Gemeente Delft
Vakteam Vastgoed
Postbus 78
2600 ME Delft
Delft, april 2005
Registratienummer 560791
Voorwoord
Voor u ligt het meerjarenprogramma Vastgoed 2005 – 2008. Sinds 2002
wordt deze rapportage jaarlijks opgesteld en ter vaststelling aan het
gemeentebestuur voorgelegd. In dit stuk wordt een uiteenzetting gegeven van de
activiteiten van het Grondbedrijf en het Erfpachtbedrijf van de gemeente Delft.
Daarbij wordt een doorzicht gegeven in de tijd naar de ontwikkeling van de
projecten, in zowel financieel–economische zin alsook in het bijbehorende
risicoprofiel. Het vakteam Vastgoed is van mening hiermee het gemeentebestuur
door deze transparantie een goede basis te bieden voor beoordeling en
besluitvorming.
Door
voortschrijdend inzicht heeft ook in deze editie van het MPV een verandering in
de opzet plaatsgevonden. Om aan te sluiten aan de programma- en
productenindeling van de gemeente Delft, is de keuze gemaakt om uitgebreid in
te gaan op de producten ‘Bouwgrondexploitaties’ (programma Duurzaamheid) en
’Exploitatie uitgegeven terreinen’ (programma Kennisstad & Economie),
respectievelijk bekend als het Grondbedrijf en het Erfpachtbedrijf. Als budgethouder van beide producten dient
het vakteam Vastgoed de onderbouwing te leveren voor voorgenomen activiteiten.
Dit MPV is daarmee een instrument, dat de accountant en het gemeentebestuur nog
beter in staat stelt om de jaarrekening en de begroting op de betreffende
producten te toetsen. Dit biedt helderheid omtrent de verantwoordelijkheden van
vakteam Vastgoed.
Ook in andere
begrotingsproducten (o.a. ‘Harnaschpolder’ en ‘Spoor Centraal’) vinden
activiteiten plaats, die verwantschap hebben met gemeentelijke
grondexploitatie. Vakteam Vastgoed levert als dienstverlener met regelmaat ook
het specialisme bij het uitvoeren van deze activiteiten. Vanuit de redenering
dat budgethouders hun eigen beleid dienen te verantwoorden, wordt in het MPV op
deze activiteiten in principe niet gedetailleerd ingegaan. Om het overzicht
binnen de gemeente echter niet te verminderen, worden deze activiteiten wel
benoemd. Enkel de actieve grondexploitaties in deze categorie worden
uitgebreider beschreven. Dit om aansluiting te geven aan eerdere edities van
dit MPV.
De opmaak van dit meerjarenprogramma Vastgoed is aangepast. De
informatie in dit stuk is zoveel mogelijk terug gebracht naar de essentie.
Uitgangspunt is korte en bondige informatie, die maximaal inzicht biedt in de
activiteiten van het Grondbedrijf. Vorige meerjarenprogramma’s Vastgoed
bestonden uit twee losse boekwerken, te weten deel 1 beleid en uitvoering en
deel 2 exploitaties en activiteiten. In het voor u liggende MPV 2005-2008 zijn
deze delen als zodanig nog wel herkenbaar, maar samengevoegd in één boekwerk.
In deel 1 vindt u, naast een algemeen hoofdstuk die
het MPV positioneert, een weergave van de uitvoeringsaspecten van het
Grondbedrijf en het Erfpachtbedrijf. Feitelijk is dit de productverantwoording,
die aansluit bij de jaarrekening en de begroting. Hier wordt verder inzicht
gegeven in het verloop van de reserves en voorzieningen in de tijd gezien.
Deel 2 biedt u gedetailleerder inzicht in de
individuele exploitaties en activiteiten van het Grondbedrijf, dan wel (deels
in beperkte vorm) inzicht in exploitaties en activiteiten niet ten laste van
het Grondbedrijf.
Inhoud
Deel
1; Productverantwoording
1. Meerjarenprogramma
Vastgoed; methodiek en instrumenten...................................... 1
1.1 Positie
van het MPV............................................................................................ 1
1.2 Beleidsinstrumenten
en –kaders........................................................................... 2
2.
Erfpachtbedrijf ............................................................................................................. 4
2.1 Activiteiten
Erfpachtbedrijf.................................................................................... 4
2.2 Schematische
samenvatting................................................................................. 5
3. Grondbedrijf
................................................................................................................. 6
3.1 Activiteiten
Grondbedrijf........................................................................................ 6
3.2 Reserves
en voorzieningen................................................................................... 8
3.3 Risico’s............................................................................................................ 11
3.4 Schematische
samenvatting............................................................................... 12
Deel
2; Exploitaties en activiteiten
4. Grondbedrijf;
actieve exploitaties en activiteiten....................................................... 15
4.1 Grondexploitaties............................................................................................ 15
4.1.1 Aart
van der Leeuwlaan...................................................................................... 16
4.1.2 Cyclotronweg.................................................................................................... 18
4.1.3 Delftechpark...................................................................................................... 20
4.1.4 Van
Foreestweg – Vermeertoren......................................................................... 22
4.1.5 Harnaschpolder
Delft.......................................................................................... 24
4.1.6 Ikea.................................................................................................................. 26
4.1.7 Oostblok
II – Staalweg....................................................................................... 28
4.1.8 Oostsingel
– Laatste Eer.................................................................................... 30
4.1.9 Paardenmarkt.................................................................................................... 32
4.1.10 Tanthof............................................................................................................. 34
4.1.11 Zuidpoort........................................................................................................... 36
4.1.12 Delft
Gelatin (nieuwe actieve exploitatie)............................................................... 38
4.1.13 Paulus Mavo
(nieuwe actieve exploitatie).............................................................. 40
4.2 Samenwerkingsverbanden............................................................................ 41
4.2.1
Harnaschpolder Bedrijvenschap........................................................................... 41
4.3 Particuliere ontwikkeling............................................................................... 42
4.3.1
VDD-terrein....................................................................................................... 42
4.3.2
Koepoort........................................................................................................... 42
5. Grondbedrijf;
in voorbereiding.................................................................................... 43
5.1 Grondexploitaties............................................................................................ 43
5.1.1 Brahmslaan....................................................................................................... 43
5.1.2 Voormalig
Brouwerpand c.a................................................................................ 43
5.1.3 Mijnbouwstraat.................................................................................................. 44
5.1.4 Nieuwelaan
178, Arbeidsbureau.......................................................................... 44
5.1.5 Pootstraat......................................................................................................... 45
5.1.6 Sporthal
Buitenhof e.o........................................................................................ 45
5.1.7
Vulcanusweg, de Boer....................................................................................... 46
5.2.
Samenwerkingsverbanden.............................................................................. 47
5.2.1.
Technopolis....................................................................................................... 47
5.2.2.
Station Zuid – GEM........................................................................................... 47
6. Exploitaties
en activiteiten niet ten laste van het Grondbedrijf49.......................................
6.1 Grondexploitaties............................................................................................ 49
6.1.1 Brandweer......................................................................................................... 50
6.1.2 Die
Delfgaauwse Weye...................................................................................... 52
6.1.3
Doelengebied 2a en 2b....................................................................................... 54
6.2 Samenwerkingsverbanden............................................................................. 56
6.2.1
Poptahof........................................................................................................... 56
6.3 Niet in exploitatie............................................................................................ 57
6.3.1
Binnenstad Ontwikkeling (w.o. VOM)................................................................... 57
7. Grondbedrijf;
overige activiteiten............................................................................... 58
7.1.1 Delftse
Hout...................................................................................................... 58
7.1.2
Röntgenweg 1 .................................................................................................. 58
7.1.3
Verwerving Spoorzone........................................................................................ 58
8. Bijlage
........................................................................................................................ 60
Begrippenkader............................................................................................................. 60
Deel
1: Productverantwoording
1. Meerjarenprogramma Vastgoed; methodiek
en instrumenten
Het taakveld Grondbedrijf is
in essentie gericht op de productie en levering van bouwrijpe grond als
ondersteuning van de ruimtelijke doelen. Het kan als het ware worden beschouwd
als een productieafdeling binnen een gemeente. Het draagt zorg voor
bedrijfseconomische optimalisatie bij het ontwikkelen van plannen en het
gemeentebestuur wordt geadviseerd over de financieel economische gevolgen van
de ontwikkeling van ruimtelijke plannen. Het grondgebruik wordt op zodanige
wijze gehandhaafd, dan wel worden gewenste veranderingen in gang gezet, dat dit
past binnen de doelstellingen die de gemeente geformuleerd heeft in het kader
van de ruimtelijke ordening. Wanneer de gemeente dit voor haar eigen rekening
en risico ontwikkeld is er sprake van actief grondbeleid.
Het gemeentebestuur
formuleert de na te streven productie doelen, het vakteam Vastgoed
operationaliseert deze doelen, samen met andere vakteams, naar projecten
(actief of passief grondbeleid). Het taakveld Grondbedrijf heeft als taak om
voor het actieve deel voldoende grond beschikbaar te hebben, dat het benodigde
grondbeleidsinstrumentarium voorhanden is en dat er verantwoord wordt omgegaan
met de risico's die samenhangen met het exploiteren van gronden.
De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het
Grondbedrijf ligt bij het vakteam Vastgoed. Dit vakteam is belast met de
feitelijke exploitatieberekening en de financiële advisering bij activiteiten.
Het vakteam doet dat overigens niet alleen voor projecten binnen het
Grondbedrijf. Men is tevens budgetbeheerder voor andere functies dan het
taakveld Grondbedrijf én vervult op aanvraag de rol van financiële
dienstverlener/adviseur voor andere budgethouders.
Ook het Erfpachtbedrijf
wordt beheerd door vakteam Vastgoed. Hierin wordt de portefeuille aan
erfpachtgronden administratief en juridisch bewaakt. Het Erfpachtbedrijf heeft
een relatief geringe dynamiek vergeleken met het Grondbedrijf en kent daarmee
slechts betrekkelijk beperkte en overzichtelijke risico’s.
Het meerjarenprogramma Vastgoed (in het kort: MPV) is
een weergave van de financiële stand van zaken en geeft een meerjarige doorkijk
op de ontwikkeling van de reserves en voorzieningen, zowel van het Grondbedrijf
als van het Erfpachtbedrijf.
1.1 Positie
MPV
Doelstelling
MPV
Doel van het MPV is om
jaarlijks de stand van zaken binnen het Grondbedrijf en het Erfpachtbedrijf
weergegeven. Het MPV heeft alleen betrekking op het producten 8021 Grondbedrijf
en 9003 Erfpachtbedrijf uit de programma - en productenbegroting. Het vakteam
Vastgoed is de auteur van dit stuk. Het wordt tezamen met de jaarrekening
geproduceerd en biedt transparantie in de huidige en toekomstige financiële
situatie. Dit stuk dient het gemeentebestuur beter in staat te stellen om
financiële beslissingen in deze portefeuille te nemen. Het MPV kan ook worden
gezien als bijlage van de
jaarrekening en vervult voor
de genoemde producten een belangrijke rol bij de jaarlijkse
accountantscontrole.
Relatie
met de jaarrekening en de begroting
In het MPV worden, op basis
van geactualiseerde exploitatieberekeningen, de financiële consequenties van
alle grondbedrijfsactiviteiten vertaald in een staat van reserves en
voorzieningen Grondbedrijf. De beginstand van deze staat is altijd 1 januari
van het redactiejaar, in dit geval 2005. Deze moet aansluiten op de eindstand
van het voorafgaande jaar, zoals deze in de jaarrekening wordt vermeld.
Bovendien is er aansluiting tussen de exploitatieberekeningen en de zogeheten
‘Staten-P’, die in de jaarrekening worden vermeld. Bij de beoordeling van de
jaarrekening zal gebruik worden gemaakt van het MPV, waarin de staat van
reserves en voorzieningen én de onderbouwing daarvan is toegelicht. Daarom vind
behandeling en vaststelling van dit MPV voor de behandeling en vaststelling van
de gemeentelijke jaarrekening plaats.
Exploitatieberekeningen
geven inzicht in de gerealiseerde kosten en opbrengsten en een meerjarig
inzicht in de te verwachten kosten en opbrengsten van een activiteit. Per jaar
is een inzicht te geven in de financiële ontwikkeling. Optelling van alle
activiteiten binnen het Grondbedrijf per jaarschijf (in reële waarden) zijn de
basis voor de begroting van het Grondbedrijf voor dat jaar. Het MPV en alle
onderliggende berekeningen bieden hiervoor het meest actuele kader.
Relatie met
de beheersrapportages
Beheersrapportages zijn
tussentijdse managementrapportages, die per budgethouder periodiek worden
uitgebracht ter verantwoording van het gevoerde beleid. In deze rapportages
worden ook het Grondbedrijf en het Erfpachtbedrijf belicht. Specifieke aandacht
is er voor zaken, die significant afwijken van hetgeen in het MPV was vermeld.
Daarbij worden oorzaak en gevolg toegelicht. Het één en ander zal bij de
volgende actualisatie van de betreffende berekening worden meegenomen en komt
aldus weer in het eerstvolgende MPV terecht. In 2005 zal er meer nadruk gelegd
worden op de interne rapportages die als basis moeten dienen voor de
beheersrapportages.
1.2 Beleidsinstrumenten
en –kaders
Grondprijzen
Het vakteam Vastgoed stelt jaarlijks aan het
gemeentebestuur het beleid rond de te hanteren grondprijzen in de gemeente
Delft voor. In december 2004 is dit beleid, verwoord in de Grondprijzennota,
vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. De commissie
Middelen en Bestuur heeft ter kennisneming een afschrift ontvangen. De
geactualiseerde exploitatieberekeningen, die ten grondslag liggen aan dit MPV,
baseren zich op dit beleid.
Erfpacht
Het aantal erfpachten in de
gemeente Delft is relatief gering. Inclusief contracten, waarbij de canon
inmiddels werd afgekocht, resteren er momenteel nog bijna 1500 contracten. Het
aantal contracten, waarbij de canon (nog) niet werd afgekocht bedraagt ruim
500.
Op verzoek van het
gemeentebestuur is onderzocht of, en in hoeverre, het huidige erfpachtbeleid
actualisering behoeft. Het erfpachtbeleid werd voor het laatst herzien bij
besluit van de gemeenteraad van 29 september 1994. Inmiddels heeft het vakteam
Vastgoed de Nota erfpacht 2005 uitgebracht, waarin een aanpassing van het
beleid is voorgesteld. Deze nota is door het gemeentebestuur vastgesteld op 7
september 2004.
