordelijkheidsverdeling praktisch te houden en niet voor 100% dichttimmeren. Het college bepaalt de mate van interactiviteit conform de door de raad vastgestelde participatieverordening.

De raad wordt betrokken wanneer het belangwekkende onderwerpen betreft, zoals vermeld op p. 10-11 van de nota. De portefeuillehouder zal de criteria voor afweging van de mate van participatie in een proces aanscherpen. Wethouder Mooiweer gaat kijken of de oude referendumverordening nog kan voldoen, maar koppelt dat los van het proces van interactieve beleidsvorming. In september komt hij met een referendumverordening naar de commissie. De wethouder onderschrijft het grote belang van communicatie naar de deelnemers. Heel helder zijn voorkomt teleurstellingen.

De heer Blinker (PvdA) wijst de wethouder en de commissie op de website www.participatiewijzer.nl.

De participatienota wordt volgende maand ter besluitvorming aangeboden aan de raad.

   

8.

Werkplan Griffie Delft 2005-2006
De heer Buis (PvdA) vindt het werkplan helder, maar vraagt waarom de commissiegriffiers een grotere rol wordt toebedacht. De PvdA stemt in met de verdere ontwikkeling van de inhoudelijke ondersteuning van de raad. Hij vraagt zich af wanneer de financieel raadsadviseur gaat beginnen. Als laatste vraagt de heer Buis uitleg over de 200 uur ondersteuning die gepland staat voor de werkgroep Bestuurlijke Vernieuwing.

De heer De Wit (Leefbaar Delft) valt op dat het grootste deel van de ondersteuning naar de raad als geheel gaat en slechts een zeer klein deel naar individuele raadsleden.

De heer Van Breukelen (STIP) vraagt zich af of de aan te trekken financieel raadsadviseur een specialist of een generalist is. STIP is voorstander van het vergroten van professionalisering van de raad.

De heer Tas (GroenLinks) vraagt nadere uitleg over het filteren van informatie door de commissiegriffier. Bovendien vraagt hij zich af of het aantal uren dat per 1 fte is gerekend niet aan de ruime kant is.

De heer De Koning (Stadsbelangen) sluit zich aan bij de vorige spreker wat betreft het aantal beschikbare uren dat per formatieplaats beschikbaar is. Hij verwijst daarbij naar agendapunt 6. De gemeente hanteert een andere systematiek waarbij veel minder uren per formatieplaats beschikbaar zijn. De griffie doet zichzelf tekort en zou 0,9 fte extra ter beschikking moeten hebben om het voorgestelde werkplan uit te voeren. De heer De Koning vraagt of de griffie een werkbudget heeft en of dit volgende keer ook in het werkplan opgenomen zou kunnen worden. Hij merkt op de salarisschalen van de griffiemedewerkers aan de hoge kant te vinden omdat een groot deel logistieke werkzaamheden betreft.

De heer Vuijk (VVD) vraagt naar de ondergrens van ondersteuning aan individuele raadsleden.

De heer Van Doeveren, voorzitter van het presidium, zal de gestelde vragen beantwoorden, indien nodig aangevuld door de griffier.

Van Doeveren stelt dat er hard gewerkt wordt bij de griffie. Het aantal beschikbare uren is gebaseerd op een systeem van tijdschrijven. De besteedde uren in de afgelopen periode zijn nauwkeurig bijgehouden. De planning in het werkprogramma is een prognose op basis van het verleden en op basis van prioriteiten.

De heer Van den Doel (ChristenUnie/SGP) vraagt of het niet beter zou zijn voor de griffie een zelfde systematiek te hanteren als voor de rest van het ambtelijk apparaat. In dat geval zou de griffie recht hebben of 0,9 fte.

De heer Van Doeveren beaamt dat dit wellicht beter zou zijn. De salarisschalen van de griffie zijn passend bij de te verrichten werkzaamheden. Er bestaat een uitruil tussen de mensen van de afdeling bestuurlijke processturing en de griffie. Griffiepersoneel verricht coördinatiewerkzaamheden, terwijl collega’s van de afdeling bestuurlijke processturing kopiëren en verzenden. De ondergrens van individuele ondersteuning is dat de griffie zich verre houdt van politiek inhoudelijke ondersteuning.

De heer De Wit (Leefbaar Delft) geeft aan dat hij graag betere juridische ondersteuning van de griffie zou ontvangen. Van Doeveren legt uit dat de juridische kennis bij de griffie van een basisniveau is en dat de heer De Wit wordt doorverwezen naar de afdeling juridische zaken van de gemeente. De heer De Wit geeft aan dat hij liever ‘onafhankelijk’ advies krijgt.

De griffier legt uit dat de commissiegriffiers in het proces in staat zijn te signaleren wanneer een onderwerp op de agenda moet komen en kunnen daar een actieve rol in spelen. Aan de andere kant kunnen commissiegriffiers juist kritisch zijn bij het sturen van informatie aan de raad. Het moet wel relevant zijn. Echter, de commissievoorzitter beslist ten allen tijde over de agenda en de stukken.

De ondersteuning aan de werkgroep Bestuurlijke Vernieuwing is naast secretarieel ook inhoudelijk van aard. Als voorbeeld wordt het maken van het voorstel voor behandeling van de programmabegroting genoemd. De griffie heeft een werkbudget en zal dit volgende keer opnemen in het werkplan.

De commissie vraagt de griffie om het werkplan aan te passen aan de Delftse berekeningssystematiek wat betreft productieve uren. Het herziene werkplan wordt, wat betreft eventuele personele consequenties, besproken in het presidium

   

9.

Sluiting
De vergadering wordt om 22.50 uur gesloten.

   

terug naar boven