2. Erfpachtbedrijf
De gemeente kan op
verschillende manieren ruimtelijke ontwikkelingen sturen:
a.
met gebruikmaking van het
publiekrecht (Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet voorkeursrecht gemeenten,
Onteigeningswet e.d.)
b.
met gebruikmaking van het
privaatrecht, door het stellen van voorwaarden bij erfpacht, voor zover dit de
publiekrechtelijke regelingen niet op ontoelaatbare wijze doorkruist.
Voor uitgifte in erfpacht
wordt in het algemeen gekozen als het gaat om grond waarop gebouwd gaat worden.
Erfpacht is een zogenaamd zakelijk recht, dat - evenals eigendom - als
onderpand kan dienen bij het verkrijgen van financiering bij een bank. Andere
vormen van uitgifte, bijv. in de vorm van verhuur, bieden deze mogelijkheid
niet. Erfpacht biedt meer sturingsmogelijkheden dan eigendom. Hoewel de
gemeente bij de uitgifte in eigendom ook kan sturen – onder meer door het
toepassen van kettingbedingen en boetebepalingen - zijn de mogelijkheden
beperkter, doordat dergelijke bedingen eenvoudiger kunnen worden
doorbroken.
Het in erfpacht uitgeven van
gronden is al sinds 1929 gebruikelijk in Delft. Het ging toen in hoofdzaak om
de gronduitgiftes met een looptijd van 75 jaar aan de van der Lelijstraat en de
van Blommestein-straat. Vanaf 1975 tot en met 1994 is alle bouwrijpe grond in
de gemeente Delft in erfpacht uitgegeven.
2.1 Activiteiten
Erfpachtbedrijf
Op verzoek van het
gemeentebestuur is in 2004 onderzocht of, en in hoeverre, het huidige
erfpachtbeleid actualisering behoeft. Het erfpachtbeleid is voor het laatst
herzien bij besluit van de gemeenteraad van 29 september 1994. Daarbij is onder
meer besloten alle erfpachters in de gelegenheid te stellen de erfpacht tegen
de oorspronkelijke grondwaarde in eigendom om te zetten. Niet alle erfpachters
hebben van deze voor hen gunstige regeling gebruik gemaakt. De actualisering
van het erfpachtbeleid heeft in 2004 plaatsgevonden en heeft geresulteerd in de
nota erfpacht 2005 welke in de Collegevergadering van 7 september 2004 is
vastgesteld en welke per 1 januari 2005 in werking is getreden. In relatie tot
de hier beschreven activiteiten van het erfpachtbedrijf nog even de
belangrijkste voorstellen:
-
bestaande erfpachters (AE 1929 en
AE1976) tot 1 juli 2005 gelegenheid geven de erfpacht om te zetten naar de
Algemene Erfpachtvoorwaarden 1993 dan wel naar eigendom tegen de historische
grondwaarde
-
voor alle omzettingen bij de
erfpachter een bijdrage in rekening te brengen van € 120,00
administratiekosten;
-
bij nieuwe erfpachten de canon
vast te stellen aan de hand van het rentepercentage voor 25 jarige leningen
zoals deze door de BNG in rekening wordt gebracht en deze te verhogen met een
opslag van 0,25 % voor beheer en risico;
Het aantal erfpachten in
Delft is relatief gering. Inclusief de contracten waarbij de canon inmiddels
werd afgekocht, resteren er momenteel nog bijna 1.500 contracten. Het aantal
erfpachtcontracten waarbij de canon (nog) niet werd afgekocht bedraagt ruim
500. Deze laatstgenoemde categorie kost de gemeente geld door de
administratieve lasten van het periodiek in rekening brengen van de
erfpachtcanons.
Daarnaast heeft het systeem
van omslagrente dat binnen de gemeente Delft wordt gehanteerd ten aanzien van
het erfpachtbedrijf, financiële consequenties. Deze omslagrente, thans 5,5 %,
is momenteel hoger dan de aan de erfpachters in rekening te brengen erfpachtcanon.
De omslagrente vertoont weliswaar een dalende tendens, maar deze rente zal naar
verwachting voorlopig hoger zijn dan de huidige in rekening gebrachte
erfpachtcanon. De omvang van het nadelig saldo op het erfpachtbedrijf is voor
de periode 2005-2008 begroot op ca. € 100.000 per jaar en hiervoor is binnen
het Grondbedrijf een reserve gevormd. Naar verwachting zal in de nog vast te
stellen programmabegroting 2006-2009 de omslagrente worden aangepast naar 5,0
%. Als gevolg hiervan zal het verwachte tekort
op het erfpachtbedrijf
teruglopen. Voor wat betreft de risico’s in de bedrijfsvoering is
momenteel niets te melden.
2.2
Schematische samenvatting per 1 januari 2005
3. Grondbedrijf
Het grondbedrijf is in
essentie gericht op de productie en levering van bouwrijpe grond als
ondersteuning van de ruimtelijke doelen. Het Grondbedrijf kan als het ware
worden beschouwd als een productieafdeling binnen een gemeente. Het draagt zorg
voor bedrijfseconomische optimalisatie bij het ontwikkelen van plannen en het
gemeentebestuur wordt geadviseerd over de financieel economische gevolgen van
de ontwikkeling van ruimtelijke plannen. Het grondgebruik wordt op zodanige
wijze gehandhaafd dan wel wordt de gewenste veranderingen in gang gezet dat dit
past binnen de doelstellingen die de gemeente geformuleerd heeft in het kader
van de ruimtelijke ordening. Wanneer de gemeente dit voor haar rekening en
risico ontwikkeld is er sprake van actief grondbeleid.
Het gemeentebestuur
formuleert de na te streven productie doelen, het vakteam Vastgoed
operationaliseert deze doelen, samen met andere vakteams, naar projecten
(actief of passief grondbeleid). Het Grondbedrijf, als onderneming, heeft als
taak voor het actieve deel voldoende grond beschikbaar te hebben, dat het
benodigde grondbeleidsinstrumentarium voorhanden is en dat er verantwoord wordt
omgegaan met de risico's die samenhangen met het exploiteren van gronden.
Er wordt onderscheid gemaakt
tussen actieve en niet actieve exploitaties. De actieve exploitaties zijn
ingedeeld naar de risicodrager (financieringsbron). Voor actieve exploitaties
worden meerjarige kost-prijsberekeningen vastgesteld. De niet actieve
exploitaties zijn ingedeeld naar soort. Voor niet actieve exploitaties zijn
(nog) geen meerjarige kostprijsberekeningen vastgesteld.
3.1
Activiteiten Grondbedrijf
Grondbedrijf; actieve exploitaties en activiteiten
Grondexploitaties
:
Voor deze actieve
bouwgrondexploitaties is voor de totale planperiode een kostprijsberekening
vastgesteld. Deze berekening laat voor het eind van de planperiode een
(verwacht) resultaat zien. Jaarlijks vindt een beoordeling van dit resultaat
plaats op basis van de reeds gemaakte kosten, de ramingen van de nog te maken
kosten en de op dat moment bestaande inzichten in de planning en marktontwikkelingen.
Voor nadelige saldi zijn ten laste van
de algemene reserve1) voorzieningen getroffen. Voordelige saldi van
de plannen worden verrekend met deze algemene reserve.
Samenwerkingsverbanden
:
Hierbij participeert de
gemeente in een aantal ontwikkelingen, zonder daarbij drager van het (gehele)
financiële risico te zijn. Veelal betreft dit PPS - constructies, waarbij samen
met marktpartijen een ontwikkeling tot stand wordt gebracht. Ook projecten die
in samenwerking tussen gemeenten worden uitgevoerd, behoren tot deze categorie.
1) waar
in dit MPV algemene reserve staat wordt de algemene reserve van het
grondbedrijf bedoeld, te onderscheiden van de algemene reserve van de algemene
dienst
Particuliere
ontwikkeling:
Veelal betreft dit
ontwikkelingen waarbij de gemeente toeziet op b.v. de (her)inrichting van het
openbare gebied of stelt zij eisen aan de aansluiting op bestaande gemeentelijk
infrastructurele voorzieningen. De gemeente draagt daarbij in principe geen
enkel financiële risico.
Grondbedrijf; in voorbereiding
Grondexploitaties
:
Voordat gronden in actieve
exploitatie worden genomen, gaat er normaliter een voorbereidingsfase aan
vooraf. In deze fase wordt nader gekeken naar financiële consequenties,
optimalisatie, het tijdspad, juridische en financiële constructies en de
risico’s voor de gemeente Delft. Basis voor deze fase is een bestuurlijke
uitspraak om een complex voor te bereiden op een actieve exploitatie. Het
besluit om inderdaad actief te exploiteren is daarmee nog niet genomen. Wel
zijn met de voorbereiding kosten gemoeid, waarvoor door het bestuur ook een
krediet moet worden gevoteerd.
Samenwerkingsverbanden
:
Hierbij participeert de
gemeente in een aantal nieuwe ontwikkelingen, zonder daarbij in de toekomst
drager van het (gehele) financiële risico te zijn. Veelal betreft dit
toekomstige PPS constructies, waarbij samen met marktpartijen een ontwikkeling
tot stand kan worden gebracht. Ook projecten die in een later stadium in
samenwerking tussen gemeenten worden uitgevoerd, behoren tot deze categorie.
Exploitaties en activiteiten niet ten laste van het
Grondbedrijf
Grondexploitaties
:
In dit geval draagt het
grondbedrijf geen enkel risico in de ontwikkeling van plannen maar worden de
exploitatie-uitkomsten afgerekend met b.v. de Algemene Dienst (Brandweer) of
met de MRSV (Delfgauwse Weye, Doelengebieden)
Samenwerkingsverbanden
:
Hierbij participeert de
gemeente in een aantal ontwikkelingen, zonder daarbij drager van het (gehele)
financiële risico te zijn. Veelal betreft dit PPS - constructies, waarbij samen
met marktpartijen een ontwikkeling tot stand wordt gebracht. Ook projecten die
in samenwerking tussen gemeenten worden uitgevoerd, behoren tot deze categorie.
Niet in
exploitatie:
Hieronder worden de overige
exploitaties opgenomen welke (nog) niet elders zijn onder te brengen.
Vooralsnog worden al deze kosten geadministreerd binnen het Grondbedrijf.
Grondbedrijf; overige activiteiten
Hieronder worden de overige
exploitaties opgenomen welke (nog) niet elders zijn onder te brengen.
Vooralsnog worden al deze kosten geadministreerd binnen het Grondbedrijf.
Tevens zijn hier de gedane investeringen in de verwerving ten behoeve van het
project Spoorzone verantwoord.
3.2 Reserves
en voorzieningen
Werd in het verleden nog gekozen
voor een 4 jaarlijkse afroming van de gerealiseerde winsten van het
Grondbedrijf, voor de periode 2004-2007 is gekozen voor een jaarlijkse
afroming. Over die periode is en wordt in totaal circa € 21,6 miljoen aan de algemene reserve
onttrokken. Deels is deze algemene reserve gevormd door de winsten uit
afgesloten grondexploitaties en deels op de tussentijdse winstnemingen uit de
daarvoor in aanmerking komende grondexploitaties. Slechts de grondexploitaties die
op het moment van tussentijdse winstneming een voordelige boekwaarde (meer
gerealiseerde opbrengsten dan kosten) hebben komen hiervoor in aanmerking.
Hierbij wordt het voorzichtigheidsbeginsel gehanteerd.
In het kort komt dit
voorzichtigheidsbeginsel er op neer dat er voldoende middelen in portefeuille
moeten zijn waarmee alle toekomstige nog te maken kosten zonder probleem gedekt
worden. Met de nog te realiseren opbrengsten wordt geen rekening gehouden.
Volgens dit principe is in
2004 uit de grondexploitatie Tanthof een bedrag van € 7.500.000 als tussentijdse winst genomen en aan de algemene
reserve van het grondbedrijf toegevoegd.
Alle actieve
grondexploitaties worden op basis van de gemeentelijke omslagrente (nu 5,5 %)
en de vastgestelde kosten - en opbrengstenstijging doorgerekend naar een
eindwaarde saldo. Dit eindwaarde saldo is de prognose van de boekwaarde op het
moment dat het plan wordt afgesloten.
Om in geval van een
verliesgevende exploitatie (meer kosten dan opbrengsten) het tekort aan het
einde van de looptijd te kunnen dekken, wordt reeds nu geld gereserveerd in de
vorm van een voorziening. Over deze voorziening wordt inflatievergoeding
toegerekend en groeit daardoor in de resterende looptijd van de
grondexploitatie naar het gewenste bedrag. Beoordeling van de hoogte van de voorzieningen
vindt jaarlijks plaats tijdens de herzieningscyclus van de grondexploitaties.
De voorzieningen worden dan op het juiste niveau gebracht. Afwijking die zich tussentijds voordoen en
dit van invloed zijn op de financiële positie van het grondbedrijf worden in de tussentijds rapportage gemeld.
Eventueel kunnen die afwijking aanleiding geven om de grondexploitatie
tussentijds te herzien.
Naar verwachting zal in de
nog vast te stellen programmabegroting 2006-2009 de omslagrente worden
aangepast naar 5,0 %. De gevolgen hiervan voor de actieve grondexploitaties
zullen in de loop van 2005 worden
bekeken en, gelet op het bovenstaande, mogelijk ook leiden tot tussentijdse
aanpassingen van enkele grondexploitaties.
Verloop algemene reserve Grondbedrijf
NB : onder het kopje “afromingdoelen” staat in een enkel geval ook “afroming
2004”. De daadwerkelijk afroming en de overheveling van die bedragen naar de
algemene dienst, conform de programmabegroting, heeft nog niet plaatsgevonden
en zal eerst in 2005 gebeuren. De hier opgenomen afromingen zijn conform de
afromingen zoals deze zijn opgenomen in de thans actuele programmabegroting
2005-2008.
Algemene reserve
De algemene reserve van het
Grondbedrijf is de enige vrije reserve binnen het Grondbedrijf. Voeding van
deze reserve geschiedt vanuit de winstgevende grondexploitaties op het moment
van afsluiting en de tussentijdse winstnemingen. Onttrekkingen aan deze reserve
vinden o.a. plaats ten behoeve van het treffen van voorzieningen van de nadelige
saldi van grondexploitaties en het erfpachtbedrijf alsmede door de jaarlijkse afroming. Voor alle grondexploitaties
met een nadelig saldo is een voorziening getroffen. Op basis van alle bestaande
plannen en projecten is de staat van de reserves en voorzieningen opgesteld.
Het Grondbedrijf proces is een dynamisch proces, waarbij o.a. de marktinvloeden
zich behoorlijk kunnen doen laten gelden. Dit soort ontwikkelingen zijn direct
van invloed op het verloop van de reserves en voorzieningen. Uiteraard worden
een aantal veronderstellingen gehanteerd zoals geen vertraging in de uitvoering
van de exploitaties, een rente - of inflatiecompensatie van jaarlijks (thans)
2,0 % over de reserves en voorzieningen.
Uit het meerjarig verloop
van de algemene reserve wordt duidelijk dat het grondbedrijf niet
onuitputtelijk is. Alle aflopende
grondexploitaties, sluitend met een voordeling saldo, zijn in dit overzicht
verwerkt. Dit alles gebaseerd op de huidige inzichten en thans bekende
ontwikkelingen. Per ultimo 2008 sluit de algemene reserve op een saldo van €
6,5 miljoen.
Weerstandsvermogen
Binnen de gemeente Delft
wordt als minimaal weerstandsvermogen voor het Grondbedrijf een bedrag van €
1,0 miljoen gehanteerd. Dit bedrag wordt gereserveerd om snel op actuele ontwikkelingen
te kunnen inspelen en dient dus altijd in portefeuille te blijven. In 2004 is,
in afwachting van de actualisatie van het project Technopolis in 2005, ook de
bestaande voorziening ‘Techpark Zuid – fase 1’
ter grootte van € 7,2 miljoen aan het weerstandsvermogen toegevoegd.
Bestemmingsreserves
Een bestemmingsreserve is,
analoog het besluit begroting en verantwoording (BBV), een reserve waaraan de
Raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Onder deze reserves zijn opgenomen:
-
jaarlijkse tekort op het
erfpachtbedrijf
-
groenfonds Midden-Delfland
-
Koepoort garage
-
incidentele opdrachten Vastgoed
-
strategische aankopen Binnenstad
Voorzieningen onderhanden werken
Een voorziening wordt,
analoog het besluit begroting en verantwoording (BBV), o.a. getroffen bepaalde
te verwachten verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs kan worden ingeschat.
Omdat binnen het Grondbedrijf de actieve grondexploitaties jaarlijks worden
herzien, zijn wij dus in staat om die verliezen goed in te schatten. In de
gemeentelijke jaarrekening zijn alle voorzieningen samengevoegd. De
voorzieningen worden basis van de contante waarde getroffen.
Overige voorzieningen
Momenteel is onder deze
voorziening de “subsidie herinrichten bibliotheek” opgenomen. Deze voorziening
zal in 2005 moeten worden overgeheveld naar budgethouder CKE.
3.3 Risico’s
Het produceren van bouwrijpe grond is een
bedrijfsmatig en veelal langdurig proces. Dit proces wordt gekenmerkt door
zowel publiekrechtelijke kanten, zoals de te volgen ruimtelijke ordeningsprocedures
als “drager” van de stedelijke ontwikkeling, als privaatrechtelijke zaken
waaronder verwerving van grond met de daaraan gekoppelde procesplanningen. In
het geheel kan worden gesproken van een bedrijfsmatige activiteit met een
relatief hoog gehalte aan externe factoren, welke in principe risico inhouden.
Door de lange tijdslijnen per exploitatiecomplex is
het marktgegeven een duidelijke. Bij de start van het proces wordt op basis van
de dan geldende waarden met een zeker doorzicht naar de toekomst, de verhouding
prijs – volume bepaald. Dit in het licht van een realisatietijdstip, wat veelal
ruim verder in de tijd gelegen is. Veranderende markten als uitkomst van
veranderende algemene economische omstandigheden zijn daarmee in principe
risicodragend.
Voor de bedrijfsvoering is het van belang dat er
inzicht bestaat in de risico’s. Dit zowel in algemene zin als per project. De
in het MPV opgenomen grondexploitatieberekeningen zijn op zich uitkomsten van
aannames en definities. Dit daaruit voortvloeiende exploitatieresultaat is
daardoor bedrijfseconomisch “gefixeerd”, maar kent een samenhang tussen de
onderliggende variabelen. Het inzicht in de onderliggende keuzes met hun
consequenties in het licht van algemene dan wel specifieke gegevens per
complex, is de basis voor het beschouwen van het risicoprofiel.
In dit MPV is per exploitatie een risicoprofiel
aangegeven. De basis voor de risicobeschouwing wordt gevormd door:
·
fase van het project; een project doorloopt een aantal
stadia (initiatief -, definitie -, ontwerp- en uitvoeringsfase), waarbij per
fase het risicoprofiel verandert,
·
relatie tussen reeds gerealiseerde opbrengsten en totaal
verwachte opbrengsten,
·
boekwaarde; als indicator wat het betekent indien er acuut
integraal gestopt zou worden (als gechargeerd model) bij een volledig “afwezige
economie” en
·
relatie tussen tijdsplanning en de berekening van de
financiële resultaten (gevoeligheid t.a.v. rente en inflatie).
Deze risicobeschouwing leidt tot een globaal inzicht
van een eventueel nog uit de algemene reserve van het grondbedrijf te dekken
mogelijk financieel risico, van hoog naar laag gegradueerd binnen een
bandbreedte 3 miljoen.
De aangegeven risicoprofielen hebben betrekking op
het ontwikkelingsrisico van het specifieke plan. Deze zijn in drie categorieën
aangegeven:
·
Risicoprofiel: Hoog
·
Risicoprofiel: Middel
·
Risicoprofiel: Laag
Naarmate het risicoprofiel oploopt vind er, vanuit de
gemeente, een stringentere bewaking op
het project plaats.
3.4
Schematische samenvatting
Deel
2: Exploitaties en activiteiten
4. Grondbedrijf; actieve exploitaties en activiteiten
4.1 Grondexploitaties
Kerngegevens
Aart van der Leeuwlaan
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve
status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op hoofdlijnen |
|
|
|||
|
24 appartementen, 3.000 m²
kantoor, 700 m² gezondheidscentrum en 300 m² marktplein. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
> Startdatum exploitatie |
1 januari 2003 |
||||
|
> Einddatum exploitatie |
31 december 2005 |
||||
|
> Bruto omzet (opbrengst) |
€ 1.207.000 |
||||
|
> Saldo eindwaarde |
€ 302.000 V |
||||
|
> Saldo contante waarde 2% |
€ 296.000 V |
||||
|
> Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto uitgeefbare m2 |
2.400 m² |
4.000 m² bvo |
|||
|
> Uitgegeven per 31-12-‘04 |
2.400 m² |
4.000 m² bvo |
|||
|
> Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
0 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.1 Aart
van der Leeuwlaan
Langs de provinciale weg, op de hoek van de Martinus
Nijhofflaan en de Aart van der Leeuwlaan lag een terrein waarop een school
stond die gesloopt is. Woningbouwcorporatie Delftwonen heeft in 2002 interesse
getoond om o.a. hier haar kantoor te ontwikkelen. Het terrein is in 2003
bouwrijp gemaakt en verkocht aan Delftwonen. In 2004 is het kantoor van circa
3.000 m², 24 appartementen, een gezondheidscentrum van circa 700 m² en een
marktplein van circa 300 m² gebouwd. Het aanwezige water is gedempt en zal
binnen de locatie gecompenseerd worden. De grondexploitatie is in 2003 jaar
actief geworden, de bouw is nu bijna afgerond. In 2005 kan het woonrijpmaken
worden uitgevoerd en zal het project worden afgesloten. Verwacht wordt dat dit
project een voordelig saldo te zien zal geven.
Verschillen
Vergeleken met de grondexploitatie van vorig jaar zijn
er enkele verschillen opgetreden. De raming van de resterende werkzaamheden is
onveranderd, maar de prijzen zijn wel gestegen. Het risico dat vorig jaar
genoemd is, is opgetreden. De gemeente heeft voor de bouwkundige voorziening
moeten betalen. Hierdoor sluit de grondexploitatie ongeveer € 0,2 miljoen minder voordelig.
Risico’s
Dit project kent een laag risico, aangezien de helft
van het bouw- en woonrijpmaken al is uitgevoerd en de opbrengsten al zijn
binnengekomen.
Kerngegevens
Cyclotronweg
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
20.655 m2 uitgeefbaar bedrijventerrein met
kantoorfunctie. |
|||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 1998 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€
3.197.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€
3.380.000 V |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€
3.248.000 V |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
0 m² |
20.655 m² |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0
m² |
20.655
m² |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
0 m² |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.2 Cyclotronweg
In de
noordoost hoek van de wijk TU-zuid, in de oksel van de Kruithuisweg en de
Rijksweg A13, ligt ca. 2 ha grond die eigendom is van de gemeente Delft. Het
uit slechts twee grote kavels bestaande terrein grenst deels aan de vestiging
van Asepta, een (chemisch) bedrijf dat gewasbeschermingsmiddelen produceert.
In verband met veiligheidsnormen (risicocontouren) kent het uit te geven
terrein enige beperkingen. Daarnaast liggen in de oostelijke kavel twee grote
waterleidingen, die het gebruik van dit perceel grond beperken.
Het terrein
is in opdracht van de gemeente inmiddels volledig bouwrijp gemaakt. Met
bedrijven Koolschijn en Prins zijn overeenkomsten gesloten over de verkoop van
de twee kavels. Het bouwplan van Koolschijn is inmiddels opgeleverd. De
ontwikkeling van het “bouwplan Prins” heeft vertraging opgelopen. Het bouwplan
is in twee fasen geknipt. De eerste fase is reeds gerealiseerd bestaat uit een
bedrijfsverzamelgebouw ter grootte van circa 1.900 m² bvo. De tweede fase
bestaat uit een bedrijfsverzamelgebouw met 16 units in totaal ter grootte van
circa 1.000 m² bvo in combinatie met een kantoor- annex bedrijfsgebouw ter
grootte van circa 2.740 m² bvo. Bij gebrek aan (voldoende) huurders is de start
bouw van de tweede fase tot nader orde uitgesteld.
Verschillen
In 2004 is
de verwachting neergeschreven dat het project in 2005 afgesloten kon worden.
Door vertraging bij de grondverkoop / bouwplanontwikkeling van de laatste kavel
is het niet mogelijk het project af te sluiten. Dit heeft geen nadelige
financiële gevolgen. Het saldo van het project is voordelig waardoor bij
vertraging het saldo verbetert door rentetoevoegingen.
De
grondopbrengst van ruim € 0,7 miljoen voor fase 2 bleek in 2004 zowel in de
boekwaarde als in de opbrengstraming voor te komen. Deze dubbeltelling is in de
herziene exploitatie gecorrigeerd met een lagere opbrengst tot gevolg.
Risico’s
Het langer
open blijven van de exploitatie vormt op zich geen risico, aangezien de
eindwaarde alleen maar positiever wordt.
Kerngegevens
Delftechpark
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
73.705 m2 uitgeefbaar bedrijventerrein met
kantoorfunctie. |
|||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 1995 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€
17.336.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€
1.311.000 N |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€
1.261.000 N |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€
1.261.000 |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
0
m² |
73.705
m² |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0 m² |
73.705 m² |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
0 m² |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.3 Delftechpark
Delftechpark
is het bedrijventerrein dat exclusief bestemd is voor technologische bedrijven
en instellingen. Het themapark is gelegen aan de afslag Delft-Zuid van de A13
en grenst aan de hoofdkantoren van TNO en de faculteiten van de TU-Delft.
Delftechpark is één van de speerpunten uit de strategie van Delft om zich te
ontwikkelen als “Kennisstad”. Delftechpark onderscheidt zich o.a. door het hoge
inrichtingsniveau van de openbare ruimte, de clustering van uitsluitend
kennisintensieve bedrijven, geavanceerde telematicafaciliteiten en collectieve
gebiedsbeveiliging.
De
grondopbrengsten die het gevolg zijn van de uitgifte van de laatste kavel zijn
gedeeltelijk gerealiseerd. De kavel is in twee delen geknipt. Circa 8.455 m²
grond is in september 2002 verkocht, voor de resterende circa 5.142 m² grond is
een reserveringsovereenkomst gesloten met een maximale looptijd van 4 jaar. De
reserveringsvergoeding voor de eerste 2 jaar is gerelateerd aan het aantal m²
bvo (8.688). Gedurende de laatste 2 jaar is de reserveringsvergoeding
gerelateerd aan het aantal m² grond. Momenteel is de kavel braakliggend.
In 2005 zal
het woonrijpmaken verder worden afgerond. Wanneer de laatste inkomsten worden
gegenereerd is nog onduidelijk. Zodra de locatie volledig woonrijp gemaakt is,
kan de exploitatie worden afgesloten. De uiteindelijke invulling van
bovengenoemde kavel kan gezien de huidige markt nog wel enkele jaren op zich
laten wachten. Voor eventuele kosten die na planafsluiting nog noodzakelijk
zijn, zal alsdan een voorziening getroffen worden.
Verschillen
De
uitvoering van het bouw- en woonrijpmaken zal plaatsvinden in 2005 en in 2006.
In het MPV 2004 werd er vanuit gegaan dat het project eind 2004 afgerond zou
zijn. De langere doorlooptijd wordt veroorzaakt door onvoorziene werkzaamheden
in het openbaar gebied en met name de latere uitgifte van de laatste kavel.
Risico’s
Er is
sprake van een opbrengstrisico bij de verkoop van de laatste kavel. Het is de
vraag of in de huidige kantoren/bedrijven markt uitgifte van ruim 8.600 m2 bvo
mogelijk is.
Naast het
risico van de kavelverkoop is er sprake van een klein risico dat de
uitvoeringskosten door herstelwerkzaamheden hoger zullen uitvallen dan geraamd.
Kerngegevens
Van Foreestweg - Vermeertoren
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
Bovenbouw: 66 woningen, onderbouw: 2-laagse
bedrijfsruimte met wijkcentrum, gezondheidscentrum en kinderdagverblijf,
kelder: parkeergarage. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 2004 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2007 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€ 880.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€ 1.300 V |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€ 1.200 V |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
6.890 m² bvo |
3.300 m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0 m² bvo |
0 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
6.890 m² bvo |
3.300
m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.4 Van Foreestweg - Vermeertoren
Op de hoek
Provinciale Weg / van Foreestweg is door Ceres Projecten een initiatief
uitgewerkt om op deze locatie een woontoren voor ouderen met wijkcentrum,
jongerencentrum en gezondheidscentrum inclusief een ondergrondse
parkeervoorzieningen te ontwikkelen. De gemeente heeft inmiddels het
ontwikkelingsplan vastgesteld en met Ceres Projecten is een
ontwikkelingsovereenkomst afgesloten. In deze ontwikkelingsovereenkomst zijn
afspraken gemaakt over de te realiseren functies en het financiële kader. De
afgifte van de bouwvergunning wordt vóór 1 april 2005 verwacht.
De gemeente
heeft op zich genomen bouwrijpe grond te leveren. Conform het standaard beleid
is hiervoor als financieel kader een grondexploitatie opgesteld. Deze
grondexploitatie is in december 2004 door de raad goedgekeurd. Inmiddels zijn
de voorbereidingen voor de start bouw volop gaande. In januari 2005 is de
tijdelijke voorziening voor het buurthuis gereed gekomen. In februari 2005 is
de buurtvereniging verhuisd. In maart 2005 zal de sloop van de aanwezige
opstallen plaatsvinden. Op 1 april 2005 start de bouw. Begin 2007 zal na
voltooiing van de bouw de openbare ruimte opnieuw worden ingericht en zal het
buurthuis terug verhuizen naar een ruimte in de nieuw gerealiseerde
Vermeertoren.
Verschillen
In 2004
zijn uitsluitend voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd. De kosten hiervan
zijn iets hoger dan geraamd. De civieltechnische ramingen zijn aangepast aan
het prijzenboek 2005. Door een eenmalige incidentele verhoging van deze
eenheidsprijzen vallen de te maken civiel technische kosten aanzienlijk hoger
uit. De hogere kosten worden in de grondexploitatie uit de post onvoorzien gedekt.
Risico’s
In de
grondexploitatie van Foreestweg / Vermeertoren zijn geen noemenswaardig
risico’s.
Kerngegevens
Harnaschpolder Delft
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Hoog |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
Ca. 1.300 woningen en 2.355 m2
schoolvoorzieningen. |
|||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 2003 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2012 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€
128.879.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€
2.410.000 N |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€
2.057.000 N |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€
2.057.000 |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
300.223 m² |
2.355 m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0 m² |
0 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
300.223 m² |
2.355 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.5 Harnaschpolder Delft
Het
plangebied Harnaschpolder Delft omvat de locaties Lookwatering-West en
Voordijkshoorn. Een deel van dit gebied is met ingang van 1 januari 2004
overgedragen door de gemeente Midden Delfland aan de gemeente Delft. De
exploitatiegrens van het gebied is op bijgaande kaart aangegeven.
De
voorbereiding voor het slopen en bouwrijpmaken is gestart. Dit voorjaar start
de sloop van een aantal kassen aan beide zijden van de Dijkhoornseweg. Medio
2006 zal een aanvang worden gemaakt met de hoofdinfrastructuur, eind 2006 zal
de voorbelasting hiervan rond zijn en voorjaar 2007 zal de riolering zijn
aangelegd.De grondexploitaties Voordijkshoornsepolder en Lookwatering West (nu
Harnaschpolder Delft geheten) zijn op 19 december 2002 door de gemeenteraad
geopend, ingaande 1 januari 2003. Besloten is dat deze in combinatie met het
Delftse aandeel in de grondexploitatie van het bedrijvenschap Harnaschpolder
budgettair neutraal ontwikkeld dient te worden.
In dit MPV 2005-2008 gaat de grondexploitatie
Harnaschpolder Woongebieden verder onder de naam Harnaschpolder Delft.
Inhoudelijk en financieel sluit het aan bij de grondexploitatie, zoals
gepresenteerd in het MPV 2004-2007” Het
verdient aanbeveling om deze grondexploitatie definitief los te koppelen van de
grondexploitatie Harnaschpolder Bedrijven. De verevening tussen de twee plannen
vindt dan plaats in het Grondbedrijf. Op basis van het Stedenbouwkundig
programma van eisen en het bestemmingsplan is het plan verder uitgedetailleerd,
ook in planeconomische zin. Op basis hiervan wordt de grondexploitatie
Harnaschpolder Delft dit voorjaar herzien en in een aparte procedure aan de
gemeenteraad aangeboden.
·
In 2003 is het saldo geprognosticeerd op € 0,8 miljoen (contante waarde) positief.
·
In 2004 is het tekort geraamd op € 2,4 miljoen.
·
Het saldo netto contant is per 1 januari 2005 € 1,6 miljoen negatief. Dit verschil wordt
veroorzaakt door enerzijds een lager rente percentage en anderzijds een hogere
kostenpost voor verwervingen. In ruimtelijke zin is het plan niet wezenlijk
veranderd.
·
De gemeente Delft heeft, met de levering van de Verwelius
gronden, meer dan de helft van de gronden in haar bezit gekregen. Momenteel
wordt voor de overige gronden overleg gevoerd met de eigenaren. Als risico
dient te worden benadrukt het niet tijdig kunnen verwerven tegen verantwoorde
prijzen in verband met de geplande start van de bouw.
·
Van de 1303 woningen zullen 111 kavels als vrije kavel te
koop worden aangeboden. Dit is 8,5% van het totale aanbod. De risico’s zitten
in de beperkte omvang van de doelgroep, de compacte groepering in het plan en
daarmee de vrij korte tijd waarin deze kavels op de markt zullen worden
gebracht in combinatie met het vrij grote aandeel aan vrije kavels in het
totale woningaanbod.
·
Het gebouwd parkeren bij de appartementen, die in de sfeer
van sociale huur en koop worden gerealiseerd, is onrendabel.
Kerngegevens IKEA
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
Uitbreiding met ca. 15.000 m2 bvo winkel - en
kantoorruimte en een hotel met ca. 120 bedden. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 2004 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€
8.469.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€
4.252.000 V |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€
4.086.000 V |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
0
m² |
30.795
m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0 m² |
0 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
30.795 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.6 IKEA
IKEA zal
haar huidige vestiging eerst uitbreiden met ca. 15.000 m2 bvo (indicatief) en
dan het huidige gebouw reconstrueren. Daarnaast is er, door de toenemende
behoefte aan overnachtingen, een hotel gewenst met ca. 120 bedden. In september
2004 is de grondexploitatie door de raad goedgekeurd en in het eerste kwartaal
2005 heeft het bouwrijpmaken voor de uitbreiding plaatsgevonden. De
overeenkomst met IKEA is getekend en op 21 februari 2005 is de eerste paal
geslagen. De bouw van de uitbreiding zal circa 2 jaar duren. IKEA maakt het
terrein zelf woonrijp. Naar verwachting gaat de vestiging in de nieuwe vorm 1
januari 2007 open. De carpoolplaats wordt op kosten van IKEA verplaatst in het
gebied. Voor zover deze carpoolplaats op grond ligt van IKEA, draagt IKEA deze
grond over aan de gemeente. Over de overeenkomst voor het hotel zijn de
onderhandelingen nog gaande. Het hotel zal pas in 2007 gebouwd worden. De
grondexploitatie voor de uitbreiding van IKEA sluit positief.
Naast deze
ontwikkeling zal er ook aandacht besteed worden aan de ecologische zone ten
oosten van IKEA. Ook zullen de op- en afritten (afslag Delft) van de snelweg
A13 aangepast worden. Voor deze aanpassingen zal nog een
samenwerkingsovereenkomst tussen Rijkswaterstaat, IKEA en de gemeente Delft
getekend worden.
Verschillen
Door
gerealiseerde aanbestedingsvoordelen zijn de kosten van het bouwrijpmaken lager
uitgevallen. De door IKEA te betalen grondprijs is, als resultaat van de gevoerde onderhandelingen, eveneens
lager uitgevallen. Per saldo hebben deze twee veranderingen geen invloed op de
uitkomst van het plan.
Risico’s
De risico’s
bij de uitbreiding van IKEA zijn niet groot. Het bouwrijpmaken is bijna afgerond
en de bouw is gestart. Het grootste risico in deze grondexploitatie is het niet
doorgaan van de bouw van het hotel. Indien de plannen voor het hotel geen
doorgang vinden, zal het exploitatiesaldo met bijna € 900.000 afnemen.
Kerngegevens
Oostblok II - Staalweg
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
3.400 m2 bvo kantoorgebouw en bouw van 15
appartementen. |
|||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 1998 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€ 772.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€ 149.000
V |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€ 142.000
V |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
745 m² |
1.336 m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0 m² |
1.336 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
745 m² |
0 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.7 Oostblok II - Staalweg
Deze
locatie is gelegen aan de Staalweg tegenover het gemeentecomplex “De Staal” en
langs de A13 bij de afrit Delft / Pijnacker. Op deze zichtlocatie is inmiddels
een kantoorgebouw van ruim 3.400 m² bvo gerealiseerd.
Eind 2003
is er overeenstemming bereikt met Delft Wonen / Kristal over de bouw van 15
appartementen op de koppen van de onlangs gerenoveerde blokken aan de H. de
Keyzerweg. Naar verwachting zullen eind 2006 de werkzaamheden in het openbaar
gebied voltooid zijn.
Verschillen
Er zijn
geen verschillen met betrekking tot de grondopbrengsten of kosten voor het
bouw- en woonrijpmaken.
Risico’s
Het
bestemmingsplan is gereed, de appartementen kunnen op grond daarvan worden
gerealiseerd.
De grond
voor de appartementen is verkocht, er is daarom geen sprake meer van een
opbrengstrisico.
Kerngegevens
Oostsingel – Laatste Eer
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
Realisatie 44 koopwoningen. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 1998 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2005 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€ 1.460.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€ 428.000
V |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€ 419.000
V |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
5.117 m² |
0 m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0 m² |
0 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
5.117 m² |
0 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.8 Oostsingel – Laatste Eer
Aan
de Oostsingel 146 ligt een terrein dat deels was bebouwd met de voormalige
vestiging van uitvaartvereniging De Laatste Eer en deels was ingericht als
parkeerterrein. De Laatste Eer is medio 1999 verhuisd naar een nieuw pand in
Buitenhof, waarna de opstallen aan de Oostsingel direct zijn gesloopt. Zeker
nadat de bedrijfsbebouwing van Delft Instruments in de nabijheid was gesloopt,
werd het parkeerterrein de laatste jaren niet of nauwelijks gebruikt. De
gemeente heeft er voor gekozen het terrein te herontwikkelen ten behoeve van
woningbouw. Op deze locatie zullen in totaal 44 koopwoningen (18
meergezinswoningen en 26 eengezins woningen) worden gerealiseerd. Als gevolg
van de complexe planvorming bij een dergelijke inbreidingslocatie zijn de
plannen aanzienlijk vertraagd.
Op
14 april 2003 zorgde de uitspraak van de Raad van State voor een onherroepelijk
bestemmingsplan Schildersbuurt waarmee na vier jaar stagnatie eindelijk de weg
vrij kwam voor de start van dit bouwplan. In december 2003 is de eerste paal
geslagen. Voorafgaand hieraan is begonnen met de sanering van deze locatie. De
woningen zullen medio 2005 worden opgeleverd. Nadat het openbaar gebied
woonrijp is gemaakt, kan de grondexploitatie eind 2005 worden afgesloten. Met
het woonrijpmaken is begin 2005 gestart.
Door
actualisatie van de vrij op naam prijzen is de grondwaarde in 2004 toegenomen.
Deze opbrengst is niet, zoals vorig jaar nog was voorzien, gerealiseerd in 2004
maar zal gerealiseerd worden in 2005.
De
vervuiling in de naastgelegen locatie Oostsingel 151/152 is door de provincie
als urgent aangemerkt. Dit betekent dat deze locatie uiterlijk in 2006
gesaneerd moet worden. De in het exploitatiegebied (“pluimgebied”) aangetroffen
vervuiling is het directe gevolg van de vervuiling op de locatie Oostsingel
151/152 (“brongebied”). Qua sanering merkt de provincie bron- en pluimgebied
als één geheel aan. Hierdoor kunnen de saneringskosten van beide locaties
waarschijnlijk uit het ISV betaald worden. Voorwaarde is dat de gemeente en de ontwikkelaar van Oostsingel 151/152 een overeenkomst
sluiten voor een bijdrage in de saneringskosten ter grootte van de “claim
onrechtvaardige verrijking”. Met bedoelde ontwikkelaar is hierover inmiddels
overeenstemming bereikt. Het risico dat de saneringskosten van het pluimgebied
volledig ten laste van de grondexploitatie komen is hiermee komen te vervallen.
Kerngegevens Paardenmarkt
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
Nieuwbouw woonzorgcomplex en vrije sector
appartementen met ondergrondse parkeergarage. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 2003 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€
1.389.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€ 117.000
N |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€ 112.000
N |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ 505.000 |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
0
m² |
3.824
m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0 m² |
3.824 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
0 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.9 Paardenmarkt
Aan de
noordzijde van de Paardenmarkt was al sinds langere tijd de locatie
Paardenmarkt 1 in gebruik voor de huisvesting van mensen met een geestelijke
handicap. Het inmiddels gesloopte pand werd gehuurd door de stichting Ipse. De
bouwkundige toestand van het pand was zodanig dat vervanging noodzakelijk was.
De stichting Ipse heeft de locatie in 2004 gekocht. Het voorgebouw wordt
gerenoveerd en aan de achterzijde is de nieuwbouw gestart. Het hele terrein is
in 2004 door de gemeente bouwrijp gemaakt.
In de nieuwbouw wordt door de stichting Ipse
een woningcomplex voor haar cliënten opgenomen, ruimten voor dagbehandeling,
kinderopvangfaciliteiten, vrije sector appartementen en een ondergrondse
parkeergarage.
Na de
nieuwbouw wordt het openbare gebied, voor zover nodig, opnieuw ingericht en
wordt het herstellen van de fietsverbinding langs de zuidzijde Kantoorgracht
ook gerealiseerd.
Verschillen
De kosten
voor schadeloosstellingen zijn verwerkt in de boekwaarde. Hiervoor is in het
MPV 2004 reeds een voorziening getroffen binnen het Grondbedrijf.
De
grondexploitatie kan in verband met vertraging van het bouwproces niet in 2005
worden afgesloten maar pas in 2006.
Risico’s
De kademuur
wordt opgeknapt en niet vervangen door een nieuwe. Er is geen aanleiding om het
uitgangspunt bij te stellen. Er is geen risico met betrekking tot de
opbrengsten.
Kerngegevens Tanthof
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
7.000 wooneenheden + 2 bedrijfsterreinen. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 1976 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€
82.617.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€
8.630.000 V |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€
8.460.000 V |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
608.144 m² |
185.115 m² |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
608.144 m² |
174.365 m² |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
10.750 m² |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.10 Tanthof
Begin 1970
is gestart met de ontwikkeling van de wijk Tanthof. In totaal zijn 7.000
wooneenheden gebouwd, waarvan het merendeel grondgebonden is. Daarnaast zijn
aan de noord- en oostrand bedrijfsterreinen gerealiseerd of in optie gegeven.
In 2004 is in het laatste deelgebied (deelplan 613) het openbare gebied
integraal opgehaald; waar nodig is ook het riool hersteld. De
voorbereidingswerk-zaamheden van een ecologische geluidswal aan de noordrand
van het plangebied (deelplan 612) zijn gedeeltelijk afgerond. Op het gebied van
de uitgifte van bedrijfsterreinen kan gemeld worden dat de bouw van een
verhuisbedrijf in 2004 is afgerond. De
verdere uitgifte van de kavels langs de Laan der Verenigde Naties is door
afzetproblemen vertraagd.
De nog uit te voeren werkzaamheden in deelplan 611
zijn afhankelijk van de voortgang bij de uitgifte van de kavel aan de Laan der
Verenigde Naties. De verwachting dat eind 2005 de exploitatie afgesloten kan
worden is door de afzetproblemen van deze kavels niet te realiseren. Als nieuwe
einddatum wordt nu eind 2006 aangehouden. In deelplan 612 zal in 2005 gestart
worden met de aanleg van de geluidswal en de bouw van het wijkcentrum.
Verschillen
Door de
vertraging in de uitgifte worden de kosten bouw- en woonrijpmaken vertraagd.
Dit geeft verschillen. De invulling van
de bedrijfskavels langs de Laan der Verenigde Naties verloopt minder
voorspoedig dan verwacht. Dit heeft er ook toe geleid dat opgenomen opbrengsten
waarover al afspraken waren zowel in 2001, 2002, 2003 als 2004 nog niet
volledig zijn gerealiseerd. Verwachte opbrengsten door interne uitnamen zijn
door inspraak van de buurt op de voorgestelde bouwplannen (wijkcentrum) eveneens
vertraagd.
Risico’s
In het
algemeen kan worden gesteld dat het complex Tanthof zich in een vergevorderd
stadium van ontwikkeling bevindt en de risico’s hierdoor beperkt zijn. Wel kan
worden opgemerkt dat de mate en wijze waarop delen van het openbaar gebied nog
opgehaald moeten worden soms aanleiding kunnen geven tot onverwachte
meerkosten. Een risico aan de opbrengstenkant (Laan der Verenigde Naties)
blijft aanwezig zolang de ontwikkeling stagneert.
Kerngegevens Zuidpoort
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
Bouw van theater (1993), winkels + woningen (veld
2 en 5&7), school (4 lokalen) met 4 woningen, woningen (veld 1 en 10),
zorgcomplex (veld 9) en verkoop van professorenwoningen. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari
1995 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2007 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€
39.704.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€
7.144.000 N |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€
6.732.000 N |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€
6.732.000 |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
22.297 m² |
10.331 m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
9.367 m² |
8.331 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
12.930 m² |
2.000 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
Het exploitatiegebied Zuidpoort betreft delen van
een gebied globaal begrensd door de Zuidwal / Nieuwelaan, de Zuiderstraat, de
Kruisstraat, de Yperstraat en het Achterom / Brabantse Turfmarkt. Zuidpoort
vormt hiermee het zuidelijkste deel van de binnenstad.
In het
voorjaar van 2001 zijn de werkzaamheden gestart voor veld 5&7. Er heeft
bodemsanering plaats-gevonden, de parkeergarage is gebouwd en daarboven
woningen, winkels en een bioscoop. De parkeergarage is in november 2004 geopend
en in maart 2005 is de bouw van de woningen, de winkels en de bioscoop
afgerond. Ook het Hoogovenspand aan de Zuiderstraat krijgt deels een nieuwe
functie (Mediatheek), maar dit pand behoort niet tot de grondexploitatie. De
aanbouw aan dit pand, waarin 470 m² bvo winkels, ca. 340 m² bvo aan de
Mediatheek verwante functies en enkele woningen worden gerealiseerd, is wel
opgenomen in de grondexploitatie.
Voor veld 9
is begin 2005 met Woningcorporatie Vidomes een samenwerkingsovereenkomst
getekend. Vidomes gaat meer appartementen en bedrijfsruimte realiseren dan
eerder was verwacht, namelijk 100 appartementen en 2.683 m² bvo bedrijfsruimte.
De voorbereidingen zijn in november 2004 begonnen. De bouw is gepland in 2005
en 2006. Het verplaatsen van de woonboten is bijna voltooid. Op veld 10 zal
voor circa 2.766 m² nieuwe woningen
gebouwd worden, circa 1.250 m² bebouwing wordt opgeknapt en circa 385 m² bvo
commerciële bedrijfsruimte (niet zijnde detailhandel) gerealiseerd worden. Op
veld 10a komt een school met daarboven 4 woningen. De werkzaamheden
bouwrijpmaken zijn in november 2004 gestart. Als laatste zal veld 1&2 in
uitvoering komen. Op veld 2 (de parkeerplaats tegenover de bibliotheek) zal
circa 1.170 m² bvo winkels en circa 30 appartementen gerealiseerd worden. Op
veld 1 zullen 6 woningen gebouwd worden. Het is mogelijk dat veld 1 later
bebouwd wordt dan veld 2.
Verschillen
In de
grondexploitatie Zuidpoort 2005 is de eindwaarde circa € 7,1 miljoen negatief. Het nadelig eindwaarde
saldo is dus afgenomen met circa € 0,5
miljoen.
De afname
van het nadelig eindwaarde saldo is met name terug te voeren op de lagere
uitgaven ten behoeve van de sanering en de lagere rente - en uitvoeringskosten.
Risico’s
Grote
risico’s worden niet meer gezien in Zuidpoort. Van de totale kosten is 75,0 %
en van de totale opbrengsten is 62,0 % al gerealiseerd. Over het grootste deel
van de kosten en opbrengsten die nog niet zijn gerealiseerd, ligt de regie bij
de gemeente Delft. Kleinere risico’s bevinden zich in de uitwerking van de
saneringsplannen voor de resterende velden. Aan de opbrengstenkant zijn de
risico’s beperkt.
Het in het
MPV 2004-2007 genoemde risico als gevolg van ontstane schade in verband met de
bouw van de parkeergarage in veld 5&7 is er niet meer. Bijna de gehele
schade is gedekt door de verzekering van de bouwende partijen.
Kerngegevens Delft Gelatin
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Grondbedrijf |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
Uitgifte van circa 26.020 m² bedrijventerrein en
circa 19.337 m² met een maatschappelijk - culturele functie, waarvan 9.070 m²
intern is geleverd. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 2005 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst) |
€
8.028.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€ 109.000
V |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€ 105.000
V |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
0 m² |
45.357 m² |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0 m² |
12.238 m² |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
33.119 m² |
|||
|
|
|
|
|||
4.1.12 Delft Gelatin
In maart 2003 heeft de Lijm - en Gelatinefabriek ‘Delft Gelatin’ haar
productieactiviteiten op de locatie aan de Rotterdamseweg beëindigd. In januari
2004 is de locatie aangekocht door de gemeente. Een en ander in nauwe
samenwerking met reeds geïnteresseerde partijen. Het terrein is gelegen aan de
Rotterdamseweg, aan de oostzijde van de Schie, ter hoogte van de Balthasar van
der Polweg. De inrichting bestond uit oude fabriekspanden welke nu voor een
groot deel gesloopt zijn
Het terrein zal in vier delen worden doorgeleverd. Op de vier delen
zullen diverse functies worden gerealiseerd. Kavel 1 van circa 11.657 m² is in
januari 2005 aan het bedrijf Hordijk doorverkocht. Hordijk zal de huidige
bedrijfsvoering uitbreiden naar deze kavel.
Kavel 2 (circa 11.195 m²) zal bouwrijp gemaakt worden en als
bedrijventerrein worden uitgegeven. Kavel 3, groot circa 9.070 m², zal bouwrijp
gemaakt worden en intern worden doorgeleverd aan het vakteam Cultuur, Kennis en
Economie en zal in gebruik genomen worden als evenemententerrein voor bijv.
kermissen, circussen of muziekfestivals. Kavel 4 is opgedeeld in tweeën. Het
eerste deel van circa 13.435 m² is doorverkocht aan het bedrijf Improve en het
tweede deel zal aan Lijm & Cultuur verkocht worden. Improve, een bedrijf
dat licht verzorgt voor optredens en evenementen, zal zich daar vestigen en
Lijm & Cultuur zal meerdere gebouwen op het terrein verhuren voor culturele
en kunstdoeleinden. De huidige bebouwing wordt niet gesloopt, maar gebruikt
voor die functies. De gemeente zal het terrein saneren. Voor het ‘Lijm en
Cultuur’-deel en voor het evenemententerrein zal het bestemmingsplan moeten
worden gewijzigd. Voor de overige kavel(delen) geldt dat de functie binnen het
huidige bestemmingplan past. Voor de kavels 1, 2 en 4 geldt dat het
woonrijpmaken door de toekomstige eigenaren zelf zal worden uitgevoerd. De
inrichting van het evenemententerrein (kavel 3) is in de grondexploitatie van
‘Delft Gelatin’ meegenomen. Dit wordt betaald door vakteam CKE, die ook het
risico voor dit deel draagt.
Per uit te geven kavel is aan de hand van de te realiseren functie de
grondprijs bepaald. Hierbij dient te worden opgemerkt dat met Hordijk Beheer
B.V., Improve en CKE reeds bij aankoop van het terrein afspraken zijn gemaakt
over de uitgifteprijs. De kavel voor Hordijk is in januari 2005 geleverd, de
kavel voor Improve is eind 2004 geleverd, het evenemententerrein en het Lijm
& Cultuurgedeelte van kavel 4 zal na afronding van de R.O.-procedure
geleverd worden, naar verwachting eind 2005. Het gehele project zal naar
verwachting tot begin 2006 lopen. Bestuurlijke besluitvorming over de
grondexploitatie loopt nu via dit MPV. Besluitvorming over de
vastgoedexploitatie en de dienstverleningsovereenkomst voor de inrichting van
het evenemententerrein zal in de eerste helft van 2005 plaatsvinden.
Verschillen
In vergelijking tot de haalbaarheidsstudie uit begin 2004 is een en
ander veranderd. De sloop van de gebouwen is goedkoper uitgevallen, de
opbrengsten zijn lager uitgevallen vanwege aanpassing van de renteperiode voor
Lijm & Cultuur en het evenemententerrein. In totaal is de grondexploitatie
weinig veranderd, het resultaat is licht positief.
Risico’s
Een mogelijk risico is dat er ten tijde van de aankoop van het terrein
uitgegaan is van het bouwrijpmaken met een gesloten grondbalans. Indien dit
niet mogelijk is, kunnen de kosten erg oplopen door afvoer en behandeling van
vervuilde grond.
4.1.13 Paulus Mavo
In december
1999 is, in verband met de slechte
onderwijskundige situering (geen schoolplein) en de onderhoudstoestand,
besloten om de openbare basisschool Jan Vermeerschool van de huidige locatie
(Voldersgracht 21) te verplaatsen naar de locatie Raam 20 (voormalige Paulus
Mavo). Hiertoe is de locatie Raam 20 aangekocht en de locatie Voldersgracht 21
verkocht. Uitgangspunt is herontwikkeling van de bestaande bebouwing op de
locatie Raam 20. Eind 2000 is het haalbaarheidsonderzoek hiertoe afgerond met
de conclusie dat verbouw tot school met nevenfuncties technisch mogelijk is.
Begin 2001 is een schetsontwerp opgesteld en inmiddels uitgewerkt in een
Definitief Ontwerp (DO). Het DO omvat
een 8-klassige montessorischool, kinderopvang en een ruimte die commercieel op
de markt kan worden gezet.
Begin 2003
is met de uitvoering van de school gestart. Halverwege 2003 is aanvullend
opdracht gegeven om ook de kinderopvang en de commerciële ruimte geschikt te
maken voor verhuur dan wel verkoop. Tevens bleek dat het verwachte aantal
leerlingen van de school in omvang toenam en wel zodanig dat een negende lokaal
gerechtvaardigd was. Ook hiervoor is aanvullend opdracht gegeven. Begin maart
2004 is de school verhuisd en is de kinderopvang in gebruik genomen. De
commerciële ruimte is als casco opgeleverd. Het vakteam Vastgoed is in gesprek
met externen om tot verkoop van deze ruimte te komen.
De
vrijgekomen locatie aan de Voldersgracht 21 is bij de keuze van de locatie Raam
20 verkocht aan een projectontwikkelaar. De juridische levering aan de
projectontwikkelaar heeft inmiddels plaatsgevonden. De verwachting is dat de
verkoop van de commerciële ruimte aan het Raam 20 in 2005 wordt afgerond en het
plan eind 2005 in formele zin kan worden afgesloten. Het verwachte financiële
resultaat voor die onderdelen die administratief bij het vakteam Vastgoed zijn
ondergebracht, zijnde schoolplein, kinderopvang en commerciële ruimte is
negatief. Een belangrijke risicofactor hierin is nog wel de verkoopwaarde van
de commerciële ruimte. Via dit MPV krijgt het project nu ook de status van een
actieve grondexploitatie.
4.2 Samenwerkingsverbanden
4.2.1 Harnaschpolder Bedrijvenschap
De gemeente
Delft neemt deel in het bedrijvenschap Harnaschpolder. Het plangebied ligt op
het grondgebied van de buurgemeente Midden-Delfland. Het bedrijvenschap is een
samenwerking op basis van een gemeenschappelijke regeling tussen de Gemeente
Den Haag, de Gemeente Midden-Delfland en de Gemeente Delft. Doel van de
samenwerking is een nieuwe bedrijvenlocatie te ontwikkelen die ruimte biedt
voor uitplaatsingen uit de diverse gemeenten. De deelnemende gemeenten
participeren risicodragend.
Per 1
januari 2004 is het bedrijvenschap in werking getreden. Er is een werkapparaat
dat tot taak heeft onder meer de reeds voorbereide bestemmingsplannen in
procedure te brengen en in uitvoering te nemen. Bij deze taak hoort een
grondexploitatieproces dat tot oktober 2003 door Kolpron Ecorys was ingevuld.
Er is in juni 2003 een grondexploitatie vastgesteld met een tekort van € 1,7
miljoen. Na 1 oktober is de grondexploitatie opgepakt door het Bedrijvenschap.
Medio 2004 is de grondexploitatie geactualiseerd en vastgesteld met een tekort
van € 1,8 miljoen. Voor de tekorten (of overschotten) is de gemeente Delft voor
1/3 deel risicodrager / begunstigde.
Verschillen
Het
resultaat van de grondexploitatie is t.o.v. een jaar geleden licht verbeterd.
De daaraan ten grondslag liggende onderbouwing is separaat aan zowel het
bestuur van het bedrijvenschap als aan de besturen van de deelnemende gemeenten
aangeboden.
Risico’s
Er worden
diverse risico’s waargenomen in het Bedrijvenschap, de belangrijkste zijn:
inkomstenderving door zelfrealisatie, optimisme ten aanzien van economische
vooruitzichten hetgeen zich vertaalt in een opbrengstenindex van 2,5% en het
risico van een naar de toekomst verschuivende fasering terwijl er als gevolg
van de zogenaamde Verweliusdeal reeds bij aanvang van het project een hoge
financieringslast aanwezig is.
4.3 Particuliere ontwikkeling
4.3.1 VDD-terrein
Het
plangebied ligt ten westen van het bestaand stedelijk gebied van Delft, tussen
de bestaande woonbebouwing Delft en de kern Den Hoorn van de gemeente Midden
Delfland. Dit terrein van ca. 13 hectare maakte deel uit van het oude
veilingterrein van de gemeente Schipluiden, nu de huidige gemeente Midden
Delfland. In januari 2004 is dit Delfts gemeentegebied geworden conform de
samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeentes Delft en Schipluiden van augustus
2000.
Het terrein
is aangekocht door twee ontwikkelingsmaatschappijen (AM wonen, Staedion) met
het voornemen woningbouw te realiseren. Voor een goede aansluiting op het
omliggende stedelijk gebied kan het terrein bovendien niet los worden gezien
van haar directe omgeving. In de ontwikkeling van de plannen moet daarom
rekening worden gehouden met de structuur van het omliggende gebied. Het
grootste deel van het terrein zal worden ontwikkeld voor bedrijfsdoeleinden.
Aangezien
dit een particulier initiatief is gaat de betrokkenheid van de gemeente Delft niet
verder dan het bewaken van vooraf gestelde kaders waarbinnen de realisatie tot
stand zou moeten komen. Middels een overeenkomst tussen de gemeente Delft en de
ontwikkelaars worden ook de financiële afspraken geregeld. Voor de niet binnen
deze afspraken gedekte kosten is middels een voorziening gevormd. Naar
verwachting zal het project eind 2006 worden afgesloten.
4.3.2 Koepoort
Het
plangebied ligt ten oosten van de Koepoortbrug, aan beide zijden van de Van
Miereveltlaan (plangebied A ligt in de oksel van de Oostsingel en De
Genestetstraat en plangebied B op de Koepoortplaats). In plangebied A zal de
ontwikkelaar in het verlengde van de Koepoortbrug een ondergrondse
parkeergarage realiseren met 344 parkeerplaatsen (waarvan 15 parkeerplaatsen
voor de koopwoningen) en aansluitend richting De Genestetstraat, op eigen grond
15 koopwoningen en 24 m2 bedrijfsruimte. De parkeergarage is ten behoeve van
Parking Delft B.V., de woningen en de bedrijfsruimte zijn voor rekening en
risico van de ontwikkelaar. In plangebied B, grondgebied van de gemeente, is
een hotel gedacht. De gemeente heeft aan dezelfde ontwikkelaar een optie
verleend, gedurende twintig jaar, om de grond te verwerven ter realisering van
een hotel.
5. Grondbedrijf;
in voorbereiding
5.1 Grondexploitaties
5.1.1 Brahmslaan
In de wijk
Buitenhof is ten noorden van de Brahmslaan een voorzieningenstrook gelegen waar
thans een sportvoorziening, een door de gemeente verhuurd oud schoolgebouw
(Brahmslaan 42) en de Prot. Christelijke Basisschool ‘De Horizon’ (Brahmslaan
40) zijn gelegen. Het schoolgebouw van ‘De Horizon’ komt in aanmerking voor
aanpassingen en renovatie. Daarnaast is de wens aanwezig om het brede school
concept op genoemde school van toepassing te laten zijn. Dit alles heeft tot
een plan geleid waarbij de schoolgebouwen van ‘De Horizon’ aan de Brahmslaan 40
en de Bizetstraat 50 worden samengevoegd en de school haar intrek neemt in het
aan het brede school concept aangepast en gerenoveerde schoolgebouw op de
locatie Brahmslaan 40. De locaties Bizetstraat 50 en Brahmslaan 42 komen
hiermee beschikbaar voor herontwikkeling. Voor de te herontwikkelen locatie
Brahmslaan 40 is gekeken naar de mogelijkheden voor herontwikkeling. Een
woningbouwvariant waarbij wordt uitgegaan van een 15 tal vrije sectorwoningen
is doorgerekend en als rekenkundige basis gebruikt om toezeggingen te kunnen
doen aan het vakteam Onderwijs ter financiering van de geplande verhuizing van
‘De Horizon’ naar de locatie Brahmslaan 42. In juni 2003 heeft besluitvorming
in het college plaatsgevonden en is besloten de geplande verhuizing door te
laten gaan met een financiële bijdrage vanuit het Grondbedrijf van ca. € 0,9
miljoen onder gelijktijdige toezegging de locatie Brahmslaan 40 aan te wijzen
als een te herontwikkelen locatie voor woningbouw voor rekening en risico van
het Grondbedrijf. In de tussentijdse rapportage van het Grondbedrijf van eind
2003 is van genoemde besluitvorming reeds melding gemaakt en aangegeven dat
boekhoudkundig een voorziening zal worden gevormd ten laste van de reserves van
het Grondbedrijf om de gedane financiële toezegging af te dekken en genoemde
locatie zal worden toegevoegd aan de categorie exploitaties in voorbereiding.
De
grondexploitatie Brahmslaan 40- 42 is in concept gereed maar wacht op het
ruimtelijk kader om te kunnen worden opgewerkt tot een definitieve
grondexploitatie. De verwachting is dat medio 2005 het ontwikkelingsplan gereed
is. Op basis daarvan wordt overleg met belanghebbenden gestart en de
inspraakprocedure doorlopen. Vervolgens wordt het ontwikkelingsplan ter
vaststelling aan de raad voorgelegd. Tot op heden wordt er vanuit gegaan dat
medio 2007 de herontwikkeling kan zijn afgerond.
5.1.2 Voormalig Brouwerpand c.a.
In de
tweede helft van 2006 zal de openbare bibliotheek aan de Kruisstraat met de
discotheek en het kunstcentrum verhuizen naar de nieuwe huisvesting tegenover
theater De Veste. Hierdoor komt het huidige bibliotheekpand vrij. Dit pand is
momenteel eigendom van de gemeente. Gezien de huidige staat van het pand is
herbestemming niet realistisch. Dit gegeven is aanleiding om deze locatie te
herontwikkelen.
Bij
herontwikkeling van de bibliotheeklocatie kan het aangrenzende pand worden
betrokken, dat is eigendom van woningcorporatie Vestia. Het naastgelegen pand
zijn nu kleine ongelijkvloerse winkels met daarboven woningen. Door de winkels
te betrekken in de herontwikkeling kan door het vergroten van het
vloeroppervlak de winkelfunctie verbeteren. Omdat de verbetering van deze
winkels een voorwaarde is voor een goede ontwikkeling van de winkelroute Bastiaanplein
- Bastiaanspoort - Pynepoort - Kruisstraat, vormt het één van de belangrijkste
doelstellingen van dit project. Boven de winkels kunnen woningen gebouwd
worden.
Over de
uitbreiding van de winkelfunctie en de woningen heeft nog geen bestuurlijke
besluitvorming plaatsgevonden.
Herontwikkeling
leidt tot een financieel tekort. Dit tekort wordt met name veroorzaakt door de
boekwaarde van bibliotheek en de noodzaak gebouwde parkeervoorzieningen te
realiseren.
In 2005
zullen de ruimtelijke, programmatische en financiële uitgangspunten vastgesteld
worden.
5.1.3 Mijnbouwstraat
Het project
Mijnbouwstraat / Maerten Trompstraat bestaat uit twee projecten die verbonden
zijn doordat zij naast elkaar gesitueerd zijn en doordat er een financiële
koppeling is. Het gebouw aan de Mijnbouwstraat zal door stichting Mondriaan
omgebouwd worden van het beroepsonderwijs naar volwasseneneducatie. Dit wordt
mede gefinancierd door een deel van de grond rondom het schoolgebouw te
verkopen aan de gemeente. Op die grond zullen woningen worden gebouwd, in
eerste instantie aan de Maerten Trompstraat en in de toekomst komt er nog een
kavel aan de Mijnbouwstraat beschikbaar. De verkoop van de kavels valt binnen
de exploitatie van het grondbedrijf. Ook wordt het binnenterrein opnieuw
ingericht.
Het gaat
bij de aankoop om 2.030 m² grond, de gemeente zal deze grond bouwrijpmaken en
verkopen met de bestemming woningbouw. De uitgeefbare kavels worden in de
eerste plaats aangeboden aan mensen die de Van Leeuwenhoeksingel moeten verlaten
voor de bouw van de spoortunnel. Een optie als zelfbouwplek staat open. Uit
bodemonderzoek is gebleken dat er voor een deel van het terrein ernstige
verontreiniging is van zware metalen in een puinhoudende laag en dat een
sanering onder gezag van de provincie uitgevoerd moet worden. De bodemsanering
word in opdracht en voor rekening van Mondriaan uitgevoerd. In principe zal de
levering van de grond na de bodemsanering plaatsvinden. Bij het ontwerp van de
inrichting van het binnenterrein wordt uitgegaan van dubbelgebruik, zodat de
school, de omgeving en de bewoners van de nieuw te bouwen woningen ervan
gebruik kunnen maken. De kosten voor de aanleg zullen voor de helft door
gemeente en voor de helft door Mondriaan betaald worden. Het beheer zal door de
gemeente gebeuren, maar Mondriaan behoudt het eigendom.
Eind 2004
is ingestemd met de financiële haalbaarheidsstudie, het ontwikkelingsplan en de
concept grondaankoopovereenkomst. Begin 2005 is de definitieve koopovereenkomst
getekend en het ontwikkelingsplan in procedure gebracht. De inspraak heeft al
plaatsgevonden. De definitieve grondexploitatie zal in de tweede helft van 2005
aan de raad worden aangeboden.
5.1.4 Nieuwelaan 178, arbeidsbureau
Momenteel
is het Centrum voor Werk en Inkomen gehuisvest aan de Nieuwelaan 178. Dit pand
was in eigendom van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie. Deze organisatie is
landelijk bezig haar panden af te stoten. De gemeente Delft kreeg het pand als
eerste aangeboden.
Om twee
redenen is de gemeente Delft op het aanbod ingegaan:
·
Het CWI en de gemeente Delft onderhandelen over het
onderbrengen van de back- en frontoffice in de nog te bouwen Centrale
huisvesting. Hierbij is het praktischer om het pand in eigendom te hebben.
Tussentijdse huurbeëindiging door de gemeente Delft is eenvoudig te regelen en
brengt geen onnodig hoge kosten met zich mee,
·
Het pand is gelegen in het noordoostelijke deel van het
Zuidpoortgebied aan het Rijn-Schiekanaal en is van strategische waarde. Deze
locatie leent zich uitstekend voor herontwikkeling. Woningen op deze locatie
zouden zeer rendabel zijn. Er zouden bijvoorbeeld 9 woningen gecreëerd kunnen
worden.
De
huurovereenkomst met het CWI is aangegaan voor 5 jaar met een verlenging van
nog eens 5 jaar. In de huurvoorwaarden is opgenomen dat als het CWI verhuist
naar de Centrale huisvesting, de overeenkomst zonder enige kosten in welke vorm
dan ook beëindigd kan worden. Ook het exploiteren van het gebouw in de huidige
vorm brengt een positieve exploitatie met zich mee. De lasten van de aankoop
zijn door de huuropbrengsten minstens kostendekkend.
5.1.5 Pootstraat
Aan de
Pootstraat 124 staat sinds tientallen jaren een voormalige kleuterschool die
sinds begin jaren ’80 qua bestemming is gewijzigd in gezondheidscentrum. Uit
onderzoek is gebleken dat er onvoldoende bouwfysische kwaliteit is om de
gewenste kwaliteit voor eerstelijnszorg te kunnen garanderen. Het college van
B&W heeft besloten om samen met de woningbouwvereniging Vestia een nieuw
gezondheidscentrum te ontwikkelen die gelijktijdig kan voldoen aan de
randvoorwaarden zoals in de nota Eerstelijnszorg is omschreven. Met de
gebruikers, Ceres projecten en de gemeente is in 2003 overeenstemming bereikt
over de bouw van een centrum van ongeveer 1.100 m2 bvo.
De artikel
19 lid 2 procedure, om te komen tot een bouwvergunning, is begin 2005 gestart.
Voor de zomer van 2005 is deze procedure afgerond. In de tweede helft van 2005
wordt het huidige gebouw gesloopt, de grond bouwrijp gemaakt en de
bouwvergunning aangevraagd. De huisartsen gebruiken tot de oplevering van de
nieuwbouw tijdelijke huisvesting. De grondexploitatie zal in 2005 ter
besluitvorming aan het gemeentebestuur worden voorgelegd.
5.1.6 Sporthal Buitenhof e.o.
De sporthal
Buitenhof is na ruim 30 jaar toe aan groot onderhoud en het pand dient aan de
eisen van de huidige tijd aangepast te
worden. Door externe adviseurs is het pand opgenomen en uit het advies bleek
dat de kosten van het (achterstallig) onderhoud zo hoog zouden oplopen dat het
realistisch was om een nieuwbouwvariant te onderzoeken. Deze nieuwe sporthal
kan gebouwd worden op het naastgelegen parkeerterrein en op de huidige locatie
van de sporthal kunnen appartementen gebouwd worden. Ten noorden van de
sporthal komt in 2006 de school aan de Glenn Millerstraat vrij voor
herontwikkeling tot woningbouw. Het conceptontwikkelingsplan en het financieel
haalbaarheidsonderzoek zijn afgerond. Het doel hierbij was dat een bedrag ter
grootte van het verwachte voordelige saldo van de grondexploitatie door
voorafroming van de algemene reserve van het Grondbedrijf wordt geïnvesteerd in
de nieuwbouw van de sporthal. Gebleken is dat er nog een negatief saldo is en
dat hiervoor eerst een oplossing gevonden dient te worden, voordat het project
doorgang kan vinden. Wanneer dit geregeld is, kan het dit jaar in voorbereiding
genomen worden. De voorbereidingskosten worden ten laste van het ISV gebracht.
Vooruitlopend op het project is er al wel een snackbar aangekocht. Deze kosten
zijn in het grondbedrijf ondergebracht.
5.1.7 Vulcanusweg, de Boer
In 2003 is het complex Vulcanusweg 295 t/m 305 (oneven
nummers) aangekocht, waar tot dat moment groothandel C.W. de Boer B.V.
gehuisvest was. In het aankoopvoorstel is aangegeven, dat een sluitende
huurexploitatie moeilijk zou zijn gelet op het soort onroerend goed (grote
hallen) en de economische situatie. Na aankoop heeft het vakteam Vastgoed dit
complex in exploitatie genomen.
Planning was tot sloop en herontwikkeling over te gaan na realisatie van de plannen
van Station Zuid.
Er zijn
slechts een paar tijdelijke huurcontracten voor delen van het complex sinds de
juridische overdracht afgesloten. Reden om in 2004 een voorziening te treffen
om een mogelijk tekort bij herontwikkeling op te vangen. Ook is de start van de
herontwikkeling van Station Zuid enigszins vertraagd.
Nu de
besluitvorming omtrent de ondertunneling en verbreding van het spoor in een afrondend stadium komt, is besloten
een inventarisatie te maken van de wensen van de bedrijven in Voorhof Noord,
die hier op termijn moeten verdwijnen. Onderzocht wordt of men interesse heeft in verplaatsing naar
het onderhavige complex aan de Vulcanusweg. Gestreefd wordt deze inventarisatie
in de eerste helft van 2005 af te ronden. Lukt dit en blijken deze bedrijven
inpasbaar, dan worden de onderhandelingen gestart om te komen tot een mogelijke
gronduitgifte.
5.2
Samenwerkingsverbanden
5.2.1. Technopolis
In 2002 is
tussen vier partijen (gemeente, Technische Universiteit, ING Vastgoed
Ontwikkeling B.V., Bouwfonds Vastgoed Ontwikkeling B.V.) een ontwikkel - en
realisatieovereenkomst opgesteld en ondertekend met als doel het TU-zuid gebied
de komende 20 jaar te ontwikkelen tot een hoogwaardige locatie waar ruimte
wordt geboden aan ruim 600.000 m2 bvo met hoogwaardige / technische /
innovatieve functies. Het merendeel van de te ontwikkelen locatie is in bezit van de TU Delft
(85,0 %) het overige deel is in bezit van de gemeente Delft. De gemeente zal
haar bezit verkopen aan de TU Delft. De TU Delft betaald hiervoor een vergoeding
groot 15,0 % van de totale opbrengsten die binnen het plangebied worden
gegenereerd. In de samenwerkingsovereenkomst is overeengekomen dat de gemeente
Delft gefaseerd zorg zal dragen voor het bouwrijp en woonrijp maken van de
gehele locatie. Deze kosten zullen, in een verhouding van 15,0 % en 85,0 %,
door de Gemeente Delft en TU Delft gedragen worden.
Momenteel
is er onvoldoende zicht op het financiële risico dat het project met zich
meebrengt. De gemeentelijke grondexploitatie is nog niet beschikbaar. Naar
verwachting zal er in het 3e kwartaal 2005 een goed inzicht zijn in
de risico’s en de mogelijk benodigde voorzieningen die het project met zich
meebrengt. Voor alsnog is de reeds getroffen voorziening per 31 december 2003 van € 7,2 miljoen overgeboekt naar het
weerstandsvermogen.
5.2.2. Station – Zuid GEM
In het
kader van de ontwikkeling Station-Zuid is gekozen om de grondexploitatie ter
plaatse van het station in een Gezamenlijke Exploitatie Maatschappij (GEM)
tussen de gemeente en de ontwikkelaar (BAM Utiliteitsbouw) onder te brengen.
Deze exploitatiemaatschappij, waarin de gemeente en de ontwikkelaar gelijkelijk
zijn vertegenwoordigd, heeft tot taak de gronden die door de gemeente worden
ingebracht op eigen rekening en risico bouwrijp te maken en het bijbehorende
openbare gebied in te richten.
De
oprichting van de GEM is nog niet gerealiseerd, de juridische voorbereidingen
lopen nog. Naar verwachting zal in het 3e kwartaal van 2005 de
oprichting definitief zijn beslag krijgen. Hierbij zal de grondexploitatie van
de GEM worden geactualiseerd en zal de gemeentelijke grondexploitatie worden
vastgesteld.
De GEM
grondexploitatie kent een looptijd van 10 jaar, de in het bestemmingsplan
mogelijk gemaakte omvang van uitgifte (kantoren) bedraagt meer dan 30.000 m2
bvo. Door het realiseren van extra m2 is er een mogelijkheid om de aankleding
van het station en de directe omgeving een kwaliteitsimpuls te geven. Zo kunnen
aspecten als sociale onveiligheid en bereikbaarheid worden verbeterd. Naar
verwachting zal de grondexploitatie van gemeentezijde neutraal lopen. Tijdens
de looptijd van het project zal in termijnen de inbrengwaarde van de door de
gemeente geleverde grond worden vergoed. Ook zal een deel van de tot nu toe
gemaakte kosten als historische kosten worden opgenomen in grondexploitatie van
de GEM.
6. Exploitaties en
activiteiten niet ten laste van het Grondbedrijf
6.1 Grondexploitaties
Kerngegevens Brandweer
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
Algemene Dienst |
||||
|
> Risicoprofiel |
Middel |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
Nieuwbouw brandweerkazerne + bovenliggende
kantoren. |
|||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 2001 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst)* |
€
4.458.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€
1.082.000 V |
||||
|
> Saldo
contante waarde 2% |
€
1.040.000 V |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
0
m² |
6.600
m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
0
m² |
0
m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
6.600 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
6.1.1 Brandweer
Halverwege
de jaren negentig van de vorige eeuw is de gemeente gaan nadenken over
vervanging van de huidige brandweerkazerne aan de Krakeelpolderweg. Om deze
vervanging te kunnen bekostigen is in het najaar van 1999 besloten om op de
huidige locatie een nieuwe brandweerkazerne te realiseren met daarboven op een
commerciële kantoorontwikkeling. Begin 2000 is hiertoe een ontwikkelingsplan
opgesteld en is door middel van een prijsvraag een ontwikkelaar gekozen. In de
loop van 2001 is hiertoe in financiële zin een grondexploitatie geopend op
basis van de prijsvraag. Deze grondexploitatie is per 01-01-2002 herzien waarin
een financiële vertaling heeft plaatsgevonden van de verdere uitwerking van het
prijsvraagontwerp. De start bouw van de brandweerkazerne was gepland in
september 2002. Met een bouwtijd van 14 maanden kon in het late najaar 2003 de
oplevering plaatsvinden. De negatieve ontwikkelingen op de kantorenmarkt hebben
de financiële basis van het project sterk onder druk gezet. Medio 2003 is
afscheid genomen van de ontwikkelaar en heeft de gemeente het initiatief
genomen te onderzoeken of het project voor eigen rekening en risico kan worden
uitgevoerd. Eind 2003 is besloten de ontwikkeling in eigen hand te nemen onder
voorwaarden. Een van deze voorwaarden is dat slechts sprake mag zijn van een
beperkte leegstand. De overleggen met mogelijke huurders zijn al langere tijd
in een cruciale fase. Of alle lopende overleggen hierover tot volledige verhuur
van de kantoren zullen leiden moet de komende maanden blijken. Na de zomer 2004
is gestart met aanvullende werkzaamheden in het kader van het bouwrijpmaken.
Eind 2004 is gestart met de bouw van de brandweerkazerne met de bovenliggende
kantoren. Medio 2006 zal naar verwachting de bouw zijn voltooid waarna de
buitenruimte verder zal worden ingericht.
Verschillen
Het
resultaat van de grondexploitatie is t.o.v. een jaar geleden licht gedaald. Met
name de toename van de kosten bouwrijp maken als gevolg van planwijzigingen
zijn hier debet aan. De opbrengsten zijn gelijk gebleven, maar komen later
binnen dan gepland. Hierdoor ontstaat een klein negatieve rente-effect.
Risico’s
Het project
bouw brandweerkazerne + bovenliggende kantoren is thans een volledig
gemeentelijk project geworden. De bouw hiervan is inmiddels gestart, de
opbrengsten van de grond zijn gegarandeerd. De risico’s van leegstand worden in
de vastgoedexploitatie verder uitgewerkt.
Kerngegevens Die Delfgauwse Weye
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
MR-ISV |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
Renovatie + nieuwbouw van woningen. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 1999 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2006 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst)* |
€
1.250.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€
1.030.000 N |
||||
|
> Saldo
contante waarde |
€ - |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
?? m² |
0 m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
?? m² |
0 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
0 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
6.1.2 Die
Delfgauwse Weye
Aan de
oostzijde van de stad, langs de A13 tussen de afslagen Delft-noord en
Delft-centrum, ligt het stadsvernieuwingsgebied Die Delfgaauwse Weye. Het
gebied is opgedeeld in drie deelgebieden:
· deelplan 1a
is het gebied ten westen van de Van Lodesteynstraat
· deelplan 2a
& 2b is het gebied tussen de Van Lodesteynstraat en de H. de Keyserweg
· deelplan 3
is het gebied ten oosten van de H. de Keyserweg.
In alle
drie de deelgebieden worden door Delft Wonen / Kristal woningen gerenoveerd of
woningen gesloopt en nieuw gebouwd. Het openbaar gebied knapt de gemeente Delft
op met gelden uit het stadsvernieuwingsfonds. In de exploitatie zijn alleen de
nog te maken kosten opgenomen voor de aanleg van het openbaar gebied.
Eind 2003
is overeenstemming bereikt over de resterende aanpak van de herstructurering.
Gedurende 2004 is in opdracht van Delft Wonen / Kristal door architecten
gewerkt aan de planvorming voor het vastgoed. In aansluiting hierop is het
ontwerp voor de openbare ruimte door de gemeente verder uitgewerkt. De uitgifte
van de grond heeft in januari 2005 plaatsgevonden.
De
renovatie van de zorgflat (fase 2a) start begin 2005. De bouw van de woningen
in fase 3 is in februari 2005 gestart. Deelplan 1a is reeds uitgevoerd, de
openbare ruimte wordt eind 2005 en begin 2006 aangelegd. De verwachtte
einddatum voor het totale project is medio 2006.
Verschillen
De planning
van bouw- en woonrijpmaken is gewijzigd. De investeringen die in 2004 gepland
stonden, worden uitgevoerd in 2005. De kosten voor fase 2a/b zijn bijna € 1,0 miljoen hoger dan in 2004 geraamd. De
oorzaak hiervan zijn kosten voor het afkoppelen van regenwater. Hiervoor wordt
een evenzo hoge bijdrage ontvangen uit het krediet basisinspanning.
Risico’s
Er zijn
geen risico’s met betrekking tot de grondopbrengsten, deze zijn gerealiseerd.
Er
is sprake van een planningsrisico voor de herinrichting van de H. de Keyzerweg.
De herinrichting moet gereed zijn als de woningen in fase 3 opgeleverd worden.
Er zullen anders kosten gemaakt moeten worden voor een tijdelijke ontsluiting.
Kerngegevens Doelengebied 2a en 2b
|
|
|
|
|||
|
> Ontwikkelingsvorm |
Bouwgrondexploitatie |
||||
|
> Administratieve status |
In uitvoering (actief) |
||||
|
> Risicodrager |
MR-ISV |
||||
|
> Risicoprofiel |
Laag |
||||
|
|
|
|
|||
|
Plan op
hoofdlijnen |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
Realisatie van appartementen, eengezinswoningen
(vrije sector) en een parkeergarage. |
|||||
|
||||||
|
||||||
|
|
|
|
|||
|
Financiële
kerngegevens |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
>
Startdatum exploitatie |
1 januari 1993 |
||||
|
>
Einddatum exploitatie |
31 december 2005 |
||||
|
> Bruto
omzet (opbrengst)* |
€
2.359.000 |
||||
|
> Saldo
eindwaarde |
€ 235.000
N |
||||
|
> Saldo
contante waarde |
€ - |
||||
|
>
Getroffen voorziening |
€ - |
||||
|
|
|||||
|
Voorraadregistratie |
Woningbouw |
Overige functies |
|||
|
|
|
|
|||
|
> Netto
uitgeefbare m2 |
5.642
m² |
0
m² bvo |
|||
|
>
Uitgegeven per 31-12-‘04 |
5.642 m² |
0 m² bvo |
|||
|
>
Voorraad per 01-01-‘05 |
0 m² |
0 m² bvo |
|||
|
|
|
|
|||
6.1.3 Doelengebied
2a en 2b
Eén van de
grootste stadsvernieuwingsprojecten in Delft betreft de herontwikkeling van
het Doelengebied. Onder regie van een coördinerend architect wordt de locatie
door drie afzonderlijke projectontwikkelaars herontwikkeld. In het
Doelengebied zullen appartementen en eengezinswoningen (vrije sector) alsmede
een parkeergarage worden gerealiseerd. Het totale plangebied bestaat uit drie
fasen:
- Fase 1 is reeds gerealiseerd en omvat de
woningen aan de Schutterstraat en het Doelenplein.
- Fase 2a betreft de herontwikkeling van het
gebied rondom de voormalige mr. G. Engbertschool, waar in totaal 16
appartementen en 7 eengezinswoningen zijn gerealiseerd.
- Fase 2b betreft de herontwikkeling van het
voormalig Waterloopkundig Laboratorium in 19 appartementen, 29
eengezinswoningen en een grote parkeergarage.
- Fase 3 is reeds gerealiseerd en omvat de
(particuliere) herontwikkeling van de voormalige TU-bibliotheek in een honderdtal
appartementen.
In fase 2b
is medio 2003 de bouw van de parkeergarage en de woningen gestart. De extra
inkomsten uit hoofde van extra grondopbrengsten (hogere VON-prijzen woningen)
alsmede de verkoop van boventallige parkeerplaatsen is in 2003 reeds grotendeels
gerealiseerd. De laatste woningen zullen medio 2005 worden opgeleverd.
Het restant
van het project is gefaseerd over één jaar. Verwacht wordt dat in 2005 de
laatste opbrengsten worden gerealiseerd en dat het woonrijp maken grotendeels
wordt uitgevoerd. De grondexploitatie kan volgens verwachting eind 2005
afgesloten worden
Verschillen
Het project
wordt eind 2005 afgesloten, in het MPV
2004 werd uitgegaan van afsluiting eind 2004.
De
aanlegkosten voor de Fortuijnstraat zijn € 0,1 miljoen hoger dan in 2004
geraamd. De hogere kosten worden veroorzaakt door het nieuw aanleggen in plaats
van het herstraten, zoals vorig jaar werd aangenomen.
Door het
opnemen van de kosten voor het aanleggen van het terrein van ontwikkelaar ABB,
is de kostenraming gestegen met ruim € 0,2 miljoen. Hiertegenover staat
eenzelfde bedrag als bijdrage van deze ontwikkelaar. Per saldo heeft dit geen
effect op de grondexploitatie.
Door het
uitvoeren van nieuw beleid met betrekking tot de binnenstedelijke
waterkwaliteit zijn de kosten voor riolering met € 0,05 miljoen toegenomen.
In het MPV
2004 bleek een opbrengst van ruim € 0,1 miljoen zowel in de opbrengstraming als
in de boekwaarde voor te komen. In de herziene exploitatie is deze
dubbeltelling gecorrigeerd.
Risico’s
Dit project
kent geen substantiële kosten- of opbrengstrisico’s.
6.2 Samenwerkingsverbanden
6.2.1 Poptahof
Het
plangebied Poptahof omvat zowel Poptahof Noord als Poptahof Zuid. Het
winkelcentrum van Van der Vorm valt buiten het plangebied. Het uitgegeven terrein is in bezit bij de
corporatie Delftwonen en de openbare straat en het centrale park behoren de
gemeente Delft toe.
Het vakteam
Vastgoed is bij dit project alleen op ad-hoc basis betrokken als adviseur.
6.3 Niet in exploitatie
6.3.1 Binnenstad Ontwikkeling ( w.o.VOM)
Het college
van B&W heeft de wens uitgesproken dat er een organisatie wordt opgericht
die zich bezighoudt met het handhaven danwel verbeteren van de kwaliteit van de
oude binnenstad door sturing met vastgoed. Dit betreft de veiligheid, een goede
samenstelling van het winkelaanbod en het voorkomen van leegstand e.d.. De vorm
van de organisatie kan gegoten worden in een Vastgoed OntwikkelingsMaatschappij
(VOM), zijnde een B.V. waarin de gemeente met private partners deelneemt. De
gemeente wil hierbij de regie in handen hebben voor wat betreft de uitvoering
van het brancherings beleid dat is opgesteld als wensbeeld voor de oude
binnenstad. Voor dit traject is een budget toegekend, genoemd "Strategische
aankopen panden binnenstad". Thans wordt gekeken naar de meest optimale
vorm om een mogelijke VOM gestalte te geven. Ook de financiering wordt nader
bekeken.
7. Grondbedrijf; overige
activiteiten
7.1 Overige activiteiten
7.1.1 Delftse Hout
Het betreft
een grondruil tussen Delftse Hout Vastgoed B.V., de exploitant van de camping
en de gemeente. De grond zal in eigendom worden uitgegeven t.b.v. de
beoogde uitbreiding van het campingterrein. Langs de Korftlaan zal een strook
grond verworven worden t.b.v. herinrichting als "openbaar gebied".
Dit project geschiedt in opdracht van het sector leefbaarheid. De kosten van de
herinrichting van het openbaar gebied rondom het uit te geven terrein kunnen
volledig worden voldaan uit de grondopbrengst. Het betreft hier een zogenaamd
taakstellend budget. De voor de beoogde uitbreiding van de camping benodigde
artikel 19-procedure is later dan verwacht opgestart. Het saldo zal op zijn
vroegst eind 2005 kunnen worden afgerekend.
7.1.2 Röntgenweg 1
Op 1
september 2003 is de gemeente Delft eigenaar geworden van de bedrijfsruimten
met toebehoren aan de Röntgenweg 1 te Delft. De overwegingen voor de gemeente
Delft om het eigendomsrecht te verwerven lagen gelegen in het feit dat:
-
Delft Instruments een deel van haar bedrijfsactiviteiten
wilde verplaatsen;
-
De gemeente Delft de hoogwaardige werkgelegenheid voor Delft
en de synergetische effecten met andere in Delft gevestigde kennisintensieve
bedrijven, wilde behouden, mede gelet op de mondiale uitstraling van Delft
Instruments in relatie tot de filosofie van “Delft Kennisstad”.
-
Door aankoop van het complex aan de Röntgenweg een
verhuizing van Delft Instruments naar Delftechpark mogelijk werd;
-
De gemeente Delft het terrein, medio 2015, wil
herontwikkelen, mede gezien de toekomstige ondertunneling van het spoor door
Delft.
-
De gemeente Delft het complex aan de Röntgenweg 1, tot aan
het moment van herontwikkeling, wil omvormen tot een bedrijfsverzamelgebouw.
De
financiële onderbouwing van de aankoop en de exploitatie van het complex aan de
Röntgenweg 1 was deels gebaseerd op feiten en deels op veronderstellingen,
zoals de leegstandpercentage van 30%.
Momenteel
wordt bezien hoe na afloop van de nu nog lopende overeenkomsten binnen de
vastgoedexploitatie de locatie vanaf 2010 herontwikkeld kan worden. Dit
geschiedt in nauw overleg met de betrokken vakteams en ook wordt bij de keuze
van het type herontwikkeling gekeken naar de ontwikkeling van de Spoorzone.
7.1.3 Verwervingen Spoorzone
In 2000 is
besloten actief panden te verwerven die nodig waren voor de bouw van de
spoortunnel. De aankoop en administratie hiervan vindt, in opdracht van en
onder verantwoordelijkheid van DPP,
operationeel
plaats bij vakteam Vastgoed. Eind 2004 heeft de minister € 344 miljoen (te
betalen in 2011) toegezegd voor de bouw van de spoortunnel. Momenteel wordt een
procesplanning gemaakt, waaruit de definitieve planning van onteigening en
sloop zal blijken. De verwachting is dat in januari 2008 met de bouw van de
tunnel begonnen kan worden.
Per 1
januari 2005 zijn er van de 53 panden 42 aangekocht (81%). Hiervoor is reeds €
24,1 miljoen betaald en is er voor € 2,9 miljoen aan verplichtingen aangegaan. Het
beheer van deze panden is wat de woningen betreft aan Duwo uitbesteed. De
bedrijfspanden zijn in eigen beheer.
Conform de
planning zal afrekening plaatsvinden met de opdrachtgever (DPP). Nieuwe
activiteiten die na afrekening door het Grondbedrijf worden verricht zullen
rechtstreeks ten laste van de betreffende budgetten van DPP worden gebracht.
8. Bijlage
Begrippenkader
Boekwaarde
De
boekwaarde geeft het totaal aan gemaakte kosten en opbrengsten weer, die op de
peildatum (in dit geval 1-1-2005) al ten behoeve van een project gerealiseerd
zijn. Hierin is ook de rente opgenomen, die tot de peildatum is bijgeschreven.
Startwaarde of nominale waarde
De
startwaarde, of nominale waarde, is een berekening van een bedrag op het
prijspeil van heden (in dit geval 1-1-2005). Het geeft weer wat bijvoorbeeld
een brug kost, indien deze nu zou worden gemaakt. Hierbij is dus geen rekening
gehouden met toekomstige kosten- (of opbrengsten)stijging of toekomstige
rentewinsten/verliezen.
Reële of geïndexeerde waarde
Dit
betreft de waarde van een opbrengst of investering op het moment dat deze
daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Om dit bedrag te berekenen wordt de
startwaarde (wat kost het nu) gecorrigeerd met de voorspelde kostenstijging,
tot het moment van realisatie (bijvoorbeeld in 2007). Ergo: dit is het bedrag,
dat in het jaar van realisatie feitelijk moet worden betaald. Voor opbrengsten
wordt dezelfde methodiek gehanteerd. Rente-effecten worden buiten beschouwing
gelaten.
Eindwaarde
Alle
kosten en opbrengsten ten behoeve van een project worden bij elkaar gebracht in
een exploitatie-berekening. Deze
berekening heeft een einddatum, waarop ook het project administratief wordt
afgesloten. Het saldo op deze einddatum is het zogeheten ‘eindwaarde - saldo’.
Dit is het bedrag, dat op de datum van afsluiting daadwerkelijk moet worden
verrekend met de gemeentelijke middelen. Om dit te kunnen berekenen, worden
alle individuele kosten en opbrengsten naar de einddatum doorberekend en dan
gesaldeerd. Hierbij wordt, naast de kostenstijging, ook de rente berekend. Een
voorbeeld:
Startdatum
exploitatieberekening = 01-01-2005
Brug
wordt aangelegd in 2007
Einddatum
exploitatieberekening = 31-12-2010
Kosten
van een brug op startwaarde = € 100
Reële
waarde van deze investering is € 100 + 2 jaar kostenstijging = € 105
Eindwaarde
van deze investering is € 105 + 3 jaar rente =
€ 123
Contante waarde
Om
inzicht te krijgen wat de ‘prestatie’ van projecten ten opzichte van elkaar is,
zullen berekende saldi moeten worden vergeleken. Projecten hebben echter
verschillende einddata, waardoor bij het ene project de rente meer invloed
heeft dan bij het andere. Eindwaarde - saldi kunnen daarom niet zomaar met
elkaar worden vergeleken.
Door
de bedragen ‘contant’ te maken kan dit wél. Berekend wordt wat de waarde van
het eindwaarde saldo is, teruggerekend naar heden (1-1-2005). Resultaat is een
bedrag op contante waarde; een bedrag op het prijspeil van heden dat, onder
invloed van rente, zal groeien naar het bedrag op eindwaarde. De effecten van
kosten- en opbrengstenstijging zijn hierin verdisconteerd. Saldi van projecten
op contante waarde zijn daarmee vergelijkbaar.
Bruto omzet (opbrengst)
Dit
is het bedrag dat de totale opbrengsten in een project weergeeft. Hierbij zijn
alle historische en toekomstige opbrengsten (op reële waarde) bij elkaar
opgeteld. Dit bedrag geeft het opbrengstvolume van een project aan. Bij de
beoordeling van het plan - saldo is het handig om de bruto omzet als referentie
te hebben. Een verlies van € 1.000 bij een bruto omzet van € 1,0 miljoen is
heeft immers een andere ‘lading’ dan bij een bruto omzet van € 10.000.
Voordelig of V
Er zijn of worden meer opbrengsten dan kosten gerealiseerd c.q.
voorzien.
Nadelig of N
Er zijn of worden meer kosten dan opbrengsten gerealiseerd c.q. voorzien
Grondexploitaties
Dit betreft
gronden, die onder de vlag van het Grondbedrijf actief in ontwikkeling zijn ten
behoeve van een functiewijziging. Aan een actieve exploitatie ligt altijd een
concreet bestuurlijk uitvoeringsbesluit ten grondslag, onder meer gebaseerd op
inzicht in de financiële consequenties (grondexploitatie).
Samenwerkingsverbanden
( ook die in voorbereiding)
De gemeente
participeert in een aantal ontwikkeling, zonder daarbij drager van het (gehele)
financiële risico te zijn. Veelal betreft dit PPS - constructies, waarbij samen
met marktpartijen een ontwikkeling tot stand wordt gebracht. Ook projecten die
in samenwerking tussen gemeenten worden uitgevoerd, behoren tot deze categorie.
Particuliere
ontwikkeling
In deze
vorm van gebiedsontwikkeling kiest de gemeente niet voor een ondernemende,
risicodragende, maar voor een faciliterende rol. Onder randvoorwaarden van het
bestemmingsplan en onder het publieke toezicht laat de gemeente de
grondexploitatie aan een particuliere grondexploitant (ontwikkelaar of
corporatie). De actieve gemeentelijke rol beperkt zich tot de aanleg of afname
van voorzieningen van openbaar nut of bepaalde bijzondere bestemmingen (zoals
grond voor een basisschool). Er is sprake van een exploitatieovereenkomst of
baatbelasting, waarbij de kosten die de gemeente maakt voor bepaalde publieke
voorzieningen (mede) ten nutte van het plan in principe worden verhaald. De
gemeente loopt in principe geen of slechts heel beperkt financieel risico.
Grondexploitaties
in voorbereiding
Voordat
gronden in actieve exploitatie worden genomen, gaat er normaliter een
voorbereidingsfase aan vooraf. In deze fase wordt nader gekeken naar financiële
consequenties, optimalisatie, het tijdspad, juridische en financiële
constructies en de risico’s voor de gemeente Delft. Basis voor deze fase is een
bestuurlijke uitspraak om een complex voor te bereiden op een actieve exploitatie.
Het besluit om inderdaad actief te exploiteren is daarmee nog niet genomen. Wel
zijn met de voorbereiding kosten gemoeid, waarvoor door het bestuur ook een
krediet wordt gevoteerd.
Overige
activiteiten
Het gaat hier om een aantal financiële projecten, waarop tijdelijk kosten
of baten worden geboekt. Op grond van bestuurlijke besluitvorming kunnen deze
bedragen worden toegevoegd aan een grondexploitatie of worden verrekend met de
algemene reserve van het Grondbedrijf, dan wel met een project van een ander
gemeentelijk organisatieonderdeel.
Algemene
reserve
Een korte
toelichting staat in hoofdstuk 3.2 Reserves en voorzieningen na het schema
Verloop algemene reserve Grondbedrijf.
Weerstandsvermogen
Een korte
toelichting staat in hoofdstuk 3.2 Reserves en voorzieningen na het schema
Verloop algemene reserve Grondbedrijf.
Bestemmingsreserves
Een korte
toelichting staat in hoofdstuk 3.2 Reserves en voorzieningen na het schema
Verloop algemene reserve Grondbedrijf.
Voorzieningen
Een korte
toelichting staat in hoofdstuk 3.2 Reserves en voorzieningen na het schema
Verloop algemene reserve Grondbedrijf.